Op 11 maart zelf was het nog niet duidelijk wie de bomaanslagen in Madrid had gepleegd: de mannen van Osama of die van de ETA. Voor de VRT was ter plaatse: André Vermeulen. André kent Spanje. Zij het alleen via het Eurovisiesongfestival. Ieder van ons herinnert zich ‘Eres tu’ van Mocedades, en wie het Spaans wat meer machtig is, kan zelfs de woorden meezingen van het taalkundig gesofistikeerdere ‘La la lala’ van Massiel.
In de studio: Phara de Aguirre, Bask! Weinigen steken de VRT naar de kroon als het erop aankomt de objectiviteit niet alleen in de feiten maar ook in de perceptie te realiseren. Phara is in de ETA opgegroeid. Twee zusters leiden de afdeling chemicaliën en explosieven, een vijftal broers verzorgt de opleiding in ontvoerings- en afpersingstechnieken, drie andere broers beheren de schietstand, nog een zuster geeft de voor ETA-militanten essentiële EHBO-cursus, en weer vier andere broers rekruteren in scholen en jeugdcentra. Bij Phara thuis waren ze met velen. Er zijn aanwijzingen dat één van hen, in de wilde jaren, premier Carrero Blanco in een hinderlaag heeft gelokt. Op familiefeestjes, in Aalst, wordt daar wel eens besmuikt om gelachen.
‘Andréke,’ begon Phara redelijk neutraal, ‘weten ze al welke moslimgroepering achter deze aanslag zit?’ Vermeulen, die in alle drukte de vraag maar half begrepen had, hield het bij een nietszeggend antwoord. Het onderzoek was nog aan de gang, en de regering deed haar best om de anti-Baskische gevoelens in het land onder controle te houden.
Phara negeerde die laatste opmerking en drong aan: ‘Andréke, de regering-Aznar betaalt duidelijk de prijs voor haar steun aan de oorlog in Irak. Hoe reageert de bevolking daar nu op?’ Bij Vermeulen sloeg de twijfel toe. De vragen die hij zelf vooraf aan Brussel had doorgegeven, waren wat de ETA met haar bommen hoopte te bereiken, en hoe deze aanslag paste in meer dan veertig jaar ETA-terreur. Hij besloot zich aan zijn eigen tekst te houden: ‘De ETA heeft al meer dan 800 moorden op haar geweten, en met deze nieuwe slachtpartij is het laatste greintje krediet opgebruikt.’
In Brussel begon Phara zich kwaad te maken: ‘Maar wat hebt gij het toch heel de tijd over de ETA? Wat heeft de ETA hier nu mee te maken?’ Vermeulen voelde de grond onder zijn voeten wegglijden, maar hield zich zo flink als de omstandigheden het toelieten: ‘De Spaanse regering legt de schuld duidelijk bij de Baskische…’
Phara had er genoeg van: ‘De Spaanse regering, de Spaanse regering… En dat kwaakt gij klakkeloos na? Is het al bij u opgekomen dat de Spaanse regering misschien zelf achter deze aanslagen zit? Om de Basken in een slecht daglicht te stellen en de mensen zondag op Aznar te doen stemmen. Of is dat voor u wat te hoog gegrepen, mislukte kabouter?’
André Vermeulen, als jurylid van Eurosong nochtans een en ander gewoon, was door deze wat al te trefzekere typering zo uit zijn lood geslagen dat hij niet meer wist wat te zeggen. ‘Hebt gij die bommen gezien?’ liet Phara niet meer los. Vermeulen wist niet zeker of hij nu ‘ja’, ‘nee’ of ‘weet niet’ moest antwoorden, maar besefte in een flits dat het thuis bij de andere leden van zijn herensociëteit een goede indruk zou maken als hij zich wat heldhaftiger voordeed dan hij in werkelijkheid was geweest. ‘Ja, ik heb die bommen gezien’, herstelde hij zich, iets uitdagender dan verstandig was.
In de studio viel Phara bijna omver: ‘Ge hebt die bommen gezien!? Zeg dat dan meteen, klojo. Wat zat erin, nitroglycerine of pentriet?’ Daar had Vermeulen uiteraard geen idee van, en bovendien werd hij lastiggevallen door enkele jonge Spaanse wichten, mogelijk slecht ingelichte aanbidsters, die zich naast hem in beeld wrongen en plagerig aan zijn pantalon stonden te trekken. Vermeulen redde zich zo goed als hij kon, en piepte: ‘Het tweede.’
Phara kon haar vreugde nauwelijks onderdrukken: ‘Pentriet? Dan is het niet van ons. Wij gebruiken alleen klassiek dynamiet.’ Vermeulen was totaal van slag, zeker toen een van de meisjes hem een metalen doosje in de hand stopte en het vervolgens op een lopen zette. In Brussel veerde Phara op uit haar rode coiffeursstoel: ‘Een ontsteker! Andréke, dat is een ontsteker! Doe een keer open, maar voorzichtig.’
In het hoofd van Vermeulen begonnen zich taferelen af te spelen die men normaal gezien alleen kan opwekken met een krachtig hallucinogeen. Maar omdat hij al de spot kon horen van mannen als Rudi Vranckx en Johan Depoortere, begon hij van lieverlee maar aan het deksel te prutsen. Voor Phara ging het niet snel genoeg: ‘Zitten er twee rode en twee blauwe draadjes in?’
Een verwonderde Vermeulen moest beamen dat dat zo was. ‘Er moet ook een wit draadje zijn’, drong Phara aan. ‘Waarschijnlijk hangt het los.’ Vermeulen had niet gedacht dat vrouwen over zoveel technische kennis beschikten, maar anderzijds stelde hem dat allerminst gerust. Met de angst in de ogen toonde hij het witte draadje aan de camera. Phara naderde haar climax, voor wie nog kan meestal het sein om ervandoor te gaan: ‘Tussen die twee blauwe draadjes moet ge een koperen schroefje zien’, had ze moeite om niet te juichen, ook in de Versteylensiaanse zin van het woord. ‘Ge moet het witte draadje onder dat koperen schroefje steken, en het dan met uw duim vast draaien.’
Twee tellen later vloog station Atocha met een verwoestende knal in de lucht. Het laatste wat we zagen van Andréke Vermeulen waren zijn schoentjes die bovenaan het beeld uit schoten. In de studio verwelkomde Phara Jef Vermassen en Edwin Van Fraechem.
Koen Meulenaere