De komst van de nieuwe Woestijnviszenders leidt tot grote nervositeit in televisieland. Alle tv-stations proberen te scoren met een pak nieuwe programma’s. Toch zijn er Vlamingen aan wie het grote najaarsoffensief volstrekt voorbijgaat. Een portret van drie gezinnen zonder televisie.

Drie grote zenders strijden dit najaar om de gunst van de Vlaamse kijker. Die krijgt de komende weken nieuwe fictie-series, talkshows en allerhande spelletjes voorgeschoteld. Kranten staan vol met voorbeschouwingen en interviews. Vooral de programma’s van Vier worden met argusogen gevolgd. Het is ge- leden van 1989, het geboortejaar van VTM, dat er nog zo’n strijd om de kijker is geleverd.

De commerciële zenders staan steeds meer onder druk. Digitale kijkers kiezen vaak voor uitgesteld kijken en diensten als ‘net gemist’ of ‘iwatch’. Tot grote onvrede van de adverteerders. Kijkers die reclame- blokken doorspoelen, bestaan in hun logica niet. Woestijnvis haalt zelfs Mark Uytterhoeven van stal om de reclameblokken ‘creatief te verpakken’.

Het najaarsoffensief op tv mag dan wel overal druk besproken worden, aan Nicolas Susswein (38) gaat het volledig voorbij. Geen De Slimste Mens ter Wereld of Deadline 14/10 voor hem. Hij heeft al twintig jaar geen televisie en vindt het best zo. ‘Het is eigenlijk toevallig gekomen’, legt hij uit. ‘Toen ik achttien jaar was en alleen ging wonen, bestond er nog kijk- en luistergeld. Ik vond dat gewoon te duur en zag het nut niet in van een televisie. Later is het een gewoonte geworden. Zelfs nu ik twee kindjes heb, is er geen behoefte aan een televisie. Als ik zie hoe kinderen die thuis televisie hebben soms reageren en hoe afhankelijk ze ook zijn van dat bakje, dan ben ik blij dat mijn kinderen dat niet hebben. Ze weten dat er geen televisie is en hebben daar geen probleem mee. Filmpjes kijken doen we wel. Die projecteer ik met een beamer. Ik heb niets tegen een goeie film.’

De interieurontwerper uit Antwerpen vindt het eerder een voordeel om geen televisie te hebben. Zo heeft hij tijd voor hobby’s: tekenen, muziek beluisteren, lezen. ‘Ik mis het absoluut niet. Ik vind tv-kijken vooral tijdverlies en een teken van luiheid. Natuurlijk zijn er weleens interessante programma’s, maar er zit toch veel rotzooi tussen. Realityshows en dergelijke. Soms denk ik dat er echt iets ernstig mis is. Vrienden zeggen me soms: je moet eens kijken naar dit of dat programma, het was geweldig. En als ik dan kijk op internet, vind ik het maar niets. Het lijkt soms alsof mensen die vaak televisiekijken ook stommiteiten leuk beginnen te vinden, alsof ze de norm van wat ze goed vinden aanpassen aan wat ze doorgaans te zien krijgen.’

Voor heel wat mensen bepaalt de televisie ook hun dagindeling, stelt Nicolas Susswein vast. ‘Ik ken mensen die op sommige tijdstippen geen afspraak kunnen maken, omdat ze dan naar een of ander programma moeten kijken. Of die alleen maar op vakantie willen naar een plek waar televisie is met de hun vertrouwde zenders. Normaal kun je dat toch niet noemen. Het lijkt wel of die televisie gebruikt wordt door een macht die het volk rustig moet houden. Misschien heb ik te veel fantasie, maar ik stel me daar wel vragen bij.’

