In de Wetstraat komen de stenen los. Dat zal tot een versplintering of herverkaveling leiden. De snuffelgesprekken zijn volop aan de gang.

Deze zomer hebben Johan Van Hecke (CVP) en Karel De Gucht (VLD) drie dagen lang politiek-filosofische gesprekken gevoerd. Die werden opgetekend door Yves Desmet ( De Morgen) en Dirk Achten ( De Standaard) en verschijnen binnenkort in boekvorm. Aanvankelijk gingen de heren causeren in een kerk in Firenze, maar het werd dan toch dichter bij huis.

Ongetwijfeld hebben Van Hecke en De Gucht ook over ‘de toekomst van Vlaanderen’ gesproken. En over het politieke landschap dat nog altijd met schokjes nieuwe plooien zoekt. Van Heckes eigen groep, partij binnen de partij, is zo’n schok. Of het gevolg ervan. En ook de splinters van de Volksunie zijn dat.

Het is voor De Gucht belangrijk om te weten waar het heengaat met de CVP, straks in september, en waar Van Hecke naartoe gaat. Voor Van Hecke is het interessant om te weten wat De Gucht met zijn ‘centrumpartij’ voor ogen heeft.

Twee jaar geleden wisselden in Wallonië ook Louis Michel (PRL) en Gérard Deprez (ex-PSC) van gedachten over ‘de toekomst van Wallonië’. Eerst vrijblijvend, daarna iets concreter. De samenwerking die daaruit voortkwam was een gedrocht. Deprez verliet de PSC en richtte de Mouvement des Citoyens pour le Changement (MCC) op. Een beweging die te vergelijken is met de CDV (Christen-Democratische Vernieuwing) van Van Hecke. Een beweging, die van Deprez, die een gewisse dood stierf.

Gesprekken, contacten, noem het zoals u wilt, zijn er in deze hete en politiek alleen maar schijnbaar luwe zomer ook geweest tussen Van Hecke en mensen in en rond de VU. Vooral dan met ID21 én met ‘leden’ van de Toekomstgroep rond Bert Anciaux, waarvan het uithangbord evenwel Paul Van Grembergen moest worden. Van Grembergen straalt vertrouwen uit, hij wordt onder VU’ers minder geassocieerd met buitengaatse contacten en niemand benijdt hem zijn electorale aantrekkingskracht.

De relatie tussen Anciaux en Van Hecke was een beetje bekoeld nadat gesprekken over een eventuele samenwerking in 1997 waren afsprongen. Daar waren diverse redenen voor. De protagonisten twijfelden over de kans op slagen van deze of gene alliantie of eenheidslijst. Maar dat het niets werd, kwam ook omdat de banden met de structuren waaruit ze voortkwamen, de partijen, nog zo hecht waren.

De contacten zijn vier jaar en twee verkiezingen later dezelfde gebleven. Ze verlopen nog altijd tussen dezelfde mensen die ondanks hun verschillende stamboom goed met elkaar kunnen opschieten en een ‘nieuwe’ analyse van de politiek delen. Ook de inhoud van de contacten blijft grosso modo gelijk: gesprekken zijn doorspekt met vragen zonder antwoorden en vele que sera sera’s. Van het embryonale idee van Bert Anciaux in 1996 om een soort VU-Plus uit de grond te stampen tot het hybride karakter van ID21 later en de CDV van Van Hecke. Allemaal worstelend met de pro’s en contra’s van de keuze om een beweging eerder dan een partij te willen zijn. En de vraag hoe dat dan moet met de verkiezingen.

Het verschil met de ‘grens-overschrijdende’ contacten van vroegere jaren is dat de zoekende politici vandaag iets losser staan van hun ‘oude’ structuren. Er beginnen meer puzzelstukjes los te zitten. En menig prominent heeft publiek al voorzichtig de behoefte aan hergroepering uitgesproken. Laatst nog Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) in zijn 11-julitoespraak.

