‘Om de Franstaligen te overtuigen, zal De Wever ongeveer alles waar de N-VA voor staat, moeten verminken’

© FOTO'S DIMITRI VAN ZEEBROECK

‘Ik weet eerlijk gezegd niet waarover Bart De Wever met de Franstaligen zou kunnen onderhandelen’, zegt Europees Parlementslid Gérard Deprez (MR). De man die er al lang van droomt om de PS naar de oppositie te verbannen, pleit nu voor een brede coalitie van MR, PS en CDH, ‘bij voorkeur op alle beleidsniveaus’.

De papy of de opa van de Belgische politiek wordt Gérard Deprez in de Franstalige media tegenwoordig genoemd. Hij kan er hartelijk om lachen. Er zit ook wel een grond van waarheid in. Met het overlijden van Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene blijft er van zijn politieke generatie, Philippe Moureaux (PS) buiten beschouwing gelaten, nauwelijks nog iemand over.

Gérard Deprez was van 1981 tot 1996 voorzitter van de PSC, de toenmalige Franstalige christendemocraten. Hij maakte zes regeringsonderhandelingen en drie staatshervormingen mee. In 1998 werd hij uit zijn eigen partij gebonjourd nadat hij in een kranteninterview had gepleit voor een samengaan van christendemocraten en liberalen in Franstalig België, teneinde de almacht van de PS te breken. Hij richtte vervolgens de MCC (Mouvement des Citoyens pour le Changement) op, een vehikel waarmee hij zich bij de MR aansloot. De laatste jaren is zijn beweging weggekwijnd, maar de man zelf geniet binnen en buiten zijn partij nog steeds groot respect, niet het minst om zijn snelle verstand en zijn onafhankelijke geest.

Gérard Deprez geldt binnen de MR als een trouwe bondgenoot van vader en zoon Michel en had mee de hand in de succesvolle putsch in 2009 en 2010 tegen toenmalig partijvoorzitter Didier Reynders. De positie van Charles Michel aan het hoofd van de partij is vandaag extra verstevigd door het fraaie verkiezingsresultaat van de MR in Wallonië, vertelt een tevreden Gérard Deprez.

Deprez zelf had de voorbije jaren zitting in de Senaat, waar hij een onverwachte sympathie opvatte voor SP.A-senator Bert Anciaux. ‘Hij kent het Belgische institutionele raderwerk als zijn broekzak’, zegt Deprez bewonderend. ‘En wat een dossiervreter’ voegt hij daaraan toe als hij met een smak de ingebonden doctoraalscriptie van Bert Anciaux op zijn keukentafel laat neerploffen. ‘Zie je nu wat ik in huis heb?’ grijnst hij.

Het huis, dat is zijn buitenverblijf in Chièvres, een dorp in Henegouwen vlakbij Ath, de thuisbasis van wijlen Guy Spitaels, met wie Deprez goed bevriend was. Maar terwijl de Franstalige socialist een groot landhuis betrok, beperkt Deprez zich tot twee aaneengrenzende arbeidershuisjes die hij volledig heeft opgeknapt. Vanwege de drukke verkiezingscampagne is hij er twee maanden niet geweest. In de tuin, waar je het geluid van een aan het zicht onttrokken waterval kunt horen, heeft de natuur al die tijd vrij spel gehad. Deprez kan niet wachten om de schaar erin te zetten en de in zijn ogen stuitende verwildering een halt toe te roepen. ‘Ik kom hier normaal elk weekend, met mijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. Dan werk ik in mijn tuin en geniet ik van het uitzicht’, zegt Deprez, kettingrokend als vanouds.

Deprez had in zijn lange politieke loopbaan in totaal 25 jaar zitting in het Europees Parlement. Zijn verknochtheid aan Europa is niet louter abstract of rationeel. Deprez’ vader werd op het eind van de Tweede Wereldoorlog gefusilleerd door de terugtrekkende Duitsers. Nadat hij als kind aanvankelijk begrijpelijke haatgevoelens jegens de Duitsers koesterde, vervelde hij vervolgens tot een overtuigd Europeaan, met hart en ziel doordrongen van het belang van Europese samenwerking. Op zijn zeventig – ‘met pensioen gaan, daar heb ik echt niets mee’ – raakte hij vorige week vanaf de derde plaats op de MR-lijst, een strijdplaats, opnieuw verkozen voor het Europees Parlement.

