NIEUW BEGROTINGSEXAMEN VOLGT SNEL
Na het sluiten van een akkoord over de begroting zit formateur Elio Di Rupo eindelijk in de laatste rechte lijn voor de vorming van een nieuwe regering. De samenhang van die coalitie van zes traditionele partijen zal vlug op de proef worden gesteld.
Formateur Elio Di Rupo (PS) is dankbaar omdat de bevolking zo veel geduld heeft. Allicht gelooft hij echt dat ze die politieke schouderklop na bijna 550 dagen wachten op een nieuwe regering op prijs zal stellen.
Geflankeerd door de voorzitters van de zes onderhandelende partijen (PS, SP.A, CD&V, CDH, Open VLD en MR) las Di Rupo vorige zondag hakkelend een tekst in twee talen voor over het bereikte begrotingsakkoord. De zichtbare vermoeidheid verhinderde niet dat hij de verantwoordelijkheid voor het eindeloos lange formatieparcours doorschoof naar de N-VA en haar voorzitter Bart De Wever. ‘Ik heb een jaar lang geprobeerd om met hem tot akkoorden te komen. Het heeft niets opgeleverd, niet voor België en niet voor Vlaanderen.’
Geduld krijgen Di Rupo en de zes partijen niet meer van de financiële markten, die de hele eurozone in het vizier nemen. De lange-termijnrente voor ons land heeft er de drempel van vijf procent ruim overschreden. Bovendien verlaagde Standard & Poor’s eind vorige week de kredietwaardigheid van België (van AA+ tot AA) omdat de overheidsschuld opschuift naar 100 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en omdat die financiële last extra gehypothekeerd wordt door de waarborg van 54 miljard euro die de ontslagnemende regering-Leterme drie weken geleden heeft gegeven voor de bad bank van de Dexia Group.
Slag om procenten
De geweerloop van het Amerikaanse ratingbureau tegen de slaap van Belgische politici miste zijn uitwerking niet. Zo is er nu een akkoord over de begroting van 2012, met uitlopers naar 2013 en 2014, en ook over een aantal sociaaleconomische hervormingen. De kernwoorden die Di Rupo ervoor bedacht heeft, zijn: evenwichtig, rechtvaardig, ernstig en verantwoordelijk.
Bij het terugdringen van het begrotingstekort tot 2,8 procent van het bbp volgend jaar, is die woordenmix na veel duw- en trekwerk tussen voornamelijk Di Rupo en Open VLD-voorzitter Alexander De Croo vertaald in 42 procent besparingen, 34 procent nieuwe belastingen en 24 procent andere maatregelen. Tegen 2014 zou het aandeel van de besparingen stijgen tot 53 procent, terwijl nieuwe inkomsten nog maar goed zouden zijn voor 28 procent van de sanering van de overheidsfinanciën. Een en ander heeft te maken met de slag die Di Rupo en de zes partijen leveren met de N-VA. Die heeft het over slechts 25 procent minderuitgaven en 75 procent nieuwe belastingen, vooral ten koste van de Vlamingen.
Het hangt er maar van af wat als besparingen en wat als inkomsten beschouwd wordt. Veel details zijn ook nog niet bekend. De grote blikvangers om in het begrotingsakkoord voor een regering-Di Rupo I tot een globale inspanning van 11,3 miljard euro in 2012 te komen, zijn dat wel. In de gezondheidszorg moet worden bespaard en wordt de jaarlijkse groeinorm voor de uitgaven (tijdelijk) verlaagd van 4,5 naar 2 procent (opbrengst: 2,3 miljard). Er wordt beknibbeld op het personeel en de werking van de overheidsdiensten (140 miljoen). Het geld voor ontwikkelings-samenwerking wordt bevroren (145 miljoen). De NMBS en Bpost besparen (263 miljoen). De gewesten betalen voor de pensioenen van hun ambtenaren en voor uitgaven zoals die voor het stedenbeleid (340 miljoen). Dienstencheques kosten 8,5 euro in 2013, maar blijven (gelimiteerd) fiscaal aftrekbaar.
Aan de inkomstenzijde zijn een nieuwe regeling voor bedrijfswagens (200 miljoen), een roerende voorheffing van 21 procent op in-teresten en dividenden en van 25 procent op opbrengsten van hoge vermogens (917 miljoen), en een beperking van de notionele-interestaftrek (1,6 miljard) de voornaamste klappers. De strijd tegen fiscale en sociale fraude moet bijna 1 miljard opleveren. De nucleaire heffing wordt verhoogd van 250 naar 550 miljoen. Banken betalen meer taks (390 miljoen) en meer aan het depositobeschermingsfonds (476 miljoen).
