Hij werd van het VTM-scherm verbannen, maar terugkomen zal hij. Ondertussen praat Luk Alloo, vriend aan huis bij alle Vlaamse sterren en kometen, over – hou u vast – de Vervlakking van de Media.
Die naam heeft hij van zijn dochter. Dat kwam zo: hij stond in de weg, vlak voor het tv-toestel. ‘Kzieniks!’ sprak zij streng. En dus doopte Luk Alloo zijn tv-productiehuis Xinix. ‘Omdat het grafisch mooi is, met die twee x’en’, zegt hij. ‘En omdat het waar is ook: er is niets op tv. Voor mij toch niet. Eigenlijk heb ik Sterren en Kometen en Alloopraat voor mezelf gemaakt. Al moet je bij een commerciële zender natuurlijk altijd rekening houden met de heilige kijkcijfers.’
Hoewel zijn contract met VTM nog loopt tot eind maart van dit jaar werd drie weken geleden de laatste aflevering van Sterren en Kometen uitgezonden. Officiële uitleg: dalende kijkcijfers. Daar moeten we het straks zeker over hebben, maar eigenlijk kwamen we voor iets anders: zijn opmerking in Humo onlangs. Op de vraag wat hij de belangrijkste evolutie van het voorbije jaar vond, antwoordde Alloo: ‘Dat in Vlaanderen kranten, duidingsmagazines en nieuwsuitzendingen de zin voor degelijke opiniërende of kritische berichtgeving en het journalistieke bewustzijn volledig verloren zijn. Welcome to the nonsense-revival!’ Dat vraagt om tekst en uitleg.
Hoe bedoelt u dat precies?
Luk Alloo: Ik noem het schijnjournalistiek. Er is geen opiniërende berichtgeving meer. Ga maar na: we hebben zelfs het begrip ‘kwaliteitskrant’ moeten uitvinden. Dat betekent dus dat de andere kranten geen kwaliteit brengen. Wat vinden we van pagina één tot zeventien? Onnieuws. En iedereen is in hetzelfde bedje ziek: het echte nieuws vind je ergens weggestopt op pagina achttien, onder een advertentie van Orange. Neem het huwelijk van Madonna onlangs: een kleurenfoto over de halve frontpagina van The Times, liveverslaggeving op CNN… Live op CNN! Vijf jaar geleden ging CNN alleen maar live over naar Bagdad of naar de vredesgesprekken in het Midden-Oosten. Nog zoiets: als er vandaag iets gebeurt in Cuba, maken we nog wel het bruggetje naar Fidel, maar we weten niet meer hoe hij aan de macht gekomen is. Dus we beginnen bij c, maar hoe a en b ook alweer in mekaar zaten, dat zien of lezen we niet meer. Met andere woorden: we beginnen midden in een boek. Ook in TerZake vind ik geen volledig boek meer uitgelegd. Men trekt een schuifje open: Cuba 2000. Maar we krijgen geen echte achtergrond meer. Dat bedoel ik dus.
Beetje vreemd dat uitgerekend Luk Alloo zich daaraan ergert.
Alloo:(fel) Ja, maar wacht: ik ben medeplichtig. Aan de vervlakking, aan de tot ballonnen opgeblazen mediasterren. Oké, maar dat is mijn job. Ik heb een contract om amusement te brengen, niet om aan duiding en informatie te doen. Maar dat belet mij niet om een persoonlijke opinie te hebben, om een totale oppervlakkigheid vast te stellen als ik naar het nieuws kijk of een krant lees. Big Brother, ik zag het in het VTM-journaal en in Telefacts: hot news, een nieuwe maatschappelijke tendens. Het stond zelfs op de cover van Knack.
Het was een fenomeen dat belicht diende te worden.