Een leuke verrassing, niet?

GÉRARDDEPREZ: Meer nog: een uitstekende verrassing! Het was echt wel kantje boord. Maar de MR had bij de vorige Europese verkiezingen in 2009 een zetel aan Ecolo verloren. Het viel te verwachten dat de groenen ditmaal achteruit zouden gaan, dus heb ik een gokje gewaagd, en dat is goed uitgepakt.

En de uitslag van de Belgische verkiezingen, was dat ook een uitstekende verrassing?

DEPREZ: Niet helemaal. (lacht) In Vlaanderen is de N-VA natuurlijk de grote winnaar, maar wel ten koste van het Vlaams Belang en LDD. De N-VA heeft het politieke kapitaal van de drie traditionele partijen niet aangetast, integendeel. De positie van de N-VA is daarom niet zo comfortabel als ze op het eerste gezicht lijkt. Er is een alternatieve meerderheid mogelijk zonder de N-VA, zowel in Vlaanderen als op federaal niveau.

Aan Franstalige kant is Wallonië overspoeld door iets wat je niet anders dan een MR-effect kunt noemen. Niemand had dit verwacht, wij zelf zeker niet. Met een stabiel resultaat of met lichte vooruitgang waren we al heel blij geweest. Maar in héél Wallonië is de MR vooruitgegaan. Opmerkelijk. Aan de andere kant is het MR niet gelukt om in Brussel de grootste partij te worden. Dat is jammer, want de MR wilde die positie gebruiken om te kunnen inbreken in de toekomstige regionale meerderheden.

Dankzij de goede score van de MR is de centrumrechtse meerderheid waar u al zo lang van droomt mathematisch mogelijk geworden in Wallonië.

DEPREZ: Goed, maar die meerderheid is bijzonder krap. Of denkt u echt dat het CDH het risico zal nemen om in een coalitie met de MR te stappen die maar één zetel over heeft? Vergeet het maar. Het doel van de MR is op dit moment ook niet om de PS buitenspel te zetten, wel om de best mogelijke meerderheid rondom het best mogelijke programma op de been te brengen. De federale regering zal extreem moeilijke maatregelen moeten nemen. We zijn nog lang niet klaar met de gezondmaking van de overheidsfinanciën, we moeten onze concurrentiekracht veiligstellen, de kosten van de vergrijzing beheersbaar houden, en ga zo maar door. Met verzameld links – de PS, Ecolo en de PTB – in Wallonië in de oppositie, kan dat heel lastig worden.

Maar u wilt de PS al zo lang in de oppositie duwen. Nu kan het eindelijk.

DEPREZ: Als ik de mogelijkheid en de politieke middelen had om dat te doen, zou ik niet aarzelen. Maar in de huidige situatie, rekening houdend met wat ons op federaal en regionaal niveau te wachten staat, geef ik de voorkeur aan solide en stabiele meerderheden, liefst met dezelfde partijen op alle beleidsniveaus. Dat is echt de beste optie.

Mag of moet de grootste partij van Vlaanderen daar op federaal niveau dan geen deel van uitmaken?

DEPREZ: Dat is iets wat op de eerste plaats de Vlaamse partijen aangaat. CD&V beslist uiteindelijk over de aanwezigheid van de N-VA. Als CD&V besluit om in Vlaanderen en federaal met de N-VA in zee te gaan, zullen de Franstaligen zich daarnaar moeten schikken, het is niet anders. Maar als ik de houding van CD&V op dit moment analyseer – geen regionale regering voor er duidelijkheid is over de samenstelling van de federale regering – dan leid ik daaruit af dat CD&V het zaakje ook niet helemaal vertrouwt. Misschien wil de N-VA wel toetreden tot een regionale regering, maar gaat ze er vervolgens alles aan doen om buiten een federale meerderheid te blijven?

