Begin deze week worstelden ze in CD&V-kringen met de vraag of het wel zin had Jean-Luc Dehaene uit te sturen als wegbereider voor het formateurschap van Yves Leterme. Zij die hem kennen, beweren te weten dat Dehaene nauwelijks nog belangstelling kan opbrengen voor wat zich in de Wetstraat afspeelt. Bovendien valt voor hem weinig eer te halen uit deze opdracht. Een rooms-blauwe coalitie smeden uit vier partijen met kopstukken die elkaar veelal haten – het woord is niet te sterk – lijkt geen vakantieklus.
Dehaene zou dan ook een staatshervorming moeten inleiden waarvan hijzelf het nut niet inziet. Maar die staatshervorming is noodzakelijk om het kartel van CD&V en N-VA samen te houden. Zonder verregaande staatshervorming, en dus zonder N-VA, heeft rooms-blauw amper een Kamerzetel op overschot. Je moet al Gaston Eyskens heten om aan zo’n avontuur te beginnen.
Wat de komende regeringsformatie geen klein beetje bemoeilijkt, is de vaststelling dat de federale overheid na acht jaar Paars diep in de rode cijfers zit. Want belangrijker dan de confidentiële praatjes die informateur Didier Reynders de afgelopen weken hield, zijn de cijfers. Cijfers die hij als minister van Financiën hoort te kennen, maar die hij wellicht niet – tenzij opgesmukt – zal opnemen in zijn rapport voor de koning.
Voorlopig staat de teller op een begrotingstekort van bijna 3 miljard euro. De aftredende paarse regering van Guy Verhofstadt heeft namelijk de fiscale ontvangsten voor de eerste maanden van het jaar duchtig overschat.
Reken daar nog bij een aantal bedenkelijke eenmalige inkomsten, zoals de verkoop van gebouwen en de overnames van pensioenfondsen die werden ingeschreven maar niet uitgevoerd, en er moet al meer dan 3 miljard euro worden gevonden om de begroting 2007 in evenwicht te krijgen. Vanuit het Rekenhof kreeg Leterme in elk geval de raad mee vooraf de boekhouding van Paars grondig te inspecteren.
Daarbovenop viel ook het nieuws dat de kosten van de vergrijzing zonder meer werden onderschat, wat voor de komende jaren heel wat meeruitgaven tot gevolg heeft.
Wat overigens ook geldt voor de kosten van de ontmanteling van de nucleaire centrales. Die opruiming zal, volgens recente rapporten, 20 procent duurder uitvallen dan destijds geraamd, toen Paars besloot tegen 2015 uit de kernenergie te stappen.
Wie die bijkomende kosten zal betalen, is niet duidelijk. Wie de meerkosten níét zal betalen, weten we nu al: Electrabel.
Al wie destijds durfde te beweren dat de begrotingen van Paars veel weg hadden van de boekhouding van L&H werd als een slachtoffer van de toenemende verzuring beschouwd. Vandaag verkeert de Wetstraat in shock. Er wordt nauwelijks nog gereageerd als er weer eens een onheilstijding komt.
Maar het kan altijd erger. Directeur Marcia De Wachter van de Nationale Bank van België, de vlijtigste leerlinge van oud-gouverneur Fons Verplaetse, betoogt verderop in dit blad, met de nationale rekeningen in de hand, dat onze economische cijfers allesbehalve rooskleurig zijn.
De Belgische groeicijfers werden de afgelopen tien jaar opgeschroefd door een te hoge overheidsconsumptie. Tegelijk investeerde de overheid veel te weinig in de eigen infrastructuur.
Als er al sprake was van nieuwe banen, dan werden die grotendeels – 70 procent! – door de overheid gesubsidieerd.
Intussen blijft de werkgelegenheidsgraad in België onder die van de buurlanden. Onze uitvoer loopt terug, evenals de O&O (Onderzoek en Ontwikkeling) bij de bedrijven, die bovendien de eigen winsten afromen. En kennelijk is het ook met de vorming van de Belgische werknemers bedroevend gesteld.
Twee opmerkelijke reacties op de bevindingen van mevrouw De Wachter. Een eerste van liberaal vicepremier Patrick Dewael die de analyse als eenzijdig negatief beoordeelt en zegt dat daar zeker kanttekeningen bij kunnen worden geplaatst. Al blijft hij spaarzaam met die kanttekeningen.
De meest opmerkelijke reactie kwam van SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte. Die zei dat hij ‘geen nieuwe studies met veel gemeenplaatsen nodig heeft’ om te weten dat we het economisch minder goed doen dan de Scandinavische landen en ongeveer even goed als Frankrijk en Nederland. Wat hij en zijn partij de afgelopen acht jaar hebben gedaan om de door De Wachter aangeklaagde aftakeling van de Belgische economie te stoppen, blijft dan weer onbesproken.
Het is wellicht geen toeval dat sinds afgelopen weekend er in de salons rond het park van Brussel opnieuw hardop over de zin van een tripartite wordt nagedacht.
door Rik Van Cauwelaert