Een reeks ingrepen in de werkloosheid en de pensioenen levert een kleine 400 miljoen op, maar die maatregelen worden veelal gespreid in de tijd (zodat ze vaak pas ingaan op een moment dat Di Rupo I alweer verleden tijd is) en er blijven allerlei uitzonderingen gelden. Wachtuitkeringen voor schoolverlaters bijvoorbeeld worden inschakelingsuitkeringen. Werklozen krijgen eerst meer en daarna minder. Voor het pensioen blijft de wettelijke leeftijd 65 jaar. Vervroegd pensioen kan vanaf 2016 op 62 jaar (na een loopbaan van 40 jaar). De brugpensioenleeftijd voor bedrijven in moeilijkheden wordt – helemaal op maat van de sluiting van de warme lijn bij Arcelor Mittal in Luik – pas in 2018 op 55 jaar gebracht.
Veel voorbehoud
De vraag is hoelang die budgettaire constructie standhoudt. Er is alleszins veel voorbehoud. Zo is de globale saneringsinspanning 1 miljard kleiner dan het Monitoringcomité voor de Begroting berekende en structureel blijft ze 2 miljard achter op de Europese eisen. Onduidelijk is voorts hoe de meerkosten van de vergrijzing zullen worden opgevangen. Volgens Di Rupo zullen tekorten in de sociale zekerheid met nieuwe extra overheidsbijdragen worden gecompenseerd. Maar waar dat geld vandaan zou moeten komen als de economische groei volledig stilvalt – dat is wat steeds meer economen verwachten – is niet bekend. En ook de hoge langetermijnrente, die maandag tussen vijf en zes procent bleef hangen, doet de interestlasten in 2012 flink stijgen.
De kans is met andere woorden heel groot dat de regering- Di Rupo I al begin volgend jaar voor een nieuw begrotingsexamen staat en zodoende ook meteen voor een harde test van de samenhang van de zespartijencoa-litie. Die zal eveneens op de proef worden gesteld in de uitvoering van het akkoord dat Di Rupo begin oktober bereikte over de staatshervorming en een nieuwe financieringswet. Over de budgettaire repercussies van die communautaire afspraken, is in het begrotingsakkoord geen spoor terug te vinden (Brussel houdt nochtans al rekening met meer federaal geld) en van de MR is bekend dat die partij een en ander op de lange baan wil schuiven tot ze weer deel uitmaakt van de Waalse en de Brusselse regering. Omdat niemand van de voorzitters van de zes partijen minister in zijn regering wordt of wil worden, zal Di Rupo nog heel veel met hen rond de tafel moeten zitten.
Het wordt in die omstandig-heden ook uitkijken naar het oordeel van Europa. Eurocommissaris van Economische en Monetaire Zaken Olli Rehn is blij dat er zicht is op een begroting in België, maar houdt tegelijk vast aan de sociaaleconomische hervormingen die Europa graag doorgevoerd zou zien en die al in juni aan België werden uitgelegd. Het gaat dan onder meer ook over een hervorming van de loonindexering, maar die laat Di Rupo ongemoeid. Een studie over dat mechanisme, die voor binnenkort door de Nationale Bank is aangekondigd, zal worden doorgeschoven naar de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en daar vakbonden en werkgeversorganisaties weer tegen elkaar in het harnas jagen. Hun sterk uiteenlopende appreciaties van het begrotingsakkoord van Di Rupo zijn alvast geen teken van toenadering. De formateur en zijn partij komen eind deze week bovendien extra onder druk te staan als de drie grote vakbonden in een gezamenlijke betoging in Brussel een vuist maken tegen ‘blinde bezuinigingen’.
Steun in de overgang naar een nieuwe regering krijgt Di Rupo wel van de aftredende ploeg van Yves Leterme (CD&V). Die promoot staatsbons, moet alle zeilen bijzetten om het tekort dit jaar op ongeveer 3,6 procent van het bbp te houden, en werkt een regeling met voorlopige twaalfden voor de eerste maanden van 2012 uit. Om het komende Autosalon voor te zijn, schrapt ze daarbij ook een ecokorting voor milieuvriendelijke wagens. Dat is zo overeengekomen in de formatie, en anders zou de nieuwe regering die 328 miljoen euro al onmiddellijk aan haar neus zien voorbijgaan. Het toont aan hoe hoog het water aan de lippen komt.
DOOR PATRICK MARTENS