Agressief gedrag op school : moeten de leraars bokshandschoenen aanbinden ? De projecten ?Verbondenheid? en ?Leefsleutels? pro- beren het met inspraak en respect. Het verhaal van Bert en Bieke.
Ze heten Bert en Bieke, maar ze bestaan niet echt. Het zijn kartonnen figuurtjes die in de basisschool van Godsheide, bij Hasselt, de nieuwe stijl symboliseren. ?Figuurtjes waarmee de kinderen zich kunnen identificeren,? legt directrice Josée Boiten uit. Bert en Bieke dwalen, geschilderd op allerlei houten bordjes, door het hele schoolgebouw. Ze sluipen de les binnen, geven de kinderen voortdurend goede raad. De boodschap van Bert en Bieke valt samen met de samenlevingscode, de Godheidse versie van een schoolreglement. ?De code is permanent aanwezig in de school,? zegt taakleraar Wim Lambrechts. ?We praten er in de eerste schoolweek uitgebreid over in de lessen. Ze duikt op in het oudercontact. Ze is geïntegreerd in de levenssfeer van onze school. En we waken er constant over. Want als we een ding merkten, is het dat principes zo snel vervagen.?
Vier jaar geleden schoot het leerlingenaantal in de Limburgse basisschool plots de hoogte in : van 71 naar 172 leerlingen in één jaar tijd. Inmiddels is het aantal al doorgegroeid tot 251. Daardoor moesten meer (nieuwe) leerkrachten zich over meer kinderen ontfermen, wat het voormalige wijkschooltje moeilijker bestuurbaar maakte. Lambrechts : ?We waren een sanctie-arme school, met leraars die alles zelf beredderden, waarin alle kinderen en leerkrachten elkaar kenden. We hadden ook onze afspraken, onze eigen filosofie om de school te runnen. Maar toen het leerlingenaantal aandikte, werkte die filosofie plots niet meer. We kregen te maken met allerlei soorten uitwasemingen die volgen uit een gebrek aan sociale controle. Plots staken ruzies de kop op en merkten we, bijvoorbeeld, hoe leerlingen schoolmaterieel vernielden.?
Godsheide vertelt geen nieuw verhaal. Het tijdschrift Klasse hield een enquête onder tweeduizend leerkrachten over hun perceptie van geweld op school. Het blad schrijft : ?Van de Vlaamse leerkrachten merkt 35 procent de jongste vijf jaar een toename van het geweld op school. De toename is het sterkst in het kleuter- en het lager onderwijs (45 procent), maar ook in het secundair is er een stijging : 45 procent in het lager, 33 procent in het hoger secundair onderwijs. Sommige leraars voelen zich zelfs niet meer veilig in en rond de school.?
Wagens van leraars worden vernield, leraars met gebalde vuisten uitgedaagd, leraressen worden bedreigd of bestookt met hijgtelefoons. Onlangs stond een Anderlechtse school in rep en roer omdat vijf leerlingen een lerares seksueel hadden geïntimeerd, nadat ze een van hun klasgenoten had gestraft. Criminoloog Wim Tyriard van de Universiteit Gent (RUG) kwam vijf jaar geleden al tot gelijkaardige conclusies tijdens een onderzoek in verschillende Antwerpse scholen.
DE OPLOSSING ZIT IN DE WORTELS
Agressie is niet aangeboren, wijzen onderzoeken uit. Dus zitten de wortels ervan in de opvoeding verankerd. Agressie komt vaker voor bij kinderen uit kansarme milieus. Hoe dan ook, schrijft Klasse, ?zijn de opvoeders doorslaggevend. Hoe onkundiger de ouders, des te agressiever de kinderen.?
En omdat agressie volgens onderzoek agressie uitlokt, besluit Klasse, ?moet een leraar beseffen dat een agressief kind vaak de sociale vaardigheden mist om problemen uit te praten zonder fysiek te worden.?
Verschillende projecten om agressie op school te temperen, stoelen op die wetenschap. Het Comité Bijzondere Jeugdzorg in Brugge heeft over het onderwerp een map met tips, informatie en referenties gepubliceerd : ?Probleemgedrag op school?. Daarin staat : ?Agressie wordt vaak door kinderen als een oplossing gebruikt voor problemen. Die moeilijkheden worden nog versterkt door de druk die scholen op kinderen leggen : ze moeten beantwoorden aan de eisen die het schoolsysteem hen stelt en voldoen aan regels en verwachtingen. Niet zelden ontaardt de druk in agressie of vandalisme.?