Alloo: Vindt u dat? Prima, maar ik kan niet meer volgen. Volgens mij draait Johan Anthierens zich om in zijn graf. Ik heb in Sterren en Kometen niet meegedaan met Big Brother. Ik heb Sandy Tura voor de start van het programma gegijzeld in een hotelkamer vol camera’s, om haar een koekje van eigen deeg te bakken, maar terwijl het programma liep, vond ik het niet zinvol.
Is er een grens overschreden met ‘Big Brother’?
Alloo: Zoals al die reality-programma’s bulkte ook De Bus van de totale inhoudsloosheid. Het doet er niet meer toe wie wat zegt en waarom en hoe en wanneer. Het totale nihilisme maakt opgang.
Inhoudsloos: was uw programma dat ook niet?
Alloo: God ja, ik vind persoonlijk van niet. Maar wie ben ik?
Waarom was het niet inhoudsloos?
Alloo: Vroeger werd in zogenaamde mediaprogramma’s aan Will Tura gevraagd: hoe heet uw nieuwe cd, hoeveel nummers staan erop en wat zijn de plannen voor de toekomst? Die informatie vind je in zowat alle kranten en bladen en radio- en tv-programma’s. Dus wat wij brachten, moest iets totaal anders zijn, moest daar haaks op staan, moest een soort speelse meerwaarde of onzin-meerwaarde hebben. Soms zat daar totaal geen info in, was het lucht. Dus daarom zeg ik: ik ben medeplichtig.
U vroeg aan Will Tura bijvoorbeeld: ‘WILT U RAvioli of spaghetti?’
Alloo: Voila. Wij hebben vijftig afleveringen gedaan met die of/of-vraagjes. Op die manier kun je zangers, politici en voetballers testen op hun gevatheid en improvisatievermogen. Dat heb ik willen bewijzen: het zijn geen stugge mensen, Will Tura kan lachen, Luc Steeno is eigenlijk een leuke man en Willy Sommers laat zich folteren met een trechter in zijn mond. Wij hebben mensen geportretteerd in niet zo voorspelbare situaties met niet zo voorspelbare vragen, zodat je hen in een ander licht zag.
Die of/of-vraagjes zijn snel doorgedrongen in ‘Schaduwkabinet’ en ‘Stoelendans’, waarin Mark Demesmaeker dan aan pakweg Patrick Janssens vroeg: ‘Steve Stevaert of Johan Vande Lanotte’?
Alloo: Ongelofelijk, niet? Toen ben ik er direct mee gestopt. Als mensen in harde informatieve programma’s al een amusementsluikje inbouwen om het verteerbaar te maken, dan moet je als amusementsmaker iets anders bedenken.
Zou u zelf informatieve programma’s kunnen maken?
Alloo: Natuurlijk. Voor sommigen zal het geen referentie zijn, maar ik heb toch jarenlang voor Goedele Liekens, Telefacts en Jambers gewerkt. Jambers is de moeder van alle human-interestprogramma’s: nog nooit geëvenaard qua sereniteit en deontologie. Het is misschien not done om dat nog eens te formuleren in het betere kwaliteitsblad, maar het is zo: Jambers haalt bijna altijd niveau. En al de rest zijn fletse kopieën en voorspelbare blauwdrukken.
Wat is er zo sereen aan Jambers? Hij voert toch meestal zotskappen op?
Alloo: Niet waar. Het ging meestal over intelligente mensen. Zelf heb ik bijvoorbeeld de research gedaan voor de aflevering over uitgetreden priesters. En af en toe, om de zeven weken, ging het inderdaad over ietwat clowneske figuren en kleurrijke fantasten. En dan nog was het geen rariteitenkabinet, want die excentriekelingen zeiden soms diepzinniger dingen dan een praatgast bij Jan Van Rompaey. Weet u wat het probleem is? Programma’s op de commerciële omroep staan altijd in het verlies tegenover die van de openbare zender. Als Jambers op TV1 werd uitgezonden, hij had al Europese prijzen gewonnen. De documents humains van Jambers, komaan!
Het is een kwestie van context: Canvas is oké, VTM deugt niet.