De N-VA heeft immers beloftes gedaan die ze nooit kan nakomen. Een regering zonder de PS! Ik ben ook geen fan van de PS, maar wie zegt dat je vandaag een regering zonder de PS kunt maken? Bovendien vraagt de N-VA maatregelen waar geen enkele andere partij mee akkoord gaat, denk aan het ter discussie stellen van de index of de beperking van de werkloosheidsvergoeding in de tijd. Ook de MR wil daar helemaal niet aan, om over het CDH nog maar te zwijgen. Dus zelfs indien De Wever heel zijn communautaire agenda laat vallen, dan nog wordt het bepaald niet makkelijk om met de N-VA een regering te vormen.

Denkt u dat de Franstaligen De Wever een eerlijke kans zullen geven? De Brusselse burgemeester Yvan Mayeur zei begin vorige week dat De Wever even ‘een tourke‘ mocht doen, waarna het echte formatiewerk kan beginnen.

DEPREZ: Yvan Mayeur is een lichtgewicht in de PS.

Goed, maar heel wat Franstalige kopstukken denken ongetwijfeld: laat De Wever hier maar even zijn tanden op stukbijten, wij maken straks fijn een klassieke driepartijenregering.

DEPREZ: Ik ben er voorstander van om De Wever correct te behandelen. Ik hou van de man noch van zijn partij, maar een derde van de Vlamingen heeft voor hem gestemd en dus moet hij een eerlijke kans krijgen. Maar dat de Franstalige partijen een klassieke driepartijencoalitie verkiezen, lijkt me zonneklaar. Weinigen zullen dat nu openlijk toegeven, maar deze formule zou PS, MR en CDH heel goed uitkomen, en als ze dat op alle niveaus rondkrijgen, des te beter.

Nogmaals, de houding van CD&V wordt doorslaggevend. Maar als de christendemocraten de N-VA ook federaal een kans willen geven, zullen de Franstaligen misschien met z’n drieën aanschuiven – dat zou heel goed kunnen. De PS heeft het initiatief op regionaal vlak. Zij kan daar een coalitie vormen met MR en CDH en zodoende ook haar deelname aan de federale meerderheid afdwingen.

Is de MR dan onder geen beding bereid in een centrumrechtse federale regering te stappen, die weliswaar aan Franstalige kant niet over een meerderheid beschikt?

DEPREZ: Dat lijkt me linke soep. (aarzelt) Het is zeker niet de eerste keus van de MR, denkend aan de zware bezuinigingen die we zullen moeten doorvoeren. Ik zou niet willen dat Wallonië morgen permanent door stakingen en sociale onrust wordt lamgelegd.

Didier Reynders zou zo’n centrumrechtse regering wel genegen zijn. Het is zijn lot uit de loterij om het tot eerste minister te kunnen schoppen.

DEPREZ: De houding van de MR is niet afhankelijk van de ambities van één man. De partijstrategie wordt totaal los daarvan door voorzitter Charles Michel en het partijbureau vastgelegd.

Overschatten wij in Vlaanderen de invloed van Didier Reynders binnen de MR?

DEPREZ: Kijk, Didier Reynders heeft wel degelijk de ambitie om ooit eerste minister te worden. Als de objectieve omstandigheden zich daartoe lenen, zal ik me daar ook niet tegen verzetten. Maar de partij gaat heus niet alles op alles zetten om Reynders eerste minister te maken.

Worden deze regeringsonderhandelingen even moeilijk als die in 2010?

DEPREZ: Als de knoop van de partnerkeuze is doorgehakt, kan het best snel gaan. Maar niemand heeft tot dusver al zijn kaarten op tafel gelegd. Iedereen wantrouwt iedereen.

Wat zou u doen, indien u in de schoenen van Bart De Wever stond, om de Franstaligen te overtuigen in uw regering te stappen?