Opvoeders beseffen goed dat je zo’n probleemgedrag het beste bestrijdt met een klimaat dat zich op de hele school vastzet. Dat is, bijvoorbeeld, uitgewerkt in de projecten ?Verbondenheid? of ?Leefsleutels?.
Verbondenheid werkt rond criminaliteitspreventie in veertien (basis)-scholen over het hele Vlaamse land. Leefsleutels hanteert gelijkaardige principes in 775 Vlaamse middelbare scholen, verspreid over de verschillende netten, zowel in het beroeps- of het technisch als in het algemeen secundair onderwijs ; grote en kleine, in de stad of op het platteland, gewone en elitescholen. ?Die verscheidenheid hebben we bewust opgezocht,? zegt projectverantwoordelijke Anouck Depuydt van Verbondenheid. ?Als je je, bijvoorbeeld, beperkt tot migrantenscholen, duw je die meteen dieper de stigmatisering in.?
Godsheide past perfect in het plaatje van Verbondenheid. Daar werken begeleiders aan attitudevorming bij kinderen vanaf het lager onderwijs. ?Niet symptomatisch, maar via fundamentele ingrepen,? voegt Lambrechts eraan toe. De aanpak steunt op het principe van de preventiepiramide die Depuydts collega Johan Declerck uittekende, terwijl hij criminaliteitspreventie in ziekenhuizen bestudeerde. Declerck : ?Bladluizen verjaag je liever niet uit de boom met een spuitbus. Nee, je pakt het probleem letterlijk in dit geval bij de wortels aan. Met andere woorden : wie aan de top van de piramide raakt, mag nooit het onderste niveau uit het oog verliezen.?
Verbondenheid gaat ervan uit dat je bij probleemkinderen het basisklimaat moet versterken. Vanuit leraars én leerlingen moet binnen de school een nieuwe cultuur en structuur kunnen groeien. ?Het verschil met andere projecten bestaat erin dat we van onze aanpak een deel van het dagelijkse schoolleven maken,? zegt Declerck. ?Vele activiteiten zijn ook klasoverschrijdend. Gezamenlijke knutselactiviteiten, zanglessen of een kooknamiddag kunnen de band tussen leerlingen van alle leeftijden danig versterken.?
VERANDEREN KOST GEEN GELD
?Elk project begint bij een inventarisering van de problemen door de mensen van de school,? vertelt Anouck Depuydt. ?We willen de mensen ter plekke de leemten laten detecteren via een stand van zaken voor elke klas, elke refterruimte, elke speelplaats. In tweede instantie proberen we de problemen dan aan te pakken met structurele ingrepen, die de kinderen wel ervaren, maar niet beseffen. De mensen van ter plaatse kiezen ook zélf wat ze willen doen. We bieden geen pasklare oplossingen, noch dringen we initiatieven op. Dat vertraagt de start, omdat je de mensen uit hun stoel moet krijgen. Maar als er iets uit voortvloeit, is dat gegroeid binnen de eigen school, bijgevolg heel herkenbaar en makkelijk verder te zetten. Vaak begint het bij kleine ingrepen in de leefomgeving : een schooltuin die aangelegd wordt, het onderhoudspersoneel dat kapotte tegels herstelt. We hoeden ons voor grootschalige acties die bergen geld kosten en de leraars ook zwaar belasten en daarom nooit vol te houden zijn. Eigenlijk zijn er weinig financiële injecties nodig voor een geslaagde preventie. In een bepaalde school, bijvoorbeeld, wordt de agressiviteit van leerlingen ingedijkt door ze hun ruzies zélf te laten uitpraten. Zo leren ze luisteren en kijken naar elkaar. En wat blijkt ? Negen van de tien ruzies worden meteen in de kiem gesmoord, omdat de problemen veel minder groot lijken als je ze moet omschrijven.?
