Nee, we zijn niet met te veel
Keer op keer krijgen we te horen en te lezen dat overbevolking de reden is waarom we de grenzen aan de aarde blijven overschrijden. Voorstellen voor geboortebeperking hebben steevast de meest kwetsbaren, bij voorkeur op een ander continent, als doelwit. Maar is overbevolking wel zo’n grote boosdoener?
Het is met grote bezorgdheid om de mensheid, stelt industrieel ingenieur Fons Jena, dat hij pleit voor een wereld met minder mensen. ‘Veel milieuproblemen en sociale conflicten zijn een gevolg van te veel mensen, of zouden minstens eenvoudiger op te lossen en minder hinderlijk zijn met minder mensen’, schrijft hij in het voorwoord van zijn boek Wij zijn met te veel.Een pleidooi voor een herbergzame wereld. ‘Begrijp me niet verkeerd’, voegt hij er meteen aan toe. ‘Een kleinere bevolkingsgrootte is zeker geen universeel geneesmiddel, maar het is wel een universele “vereenvoudiger van problemen” met een heleboel voordelen. Het is geen voldoende voorwaarde, maar wel een noodzakelijke voorwaarde voor een betere wereld.’
Voor Fons Jena is overbevolking allerminst een ver-van-mijn-bedshow. Hij roept op tot wat hij overbevolkingsactivisme noemt. Overbevolking is volgens hem een taboe dat we moeten doorbreken. Hij legt dan ook een aantal voorstellen op tafel om bevolkingsgroei aan te pakken, zowel lokaal als nationaal en internationaal.
Is dit pleidooi niet wat simplistisch? Sommige van zijn stellingen, zoals het feit dat overbevolking een taboe zou zijn, doen op zijn minst de wenkbrauwen fronsen. En: hoe valt zijn betoog om minder kinderen te maken te rijmen met de onverbiddelijke wil om mensen langer te doen leven? Denk maar aan de transplantatie van een genetisch gemanipuleerd varkenshart begin dit jaar bij een 57-jarige Amerikaan. Wie zal bepalen voor wie er aan geboortebeperking moet worden gedaan? In de spiegel zal de mens zelden willen kijken. Is dit niet gewoon een zoveelste manier om de schuld in de schoenen te schuiven van de zwaksten in onze samenlevingen?
Van voedseltekort naar klimaatcrisis
Overbevolking gaat over data, maar evenzeer over ideologie. Het is precies op dat laatste aspect dat VUB-demografe Soumaya Majdoub focust in haar boek Consumeren als konijnen. De overbevolkingsmythe. Ze ontwart in dit essay de onderliggende ideologie van het discours over overbevolking. Ze kijkt daarbij niet alleen naar wat dat betoog inhoudt, naar wie het uitdraagt en de bijbehorende historische context, maar ze neemt ook het taalgebruik onder de loep. Majdoub analyseert de gebruikte metaforen en zoekt naar de link tussen het heden en het verleden in het discours.
Waarschuwingen voor overbevolking zijn even oud als de mensheid. In de moderne geschiedenis vinden ze hun oorsprong in de theorie van de Britse demograaf Thomas Malthus en de bekommernis om voedseltekort. Begin 19de eeuw was de vraag vooral hoe men de toenemende massa gevoed zou krijgen. Het probleem van armoede en honger werd gelinkt aan het hebben van veel kinderen. Daarbij werd vooral naar Afrika gekeken. Overbevolking werd als een bedreiging gezien, en minder kinderen krijgen leek de ultieme oplossing voor heel wat problemen.
‘Het klopt dat de wereldbevolking tussen 1950 en 2015 is verdrievoudigd. Het klopt echter ook dat het bruto binnenlands product in 2015 twaalf keer groter was dan in 1950. De economie groeide dus vele malen sneller dan de bevolking’, schrijft Soumaya Majdoub. ‘Vandaag is een veel groter deel van de wereldbevolking beter gevoed dan op eender welk ander moment in de geschiedenis’, voegt ze eraan toe.
‘Overbevolking is een relatief begrip’, beweert de demografe. Het is een begrip dat gebaseerd is op angst, en het heeft vele levens. De angst om ‘overweldigd te worden door de “inferieure” volkeren’ leeft zo ook vandaag nog voort, schrijft ze. Ook anno 2022 beschouwen leiders van de vroegere koloniale machten, met name Frankrijk en Groot-Brittannië, de demografische transitie als ‘de grootste uitdaging voor Afrika’.