DRIE EILANDJES

Van Hecke staat ver van de Wetstraat 89, het hoofdkwartier van de CVP. Hij legt zijn partij, maar ook de geïnteresseerde buitenwacht, over enkele dagen een manifest voor dat hij samen met zijn CDV-groep heeft geschreven. Als het tussen hem en de CVP nog iets wil worden, moet hij op z’n minst een vrije doorgang krijgen naar Gent om er in 2003 de lijst te trekken. CDV is onomkeerbaar, niet meer te integreren in de CVP.

Nog losser ligt de puzzel op het Barrikadenplein. De VU bestaat de facto niet meer en het democratisch Vlaams-nationalisme wordt vandaag vertegenwoordigd door drie vlottende eilandjes. De kans dat een van die drie groepen (Niet Splitsen rond Johan Sauwens, Vlaams-Nationaal rond Geert Bourgeois, Toekomstgroep rond Van Grembergen) vijftig procent van de stemmen behaalt op 15 september is haast nihil. Dat die drie eilandjes alleen zullen of kunnen voortdrijven is even onwaarschijnlijk.

Of Bourgeois het redt door met de Middengroep één middelgroot eiland te vormen, is twijfelachtig. Idem dito voor de kansen op een alliantie tussen de Toekomstgroep en de Middengroep. Dit alles nog los van de vraag of de Middengroep wel opnieuw aansluiting wíl bij een van beiden. Om maar twee remmende factoren te noemen: persoonskwesties en onverzoenbaar strategische inzichten. Johan Sauwens (Middengroep) zal zeker niet vergeten zijn dat hij als minister mede gestruikeld is door de houding van een aantal mensen uit de Toekomstgroep. En hoe kan een groep die vandaag zegt ‘Niet Splitsen’, en één die zegt wél splitsen, morgen toch weer samen gaan?

Iedereen in de Wetstraat houdt dezer dagen dus rekening met het onvoorspelbare van de politieke herfst. Officieel zijn er geen gesprekken over samenwerking aan de gang, dat is evident. Officieus wordt er wel gesproken, en dat is al even vanzelfsprekend. Vooral ex-VU’ers móéten wel praten. Van de drie groepen doet vooral de Toekomstgroep dat, parallel met de nog altijd achter die groep – zij het in een iets verder verwijderde baan dan voorheen – rondcirkelende satelliet ID21. En van die officieuze contacten met andere partijen verlopen die met de liberalen het vlotst.

‘Uit de gesprekken met Patrick Janssens (SP) bleek dat het water toch iets te diep is’, zegt een ingewijde. ‘En Jos Geysels (Agalev) heeft wel belangstelling voor enkele individuen van ID of de groep-Anciaux, maar niet voor het geheel. Als het iets wordt, is de combinatie van Van Hecke, Toekomstgroep, ID21 en VLD nog het minst onwaarschijnlijke scenario.’

Maar eenvoudig is het niet, want binnen de Toekomstgroep zitten ook VU’ers als Bart Staes en Herman Lauwers, wier natuurlijke bondgenoot zich eerder aan de roodgroene zijde bevindt.

INTELLECTUELE IJDELHEID

Dat van de drie ex-VU-groepen de Toekomstgroep het meest de ogen openhoudt voor mogelijke samenwerking met anderen, is logisch. Het ligt in de lijn van het programma en de overtuiging van die groep. Van Grembergen verzet zich tegen het idee van ‘politieke exclusiviteit’.

‘De VU is niet de enige behoeder van de Vlaamse zaak’ zegt hij. ‘De CVP heeft altijd de arrogantie gehad als enige het christelijke gedachtegoed te vertolken. Dat heeft veel Vlaamse christenen die voor andere partijen stemden, geërgerd. De SP heeft lang de pretentie gehad dat zij de enige partij was die opkwam voor de belangen van de arbeiders en Agalev heeft te lang alleen het groene verhaal geclaimd. De tijd van dergelijke intellectuele ijdelheid is voorbij.’

