‘Molenbeek is een gewond dier’
Jan Lauwers, opperhoofd van het Brusselse kunstenaarshuis Needcompany, mocht vorig jaar als eerste Europeaan exposeren in het Ming Contemporary Art Museum in Shanghai. Een deel van die tentoonstelling, Silent Stories, is nu te zien in Bozar.
Wat krijgen we te zien in Silent Stories?
JAN LAUWERS: Jewandelt over een Rubenstapijt terwijl je passeert langs tekeningen op panelen – nu eens van een vosje, dan weer van een haas – en aquarellen van Vlaamse landschappen. Of ook: langs een gipsen afgietsel van een danseres. In Shanghai stond naast dat afgietsel een pot zwarte inkt met een kwast – het resultaat zie je in Bozar. Nee, de Brusselaars mogen dat beeld niet beschilderen. Die leven zich al genoeg uit op de gevels in hun stad. (lacht)
Na twee jaar rondtrekken en spelen in China, en na te hebben gepraat met studenten en topkunstenaars zoals Qiu Zhijie en Xu Bing, was het zaadje voor Silent Stories geplant: ik wilde een dialoog tot stand brengen tussen de Chinezen, mijn werk en de grote namen uit de westerse kunstgeschiedenis, zoals Albrecht Dürer, Rembrandt en Peter Paul Rubens. In het Westen zijn we naar het postmodernisme geëvolueerd, de Chinezen hebben dat niet gedaan. Ik wilde hun dat postmodernisme leren kennen, een beetje zoals ik als kind Rembrandts werk heb leren kennen: door het hen te laten kopiëren, door hen ermee aan de slag te laten gaan.
De expo in China was het laatste onderdeel van de reeks The House of Our Fathers, die ik in 2007 ben begonnen met Restlessness. Dat was mijn eerste expositie in Bozar. Needcompany bestond toen twintig jaar. En mijn vader was net overleden. Mijn ouderlijke huis leeghalen, dat tot de nok met kunst gevuld was, raakte me enorm. Restlessness was daardoor geïnspireerd: je had een houten huis met daarin platformen en kamers waar je kunstwerken aantrof en performers die dansten, musiceerden enzovoort. We hebben het nadien opnieuw gebouwd in onder meer Hannover, Leuven en – tot slot – Shanghai. Daar speelden we een drie dagen durende performance. Zwijgend, want improviseren is er niet toegestaan. Had het wat opgeleverd om ‘Free Tibet!’ te roepen? Ik denk van niet. Ik ben er intussen van overtuigd dat kunstenaars moeten kiezen voor de dialoog, niet voor het schokeffect.
Nu, sinds Shanghai ben ik klaar met huizen bouwen in musea. In Brussel kies ik voor de rust van de traditionele opstelling.
Maar mét een herinnering aan die huizen.
LAUWERS: Toch wel, ja. In 2013 exposeerden we in Hannover. Fotograaf Dirk Braeckman deed er mee aan onze performance, die vierentwintig uur duurde. De hele tijd door maakte hij foto’s. Dat leverde machtig werk op. In Bozar zullen die foto’s tussen mijn beelden hangen.
Broedt u ondertussen op nieuw theaterwerk?
LAUWERS: Ja, op mijn bewerking van Oorlog en terpentijn, de bestseller van Stefan Hertmans. Dat stuk zal zeker worden beïnvloed door ons nieuwe hoofdkwartier: Needcompany is van hartje Brussel naar Molenbeek verhuisd. Die gemeente is als een gewond dier. De leegstand neemt toe. Ik hoop dat veel kunstenaars zich er zullen settelen om daar een tegenwicht voor te vormen.
Weet je, ik wilde geen kinderen, maar mijn vrouw (Grace Ellen Barkey, die ook zijn professionele partner is, nvdr.) heeft me op andere gedachten gebracht. ‘We maken kinderen of we vrijen niet meer’, zei ze. De keuze was snel gemaakt. (lacht) Mijn kinderen dwingen me om mijn verantwoordelijkheid op te nemen, als mens en als kunstenaar. Ook daarom kies ik in Bozar voor rust: dat hebben we nu nodig.
Silent Stories, van 1 april tot 25 juni in Bozar, Brussel. Oorlog en terpentijn van Needcompany gaat op 7 december in première in Toneelhuis, Antwerpen. Meer info: www.needcompany.org.
Door ELS VAN STEENBERGHE