Er stond een fout op de vorige Knack-cover. Een van de titels, ‘ Een coalitie met de CD&V wordt onmogelijk‘ hoorde niet tussen aanhalingstekens. Want in het interview, waar de titel naar verwees, achtte VLD-voorzitter Karel De Gucht die coalitie wegens een aantal CD&V-opstellingen ‘moeilijk’, wat uiteraard nog niet betekent dat ze ‘ onmogelijk‘ wordt. Bij dergelijke verwarring passen, vanzelfsprekend, excuses.
Toch viel uit dit incidentje alweer wat te leren. Al was het maar de opmerkelijke snelheid waarmee zowel CD&V als VLD lieten blijken dat, als de kiezer die mogelijkheid biedt, een rooms-blauwe coalitie mogelijk blijft. Er zijn, vooral buiten de Wetstraat, duidelijk krachten aan het werk die liberalen en christen-democraten nader tot elkaar drijven.
Let daarbij vooral op oud-premier Mark Eyskens, die dezer dagen worstelt met een onweerstaanbare drang om nog een laatste keer op de CD&V-senaatslijst te staan. Als een opgewonden seingever stuurt Eyskens allerhande signalen naar de liberale oever. Vooral zijn hint, afgelopen zaterdag nog in De Morgen, dat Louis Michel als eerste minister volstrekt aanvaardbaar zou zijn voor de CD&V, is van belang. De voorbije weken immers polsten Franstalige partijen geregeld bij verslaggevers en andere Wetstraatschuivers hoe de Vlaamse publieke opinie zou reageren in het geval Michel als kandidaat-premier naar voren wordt geschoven. Ook bij Franstalige partijen krijgen ze in de gaten dat de doctrinaire scherpte van Karel De Gucht in vraagstukken als het vrij onderwijs en euthanasie, een eventuele samenwerking met de christen-democraten op de helling zet.
Neem nu de aanhoudende discussie over euthanasie. VLD-voorzitter Karel De Gucht lijkt te denken dat, als kardinaal Godfried Danneels in een tv-programma als Polspoel & Desmet zegt dat voor hem in de euthanasiekwestie de moraal boven de wet gaat, de top van Caritas Catholica in spoedzitting bijeenkomt om deze kerkelijke gedachte in dwingende richtlijnen voor zijn artsen en ziekenhuispersoneel om te zetten.
De VLD-voorzitter doet zijn voordeel met de lectuur van de belangwekkende bijdrage die oncoloog en VUB-professor Jan Bernheim daarover publiceerde in het tijdschrift Streven. De vrijzinnige arts behandelde daar een aantal wetenswaardigheden opgespoord in het grote onderzoek van de werkgroepen Handelingen van artsen bij het levenseinde van hun patiënten van VU Brussel, RU Gent en KU Nijmegen, waarvan de resultaten eind 2000 zijn verschenen in het toonaangevende The Lancet.
Bernheim komt daar tot de vaststelling ‘ dat – verrassenderwijze voor velen – christelijke artsen statistisch gesproken, niet minder vaak euthanasie uitvoeren maar dat zij, wat de zelfbeschikking van de patiënten betreft, althans bij het levenseinde, hogere eisen lijken te stellen dan vrijdenkers’.
Als die bevinding klopt, waarom dan, zoals De Gucht bepleit, in het Koninklijk Besluit van 1978 op de uitvoering van de geneeskunde laten opnemen dat ingrepen als abortus en euthanasie onder de ‘ colloque singulier‘ van de arts met de patiënt vallen? Als er sprake is van ‘colloque singulier’, waarom dan heeft de wetgever zich met de zaak bemoeid? Een grote groep onder de artsen was altijd van mening dat de wetgever zich daarom niet over euthanasie uit te spreken had – wat toch een zeer liberaal standpunt is.
Maar de wetgever hééft zich met de zaak bemoeid en heeft de arts de mogelijkheid geboden de uitvoering van euthanasie te weigeren. ‘Niemand kan verplicht worden aan euthanasie mee te werken’, zegt professor Marc Bogaert, voorzitter van het Ethisch Comité UZ Gent, in het jongste nummer van UZ Letters, het driemaandelijkse tijdschrift van het Gents Universitair Ziekenhuis en niet meteen de echo van L’Osservatore Romano.
Toch wil De Gucht de katholieke ziekenhuizen dwingen de euthanasie, zoals voorzien in de wet, uit te voeren. Hij hanteert daarbij het argument dat de katholieke ziekenhuizen met overheidsgeld worden gefinancierd. Kort gezegd: wie betaalt, die bepaalt. Dat laatste is een opmerkelijk uitgangspunt. Omdat die stelling inhoudt dat bij een politieke machtswissel de wet, volgens de inzichten van de nieuwe meerderheid, kan worden teruggeschroefd of omgebogen. Dat kan nooit de bedoeling van de wetgevers zijn geweest, die precies de rechtszekerheid beoogden.
Bovendien, als de wetgever artsen, verplegend personeel en apothekers, van wie de diensten eveneens deels of helemaal met overheidsgeld worden betaald, de vrijheid gunt om euthanasie te weigeren, waarom dan niet de directies van ziekenhuizen die juridisch medeaansprakelijk zijn voor de medische handelingen binnen hun muren?
De huidige Belgische euthanasiewet, die voor alles als een zegebulletin moest klinken, bevat niet alleen een dode hoek zoals UZ Letters opmerkt. De wet werd ook slordig geschreven. Nadat de Senaat vorig jaar de euthanasiewet had goedgekeurd, zei VLD-senator en arts Patrik Vankrunkelsven, een gangmaker van die wet, in dit blad: ‘ Ik reken erop dat de euthanasiewet in de Kamer wordt aangepast. Anders zetten we de deur te veel open voor misbruiken.‘ De meerderheid in de Kamer liet de wettekst ongewijzigd. Dat is jammer. Niets is schadelijker voor de goede gang van de menselijke samenleving dan slecht gemaakte wetten.
Rik Van Cauwelaert