Alloo: Absoluut, voor heel wat tv-journalisten en critici is dat zo.
Onlangs werden in een documentaire op Canvas kinderen van gescheiden ouders geïnterviewd. Sommigen waren maar zes jaar oud. Als Jambers dat zou doen…
Alloo: … ze lynchen hem! Ik heb die uitzending gezien en vond ook: dat doe je niet.
U zegt dat u bij Jambers en Liekens deontologie hebt geleerd. Ook dat zullen sommigen…
Alloo: … vreemd vinden. En toch is het zo. Als researcher heb ik bij hen geleerd dat je mensen moet beschermen, helpen inschatten wat de sociale en emotionele gevolgen kunnen zijn van een getuigenis op tv. Hen aanzetten om van tevoren even te reflecteren met buren, vrienden en familie. En altijd de bedenking maken: wat na het programma? Zal hij of zij er gehavend en gebruuskeerd of net goed uitkomen? Er is maar één deontologie en dat is de juiste.
Er moeten toch mensen zijn die spijt hebben van hun getuigenis in ‘Jambers’.
Alloo: Dat zal wel. Het dubbele gevoel is er altijd wel, hoor, want honderd tevreden getuigen wegen niet op tegen één getuige met een negatief gevoel achteraf. Alleen blijkt het heel moeilijk te zijn om goed te doen voor iedereen: er zullen altijd getuigen of familieleden zijn die het moeilijk hebben met een optreden in een human-interestprogramma. Maar over deontologie gesproken: die is nu dus weggevallen. In al die zogenaamde docu-shows is de muur van de schaamte gewoon verdwenen.
Terug naar ‘Sterren en Kometen’: onlangs maakte u met uw cameraploeg rechtsomkeert aan de Zillion, omdat de Blok-blondine Anke Van dermeersch er in de jury zat van een missverkiezing.
Alloo: Ik wil zulke prominenten geen tribune geven in mijn programma. Filip Dewinter heeft mij toen in Het Laatste Nieuws een ‘mediafascist’ genoemd. Wel, als hij het zegt: dan graag!
Als beginnend reporter bij het weekblad ‘Panorama’ wilde u ruim tien jaar geleden infiltreren bij het Vlaams Blok, naar het voorbeeld van een Franse journaliste die hetzelfde had gedaan bij het Front National.
Alloo: Ja, maar dat werd mij afgeraden door mijn chefs. Die het gevaarlijk vonden en bang waren voor eventuele represailles. Nu kan ik dat natuurlijk niet meer, maar ik had het graag gedaan. Dat is het leukste aan het journalistieke vak: infiltreren, nieuws maken, tonen hoe zo’n partij functioneert zonder de camera’s erbij, zonder de façades. Het Blok was bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1988 doorgebroken in Antwerpen en dat bezorgde mij een soort throwing up-gevoel. Er werd geappeleerd aan mentaal snel in te pakken mensen. Toen stonden er nog geen tandartsen op de lijst, hè. Nu is het common sense aan het worden.
Geen zin gehad om op de verkiezingsavond verkleed als Hitler naar hun hoofdkwartier te gaan?
Alloo: Dat was het plan, daar is over gepraat. Maar ik heb het niet gedaan, mijn optiek is: geen tribune. Er is ook niets beter dan ze doodzwijgen, toch? Hen toch zeker niet aan het woord laten.
Er zijn een duizendtal analyses verschenen na de verkiezingen. In één daarvan stond dat sommige mensen misschien wel extreem-rechts hebben gestemd omdat te veel democratische politici zich aanstellen in amusementsprogramma’s zoals dat van u. Kunt u dat volgen?
Alloo: Nee, absoluut niet. Politici die zogezegd een schoon geweten hebben en sociaal en politiek correct zijn omdat ze alleen maar deelnemen aan duidingsprogramma’s en debatten, zijn dat de Grote Politici? Misschien is het wel de meest intelligente politicus die zich ook wel eens wil ontspannen in een leuk programma. Speelt die zijn geloofwaardigheid kwijt? Nee. Dat is even onnozel als zeggen dat Tomasz Radzinski een slechte voetballer wordt omdat hij een kleurrijk figuur is die graag gaat boemelen.