DEPREZ: Ik ben geen Vlaming, geen nationalist, geen separatist en ook niet rechts – ik heb dus helemaal niets met Bart De Wever gemeen. Maar om de Franstaligen te overtuigen, zal De Wever ongeveer alles waar de N-VA voor staat, moeten verminken. Uitgesloten om te praten over een staatshervorming, wat voor een deel van zijn achterban moeilijk te aanvaarden is. Maar ook op sociaal-economisch gebied is hij zo radicaal dat hij aan Franstalige kant geen gesprekspartners heeft. Ik weet eerlijk gezegd niet goed waarover hij met de Franstaligen zou kunnen onderhandelen. De Wever denkt dat hij met centrumrechtse Franstalige partijen zijn programma makkelijker zal kunnen doordrukken. Dat kan hij zich maar beter uit het hoofd zetten.

Zijn er op sociaal-economisch gebied dan geen raakpunten tussen de N-VA en de MR?

DEPREZ: Natuurlijk zijn die er, denk aan de noodzaak om de belastingdruk op de lage inkomens te verlagen en de lasten op arbeid te verminderen. Maar wat dit betreft, hebben we evenveel gemeen met de CD&V, en zelfs met de SP.A. We hebben daar echt de N-VA niet voor nodig.

Hoe wordt Bart De Wever in Wallonië gezien?

DEPREZ: Als een levensgroot gevaar voor België en als iemand die niets dan misprijzen heeft voor de Franstaligen. In de laatste campagneweek kwam hij dan met die videoboodschap: ‘Franstalige landgenoten, ik hou van jullie.’ ‘Hij is gek geworden’, dacht ik bij mezelf. Ik heb me een breuk gelachen.

Is de N-VA volgens u ook echt een gevaar voor het land?

DEPREZ: Ik denk dat de N-VA heeft begrepen dat de Franstaligen nooit ofte nimmer bereid zullen zijn om via onderhandelingen België op te doeken. Het alternatief is eenzijdig de Vlaamse onafhankelijkheid uitroepen, maar daarvoor is er op dit moment in Vlaanderen geen meerderheid. Bovendien liggen alle risico’s, in verband met de internationale erkenning en het vastleggen van de grenzen en dergelijke, dan bij Vlaanderen. Mikken op de simpele verdwijning van België is dus een dood spoor.

Vandaar het nieuwe N-VA-credo, een Belgische confederatie?

DEPREZ: Welke staatkundige vorm België in de toekomst zal aannemen, hangt af van wat de Vlamingen nog met de Franstaligen samen willen beheren. Zo is het altijd gegaan. Wij Franstaligen nemen op institutioneel vlak nooit enig initiatief. Wij zijn altijd heel blij met de laatste staatshervorming. (lacht)

Hebt u Bart De Wever ooit ontmoet?

DEPREZ: Nee, de keer dat ik het dichtst bij hem in de buurt ben gekomen, was op een nogal dramatisch moment, namelijk tijdens de begrafenis van Jean-Luc Dehaene. Ik ben katholiek en dus ga ik ter communie. Er waren lange rijen die vertrokken uit beide vleugels van de kerk en door het systeem van ritsen kwam Bart De Wever uiteindelijk net achter mij te staan. (lacht) Tot zover mijn ontmoeting met Bart De Wever.

U bent met Philippe Moureaux een van de laatste overblijvers van de generatie politici die België van een unitair land tot een federale staat heeft omgevormd. Is het politieke bedrijf sindsdien veel veranderd?

DEPREZ: O ja, er is iets fundamenteels veranderd. Toen ik in de jaren tachtig en negentig over staatshervormingen onderhandelde, waren alle mensen rondom de tafel nationale politici. Wij hadden geen regionale politieke ervaring, de regionale instellingen bestonden immers nog niet, we hebben ze gecreëerd. Maar vandaag ken ik de helft van de Waalse verkozenen niet eens, laat staat dat ik zou weten wie de Vlaamse parlementsleden zijn. Vroeger had je een politieke klasse die elkaar kende. We hadden dezelfde politieke weg afgelegd en waren in dezelfde instellingen actief. Ik heb nooit zitting gehad in een regionale assemblee, Jean-Luc en Wilfried ook niet.