In een Antwerpse migrantenschool betekent verbondenheid dat de Vlaamse kinderen hun allochtone klasgenootjes Nederlandse woordjes leren. ?Een duidelijk win-winsituatie,? analyseert Johan Declerck. ?De migrantenkinderen voelen zich goed omdat ze weer nieuwe woorden bijgeleerd hebben, de Vlaamse jeugd is fier omdat zij zich even leraar gevoeld hebben. Bovendien versterkt het onderlinge contact de band tussen beide groepen.?
Ook de school in Godsheide maakte een inventaris op. Die wees op de wanorde bij het binnenkomen in de school, op de chaos in en rond de fietsenstallingen of op ergernis over de boekentassen die in de gang slingerden. Allemaal problemen die een samenlevingscode kan verhelpen. Lambrechts : ?Die code is altijd gebaseerd op wederzijds respect. Ze vraagt dat je naar de ander luistert ; of je nu leerkracht, leerling of ouder bent. Kwaad zijn màg, maar je moet erover kunnen praten.?
Dus krijg je in Godsheide discussies tussen leerling en leraar, waarbij de leerkracht pas in allerlaatste instantie de knoop doorhakt als dat nog nodig zou blijken. De samenlevingscode in feite het schoolreglement is gebundeld in een klein geel boekje met ludieke illustraties. ?Dat geldt als houvast,? zegt Lambrechts. ?Maar het boekje houdt net zo goed rekening met de verzuchtingen van de kinderen of de ouders als met onze wensen.?
STRAF MAAKT KWADE KINDEREN
?Als ze niets goeds van mij kunnen zeggen, moet ik ook geen respect tonen voor het gedrag van anderen.? Zo denkt volgens het Comité Bijzondere Jeugdzorg een kind erover. De leerkrachten in Godsheide redeneren precies op dezelfde manier. ?Je moet een kind laten voelen dat het meetelt. Het verantwoordelijkheden geven, ook. Bij ons staat elke week een andere klas in voor de netheid van de speelplaats of de properheid van de refter. En als de kinderen vinden dat de anderen te weinig belang aan hun werk hechten, geven we hen de kans om hun ongenoegen in de andere klassen te gaan uiten. Kunnen ze de anderen respect bijbrengen. Respect krijgen betekent ook dat je respect leert geven.?
De houding van de leerkrachten in de lagere school doet de autoriteit wegsmelten. Dat maakt de kinderen mondiger. ?Een idiote straf uitdelen zou op grote verontwaardiging bij de kinderen stuiten. Omdat het er zo sterk ingeburgerd zit, dat je over die dingen prààt.? Of dat de autoriteit niet aantast ? Lambrechts : ?Natuurlijk moet je soms sanctioneren. Maar dan wel op een bepaalde manier en voor een overtreding die de twee partijen erkennen. Overigens heeft de praktijk de waarde van ons werk bewezen : de vroegere probleempjes met vernielde banken, ontaarde ruzies of lekke fietsbanden kennen we vandaag niet meer.?
Wetenschappers steunen de Limburgse leerkrachten in hun overtuiging. ?Positieve schoolervaringen?, schreven Lode Walgrave en Nicole Vettenburg van de KU Leuven, ?creëren maatschappelijke binding en vermijden delinquentie.? Anouck Depuydt vult aan : ?Het woord delinquentie heeft Noorse wortels. Het geeft aan dat bepaalde banden verbroken zijn. Criminaliteitspreventie betekent dus dat je die banden probeert te versterken of dat je losgeraakte banden poogt te herstellen voor de situatie ontspoort.?
Dat kan ook helpen bij criminaliteitspreventie. In landen als Nieuw-Zeeland, Australië, Canada, Japan, Noorwegen en zelfs de Verenigde staten is het herstelrecht op die leest geschoeid. ?Sinds kort sijpelt het idee ook in de Belgische rechtsstelsels binnen,? merkt Declerck. ?Het project dat in Leuven is opgezet rond dader- en slachtofferbemiddeling past in dat kader.?