Maar zolang Radzinski scoort, is het goed. Politici verliezen misschien stemmen door zich in uw programma aan te stellen.
Alloo: Oké, het is misschien een rare vergelijking. Maar net als voetballers moeten politici hun job doen als politici. In het parlement, in de regering: dáár moet het gebeuren. Ik zou het zelfs durven omdraaien: politici die durven laten zien dat ze mensen van vlees en bloed zijn, dat ze een beetje humor op de lippen hebben en zichzelf wat kunnen relativeren, die behalen misschien meer stemmen dan de zelfbewuste politicus die totaal afgezonderd in zijn ivoren torentje leeft. Ik heb willen tonen dat politici niet wereldvreemd zijn. Het mysterie een beetje doorprikken, de oppervlakkige goudrand er afkrabben. Maar altijd waardig en hoffelijk. Speels penetreren in een aantal mediavelden, meer was het niet.
Een hoogtepunt qua speelse penetratie was uw verschijning als smurf in het VLD-hoofdkwartier na de voorzittersverkiezingen, waarover ‘De Standaard’ schreef: ‘Verhofstadt hield de waardigheid van het ambt in ere door buiten te blijven totdat zijn voormalige woordvoerder Guy Vanhengel de nar met enige nadruk op de stoep had gezet.’
Alloo: Foute boel. Kijk, dat is weer de zogenaamd opiniërende berichtgeving. Verhofstadt was er inderdaad nog niet en ik kan mij inbeelden dat hij als premier liever niet in mijn programma komt. Politici uit de oppositie doen sowieso altijd makkelijker mee. Nee, Vanhengel had tegen mij gezegd: ‘Doe uw ding, hoeveel tijd hebt u nodig?’ Ik zei: ‘Tien minuten.’ Ik heb dan gewoon mijn werk mogen doen, iedereen mogen interviewen die ik wilde en ik ben absoluut niet aan de deur gezet. Ik kan het u laten zien, want alles staat op band. Dus die opmerking in De Standaard is bullshit. Maar het staat natuurlijk wel mooier om te beweren dat men Alloo uit politiek fatsoen het pand heeft uitgezet, in plaats van te zeggen dat men hem tien minuten heeft gegeven om zijn werk te doen. Dat klinkt beter.
Als u zich verkleedt in smurf of wat dan ook, voelt u zich dan nooit…
Alloo:(veert op uit zijn stoel) Zeg het! Zeg het!
… belachelijk?
Alloo:(gaat weer zitten, bloedserieus) Nee. Anders zou ik het echt niet doen. Ik vind: die smurf, dat moeten we doen. De VLD is blauw en politiek is toch een beetje een smurfenspel. Als dat al niet meer kan, als smurf binnenvallen op een politiek feest waar alles glamour en glitter is, dan weet ik het ook niet meer. Ik heb nooit een bijsluiter bij mijn programma’s gevoegd, maar er zat ook een dubbele bodem in. Bij de VLD ging het om meer dan alleen maar die smurf, de vraag was ook: laten ze mij binnen? Doen ze mee? Kunnen ze erom lachen? Daar ging het ook over!
Zelfs Miel Dekeyser, auteur van ‘De media, een pretpark’, zat in uw programma.
Alloo: Hij heeft zijn boek zelfs voor mij gesigneerd: ‘Luk Alloo, gelukkig heb jij televisie door.’ Dat is toch fantastisch, als zo’n man dat tegen je zegt. Ik voel mij ook absoluut niet geviseerd door zijn boek. Die vervlakking: dat is toch ook wat ik wil aantonen in mijn programma. (lacht) Ze doen allemaal mee! En niemand die achteraf zegt: ‘Dit mag je niet uitzenden, want daar voel ik me niet lekker bij.’