Benieuwd naar de nieuwe najaarsprogramma’s die toch veelbelovend klinken, is hij niet. Al vindt hij het soms wel jammer dat hij niet altijd kan meevolgen in gesprekken. ‘Het is opvallend hoe vaak mensen zinnetjes of citaten uit een televisieprogramma gebruiken. Denk maar aan ‘I know nothing, I’m from Barcelona’ uit Fawlty Towers. Dan moet ik dus afhaken. Tele-visie is in vele milieus vaak het gespreksonderwerp. Mensen zijn zich daar niet altijd van bewust. Dat valt vooral op wanneer je – zoals ik – niet kunt meepraten.’

Grotere groep

Mensen zonder televisie zijn er steeds meer, bevestigt ook professor Lieven De Marez en zijn team onderzoekers van het Interdisciplinair Instituut voor Breedband Technologie (IBBT). Zijn team lanceerde vier jaar geleden de Digimeter, een jaarlijkse grootschalige enquête bij Vlaamse gezinnen naar hun mediagebruik.

‘We zien inderdaad dat het aantal Vlamingen zonder televisie lichtjes toeneemt’, stelt De Marez. ‘In 2009 bleek 98,3 procent van de Vlamingen een televisie te hebben en dus 1,7 procent niet. In 2011 had 97,1 procent een televisie en dus bijna 3 procent niet.’

De Digimeter onderzoekt ook het gebruik van de televisie. Van de groep met televisie kijkt een derde naar een klassiek toestel, de overgrote meerderheid gaat voor een flatscreen. Meer dan een op de vier (26,4 procent) heeft een toestel jonger dan een jaar. De meest gangbare plaats om tv te kijken blijft de woonkamer (97,5 procent).

De Marez: ‘Nog opvallend: 12 procent van de mensen met televisie geeft aan zelden tot nooit tv te kijken. Van de andere kant geeft 1 procent van de tv-lozen aan dat ze wel soms naar programma’s kijken via een andere weg. Ze sluiten zich dus niet noodzakelijk af van de televisiecontent. Ze kijken via tablet of computer. Zo blijven ze evengoed op de hoogte.’

Op de hoogte is Hilde Ingels zeker. Als lector Religie, Zin-geving en Levensbeschouwing in de opleiding Journalistiek aan de Arteveldehogeschool is dat ook nodig. ‘Wij luisteren naar de radio, lezen kranten, volgen berichten op internet. Om ‘mee’ te zijn, heb je echt geen televisie nodig.’

Ooit had het gezin wel een klein televisietje. ‘Toen onze oudste kinderen, een tweeling van twaalf jaar, geboren waren, wou ik naar de Olympische Spelen kunnen kijken. Maar na mijn bevallingsverlof is die tv nooit meer bovengehaald. Om eerlijk te zijn, zou ik niet weten wanneer ik zou moeten kijken. Mijn man en ik hebben nogal veel engagementen: gehandicaptenwerking, koor, sport, buurtwerking en een gezin met vier kinderen. We mogen al van geluk spreken als we tijd vinden om een boek te lezen.’

De kinderen, nu twaalf, tien en acht jaar, zijn het ook helemaal gewoon. Hilde: ‘We hebben sinds vorig jaar wel een groter computerscherm gekocht. Als we echt een programma willen zien, dan kijken we via het internet. Dat zijn dan meestal duidingsprogramma’s van de VRT. We halen ook geregeld dvd’s uit de bibliotheek. Die be- kijken onze vier kinderen dan nog het liefst op een kleine laptop. Dat vinden ze gezelliger. We merken dat ze ook liever buiten spelen, gezelschapsspelletjes spelen of een boek lezen. Tijdens de vakantie hebben ze vaak kruiswoordraadsels of andere puzzels opgelost. En luister-cd’s zijn hier ook nogal populair.’

De kinderen zelf zijn ook goed op de hoogte, vindt Hilde. ‘Ze lezen elke dag net als wij De Standaard en lezen ook de Jommekeskrant, de kinderbijlage van Het Nieuwsblad, die oma voor hen bijhoudt. Zo weten ze bijvoorbeeld perfect wie de deelnemers zijn aan Junior Eurosong. Zo doen mijn man en ik het ook. Op het werk vangen we wel wat op over televisieprogramma’s en we lezen erover in de krant. Je hoeft dus echt niet naar het programma te kijken om erover te kunnen meepraten.’