DE RESULTATEN KOMEN NA VIER JAAR
De verbondenheid moet zich ook weerspiegelen in de manier van lesgeven. Op zoek naar een referentiekader sloegen de projectleiders de handen in elkaar met professor Ferre Laevers van de afdeling Ervaringsgerichte Pedagogie aan de KU Leuven. Die ontwikkelde inmiddels al een nieuwe pedagogiek, die in negen op tien Vlaamse kleuterscholen toegepast wordt. Diezelfde methodiek wordt nu op het basisonderwijs overgeplant. Lambrechts : ?We maken een onderscheid tussen kernleerstof en aanvullende leerstof. Tot de kernleerstof behoort alles wat we volgens het leerplan moéten onderwijzen. Kinderen die sneller de stof absorberen, krijgen meer informatie, de andere kunnen, dankzij de differentiatie binnen de klas, op hun eigen tempo voortwerken. Ook dat is noodzakelijk, want leerlingen die niet kunnen volgen, gaan vanzelf afwijkend gedrag vertonen.?
Op die manier krijgt het onderwijssysteem veel raakpunten met, bijvoorbeeld, de Frenet-scholen. ?Al houden wij wel nog altijd vast aan het klassensysteem,? wil Lambrechts geweten hebben.
Of het Verbondenheid-concept over te planten valt op andere scholen ? Lambrechts is er vast van overtuigd. ?De principes in elk geval. De invulling is sterk afhankelijk van de situatie en de eigenheid van de school. Scholen sanctie-arm maken, bijvoorbeeld, lijkt me haalbaar in elke school waar het lerarenkorps achter de filosofie staat. Maar dat gaat op voor elke maatregel : als de leerkrachten niet eendrachtig aan hetzelfde zeel trekken, is alles tot mislukken gedoemd.?
Wie de nieuwe mentaliteit in een school wil implementeren, weet zich alvast veroordeeld tot het beoefenen van geduld. Josée Boiten : ?Je moet jaren werken voor je de vruchten van je aanpak plukt. Een mentaliteit moet je namelijk opbouwen. Wij zien pas na vier jaar tastbaar resultaat. Op een hilarische manier soms : moeders die hier komen binnenfietsen, worden door hun kinderen op de vingers getikt ; leerlingen maken elkaar attent op dat ze in de verkeerde rij postvatten.?
Verbondenheid richt zich voorlopig vooral naar het kleuter- en het basisonderwijs. Pas in derde instantie kan er gedacht worden aan het secundair. Anouck Depuydt : ?Enkele secundaire scholen proberen onze principes al toe te passen maar op individuele basis en ongecoördineerd. Pax et Vita in Antwerpen en het Koninklijk Atheneum in Brugge zijn bij het begin van het schooljaar over de mogelijkheden beginnen te brainstormen. We constateren, bijvoorbeeld, dat ze leerlingen over de veranderingen laten meedenken.?
Wim Lambrechts gelooft in de mogelijkheden om de filosofie van het project naar de secundaire cyclus over te planten. Maar : ?Het wordt nog moeilijker dan in het lager onderwijs, omdat de leerkracht met bijkomende problemen kampt. De puberteit en de daarmee vervlochten rebellie, bijvoorbeeld, mondiger leerlingen, een moeilijker te doorgronden leefwereld.?
DE LERAAR IS GEEN KONING MEER
Los van het project Verbondenheid werkt Leefsleutels dus wél al een tijdje aan een beter basisklimaat in het secundair onderwijs. Het volgt daarbij de regels die het Amerikaanse Quest International aan het einde van de jaren tachtig stelde. En die verschillen met, bijvoorbeeld, Verbondenheid. Programmadirecteur Annick Vandendriessche : ?Dat moet ook, want leerlingen van het secundair vormen niet alleen een verschillende doelgroep, ook de schoolstructuur is heel anders. Met vakleraars die om het uur wisselen, bijvoorbeeld.? Een concept waar makkelijk een Leefsleutel-leraar in te passen valt, maar dat wil Vandendriessche altijd vermijden. ?Je kunt pas een onderlinge band creëren tussen school, leerkrachten en leerlingen, als de gemaakte afspraken gelden voor iédereen in de instelling?, klinkt het. ?Leefsleutels wérkt, maar alleen als de hele school achter de verandering staat.?
Net als Verbondenheid vindt Leefsleutels educatieve steun bij het ervaringsgericht onderwijs. ?De leraar moet zijn kennis niet over de klas gieten, hij is geen koning meer in zijn klas. Zijn thema’s, lessen en oefeningen moeten erop gericht zijn om iets bij de leerlingen los te maken, om hun dorst naar kennis en ervaring los te weken.?