‘Haast obsessioneel werd vroeger gekeken naar de reproductie door niet-Europese volkeren. Hun voortplanting moest en zou afgeremd worden. Tot vandaag leeft die idee verder in de vorm van de “Grote Omvolkings- theorie”. Het duikt op wanneer we spreken over migratie en de “stromen” vluchtelingen die ons hier zullen “overrompelen”. Allerlei metaforen om te beschrijven hoe “minderwaardige” volkeren en hun culturen hier zullen belanden, zijn terug te brengen tot de eugenetica (het zogenaamd verbeteren van de genetische samenstelling van een populatie, red.) en de overbevolkingsmythe’, aldus Majdoub.
Puur bedrog
Het is intussen bewezen dat er meer dan genoeg voedsel is, maar dat dat lokaal en mondiaal ongelijk wordt verdeeld. Vandaag wordt overbevolking niet meer gelinkt aan voedseltekort maar aan de klimaatverandering. De menselijke bevolking zet een grote druk op het milieu, horen we. Als we met minder zijn, hebben we minder ruimte nodig, consumeren we minder en produceren we minder CO2, toch?
‘De groei van de bevolking is slechts verantwoordelijk voor minder dan een derde van de stijging van de consumptie, en dus van de impact op het klimaat en het verbruik van grondstoffen. Uiteraard, meer mensen op aarde betekent ook een stijgende vraag naar huisvesting en een impact op groene ruimtes, natuur, de kwaliteit van het water… Maar bevolkingsgroei is niet de voornaamste oorzaak van de klimaatverandering en de verloedering van de aarde’, schrijft Soumaya Majdoub.
Bovendien zou dat argument vooral een westerse vrees voor onderbevolking maskeren. Majdoub gaat verder: ‘Wijzen op de impact van overbevolking op het ecosysteem en de link leggen met de klimaatverandering maskeert vooral een vrees voor onderbevolking. Geen enkel continent kent een lagere vruchtbaarheid dan Europa. Toch ontstonden net hier de eerste theorieën over overbevolking en werd van hieruit een overdramatisch wereldbeeld geëxporteerd.’
En dat is ook het punt dat journaliste Tine Hens maakt in haar boek Het is allemaal de schuld van de Chinezen! ‘Het aantal mensen op aarde verminderen naar voor schuiven als oplossing voor het klimaatprobleem, is puur bedrog’, zegt ze in een gesprek met MO*. ‘De oorzaak en de oplossingen elders zoeken en naar anderen wijzen, is een subtiele manier om de ware aard van het klimaatprobleem te ontkennen.’
‘Het is nogal naïef om te veronderstellen dat onze impact op het klimaat sowieso kleiner zal zijn als we met minder zijn’, zegt Hens. ‘Zolang we in een model van overconsumptie zitten, is dat gewoon niet waar. Stel dat er maar een half miljoen mensen op deze planeet zou zijn. Als zij leven zoals de één procent rijksten der aarde is het probleem even groot.’
Bovendien zou wie naar de vruchtbaarheid kijkt consequent moeten zijn en ook naar de vergrijzing moeten kijken. ‘De cijfers spreken voor zich’, zegt Hens. ‘Het gaat er niet zozeer om dat er te veel kinderen worden geboren, maar dat we gewoon langer leven. Wie het argument overbevolking au sérieux neemt, zouden we eigenlijk moeten horen pleiten voor euthanasie vanaf tachtig jaar en tegelijkertijd inzetten op onderwijs voor meisjes, gelijke kansen voor vrouwen, enzovoort.’
Consuminderen
‘Dat het aantal mensen op aarde een impact heeft, is duidelijk. Maar het is niet puur het aantal mensen dat van belang is. Wat telt is hoe die mensen produceren en consumeren’, benadrukt eveneens demograaf Patrick Deboosere.
De relatie tussen consumeren en produceren is complexer dan het op eerste zicht lijkt, maar beide zijn belangrijk. ‘Als je naar de productie in België kijkt, dan zie je dat één enkel bedrijf, Arcelor Mittal, verantwoordelijk is voor de grootste uitstoot van CO2 in België’, vertelt Deboosere. ‘Maar dat zegt niets over het consumptieverhaal van de Belgen. Een deel van de productie van CO2 die het gevolg is van de consumptie bij ons, kan in totaal andere landen gebeuren, in China misschien, waar dan weer goederen geproduceerd worden die we hier consumeren.’