De voorbije sportzomer volgde het gezin op het grote computerscherm. ‘Je kon gewoon alles volgen via sporza.be. Voor ons is geen televisie hebben de normaalste zaak ter wereld. En nee, we hebben niet het gevoel dat we iets missen. We leven wel degelijk in deze wereld, maar we zijn wat selectiever.’

Antennekijkers

In de woonkamer van Bert Goeman (35) staat wel een televisie. Maar een kabelaansluiting is er niet. ‘We kunnen met onze antenne Eén, Canvas en Ketnet ontvangen. En dat is voor ons voldoende’, klinkt het. ‘Naar al de rest kijken we toch niet. En ja, de hele heisa over het nieuwe televisieseizoen gaat aan ons voorbij. Maar dat vind ik eerder een voordeel. We kunnen inderdaad niet meepraten, maar mensen die over televisieprogramma’s praten, probeer ik sowieso te mijden.’

In zijn woonkamer staat wel een uitgebreide collectie dvd’s. ‘Ik heb vier kinderen en als die Ketnet beu zijn, kijken ze gewoon een filmpje. Zelf knutsel ik graag en mijn vriendin luistert naar muziek of leest een boek. Denk niet dat we ons zitten te vervelen. We zien het vaak bij kennissen. Die mensen hebben digitale televisie met een gigantisch aanbod aan zenders, maar kijken ongeveer negentig procent van de tijd naar de drie zenders die wij ook hebben. Waarom dan al die moeite doen?’

Antennekijkers zijn doorgaans vrij ideologisch gemotiveerd, weet ook de Gentse professor nieuwe communicatietechnologieën Erik Dejonghe. ‘We dachten lange tijd dat antennekijkers mensen waren die zich niet konden aansluiten op de kabel. Op dit moment is 98 procent van de Vlaamse gezinnen aansluitbaar op het kabelnetwerk. We zien echter dat slecht 88 procent daarvan effectief een kabelabonnement heeft. Die veronderstelling klopte dus niet.’

De antennekijkers doen dat meestal heel bewust, stelt professor Dejonghe. ‘Het zijn vaak gezinnen met kinderen. De ouders hebben liever niet dat hun kinderen naar commerciële zenders kijken. Ze kijken met andere woorden nog liever naar een leeg aquarium dan naar televisie met reclame. Dat is heel opvallend.’

Dat niet iedereen mee wil, ook al is het aanbod er, merkt professor De Jonghe ook bij het digitale televisiekijken: ‘De groep digitale kijkers blijft wel stijgen, maar de groei ervan is in twee jaar wel bijna gehalveerd. In het laatste kwartaal van vorig jaar nam het aantal digitale televisiekijkers in Vlaanderen toe met 8,33 procent. Maar aan het eind van 2009 groeide dat aantal bijna 16 procent.’

Eind 2011 keek ongeveer 75 procent van de Vlaamse gezinnen digitaal. Naast een groep verwachte ‘achterblijvers’, vooral ouderen die geen nood hebben aan nieuwe technologieën, is er volgens professor Dejonghe nog een belangrijke groep die niet toehapt: jonge tweever- dieners. ‘Zij kiezen er bewust voor om niet in te stappen in het digitale verhaal. De argumenten zijn vaak dat ze geen tijd hebben om televisie te kijken of dat televisie hen helemaal niet interesseert. Vaak hebben ze ook kleine kinderen die nog te jong zijn om het digitale kanaal van Studio 100 te willen zien. Soms verandert dat wel als de kinderen daar naar vragen, omdat ze erover horen praten op school. Dan ontstaat er in het gezin een grotere nood aan meer kanalen. Maar er zullen altijd mensen zijn die er bewust voor kiezen om niet in te stappen. Dat heb je bij alle nieuwe ontwikkelingen.’

DOOR CATHY GALLE / FOTO’S FILIP NAUDTS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content