De behandeling van de X-verhalen is pijnlijk. Voor de betrokken getuigen en voor hun ondervragers, voor de media die hen blindelings volgen en de speurders die nu een scheef gelopen onderzoek moeten rechttrekken. Hier volgt het echte verhaal.
Het grote publiek heeft er nu een letterwoord bij. MPS staat voor Meervoudige Persoonlijkheids Stoornis. Vroeger werd dit algauw hysterie genoemd, en dan werd verwezen naar de Griekse oorsprong van het woord, hystera of baarmoeder. Het psychoanalytisch gedachtengoed en de daarbij aansluitende therapieën hebben inmiddels het woordgebruik beïnvloed. Nu is dus veeleer sprake van MPS en van een dissociatieve identiteitsstoornis. De patiënt wordt daarbij gekenmerkt door het manifeste optreden van minstens twee en vaak meerdere onderscheiden persoonlijkheden, die zijn gedrag bepalen zonder dat hij of zij bepaalde psychofarmaceutische producten innam of enig lichamelijk letsel opliep.
Ook wordt er gesproken van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Die uit zich door een verregaande instabiliteit in menselijke relaties en door een grote impulsiviteit. De stoornis kan zich, onder meer, in de seksualiteit van de patiënt laten gelden en, bijvoorbeeld, tot zelfverminking aanzetten. Dit alles en nog zoveel meer belet niet dat personen, die aan dergelijke stoornissen lijden, in het dagelijkse leven vrij normaal kunnen functioneren.
Dat doen trouwens ook de vrouwelijke getuigen die sinds september 1996 de meest wilde verhalen vertellen aan de rijkswachters van het 3de SRC. Die afdeling is genoemd naar de Section de Recherche Criminelle in Brussel, die uitgroeide tot de zogeheten antenne-Neufchâteau.
Sinds toenmalig onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte en procureur des konings Michel Bourlet zich als de witte ridders profileerden, liepen immers in de marge van de onderzoeken naar de misdrijven van Marc Dutroux, Michel ?Jean-Michel? Nihoul en consoorten, een reeks getuigenissen binnen van jonge vrouwen. Dikwijls voor het eerst vertellen ze hoe ze in het verleden (meestal al als kind) seksueel misbruikt werden. Ze noemen daarbij namen van bekende notabelen en beschrijven orgieën, waarin de meest bloederige en moordende teksten van de marquis de Sade anderhalve eeuw na datum werkelijkheid worden.
Zoals Knack al die tijd met de nodige omzichtigheid uit de doeken deed, werden deze getuigen, die hun verhalen echt kwijtwillen, spoedig X1, X2, X3 en X4 genoemd. Hun getuigenissen worden desnoods in vertaling van het Nederlands naar het Frans in het dossier-109 van de intussen door onderzoeksrechter Jacques Langlois vervangen Connerotte ondergebracht, maar verder in Brussel door het 3de SRC op video opgenomen en uitgeschreven.
Naast dit dossier-109 is er ook het dossier-110, waarin het wedervaren van Nathalie wordt opgetekend, die niet als een X gecodeerd werd. En zo zijn er nog een aantal (bijna uitsluitend vrouwelijke) getuigen die soortgelijke onthutsende verhalen vertellen. Deze vrouwen hebben trouwens dikwijls met een of andere X van doen. Zo brengt Tania onder andere X1 aan, die in Gent dezelfde hulpverleners frequenteert als X4 en Veerle. In Brussel duiken verder X2 en X3 op.
De verhalen van de vrouwen worden almaar meer eensluidend. De notabelen, die ze als hun beulen aanwijzen, zijn vaak dezelfde. Ook de omstandigheden waarin de getuigen die namen noemen, zijn grotendeels identiek. Bovendien lijden ze allemaal in min of meerdere mate aan Meervoudige Persoonlijkheids Stoornis (MPS) en worden ze in die geest door de speurders van het 3de SRC ondervraagd. Dat gebeurt op aanraden en met de bijstand van psychologen of zogenaamde ervaringsdeskundigen. De speurders zelf zijn daar immers niet voor opgeleid, laat staan dat ze met dit soort patiënten ervaring hebben. Integendeel.