‘Onze analyse verschilt in deze van die van de groep-Bourgeois. Wij menen dat alle Vlaamse partijen weliswaar met een eigen accent, in essentie werken voor het algemeen Vlaams belang. De VU moet weten dat ook andere partijen over dat belang kunnen worden aangesproken, dat we met hen daarvoor kunnen samenwerken. Het betekent dat we op concrete domeinen, zoals bijvoorbeeld verkeer of onderwijs, met dezelfde prioriteiten naar de kiezer kunnen stappen. Dat we “konvooiafspraken” kunnen maken met andere partijen. Het is geen zonde de egelstelling te verlaten om een electorale alliantie aan te gaan of een toekomstige coalitie te smeden.’

Samenwerken dus, maar ieder vanuit zijn eigenheid. Dat was ook bij alle voorgaande blauwdrukken van samenwerking en herverkaveling de geijkte formule. Daar ligt ook vandaag nog altijd de knoop. Anders dan drie jaar geleden is er ondertussen al her en der leergeld betaald. Zowel in Wallonië als in Vlaanderen hebben we gezien dat er niet veel mogelijkheden zijn tussen ‘ organiseren of bewegen‘, om het met de titel van een boek van politicoloog Kris Deschouwer te zeggen. Of men is een beweging, of men vormt een partij die strak georganiseerd moet zijn en die in één blok naar verkiezingen kan gaan, coalities kan vormen, regeren of oppositie voeren.

Karel De Gucht weet hoe het afliep met Michel en Deprez. Slecht namelijk. En tussen de PRL en het FDF. En tussen VU en ID21. Eigenheid, eenheid in verscheidenheid, allemaal goed en wel, tot er moet worden gehandeld. Daarom liet De Gucht dus kort en krachtig weten dat wie bij de VLD wil niet moet dromen van tendensrecht of al te veel vrijheid binnen een groter geheel, of dat nu een alliantie of een kartel of een eenheidslijst is. Niet alle liberalen denken er zo ‘klassiek’ over. Met name Guy Verhofstadt is ook in dit soort zaken meer van het que-sera-sera-type. Eerst de visie, en dan de modaliteiten.

Niet toevallig was het Van Grembergen die als eerste en enige direct op De Gucht reageerde door krachtig de identiteit van zijn Toekomstgroep te onderstrepen. Dat blijft hij ook vandaag doen. ‘De Toekomstgroep is een geheel. De afspraak is dat we samenblijven. Daarnaast is er uiteraard nog ID21 en we weten ook wel dat er binnen de CVP een probleem is met de groep van Van Hecke. Zijn partij zal eind september tot conclusies komen die haaks staan op wat hij als zijn politieke opdracht beschouwt. Het zou nonsens zijn indien we met hem geen gesprekken zouden voeren over de evolutie en de toekomst van het politieke terrein in Vlaanderen. Maar dat betekent helemaal niet dat we na de bevraging een grote broederschap zullen vieren tussen de Toekomstgroep en de groep van Van Hecke.’

‘Er wordt voortdurend en met kwade bedoelingen gesuggereerd dat wij een aanhangwagen van een andere politieke trein zullen worden. Dat is niet waar. Patrik Vankrunkelsven, ikzelf en anderen hebben altijd gezegd dat we wel gezamenlijke doelstellingen kunnen formuleren, maar dat moet niet leiden tot kartels of eenheidslijsten. Er zijn op dat punt op dit ogenblik geen contacten, niet met de VLD, niet met de SP en niet met een andere partij.’

CONSERVATIEVE VOLKSPARTIJ

Men zou bijna vergeten dat er ook ter rechterzijde puzzelstukjes los kunnen komen. Dat kan zelfs heel snel. De droom van een conservatieve Vlaamse partij is niet dood. En er zijn zelfs niet-rechtse democraten, zoals Johan Leman, die de komst van zo’n partij wenselijk achten. Dat zou duidelijkheid scheppen, zo luidt de redenering, en dat zou extreem-rechts niet tot de enige speler op dat rechtse veld maken.