Dat is slechts het individuele luik van het verhaal. Want het consumptieverhaal heeft ook te maken met het hele systeem waarin we zitten. Een systeem dat niet gericht is op duurzame goederen. ‘Verbruiksgoederen zoals bijvoorbeeld wasmachines of iPhones worden zo gemaakt dat je ze snel moét vervangen’, vervolgt Deboosere. ‘Ons systeem van produceren is erop gericht om de ruilwaarde en niet de gebruikswaarde van goederen te valoriseren.’
De manier waarop we consumeren en produceren is niet alleen de belangrijkste factor in het aanpakken van het klimaatprobleem. Het is ook de vermenigvuldigings- factor die het snelst kan worden bijgestuurd. ‘Mensen die bevolkingsgroei als groot probleem naar voren schuiven,’ zegt Deboosere, ‘zien ook vaak over het hoofd dat er in de bevolkingsgroei een soort momentum zit dat niet zomaar vanzelf verdwijnt. De bevolking in de wereld heeft een bepaalde leeftijd, heeft een structuur. Zelfs als we de vruchtbaarheid van 2,5 naar 2 naar beneden zouden halen, zal de bevolking gedurende een periode blijven groeien.’
En natuurlijk is er ook nog die stijgende levensverwachting. ‘We gaan nog ongeveer één miljard mensen hebben die langer op aarde zijn door het feit dat we er voortdurend voor zorgen dat mensen minder vroeg overlijden’, zegt de auteur van Lang Leve De Vergrijzing.
Het aantal mensen op onze planeet ligt tussen 7,7 en 7,9 miljard. Tegen 2100 zouden er 11 miljard mensen op aarde zijn. ‘Deze projecties zijn gebaseerd op het huidige fertiliteitscijfer in elk land. Maar er zijn verschillen van land tot land, en deze cijfers kunnen snel veranderen. We hebben in het verleden gezien dat in sommige landen de daling bijzonder snel kon gaan, zelfs zonder maatregelen van de overheid. In Iran bijvoorbeeld is de fertiliteit op elf jaar tijd gehalveerd van vijf kinderen naar twee kinderen. Het is dus mogelijk dat we nooit boven de 10 miljard mensen zullen uitkomen en dat we veel vroeger, in 2070 al, een daling krijgen van de wereld- bevolking.’
Welvaart anders invullen?
Om het klimaat te redden moeten we ons productie- en consumptiegedrag aanpakken. Iets wat in het welvarende Westen moet gebeuren. Is het echter niet zo dat iedereen welvaart nastreeft, en dat het een kwestie van tijd is voor die manier van leven zich overal verspreidt?
‘Dit hangt natuurlijk af van hoe we welvaart definiëren’, repliceert journaliste Tine Hens. ‘Binnen welvaart heb je fundamentele zaken zoals gezondheidszorg, onderwijs, kansen voor iedereen. De vraag is of we welvaart puur materieel kunnen blijven invullen. Wat doet dat met onze gezondheid? Wat doet dat met de gezondheid van de planeet? Ik denk dat er in andere landen en in andere culturen veel wijsheden en inzichten te rapen vallen over de manier waarop we zouden moeten omgaan met onze planeet. We moeten afstappen van de tunnelvisie dat “onze welvaart” de beste is, want die is gebaseerd op het vernietigen van de halve planeet.’
Soumaya Majdoub heeft het over het ecofeminisme als oplossing. Patrick Deboosere en Tine Hens van hun kant hebben het over een globale aanpak. ‘Het gaat ook over de arbeidersbeweging, over de antikoloniale beweging en alle vormen van onrecht en ongelijkheid’, zegt Deboosere. ‘Het heeft te maken met hoe onze wereldeconomie in elkaar zit’, benadrukt Hens. ‘Het koloniale tijdperk is misschien voorbij, maar hoe het economische systeem georganiseerd is, is redelijk koloniaal. We halen grondstoffen uit het Zuiden. Vaak wordt het zelfs niet toegestaan dat er daar ter plaatse ook verwerkingscapaciteit ontstaat, terwijl dat voor die landen nodig is om een eigen economie te ontwikkelen. We pakken de klimaatverandering niet aan omdat we het economische systeem niet aanpakken.’