VAN DE WETSTRAAT NAAR HET PALEIS
Het 3de SRC staat veeleer bekend omwille van de grote fiscale fraudezaken die het, meestal in samenwerking met de Bijzondere Belastinginspectie (BBI), aanpakte onder leiding van adjudant Patriek De Baets, ook ?Le Grand Blond? of ?De Witte? genoemd. Hij werd destijds bij administratieve maatregel van de Bewakings- en Opsporingsbrigade (BOB) in Aalst naar de gewone rijkswachtbrigade in Brussel verplaatst. Zijn wraak zou zoet zijn.
Mettertijd verpersoonlijkte hij in Brussel niet alleen de strijd tegen de witteboordencriminaliteit, maar schaarde hij een ploeg rond zich die goed aangeschreven stond bij omzeggens alle onderzoeksmagistraten in Brussel. Van de nationale magistraat André Vandoren tot onderzoeksrechter Jean-Claude Van Espen. Daar kan zelfs de Franse topmanager Didier Pineau-Valencienne over meepraten.
Naarmate echter, in de herfst van 1996, op Justitie de (nu al lang achterhaalde) consensusnota vorm krijgt over de verdeling van de gerechtelijke opdrachten tussen de Gerechtelijke Politie bij de Parketten (GPP) en de rijkswacht, rijpen er bij Patriek De Baets grootse plannen. Als de GPP voortaan de onderzoeken naar financieel-economische delicten zou overnemen, wel, dan zou de rijkswacht de zedennetwerken aanpakken. En dan zou hij Patriek De Baets met zijn mannen andermaal de spits afbijten. Als, tenminste, de verklaringen van de X-en tot enkele ophefmakende aanhoudingen leiden. ?Want als wij ermee klaar zijn, gaan wij ze met een bus ophalen : van de Wetstraat naar het Koninklijk Paleis. En nodig ik de pers uit om dit te filmen?, vertelt De Baets graag, terwijl hij de Neufchâteau-antenne opzet en daartoe de verhuis van de IJzerkruis- naar de Staatsbladstraat met man en macht voorbereidt.
In zijn team kiest De Baets echter vooral volgzame aanbidders. Dat blijken niet altijd de meest geschikte speurders voor hun nieuwe opdrachten. De ene is ooit te licht bevonden op de moordafdeling, de andere werd eruitgezet omwille van zijn verbeten subjectiviteit, nog een andere weet zich geschoold inzake financiële dossiers maar zeker niet inzake de bevraging van MPS-patiënten. Slechts enkele van de dertigtal leden van de antenne werden ooit opgeleid om kinderen te ondervragen, die het slachtoffer zijn van seksuele agressie. Deze mannen gaan zich bekommeren om Nathalie en om X4, die respectievelijk Frans- en Nederlandstalig zijn. Een paar speurders nemen X3 onder hun hoede.
Dat verloopt zonder problemen tot wachtmeester Michel Clippe, die zich al te letterlijk over X2 buigt, zich ook met X3 wil bemoeien. De Baets’ getrouwen nemen zelf X1 voor hun rekening, want dat blijkt de kroongetuige te zijn. Zo wordt zij althans door De Baets (en sinds vorige week door het dagblad De Morgen) opgevoerd.
Maar wat besluit professor dr. Paul Igodt van het Leuvense Universitair Centrum Salve Mater in zijn verslag met betrekking tot X1 ? Het volgende : ?Wat de validiteit en credibiliteit van de getuigenis betreft, dient er te worden gesteld dat gezien de jarenlange therapie, de herhaalde ondervragingen en de eigen lectuur van betrokkene reeds heel wat contaminatie van het geheugen opgetreden is, waardoor het waarheidsgehalte van de getuigenis zeer moeilijk beoordeelbaar is. Dit is des te meer het geval gezien de psychopathologie die betrokkene vertoont en die onder andere wordt gekenmerkt door het zoeken naar steun, erkenning en sympathie door betrokkene ; hetgeen versterkt wordt door de missie die betrokkene zichzelf heeft opgelegd, namelijk met alle middelen trachten te voorkomen dat in de toekomst nog een dergelijk misbruik zich kan voordoen. Concluderend kan ook worden gezegd dat informatie van betrokkene enkel belang kan hebben als element voor het verder onderzoek, nieuwe sporen kan introduceren maar zeker niet als bewijsmateriaal zonder bevestiging via andere objectieve bronnen kan worden gebruikt.