Niet verwonderlijk dat in en rond het Vlaams Blok die discussie het felst woedt. Het over het Blok doorgaans zeer goed ingelichte ’t Pallieterke schreef in haar editie van 13 juni: ‘Binnen het Vlaams Blok is er een strekking die hoopt, onder meer door het fel afzwakken van het “vreemdelingenthema”, de partij uit te bouwen tot een brede conservatieve volkspartij.’ Het weekblad meent zelfs te weten dat sommige Blokkers stiekem hoopten dat hun partij het proces tegen haar drie vzw’s zou verliezen. Dat zou het smeermiddel geweest zijn om ‘onder een andere benaming, bijvoorbeeld, Vlaamse Conservatieve Partij (VCP)’, te kunnen herrijzen.

In hun nieuwsbrief Peper en Zout publiceerden Blok-kamerlid Alexandra Coolen en haar man, Paul Beliën, zelfs een ontwerp van partijprogramma voor zo’n partij. Die partij, naar analogie van de Schweizerische Volkspartei, moet volgens de auteurs steunen ‘op de fundamenteel christelijke waarden’ die dan eerder behoudsgezind dan libertair worden ingevuld. In dat andere blad van Coolen en Beliën, Secessie, staan de kolommen open voor conservatieve democraten zoals Brigitte Grouwels (CVP) en Manu Ruys.

Coolen en Beliën suggereren zelf de puzzel voor zo’n gewenste rechtse partij. De groep-Bourgeois, de meer conservatieve vleugel van de CVP en VLD en het Vlaams Blok. Met dat laatste bedoelen ze ongetwijfeld sommige Vlaams Blokkers, diegenen die het zeventigpuntenprogramma zonder veel scrupules onder de mat willen schuiven.

In de VU, en met name in de Toekomstgroep, overheerst de overtuiging dat de gedachte aan zo’n puzzel de échte reden is voor wat de VU is overkomen. De groep-Bourgeois heeft volgens Van Grembergen al heel vroeg doelbewust aangestuurd op de confrontatie. Tegen alle afspraken tussen Vlaamse partijen in, ook de VU dus, legde Bourgeois toch ‘Brussel’ op tafel bij de communautaire onderhandelingen. De kaarten voor de VU lagen na 13 juni 1999 zeer goed, goed genoeg volgens Van Grembergen om ‘met een Vlaams-nationaal en progressief imago een sterke positie in het politieke centrum te verwerven.’ Die kaarten werden volgens Van Grembergen en medestanders doelbewust verspeeld.

‘De groep van Bourgeois creëerde binnen de partij een afzonderlijke structuur die afzonderlijk vergaderde. Eerst was het de bedoeling om de alliantie met ID21 te breken. Vervolgens wou die groep Bert Anciaux isoleren om zijn electorale slagkracht te verkleinen. Twee jaar lang heeft de groep rond Geert Bourgeois mollenwerk verricht.’

Zoals in de groep rond Bourgeois de overtuiging leeft dat Anciaux en anderen al gesprekken voeren met derden voor een samenwerking na 15 september, zo ook is men er in de Toekomstgroep van overtuigd dat Bourgeois al heel vroeg praatte met Stefaan De Clerck (CVP). Die deed op het moment dat de VU een bewogen raad had in De Panne een oproep tot VU-mensen om op zijn ‘vernieuwingskar’ te springen.

Er wordt dus veel gepraat en afgetast, zoveel is duidelijk. Maar al minder vrijblijvend, want iedereen weet vandaag dat de losgeslagen puzzelstukjes ooit wel eens moeten samenkomen in een nieuwe constellatie. Wie met wie weet vandaag nog niemand precies, en dat zal nog wel een tijdje voer blijven voor speculatie en al dan niet gerichte suggesties, maar te stoppen valt het niet. Zeker niet meer na september als VU en CVP verplicht worden om intern onomkeerbare keuzes te maken.

Het is moeilijk te geloven dat de mensen of groepen die in de CVP en de VU hun stamboom loslaten, zullen gaan tuinieren. Zelfs niet in Toscane.

Filip Rogiers – Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content