Volgens de codes van de schijnjournalistieke politieke correctheid moet de vraag worden gesteld: waarom mag het Blok niet, en Kris Merckx van de PvdA wél in uw programma?
Alloo: Ik hou van die man, ik krijg altijd rillingen als ik hem bezig zie. Ja, het is een warme man.
Maar als hij het voor het zeggen heeft, wordt VTM misschien wel afgeschaft.
Alloo:(lacht) Ik weet het. Maar hij heeft zo’n charmante persoonlijkheid, hij meent het goed en hij heeft die dokterspraktijk en hij staat nog altijd op de barricade, met nul komma vier procent van de stemmen. Ik vind dat oprecht getuigen van een ongelofelijke klasse. Ik word daar week van. Mocht ik in Antwerpen wonen, ik zou misschien op hem stemmen. Ik vind hem consequent, hij heeft een hoog Anthierens-gehalte, die man.
U verwees daarstraks al naar Johan Anthierens. En in de eindejaarsvraagjes van ‘Humo’ wenste u iedereen ‘wat Johan Anthierens-gehalte’ toe. Waarin bestaat dat precies?
Alloo: Voor mij is dat: een beetje consequent en kritisch zijn, constant reflecteren over wat goede en slechte smaak is. Met de taal bezig zijn, met de speelsheid en de diepgang in de taal. Wat nog? Af en toe eens je emoties tonen en je niet altijd verstoppen achter rookgordijnen en mistbanken die je zelf optrekt. Een klein vleugje cynisme… Dat is voor mij Johan Anthierens.
Zie ook: Hugo Camps, een man die vaak opduikt in uw programma’s.
Alloo: Gelukkig dat Camps er nog is.
Zodat het altijd een beetje herfst kan zijn.
Alloo: Oh, maar die man is geen treurwilg, hoor. Maar als je eerlijk bent met jezelf, kun je toch niet zeggen dat het goed gaat? Een columnist of journalist kan het toch niet voortdurend over mooie dingen hebben, als ze er niet zijn? Wat is er nog mooi, wat is er nog vriendelijk, wat is er nog rechtlijnig? Neem nog maar de onverdraagzaamheid. Ik ga regelmatig uit in Antwerpen, ik weet hoe mensen in de cafés praten en wat ze roepen naar niet-landgenoten. Hoe gaan we dat oplossen? Door duidingsprogramma’s te maken op Canvas? Ik weet het ook niet meer, hoor. Gelukkig dat we Camps nog hebben, want die zégt het tenminste nog.
Misschien moet iemand beginnen met ‘De Nieuwe Zwijger’.
Alloo: Ik ben meer een tv-maker dan een schrijver, maar: prima, waar wacht u op? Ik was een fan van De Zwijger, maar dat blad is geflopt, hè. Er is niemand meer met het lef van Anthierens. Geen enkele journalist durft nog de vragen stellen die gesteld moeten worden. Sportjournalisten willen naar alle recepties gaan van Michel Verschueren, ze willen vriend aan huis zijn bij de topvoetballers. Wetstraatjournalisten willen woordvoerder worden van een minister, (lacht) of ze willen zélf minister worden. Journalistiek wordt gebruikt als een springplank naar een andere job, naar de ultieme ambitie.
Het engagement is zoek?
Alloo: Het heeft ook te maken met eerlijkheid, met wakker schudden, met een statement durven te formuleren. Wat lees je nog in de krant qua statement? Michel Vandenbosch moet eerst gaan filmen op de veemarkten voor de pers erop springt. Is er een zender die eraan denkt om zelf zulke opnames te maken? Nee, dat is te gevaarlijk, te riskant. Iedereen blijft liever low profile.
Waarom doet u het zelf niet? In die veilige cocon van het amusement hebt u makkelijk praten.