Wat de toekomstige verhoren betreft, dient erop te worden gewezen dat deze best in een zo neutraal mogelijk klimaat gebeuren. Hiervoor zij verwezen naar hogervermelde aanbevelingen. ?
Dit verslag van professor Igodt dateert van 8 oktober 1997. Op dat moment waren De Baets en zijn kameraden al uit de bol gegaan.
DE GETUIGENISSEN VAN DE X-EN
Eerst bijgestaan door therapeut lees : verpleger Dirk Van Marcke uit Kessel-Lo en door een tot ?ervaringsdeskundige? gepromoveerde patiënte, daarna met de bijstand van Chantal Van Elsuwege, een psychologe die tot de kring behoort van Bie Heyse, de Gentse therapeute van onder andere X1, gaan de speurders de MPS-toer op.
Dit betekent dat ze de X-en desnoods ondervragen zoals MPS-patiënten in therapie behandeld worden. De getuigen worden als hun andere ik, hun alters, aangesproken, gehoord, getroost en begeleid. De speurders van het 3de SRC gedragen zich als leerling-tovenaars. Tijdens de uitputtende marathonverhoren komt geregeld een andere ik aan het woord of verdwijnt er al eens een, zonder dat de betrokken X daarom het lokaal verlaat. Sommige van die alters hebben een eigen naam, andere niet.
Alles wordt geregistreerd. Hoe weerzinwekkend hun verhalen ook zijn, de X-en worden als sprookjesprinsessen behandeld. Ze worden rondgereden in binnen- en buitenland, privé opgevangen, bewaakt, geloofd en geprezen. Hoe bekender hun beulen, hoe beter. En als de seksorgieën, die ze evoceren, moorddadig worden, krijgen ze van de speurders uiteraard de meeste aandacht. Daar hebben deze MPS-patiënten trouwens enorme behoefte aan. En niet zonder reden.
Over X1, de vrouw dus die haar verhaal vorige week in De Morgen vertelde, schrijft professor Igodt, nog altijd op 8 oktober 1997, het volgende : ?Het klinisch psychiatrisch anamnistisch onderzoek bevestigt wel het vermoeden van massief seksueel misbruik in betrokkenes voorgeschiedenis. Op de vraag of dit misbruik zich heeft voorgedaan en effectief qua intensiteit belangrijk is geweest, lijkt bevestigend te moeten worden beantwoord. Dit massaal misbruik lijkt ook de belangrijkste etiologische factor voor de aanwezige psychiatrische ziektebeelden te zijn…?
Volgens X1 werd ze sinds 1969 toen ze amper drie maand was seksueel misbruikt binnen een netwerk, vanaf haar eerste jaar mishandeld, enzovoorts.
X2 daarentegen vertelt dat ze twintig was toen ze midden de jaren tachtig, evenals X1 vooral aan de Oostkust en in Brussel, in een milieu van Nederlands- en Franstalige christen-democraten terechtkwam en er meestal werd gefolterd door enkele heren, die ook X1 als notoire sadisten (al dan niet moorddadige) aanwijst.
X3 refereert dan weer aan gelijkaardige feiten eind van de jaren vijftig. Zoals de meeste X-en zegt ook zij dat haar vader haar misbruikte. Haar moeder gebruikte haar als inzet bij het bridgen en loodste haar in de prostitutie toen ze twaalf jaar was. Net als X1 vertelt X3 hoe ze verplicht werd kinderen te folteren, ja, zelfs te doden en op te eten. Unisono met X1 en X2 noemt ook X3 (soms dezelfde) vooraanstaanden in de politieke, industriële en financiële wereld. En net als Nathalie beweert X3 dat zij en andere jonge meisjes op de dorpspleinen door hun beulen per auto werden opgehaald.
X4 ontvluchtte op haar vijftiende het Meetjesland en haar ouders, omdat ze haar vernederden, mishandelden en misschien zelfs seksueel misbruikten en/of lieten misbruiken door kennissen. De verklaringen die ze in Brussel bij het 3de SRC aflegt, sluiten aan bij die van andere X-en.