Leefsleutels heeft tot op vandaag tienduizend leraars in Vlaanderen en Wallonië bereikt. Goed voor een totaal van naar schatting vijftigduizend leerlingen. De VZW Leefsleutels gaat ook niet zélf naar de scholen, maar geeft training aan leerkrachten, PMS’ers en directieleden, biedt hen een handboek en ander didactisch materiaal en organiseert terugkomdagen om de voeling met de materie te behouden. Leefsleutels houdt de leerkrachten dus strakker bij de hand dan Verbondenheid. Vandendriessche : ?We stelden vast dat de leerkrachten zeker in het begin een houvast willen hebben. Omdat ze ook zelf twijfelen : zullen we die manier van werken wel tot een goed einde kunnen brengen ??
Die houvast is trouwens nooit zo sterk, dat ze voor een specifiek probleem een pasklare oplossing aanreikt. ?Wie de agressie op school wil bestrijden, moet niet pogen om de gevechten of het getreiter te doen ophouden. Hij moet algemene vaardigheden aanleren of bijschaven. Voelen wat er in de groep leeft inzake veiligheid op school, bijvoorbeeld, vervolgens ingaan op een specifieke, heel herkenbare probleemsituatie die de leerlingen aanvoelen. Pas als hij zover is, kunnen de grote problemen aangepakt worden. Dan kun je als leerkracht, bijvoorbeeld, in een rollenspel de problemen detecteren en gedragingen sturen door de problemen die tijdens het rollenspel aan de oppervlakte komen, op reële situaties toe te passen.?
DE LEERKRACHT ALS KATALYSATOR
Symptomatische behandeling van problemen mijdt ook Leefsleutels als de pest. ?Je kunt alleen aan preventie doen als je de sociale vaardigheden aanscherpt, de relaties versterkt en de betrokkenheid verhoogt,? zegt Vandendriessche. ?Zowel in de school als in het gezin. Daarom proberen we ook de ouders tijdens speciale bijeenkomsten te betrekken in het Leefsleutels-project.?
Waar Verbondenheid zich voornamelijk binnen de schoolgemeenschap ophoudt, trekt Leefsleutels dus buiten die specifieke levenssfeer. Niet alleen bij het bepalen van de doelstelling trouwens, maar ook bij de middelen die daartoe gebruikt worden. Want : ?Een van de manieren om betrokkenheid van jongeren te verhogen, bestaat erin om ze samen aan een project te laten werken. Niet een opdracht die ze van hogerhand opgelegd krijgen, want zo werkt het niet. Je moet met herkenbare thema’s komen, met dingen die in de groep leven. Kleine acties die de groep belangrijk vindt, waarmee je de interne en externe verbondenheid verhoogt. Om de betrokkenheid te verhogen, moeten leerlingen het gevoel hebben dat ze een verschil maken. Dat vergt een intensieve brainstorming met de leerlingen over wàt ze kunnen doen, een minutieuze ordening van hun kant ook. De leerkracht fungeert als katalysator : hij moet stuwen en ordenen, meedenken en afspraken helpen vastleggen en respecteren. Eigenlijk moet hij vooral het juiste evenwicht vinden tussen vrijheid en verantwoordelijkheid.?
Vraag blijft of de zogenaamd moeilijke jongeren van het secundair wel een boodschap hebben aan welke heropvoeding dan ook. Annick Vandendriessche meent van wel, en ze wordt daarin gesteund door de professoren Van Oost (RUG) en Leclerc (ULG). Hun enquêtes wezen op een toenemend zelfvertrouwen bij de leerlingen en een positiever klasklimaat dat zich al binnen het half jaar manifesteert. Leerkrachten gewaagden van een toegenomen vaardigheid bij de leerlingen om zichzelf uit te drukken en problemen op tafel te gooien. Leerlingen wezen erop dat ze makkelijker vriendschapsrelaties aanknoopten dankzij de aangekweekte vaardigheden.
Frank Demets
De leerlingen van de basisschool in Godsheide, bij Hasselt, kijken in het boek met de samenlevingscode : op zoek naar positieve schoolervaringen.
Het gele boekje met de reglementen : een houvast.
Een nieuwe mentaliteit bouwen kost tijd.
Bert en Bieke (de getekende figurtjes) geven het goede voorbeeld.