Alloo: Wel, daar komt verandering in. Als het mag, ga ik iets anders doen. Want de journalistieke honger is er nog steeds. Een paar jaar geleden ben ik eens gevraagd voor het VTM-journaal. Ik wilde dat wel, maar alleen als ik onderzoeksjournalistiek mocht doen, mezelf vastbijten in een dossier. Over alle mogelijke onderwerpen, van a tot z, van Analfabeten in Vlaanderen tot Zeevaart in Zeebrugge. Maar dat kon niet, omdat onderzoeksjournalistiek ongelofelijk duur is. Een journalist twee maanden aan een dossier laten werken, met het risico dat hij met niks terugkomt, dat gaat niet. Een tv-journalist moet elke dag een stukje maken, anders is hij niet rendabel.
Overdrijft u niet? Er zijn toch een paar onderzoeksjournalisten in Vlaanderen.
Alloo: Er zijn een aantal voorbeelden bij de schrijvende pers. Maar op tv zie ik ze niet meer.
Iets anders: u hebt ooit gezegd dat u de stichting van een politieke partij in overweging nam.
Alloo: Dat was om te lachen. Ik vind niet dat bekende gezichten in de politiek moeten gaan.
Terwijl u ongetwijfeld zelf onlangs bent aangezocht in Gent.
Alloo: Ja, door een aantal partijen zelfs.
U had schepen van Cultuur kunnen zijn.
Alloo: Ik weet het. Maar men moet mij niet vragen omdat ik toevallig met mijn kop op tv kom. Men zou mij ook niet vragen als ik bakker was. En daarmee is de kous voor mij af. Het is toch een domme redenering om mensen te vragen omdat ze nu even populair zijn. Terwijl ze totaal ondeskundig zijn. (lacht) Met alle lof voor Margriet Hermans, die haar mandaat volgens mij erg ter harte neemt. Ik erger mij ook aan het feit dat BV’s over alles een mening moeten hebben. Ik héb geen mening over pakweg de Amerikaanse presidentsverkiezingen, want mijn mening wordt voorgekauwd door de schijnjournalistiek. Ik ben een schijnjournalistiekconsument. Ik erger mij daaraan, dat mensen die op tv komen ineens hun gedacht over alles moeten hebben. Laat Etienne Vermeersch het zeggen, of Hugo Camps, of Jaap Kruithof.
Eigenlijk moet u ten spoedigste voor de VRT gaan werken.
Alloo: Is dat een vraag?
Een welgemeend advies. VTM heeft u op de bank gezet. Met voetballers doen ze dat om een contractverlenging af te dwingen.
Alloo: Ik geef geen commentaar op het stopzetten van Sterren en Kometen. Volgens de persdienst van VTM is mijn programma afgevoerd wegens tegenvallende kijkcijfers, dus dan zal dat wel zo zijn, zeker?
Maar u komt terug? Indien niet op VTM, dan elders?
Alloo: Absoluut. Wij zijn aan het brainstormen en aan het praten met iedereen die in ons geïnteresseerd is. Die met ons leuke dingen wil doen, ons goedgezind is en ons liefheeft.
Woestijnvis heeft zich financieel verankerd door een deal te maken met de VUM. Overweegt u zoiets met Xinix?
Alloo: Nee. Alle respect voor Wouter Vandenhaute, maar hij is een Makro-baas en ik blijf graag een kruidenier. Ik wil het overzicht behouden en ik heb geen zin om rekening te houden met aandeelhouders. Eigenlijk was Sterren en Kometen bedoeld als opvolger voor Duel, dat ik presenteerde op TV1. Maar dat zag TV1 niet zitten. Guy Helsen, de toenmalige programmadirecteur van VTM, vroeg mij iets later of ik niks voor VTM wilde doen. Mijn eerste antwoord was: ‘Nooit, ik ben Bart Kaëll niet!’ Ik heb het dan toch gedaan, op twee voorwaarden: dat ik mijn eigen programma mocht maken en niet met een of ander bestaand productiehuis. Ik had namelijk geen zin om de BMW’s te betalen van de bazen, die toch alleen maar je creativiteit aan banden leggen en verder geen klap uitvoeren. Ik ga ook niet naar recepties omdat dat goed zou zijn voor mijn carrière. Geen bullshit, cut the crap, geen flauwekul. Ik ga alleen naar recepties met een cameraploeg. Ik heb geen zin om op feestjes met mensen te praten die mij geen zak interesseren. Ik had veel verder gestaan als ik als presentator voor VTM had gewerkt, met een exclusiviteitscontract. Maar het gaat niet om het grote geld, het gaat om je ding doen, om niets tegen je zin doen. Ik heb ook geen zin om reclamespotjes in te spreken.
