Dat de N-VA op 14 oktober ook op lokaal niveau vooruit zal gaan, is overduidelijk. De enige vraag is hoe groot die sprong voorwaarts precies zal zijn. En vooral: welke impact dat resultaat het komende anderhalf jaar op de Belgische politiek zal hebben.
Niemand kan het beter uitleggen dan Bart De Wever. Hij is de man die iedereen wil horen spreken. Hij is de gast die elke televisiemaker voor zijn programma wil strikken en de politicus die elke krantenjournalist wil interviewen. Bart De Wever verkoopt, en dat is zowel zijn kracht als zijn handicap. Want net doordat hij zo gewild is, dreigt zijn vervaldatum sneller in zicht te komen. Bovendien wordt het zo onderhand bijzonder moeilijk om bescheiden te blijven. Voor De Wever én voor de N-VA.
Anders dan bij de kopstukken van de concurrentie straalt zijn succes wél op de rest van de partij af. De Wever ís de N-VA. Niet dat ze een eenmanspartij zou zijn, want daarvoor heeft ze te veel te bieden. Zowel op het vlak van politiek personeel als qua gedachtegoed en visie. Maar De Wever is en blijft wel het enige echte uithangbord. Soms zelfs letterlijk: tijdens de precampagne voor de gemeenteraadsverkiezingen prijkte zijn hoofd op grote affiches die van Izegem tot Bilzen werden aangeplakt. Bij de N-VA weten ze dan ook heel goed dat ze op eigen kracht wel kunnen scoren, maar dat ze alleen met een boegbeeld als Bart De Wever boven zichzelf uit kunnen stijgen. Dat betekent natuurlijk dat er ook een houdbaarheidsdatum staat op het grote succes van de partij. Zodra de voorzitter passé is – en zoiets kan snel gaan in de Wetstraat – zal de N-VA het heel moeilijk krijgen om zo groot te blijven of om zelfs maar een score vast te houden die een zelfverklaarde volkspartij waardig is.
De gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober zijn dus niet uitsluitend een opstapje naar de zogenaamd cruciale stembusgang van 2014. Als de partij haar steile opmars kan voortzetten, is het – zoals iedereen ondertussen weet – de bedoeling om daarna voluit voor confederalisme te gaan. Op zijn minst. Maar mochten de kiezers tegen die tijd hebben ontdekt dat Bart De Wever en de zijnen dan toch niet over water kunnen lopen, dan zal de N-VA een lokale basis nodig hebben om op terug te vallen. Die lokale basis heeft ook de christendemocraten overeind gehouden tijdens de meest (zelf)destructieve stormen van de voorbije jaren.
Nu komen de lokale verkiezingen voor de N-VA natuurlijk op het uitgelezen moment. Op federaal niveau valt de partij vanuit de oppositie constant de regering- Di Rupo aan, terwijl ze zich in de Vlaamse regering een betrouwbare coalitiepartner toont. Voorlopig blijkt die spreidstand alleen maar in haar voordeel te spelen. Zeker in combinatie met de immense populariteit van De Wever, de uitgekiende communicatiestrategie en het gebrek aan slagkracht van de traditionele partijen. Op 14 oktober zal de N-VA er dan ook zo goed als zeker in slagen om in grote delen van Vlaanderen wortel te schieten. Volgens een recente peiling van de VRT en Het Laatste Nieuws in een aantal centrumsteden zou de partij daar tussen 15 (Kortrijk) en 25 procent (Aalst) behalen. Dat komt bijlange niet in de buurt van de nationale voorspellingen die tot 40 procent oplopen, maar zou toch een heel knappe prestatie zijn voor een partij die op veel plaatsen in Vlaanderen eigenlijk pas komt kijken.
BV of VB
Voorlopig lijkt niemand ook echt te luisteren als politieke concurrenten beweren dat de N-VA in deze of gene gemeente allesbehalve een degelijk programma naar voren schuift. Nochtans is dat niet altijd uit de lucht gegrepen. Niet alleen omdat een aantal nieuwbakken afdelingen amper de tijd heeft gehad om een volledig programma uit te werken, maar ook omdat sommigen ervan overtuigd zijn dat ze het in De Wevers slipstream sowieso wel halen.
De kandidaten zijn dan ook niet allemaal even sterk – wat niet zo vreemd is voor een partij die in korte tijd haast uit haar voegen is gebarsten. Het was het voorbije jaar een immense opdracht om al die lijsten met bekwame mensen te vullen. Zeker omdat die tegenwoordig voor de helft uit vrouwen moeten bestaan en de N-VA in de eerste plaats mannen aanspreekt. Er staan dan ook behoorlijk wat tantes, nichtjes en buurvrouwen op de lijsten. En omdat dat tegenwoordig zo lijkt te horen, werd er ook een blik BV’s opengetrokken, met onder anderen acteur Guy Van Sande (Edegem) en presentator Carl Huybrechts (Brasschaat).
Een partij die noodgedwongen met zo veel nieuwe mensen in zee gaat, kan die natuurlijk niet allemaal doorlichten – wat daar ook over wordt beweerd. En dan gaat het weleens fout natuurlijk. Zoals in Brugge, waar lijsttrekker Pol Van Den Driessche de handdoek in de ring moest gooien nadat hij in de media door verschillende vrouwen van ongewenste intimiteiten was beschuldigd. In Oostende werd Myriam Vyvey, die een plek hoog boven aan de lijst zou krijgen, dan weer wandelen gestuurd ‘omdat er onvoldoende basis tot samenwerking was’. En in Alken stapten vijf kandidaten op uit protest tegen de aanpak van de plaatselijke partijleiding.
