Peter Terrin
Peter Terrin Peter Terrin is schrijver.

Na de mythische ‘New Yorktrilogie’, medio jaren tachtig, behoort Het boek der illusies tot het beste wat Paul Auster heeft geschreven. Maar zijn mooiste hoofdstuk staat te lezen in de nieuwe roman Onzichtbaar.

‘Mooi’ is een kwalificatie die zelden wordt gebruikt wanneer het over het proza van Paul Auster gaat. Taal gebruikt hij als een middel. Zijn vernuft richt hij op het verhaal, een kenmerk dat hij deelt met Philip Roth, die andere productieve zestigplusser. Zijn verhalen doen vaak verslag van onwaarschijnlijke gebeurtenissen, (‘dat iets niet waarschijnlijk is, wil nog niet zeggen dat het ook niet gebeurt’) en een verslag heeft baat bij een helder, zakelijk taalgebruik.

In het geval van Onzichtbaar is nog meer aan de hand. Na zestig pagina’s, het eerste hoofdstuk, blijkt dat je proza hebt gelezen van een gelegenheidsschrijver: Adam Walker. Hij is doodziek en blikt terug op het jaar 1967, midden in zijn studie aan Colombia University. In het voorjaar ontmoet hij op een feestje Rudolf Born, een intrigerende Franse politicoloog en diens verleidelijke vriendin Margot. Een toevallige ontmoeting, die een keerpunt in zijn leven wordt. ‘1967’ is geen roman, maar een ‘ mémoire’. Een herinnering. Walker stuurt ietwat onzeker het eerste hoofdstuk van zijn boek naar een oude studiegenoot, die thans een befaamde schrijver is: Jim Freeman. Hij vraagt hem om advies. Hij zit vast, weet niet meer hoe zijn verhaal voort te zetten. Deze Freeman is onze gids. Hij naait de hoofdstukken van Onzichtbaar aan elkaar. In een brief stelt hij Walker voor om afstand te nemen.

‘Zomer’ is het gevolg, een hoofdstuk waarin Walker verhaalt over zijn incestueuze verhouding met zijn zus Gwyn. Deze Walker loopt overigens krom van schuldgevoelens, ook al omdat hij wat hij als een misdaad van Born aanziet, niet meteen bij de politie heeft aangegeven, en Born naar Frankrijk verdwijnt. Walker waarschuwt Freeman uitdrukkelijk voor de inhoud van ‘Zomer’. Blijkt dat wat hij gruwelijk vindt, in feite gruwelijk mooi is.

Auster, niet onbekend met de Franse letteren en dus ook niet met de nouveau roman, laat Walker het perspectief veranderen van ‘ik’ naar ‘jij’. Michel Butor schreef in 1957 een complete roman in de jij-vorm: La modification. Het perspectief creëert afstand voor de schrijver, voor de lezer komt het verhaal juist erg dichtbij. Je wordt direct aangesproken. De opeenvolging van jij-zinnen heeft bovendien een bezwerend effect. Het verhaal krijgt iets profetisch, iets waaraan geen van de betrokkenen, noch de lezer, had kunnen ontsnappen: de meester aan het werk.

Hierna krijgen de verschillende hoofdstukken nog andere perspectieven, en ook andere vertellers. Er komen zelfs dagboeknotities aan te pas van een van de nevenfiguren om toch maar de raadselachtige, duivelse Rudolf Born te pakken te krijgen. Tot twee keer toe stellen betrokkenen aan Jim Freeman voor om van deze geschiedenis een roman te maken. En Freeman insinueert ten slotte dat wat wij lezen, die roman is. ‘De lezer kan er derhalve verzekerd van zijn dat Adam Walker niet Adam Walker is (…): ik neem aan dat ik er niet ook nog hoef bij te zeggen dat mijn naam niet Jim is.’

Net door deze uitdrukkelijke ontkenning, door de waarschuwing dat wij een geromantiseerde versie lezen, creëert Paul Auster, de schrijver van Onzichtbaar, de illusie van een waargebeurd verhaal. Ik vind dat knap. De kracht van zijn compositie herinnert aan de vindingrijkheid van J.M. Coetzee in het onlangs verschenen Zomertijd, een roman waarin een biograaf poogt te achterhalen wie de overleden schrijver J.M. Coetzee was.

Ondanks de poëtische laatste bladzijden van Onzichtbaar, heeft dit boek geen ontknoping. Evenmin is er sprake van een open einde. Deze plot is feitelijk zonder einde. Wat er werkelijk het geval is met Rudolf Born wordt niet onthuld, en het verhaal zou, zolang er personages verzonnen kunnen worden die iets met de man te maken hebben, eindeloos kunnen doorgaan, de ene verrassende getuigenis na de andere, de ene laag fictie op de vorige, waarmee Auster nog strakker de waarheid zou omzwachtelen, vormgeven, en tegelijk aan het zicht van de lezer onttrekken.

Paul Auster, Onzichtbaar, Arbeiderspers, Amsterdam, 240 blz., 19,95 euro.

Peter Terrin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content