Maar in de interviews die zij begin vorig jaar in twee populaire bladen gaf over haar strijd tegen sekten, repte ze met geen woord over mogelijk seksueel misbruik. Integendeel. Ze vertelde toen hoe ze, door haar protestantse opvoeding, op haar zestiende toetrad tot een Christengemeente, twee jaar later ingelijfd werd in het Leger des Heils en twee jaar nadien opgenomen in een Pinkstergemeente. Intussen had ze wel al ?vaak gebeden om de duivel bij iemand uit te drijven. Net zo lang tot die mensen inderdaad stuiptrekkend op de grond lagen. Tot ze dus zogenaamd genezen waren.? Ook ging ze met het Leger des Heils ?mee naar bars, cafés, bordelen en restaurants om exemplaren van De Strijdkreet te verkopen en om gesprekken te voeren met klanten?. Op de vraag of ze in die sekten ooit leden ontmoette met grote sociale of politieke macht, antwoordde ze : ?Zeker. En niet alleen mensen van de CVP maar ook SP’ers en liberalen. Ik wil geen namen noemen, maar ik vermoed dat politici de sekten gebruiken om stemmen te werven, want voor de verkiezingen werd ons gezegd voor wie we moesten stemmen.? Maar, geen namen, dus : ?Om mezelf te beschermen. Gisteren werd ik nog telefonisch bedreigd?.
In een ander blad vertelt ze hoe ze ?als kind een stuk blijmoediger was..? en dat ze nu haar ?ervaring ter beschikking wil stellen aan anderen.?
Zoals Nathalie, Tania en X1 voelt ook X4 zich dus duidelijk geroepen om een bepaalde boodschap uit te dragen.
DE MANIPULATIE VAN EEN ONDERZOEK
Ook de meeste van hun ondervragers voelden zich echter algauw geroepen. Eind 1996 treedt daar echter verandering in. Aan het hoofd van de Neufchâteau-antenne in Brussel komt dan namelijk commandant Jean-Luc Duterme. Mede op aandringen van onderzoeksrechter Langlois vraagt hij De Baets en de zijnen om rekenschap. Maar dat zint hen niet.
Ondanks de vergaderingen waarop onderzoeksrechters en parketmagistraten van Neufchâteau, Brussel, Antwerpen en Gent onder leiding van een vertegenwoordiger van het parket-generaal van Luik hun onderzoeken op elkaar afstemmen, blijft het 3de SRC wachten op concrete directieven.
In maart 1997 worden in de betrokken ressorten de verklaringen van X1 voor het eerst maar nog altijd summier getoetst aan mogelijke materiële bewijzen. Op basis van haar en andere verklaringen worden in Brussel, Antwerpen en Gent bepaalde verdwijningen en overlijdens van de voorbije jaren herbekeken. Er wordt nog geen album samengesteld waarin de notabelen figureren die door de X-en als hun beulen worden aangeduid, maar professor Igodt kan alvast van start gaan met zijn analyse van de verklaringen van X1.
Op de coördinatievergadering van 25 april blijkt dan dat de verklaringen van Nathalie grotendeels onjuist zijn. Zo komt, onder andere, uit dat Nathalies echografie, als bewijs van haar zwangerschap, een door haar getrukeerde collage was. De aanslagen van 10 en 14 oktober 1996, waarmee ze toen de pers haalde, waren al even geënsceneerd als de aanranding tijdens een uitstapje in de Ardennen met Marie-France Botte. Ook toen wees alles op zelfverminking en daar kan de activiste tegen de kinderslavernij van getuigen.
Op dat moment pleiten de leidinggevende magistraten voor de grootste voorzichtigheid, een kritische lectuur van alle getuigenissen en verder onderzoek naar materiële elementen.
Intussen echter rijzen op het 3de SRC steeds meer problemen met de rapporterings- en toetsingsplicht van Patriek De Baets en zijn aanhangers.
Zoals al eerder uiteengezet, schrijft commandant Duterme op 3 juni 1997 te langen leste een vlijmscherp verslag. Daarin merkt hij op dat er al te emotionele relaties tussen de vrouwelijke getuigen en hun ondervragers zijn gegroeid ; dat (de intussen overgeplaatste) wachtmeester Clippe inderdaad een relatie heeft met X2 ; dat de ondervragingen van de X-en zeer subjectief en zelfs suggestief zijn ; dat de controle op hun beweringen zeker niet neutraal was ; enzovoorts.
Op 2 juli 1997 volgt dan het eerste verslag van de ploeg, die op vraag van onderzoeksrechter Langlois de ondervragingen, de processen-verbaal en de vertaling ervan natrekt. Dit is de eerste zogeheten herlezing of relecture van een lange reeks politionele analyses.
