In De Standaard van 21 juni werd Patrick Dewael geïnterviewd. Grote kop: ‘Het kan wél lukken tegen 15 juli.’ Een stelling die eens te meer getuigt van het indrukwekkende inzicht van zaken bij de ontslagnemende vicepremier.

Vraag van de interviewers: ‘In de doorgaans goed ingelichte rubriek Bladspiegel van Knack stond dat de koning al in Toscane bij Guy Verhofstadt is geweest om een nieuwe terugkeer voor te bereiden.’

Dat was niet helemaal juist, er had gestaan dat de koning naar Toscane zou gaan, afspraak eind juli, maar dit terzijde. Lezen wij nu het antwoord van de heer Dewael: ‘Laat ons bij de realiteit blijven.’ Merk de geringschattende toon, én de taalfout.

‘Wat de realiteit in deze rubriek aangaat, zou uitgerekend Patrick Dewael beter moeten weten. Had hij daar wat meer in geloofd, hij zou nu niet zo veel kosten hebben aan zijn woning te Tongeren. Het behangsel is niet naar haar zin, echt parket vindt ze mooier dan het armoedige laminaat waarmee die vorige blijkbaar content was, de oprit dient dringend heraangelegd, het water in het nieuwe zwembad is veel te koud, en ze eist een smaller bed: ‘ Wíj hoeven toch geen twee meter uit elkaar te liggen.’ Werken doet ze ook al niet te fanatiek meer, sinds dat contract van 35.000 euro met Fientje Moerman haar door de neus werd geboord. De onderwerpen op het einde van het Journaal zijn er iets minder jolig door geworden.

Maar laten we inderdaad bij de realiteit blijven. Dat Verhofstadt nog eens zou terugkomen, was al een kant-en-klare afspraak tussen de ex-premier en de koning toen de ex-premier even opnieuw premier was omdat de nieuwe premier nog geen premier kon zijn.

‘Laat hem vier maanden knoeien Sire,’ had de ex-premier de wanhopige vorst gerustgesteld, ‘daarna roept ge mij terug. Ik houd ondertussen contact met Elio en den Baard, we zwieren de tjeven er weer uit, en begin augustus hebt ge opnieuw een voluntaristische en stabiele regering, en kunt gij eindelijk met vakantie. We zetten Flahaut weer op Defensie, dan kunt ge met het legervliegtuig reizen, gesteld dat het niet in panne staat.’

Hierna inviteerde de ex-premier de koning om op bezoek te komen in Monte Santa Maria Tiberina, op de grens tussen Umbrië en Toscane, waar hij een bescheiden optrekje van naar schatting vier tot vijf miljoen euro bezit. ‘Ge zult schrikken hoe groot en mooi het daar is’, prikkelde de ex-premier de nieuwsgierigheid van de vorst. ‘Ik heb er veel kosten aan gehad, maar het is de moeite. Ik zal Pierre Chevalier vragen of hij ook eens op Belvédère kan komen kijken wat er mogelijk is.’

Blij van zin vertrok de ex-premier naar Italië, ontving daar allerlei onderhorigen zoals Hugo Camps, Pierre Chevalier, de weduwe Claus een paar maal, enkele bevoorrechte medewerksters van wie hij wist wat ze konden en wat ze niet konden, en op een dag zelfs een uitgelaten gezelschap van vijf hupse Vlaamse vrouwen uit de regio Mechelen. Vielen rond de middag zo maar binnen, en dreven de ex-premier tot het uiterste van zijn zelfbeheersing, wat niet ver is, vooraleer ’s avonds weer te vertrekken.

Elke dag belde de ex-premier naar zijn vazallen op het thuisfront: de wegens nepoffertes en een verwerpelijk gebrek aan normbesef in eerste aanleg tot twintig maanden cel veroordeelde schriftvervalser Noël Slangen, de buiksprekerpop Bart Somers, en de volgens onze chef-Wetstraat geheel uit wind opgetrokken Patrick Dewael van wie reeds sprake. Naar Karel De Gucht belde de ex-premier niet, omdat die slimmer is dan hij.

Via deze kanalen saboteerde de ex-premier op subtiele wijze elke poging van de tijdelijke regering-Leterme om tot een akkoord waarover ook te komen. De rest deed Di Rupo. Werd op een of ander deelgebied toch een bescheiden vergelijk gevonden, bijvoorbeeld over de begroting of het sociaaleconomische beleid, dan werden Dewael en Somers transmontaans uitgescholden voor rotte vis omdat ze de besprekingen niet hadden doen mislukken.

Tot nu toe is dat plan meesterlijk geslaagd, we mogen niet te beroerd zijn om het toe te geven. De koning gaat er nu nog een paar een tijdje in hun sop laten gaar koken, en dan komt het joenk terug. En val van verbazing niet achterover als Laurette Onkelinx dan weer minister van Justitie wordt, want een vriendin op Justitie kan altijd van pas komen.

Er is maar één manier om dit rampscenario te vermijden: roep de onafhankelijkheid van Vlaanderen uit. Een grondwet hebben we al. Dank u Knack, dank u professor Senelle.

door Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content