Artsen, ziekenhuisdirecteurs en ziekenfondsen doen slechts schoorvoetend voorstellen om de medische uitgaven te beheersen. De hete aardappel ligt weer op het bord van de regering.

De dag voor Allerheiligen kregen Vandenbroucke en zijn collega van Volksgezondheid Magda Aelvoet (Agalev) uitleg van voorzitter Gabriel Perl van de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen over het huiswerk van een task force om de pijlsnelle kostenstijging in de gezondheidszorg onder controle te houden. Vandenbroucke wou eind vorige week klaar zijn met een reactie. Maar dat is niet gelukt, omdat het rommelt in de paars-groene coalitie. Opnieuw, want bij de opmaak van de federale begroting van 2002 zorgde de ziekteverzekering ook voor hoogspanning. De Vlaamse liberalen hadden genoeg van de eeuwige geldhonger in de ziekteverzekering. Uiteindelijk sleepte Vandenbroucke toch 581,5 miljard frank uit de brand.

Hoewel bijna 40 miljard meer dan dit jaar, bleef hij daarmee 5 tot 10 miljard onder het bedrag dat hij zelf in gedachten had en ongeveer 20 miljard onder de zogeheten technische ramingen van de ziektekosten. Dat betekende dus het mes zetten in nieuwe initiatieven en beknibbelen op de uitgaven voor geneesmiddelen (8,7 miljard), medische honoraria (3,7 miljard), verpleging (1 miljard) en kinesitherapie (1,65 miljard). Tegelijkertijd vroeg de regering in een brief aan artsen, ziekenhuisdirecteurs en ziekenfondsen om tegen eind oktober voorstellen te doen om zo een kwart van de besparingen (5,1 miljard) mee te realiseren.

Die brief van 9 oktober herhaalde de pijnpunten die Vandenbroucke eerder had opgesomd. De uitgavenverschillen tussen Vlaanderen en Wallonië, maar ook tussen individuele artsen en ziekenhuizen kunnen niet meer onder de mat worden geveegd. Artsen en ziekenhuizen zijn financieel mee verantwoordelijk voor de overconsumptie van onder meer klinische biologie, medische beeldvorming en geneesmiddelen. En het kan niet langer dat specialisten de inkomsten van ziekenhuizen op peil houden door meer medisch-technische prestaties.

Dat verantwoordelijkheidsdiscours heeft voorlopig geen cultuurschok in de ziekteverzekering teweeggebracht. Integendeel. De kinesisten staan aan de klaagmuur en denken er niet aan om Vandenbroucke te helpen met een lijst van behandelingen die medisch gezien niet echt nodig zijn en dus geschrapt kunnen worden. Met de rusthuizen en verzorgingstehuizen is de minister verwikkeld in een klassiek welles-nietesdebat. Volgens de sector is er veel te weinig geld voor alle zorgbehoeften. Vandenbroucke zegt dat hij 46 miljard frank inzet, of 14 procent meer dan dit jaar en 15 procent van alle extra middelen die hij voor 2002 ter beschikking heeft.

VRIJBLIJVEND EN DEFENSIEF

De inspanningen van de medico-mut wijzen evenmin op een grote kentering. Voorzitter Perl regisseerde vier werkgroepen. Hun nota’s bevatten technische alternatieven, maar zijn in het algemeen vaag, vrijblijvend en defensief. De werkgroep die zich boog over de individuele verantwoordelijkheid van artsen meent bijvoorbeeld dat het meevalt met het aantal ‘flagrante outliers’ en wil pas vanaf 2003 denken aan financiële sancties voor buitensporig voorschrijfgedrag. De werkgroep ‘ziekenhuizen’ vindt dat er voor diagnostische technieken geen programmatienormen nodig zijn en dringt erop aan dat een besluit van augustus 2000 over een beperking van het aantal diensten voor nucleaire geneeskunde met een peperdure pet-scanner, zonder uitstel weer wordt afgeschaft. Dokter Jacques de Toeuf, die het grootste artsensyndicaat leidt en ook de Medisch-Technische Raad van de ziekteverzekering voorzit, twijfelt in een andere nota over het nut van richtlijnen voor een goede medische praktijk. Die maken de zaken volgens hem vaak duurder. Voor een hervorming van de nomenclatuur vraagt de Toeuf dan weer meer tijd. Die lange waslijst van medische prestaties en hun tarieven slorpt wel bijna een derde van de middelen van de ziekteverzekering op.

Ondanks die matige reacties wil Vandenbroucke zijn gesprekspartners in de ziekteverzekering niet bruuskeren. Hij gunt hun meer tijd. Maar door het financiële noodweer boven de gezondheidszorg kan hij veel knelpunten niet laten liggen. De geneesheren-specialisten doen echter hun lobbywerk bij de PRL en de PS is opnieuw zeer terughoudend om de uitgavenverschillen tussen noord en zuid weg te werken. De twee Franstalige meerderheidspartijen stellen daarmee niet alleen de zenuwen van Vandenbroucke, maar ook die van VLD-voorzitter Karel De Gucht serieus op de proef. Onmiddellijk na de begrotingsopmaak voor 2002 riep De Gucht al dat zijn PS-collega Elio Di Rupo zijn Waalse winkel maar zelf moet runnen als de misbruiken blijven voortduren.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content