Telkens weer blijkt hoe bepaalde ondervragers van X1 de vrouw laten verklaren wat ze zelf willen horen ; hoe vooraanstaanden verdacht gemaakt worden ; hoe, met andere woorden, het onderzoek gemanipuleerd wordt en tot valse verklaringen leidt.
Zo is de manier waarop X1 voor het eerst aan het praten gebracht wordt over de nu opnieuw druk besproken moord op Christine Van Hees op 13 februari 1984 in een Brusselse champignonkwekerij, op zijn minst suggestief te noemen. Verder worden, bijvoorbeeld, bij het tonen van foto’s, de notabelen die X1 niet bij naam kent, meteen benoemd. Nadien komt ze dan uiteraard zelf aandraven met die namen en alles wat daarbij geassocieerd kan worden. En zo gaat dat niet alleen met namen van vermeende daders, maar ook met de namen van slachtoffers en plaatsen. Voorts wijst een en ander erop dat X1 soms bepaalde elementen uit haar eigen leven projecteert en dan weer kloppen de tijdlijnen niet.
DE SCHOOL KENDE GEEN CLO
Midden juli 1997 worden adjudant De Baets en drie van zijn companen uit het onderzoek verwijderd. In tegenstelling tot wat De Morgen, Télémoustique en Paris Match nu beweren, valt het onderzoek daarmee niet stil. Integendeel. De herlezing leidt alom tot feitelijke en materiële controles. Zodanig dat de onderzoeksdossiers met betrekking tot X2 en X3 vandaag al af zijn en bij de betrokken onderzoeksmagistraten in Neufchâteau liggen. Het dossier over X4 ligt op het parket in Brussel. En overal wordt gewacht tot Gent en Brussel klaar zijn met de finale analyse van de verklaringen van X1 om mogelijk nieuwe onderzoeksopdrachten op te starten.
X1 is zelfs van oktober tot eind vorig jaar verder ondervraagd. Tot haar groot ongenoegen overigens door andere speurders en op een andere wijze dan ze van De Baets en co gewoon was. Professor Igodt maakt immers in zijn verslag van 10 oktober brandhout van hun ondervragingen door in zijn rapport een aantal situaties op te sommen die ?bevorderend zijn voor de creatie van valse herinneringen?. En, voegt hij er fijntjes aan toe : ?Het is duidelijk dat bij voorgaande ondervragingen van betrokkene X1 niet steeds met al de hogervermelde aanbevelingen rekening werd gehouden, zodat bij de inhoudelijke beoordeling van de door X1 gedane verklaringen hiermede zeker rekening dient te worden gehouden.?
Vandaar dat de nieuwe ondervragingen zich kenmerkten door een meer afstandelijke houding en het vermijden van sturende, gesloten en telkens weer herhaalde vragen. Want ?herinneringen kunnen significant worden beïnvloed door repetitief bevragen van de betrokkene waardoor feiten kunnen worden herinnerd die zich in feite nooit hebben voorgedaan.?
Het valt te vrezen dat De Baets en de zijnen op hun manier een van de meest delicate onderzoeken van de voorbije jaren verknalden. Al willen sommigen nu doen geloven dat het onderzoek verloren was toen De Baets cum suis verzocht werden op te stappen.
Tal van verklaringen van X1, evenals trouwens die van andere X-en, doen intussen de grootste twijfels rijzen over de nochtans uitvoerig beschreven seksorgieën en ook over de door hen genoemde vrouwenbeulen en hun slachtoffers.
Dutroux, Nihoul en konsoorten zijn duidelijk de gedroomde zondebokken geworden en met hen moeten blijkbaar zonodig enkele notabelen verdacht gemaakt worden. Want een grondige analyse van de verklaringen van X1 in verband met de gerechtsdossiers die vorige week in De Morgen gepubliceerd werden, leert dat niet alleen de verbeelding van X1 op hol slaat.
