Ewald Pironet
‘Nederland presenteert vandaag begroting, wij moeten er nog aan beginnen’
Onze begroting is traditioneel het resultaat van nacht- en haastwerk en staat vol morsige definities en mistige cijfers.
Misschien zucht u al bij het lezen van het woord ‘begroting’. Al die cijfers en procenten, wat moet u daarmee? Nochtans is de begroting essentieel voor het regeringsbeleid: ze schat in hoeveel inkomsten er zullen zijn en waar die vandaan komen. En ze geeft aan hoe groot de uitgaven zullen zijn en waar die naartoe gaan. De begroting gaat over heel concrete zaken, zoals belastingverhogingen en besparingen en dus over uw portemonnee.
In Nederland werd er eind augustus al een begrotingsakkoord afgesloten en dat wordt vandaag, op Prinsjesdag, gepresenteerd. Het klopt dat de Nederlandse regering ontslagnemend is, maar de begrotingsopmaak wordt er tijdig aangepakt en de voorstelling is traditioneel op de derde dinsdag van september. Dan krijgen de Nederlanders een helder overzicht van de overheidsinkomsten en -uitgaven.
In België moeten we er dan nog aan beginnen. Tegen 15 oktober moeten we alles bij de Europese Commissie indienen. Onze begroting is traditioneel het resultaat van nacht- en haastwerk en staat vol morsige definities en mistige cijfers.
Vandaag weten we nog altijd niet van welke cijfers de regering zal uitgaan, al liet het Planbureau begin deze maand weten dat het een zware klus wordt, want het begrotingstekort is opgelopen tot 30 miljard euro. Dat betekent een tekort van 5 procent van het bbp, terwijl we aan Europa hebben beloofd om dat terug te dringen tot 4,2 procent, wat nog altijd ruimschoots boven de geëiste 3 procent zou zijn. Met die 5 procent scoort België na Malta en Slowakije het slechtste cijfer in de EU.
Ondertussen loopt onze overheidsschuld op tot 106 procent van het bbp. Geen probleem, volgens de Leuvense econoom André Decoster in De Morgen: ‘Er is geen enkele reden om aan te nemen dat een schuld van 60 procent beter zou zijn dan een van 105 procent.’ Hij zou het jaarverslag van de Nationale Bank, gratis te vinden op haar site, een keer moeten lezen. Daarin wordt met cijfers uitgelegd dat ‘de begrotingssituatie van de Belgische overheden zorgwekkend is en de onhoudbare uitgavengroei dringend moet worden aangepakt.’
Ja maar, zegt Decoster nog, ‘je dóét ook iets met het geld dat je geleend hebt’. De voor de hand liggende vraag wordt niet beantwoord: wat doet België met dat vele geleende geld? Zijn onze wegen bijvoorbeeld beter dan in Nederland, dat een staatsschuld van 50 procent heeft? Nee, integendeel. Vervult onze overheid haar kerntaken beter? Functioneert justitie bijvoorbeeld beter bij ons? Nee, helemaal niet. België heeft dus niet alleen een hoge overheidsschuld, we krijgen bovendien geen waar voor ons geld.