Ze vragen het u ongetwijfeld regelmatig. Mobistar, Proximus en Orange op kop.
Alloo: Alloo, wat een naam! Hij belt met Orange! Nee, ik doe het niet. Ik wil wel iets doen voor Amnesty International en voor Greenpeace, maar het is toch belachelijk dat iemand Samochips zou eten – met alle respect voor moeder Samo – omdat Alloo zegt dat het lekker is. Iedereen weet toch: hij doet het voor de poen. Ik hou niet van marketingtrucs en van commercie. Dat is altijd zo geweest. Het is toch niet omdat ik voor een commerciële zender werk, dat ik een andere houding heb dan vroeger. Ik ben nog altijd wie ik was. Ik bouw voort op de dingen die mij beïnvloed hebben: de muziek van Dylan, De Zwijger, het dagboek van Ché Guevara. Prachtige verhalen: hoe hij urineerde in zijn benzinetank toen hij zonder brandstof zat, bijvoorbeeld. (lacht) Het hielp niet, maar hij had het tenminste geprobeerd.
Even tussen haakjes: bent u uw leven niet aan het vergooien?
Alloo: Waarom? Omdat ik de wereld niet probeer te verbeteren met mijn tv-programma’s? Wat moet ik doen? Een debat, elke week? Moet ik Zinzen maken? Ach, ik geloof hoe langer hoe meer in de kracht van het geschreven woord. Maar u hebt een punt: waarom stap ik niet uit het tv-wereldje en ga ik bijvoorbeeld niet lesgeven? Wel, omdat Sterren en Kometen een Alloo-programma was. Anders had ik het niet gemaakt. Mocht ik nu een spelletjesprogramma maken, dan zou ik mijn leven helemaal vergooien. Trouwens, ik bén mijn werk niet, hoor. Mijn echte ambities liggen in mijn privé-leven.
U hebt een licentie aangevraagd voor een eigen tv-zender en werkt met Gust De Coster samen aan Radio Roxy. Hoe staat het met die plannen?
Alloo: Die tv-zender is geen prioriteit. We hebben daar sowieso te weinig aandacht aan besteed en als je ziet welke nieuwe zenders er allemaal op ons afkomen: TV2000, JIM-tv… En dat radiostation? Ik hoop dat we daarvoor een van die twee licenties krijgen, maar dat hangt af van minister Dirk Van Mechelen: kiest hij voor nog een Radio 2- of Donna-achtige zender of is er nog plaats voor iets anders? Voor een zender die John Cale, John Hiatt en Bob Dylan draait?
En de tv-plannen? Gedaan met trechters in de mond van Willy Sommers te stoppen? Serieuze documentaires maken voor Canvas?
Alloo: Dat zou ik volledig zien zitten. Maar vermoedelijk zal ik informatie en humor blijven combineren. Dus gedaan met trechters? Waarschijnlijk niet. Voor hetzelfde geld heet mijn volgende programma De Trechtershow. Of Alloo & Camps, met politieke achtergrond. Maar ook mét speelse filmpjes. Onderzoeksjournalistiek spreekt mij aan, maar ik speel ook graag. En ik ben niet van plan om dat speelse gezwel volledig uit mijn lichaam weg te snijden.
Joël De Ceulaer