Het is waar dat X1, bijvoorbeeld, meer vertelt dan wat er staat in het autopsieverslag van Christine Van Hees, het meisje dat in 1984 in de Oudergemse champignonkwekerij werd vermoord. De ouders van het slachtoffer, en zo nodig de Commissie-Dutroux, kunnen evenwel bij inzage van het dossier vaststellen dat X1 gruwelijke verzinsels opdist en dat alvast de verminkingen, waarover ze het heeft, het meisje gespaard bleven. Haar eigen tijdsgebruik sluit voorts een ander deel van haar gruwelverhaal uit. Nergens is bovendien bewezen dat Marc Dutroux en Michel Nihoul elkaar toen al kenden, laat staan dat ze Christine Van Hees kenden. Verder is, bijvoorbeeld, nergens bewezen dat Dutroux in die tijd een hond had die Sultan heette. Ooit zal dus een blunderboek moeten worden gemaakt van de verhalen van X1.
De Clo over wie X1 het heeft, kan dan weer, omwille van zeer nauwkeurige details, quasi onmogelijk Carine Dellaert zijn. Dit zestienjarige meisje werd lang geleden in de buurt van Gent dood teruggevonden in een aalput. De omstandigheden blijven duister, maar op de school die X1 aanduidt, is geen Clo bekend. Maar ook die directie zal wellicht meedraaien in een netwerk van kinderverkrachters, zoals X1 om de haverklap beweert.
X1 noemt nog een ander slachtoffer en een reeks notoire daders. Het meisje in kwestie overleed echter aan een hersentumor en zeker niet tijdens een moordende seksfuif met enkele van de geciteerde notabelen, bij wie uiteraard ook Nihoul. Wat moeten de ouders van dit meisje nu over zo’n onzin denken ?
Op een bepaald ogenblik dacht X1 nog een ander slachtoffer te moeten aanduiden. Gazet van Antwerpen bewees vorige maandag echter dat Naatje van Zwaren de Zwarenstein, een veertienjarig meisje dat op 12 maart 1976 in Oudergem verdween, niet vermoord werd zoals X1 beweert, maar kort nadien naar huis terugkeerde en in 1981 in de Verenigde Staten overleed. En zo kan stilaan elke bewering van X1 weerlegd en de onwaarheid ervan bewezen worden.
Toch blijft het gerecht alle verklaringen van X1 en haar lotgenoten onverstoorbaar natrekken : ?Alsof het geloofwaardige aangiften betreft, omdat de psychische stoornissen van dergelijke getuigen niet voldoende zijn om alles onaangeroerd te laten.? De tijden zijn duidelijk veranderd.
In alle betrokken ressorten zullen dus nog, en soms misschien zelfs ophefmakende, onderzoeksdaden volgen. Temeer omdat De Baets altijd een aantal controles uitsloot en, zoals gebruikelijk, vooral à charge optrad. Daarvoor hadden hij en zijn mannen genoeg aan enkele beïnvloedbare X-en, een parlementaire onderzoekscommissie en een paar bladen.
Intussen heeft de Brusselse onderzoeksrechter Jean-Claude Van Espen, die het op 22 juni 1997 aandurfde zich over De Baets en co te beklagen, alvast de rekening betaald. Eind vorige week stapte hij uit het onderzoek naar de moord op Christine Van Hees. Minder omdat hij ooit als advocaat optrad voor Nihouls vriendin Annie Bouty, maar wel omdat X1, enkele maanden na Van Espens brandbrief, de onderzoeksrechter prompt als een van de aanwezigen bij de moord op Christine Van Hees noemt. Wie zou haar dat nu toch gesuggereerd hebben ?
Binnen de parlementaire onderzoekscommissie voelden sommigen zich toch aangemoedigd om onderzoeksrechter Van Espen van mogelijke protectie te verdenken. Want wie in het post-Dutrouxtijdperk niet meeheult met de nieuwe inquisiteurs, wordt er prompt van verdacht de duivel te beschermen.
Frank De Moor
CHRISTINE VAN HEES : Op 13 februari 1984 vermoord teruggevonden in een champignonkwekerij in Oudergem. Toen X1 erover begon te vertellen, werd het door de ondervragers suggestief aangebracht.
JEAN-CLAUDE VAN ESPEN : De onderzoeksrechter stapte uit het onderzoek omdat X1 ineens beweerde dat hij aanwezig was bij de moord op Christine Van Hees.
JACQUES LANGLOIS : De onderzoeksrechter liet de ondervragers om rekenschap vragen.
DAMIEN VANDERMEERSCH : De vervanger van Jean-Claude Van Espen moet een onderzoek leiden, dat al verknald is.
MARC DUTROUX : Had hij in die tijd een hond die Sultan heette ?