Maar dat zijn akkefietjes in vergelijking met het tumult dat ontstond rond de overstap van meer dan dertig voormalige Vlaams Belangers. Toen afgelopen zomer zelfs de tot voor kort vooraanstaande VB’er Jurgen Ceder overkwam, was de maat ook voor veel N-VA’ers vol. ‘Om de partij niet te beschadigen’ besloot Ceder uiteindelijk om toch maar niet aan de gemeenteraadsverkiezingen in Dilbeek deel te nemen. Maar hij bleef wel lid van de partij. Reden genoeg voor oud-premier Guy Verhofstadt (Open VLD) om de N-VA eind vorige maand in het extreemrechtse kamp in te delen. Daarmee viel hij Patrick Dewael bij, die de partij eerder al ‘een nieuw extreemrechts platform’ had genoemd.
Niet erg slim van de twee liberalen. Al zullen die uitspraken wel zijn voortgekomen uit hun diepe frustratie over het feit dat zo veel kiezers de ware aard van de N-VA maar niet onder ogen willen zien. Maar ze is geen extreemrechtse partij en haar zo noemen om haar te beschadigen, heeft alleen een averechts effect. Vandaag staat de publieke opinie grotendeels aan de kant van Bart De Wever en de zijnen. Wie hen wil aanvallen, kan dus maar beter heel zeker van zijn zaak zijn. En dat hebben veel politieke tegenstanders nog altijd niet goed begrepen.
Goed voor het moreel
‘De kracht van verandering’ luidt de ondertussen overbekende slogan van de N-VA. En dat is net wat de partij de kiezers wil bieden: een verandering van bestuur. Vooral in Antwerpen dan, de enige stad waar de partij straks móét winnen. Lange tijd lag De Wever in alle peilingen op kop. Tot de Gazet van Antwerpen afgelopen weekend een poll publiceerde die aangaf dat Patrick Janssens (SP.A) de kloof zowat zou hebben dichtgereden. Het zou dus wel eens een dubbeltje op zijn kant kunnen worden, daar in Antwerpen. Niet zo fijn voor De Wever, want hij heeft veel meer te winnen of te verliezen dan de andere lijsttrekkers van zijn partij. Wint hij van Janssens, dan neemt zijn invloed nog toe en behoudt zijn partij het aura van onoverwinnelijkheid. Moet hij uiteindelijk toch het onderspit delven, dan zou zijn vervaldatum wel eens sneller dichterbij kunnen komen.
Antwerpen is niet de enige plek waar de N-VA zich als hét alternatief voor het huidige bestuur opwerpt hoewel ze er zelf deel van uitmaakt. Nieuwe gezichten en een scherp maar duidelijk discours moeten dat doen vergeten. Hoe dan ook, de N-VA heeft er alle belang bij om de verkiezingsstrijd in zo veel mogelijk gemeenten te reduceren tot een tweekamp tussen haar lijsttrekker en de afscheidnemende burgemeester. Op die manier worden de (andere) oppositiepartijen amper nog gehoord en zijn alle camera’s op de N-VA gericht.
Toch hoeft er niet veel mis te gaan of de partij wordt alsnog de grote teleurstelling van de komende verkiezingen. Niet zozeer omdat de kiezers haar nu al zouden laten vallen, maar wel omdat de hooggespannen verwachtingen haast onrealistisch zijn. Al helpt het natuurlijk wel dat de N-VA nu alleen aan de verkiezingen deelneemt in veel steden en gemeenten waar ze dat zes jaar geleden nog in kartel met CD&V deed. Daar is er dus geen enkele vergelijkingsbasis en betekent elk binnengehaald procent winst ten opzichte van 2006. Goed voor het moreel natuurlijk.
Verwacht wordt in elk geval dat de N-VA het Vlaams Belang en LDD straks verder leegzuigt, ontgoochelde Vlaamse CD&V’ers weglokt en de Open VLD in haar hart raakt door daar een massa ondernemers weg te halen, zoals onlangs door het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen werd voorspeld. Dat zou niet alleen impact hebben op de Vlaamse steden en gemeenten, maar bijvoorbeeld ook op de Vlaamse regering, waar de verhoudingen volledig door elkaar zouden worden gegooid. Zoals Vlaams viceminister-president Geert Bourgeois onlangs in Knack zei: ‘Natuurlijk heeft het altijd wel een psychologisch effect als een van de coalitiepartners het bij verkiezingen heel goed doet. Dan neemt je feitelijke gewicht ontegensprekelijk toe en houden mensen ook meer rekening met je.’ Daarvoor hebben de andere partijen alvast niet op 14 oktober gewacht. Al maandenlang houden ze veel meer rekening met de N-VA dan met elkaar. En bij de N-VA zelf vinden ze dat tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld.
DOOR ANN PEUTEMAN
Antwerpen is niet de enige plek waar de N-VA zich als hét alternatief voor het huidige bestuur opwerpt, hoewel ze er zelf deel van uitmaakt.