Onder die nieuwe regionale politici ontstaat bovendien een eigen dynamiek. Het ligt nu eenmaal in de aard van politici om dingen te willen doen. Stel dat Vlaanderen straks een minister van Volksgezondheid krijgt. Met de zesde staatshervorming worden immers een aantal bevoegdheden in verband met de ziekenhuizen en de preventieve gezondheidszorg overgedragen. Je kunt er gif op innemen dat die minister op een zeker moment gaat zeggen: ‘Ik ga nu wel over de erkenning van de rust- en verzorgingstehuizen, maar die of die aanverwante bevoegdheid zit nog federaal, en dat kan niet.’ Die nieuwe dynamiek heeft de Belgische politiek radicaal ondersteboven gehaald.

Nog even naar de Europese verkiezingsuitslag. De eurosceptici boekten in heel wat lidstaten vooruitgang, maar in Italië en Nederland waren de pro-Europese partijen aan de winnende hand. Was het nu een goede of een slechte dag voor Europa?

DEPREZ:(nadrukkelijk) Het was een slechte dag voor Europa. Ik heb dat ook ondervonden tijdens de campagne. Het enthousiasme voor Europa is onbestaande. Je vindt nog wel mensen die doordrongen zijn van de noodzaak van Europa, maar er is geen echt Europees elan meer. En als je ziet wat er in Frankrijk is gebeurd, dat is toch niet niks. In een van de stichters van het Europese samenwerkingsproject, een land met meer dan zestig miljoen inwoners, heeft een anti-Europese partij de Europese verkiezingen gewonnen. Het FN van Marine Le Pen wil de euro afschaffen, grenscontroles weer introduceren en een protectionistisch economisch beleid voeren. Ook in Groot-Brittannië en Denemarken hebben de eurosceptici gewonnen. In weerwil van een aantal hoopgevende signalen, zoals in Italië, kun je er niet omheen dat een groot deel van de publieke opinie in Europa is afgehaakt. Er is de Europeanen beloofd dat met het opengooien van de grenzen er vijf miljoen nieuwe banen zouden worden gecreëerd. Wat hebben ze gekregen? Massale werkloosheid en sociale dumping. De diepe teleurstelling over Europa, zeker bij het gewone volk, vind ik heel zorgwekkend.

Wie moet de nieuwe Commissievoorzitter worden?

DEPREZ: De enige die in mijn ogen een visie op Europa heeft, is Guy Verhofstadt. Maar Verhofstadt is ook degene met de zwakste troepen in het Europees Parlement. Jean-Claude Juncker, de kandidaat-Commissievoorzitter van de Europese Volkspartij, de grootste fractie in het parlement, ken ik ook goed. Ik mag de man wel, maar hij is compleet uitgedoofd. In debatten laat hij zijn hoofd constant hangen, hij ziet er bedrukt en neerslachtig uit. Maar zelfs indien de staatshoofden en regeringsleiders het erover eens zouden raken om Juncker naar voren te schuiven, dan nog moet hij een meerderheid achter zich zien te krijgen in het Europees Parlement.

Tot slot: is de N-VA, die op zoek is naar onderdak in het Europees Parlement, welkom bij ALDE, de liberale fractie waar u deel van uitmaakt?

DEPREZ: Fractievoorzitter Guy Verhofstadt wil de liberale groep versterken. We houden op dit moment maar 64 verkozenen over, nadat we in Groot-Brittannië en Duitsland zo goed als zijn weggevaagd. Maar ik zie echt niet wat liberalen met separatisten te maken hebben. Als het van mij afhangt, luidt het antwoord dus ‘nee bedankt’. En als het binnen de fractie tot een stemming zou komen over de toetreding van de N-VA, dan kom ik voor een moeilijke keuze te staan.

DOOR HAN RENARD, FOTO’S DIMITRI VAN ZEEBROECK

‘Ik zou niet willen dat Wallonië morgen permanent door stakingen en sociale onrust wordt lamgelegd.’

‘Ik denk dat de N-VA heeft begrepen dat de Franstaligen nooit ofte nimmer bereid zullen zijn om via onderhandelingen België op te doeken.’

‘Er is de Europeanen beloofd dat met het opengooien van de grenzen er vijf miljoen nieuwe banen zouden worden gecreëerd. Wat hebben ze gekregen? Massale werkloosheid en sociale dumping.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content