Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.
Manu Ruys: Op het eerste gezicht is er geen onweer op komst. België is een welvarend land met een verwende bevolking. De journaals van de voorbije weken draaiden rond mevrouw of mijnheer die bij de kassa problemen hadden met wisselgeld in euro. Maar ik vrees dat er onderhuids heel andere problemen sluimeren. Het eerste jaar van paars-groen is er met het geld gegooid, waardoor de zo noodzakelijke schuldafbouw is stilgevallen. Er is met euforie een golf van belastingverlagingen aangekondigd, maar de mensen krijgen door dat wat ze minder moeten betalen aan federale belastingen teniet wordt gedaan door hogere regionale, provinciale en gemeentelijke heffingen, en door allerlei hogere bijdragen zoals bijvoorbeeld voor het ziekenfonds.
De brede grijns van de premier, die de voorbije maanden nadrukkelijk de eerste plaats in de media opeiste, suggereert dat alles onder controle is in le meilleur des mondes. Maar als ik Guy Verhofstadt (VLD) zie evolueren, zie ik hoe de jongensachtige lach van vroeger is overgegaan in een lepe grijns, die iets machiavellistisch uitstraalt en mij doet denken aan bepaalde monniken uit De Naam van de Roos.
De premier is zes maanden lang intensief in het getouw geweest voor de Europese Unie.
Ruys: Het voorzitterschap had een hoog showgehalte, goed voor intern gebruik. Verhofstadt vloog de wereld rond en gaf de indruk de eerste viool te spelen, al werd dat op een paar cruciale momenten door de Brits-Frans-Duitse dominantie doorgeprikt. Merkwaardig was de behulpzaamheid van Jean-Luc Dehaene (CD&V). Dehaene was na de verkiezingen van ’99 premier af en heeft zijn partij onmiddellijk naar de oppositie geloodst, tot ontsteltenis van mensen als de Van Rompuys en Luc Van den Brande. Een paar dagen later dronk hij met Verhofstadt champagne op het welslagen van de nieuwe regering. Meer dan twee en een half jaar later blijf ik dat vreemd vinden. Dehaene heeft Verhofstadt Europees met raad en daad bijgestaan, en een beloning gekregen met het ondervoorzitterschap van de Conventie.
Die Conventie is de grote realisatie van het Belgische voorzitterschap, maar in feite heeft men de grote dossiers, onder meer in verband met de uitbreiding, voor zich uitgeschoven. Op de top van Laken is niet gesproken over de richting die de EU uitgaat. Confederatie of federatie? Worden de structuren versterkt en de besluitvormingsmechanismen aangepast vóór de nieuwe leden toetreden ? We hebben niet eens een aanzet tot een antwoord gehoord, hoewel dat na Nice de ambitie van Verhofstadt was. Over de mogelijke clash of civilisations bij de intrede van nieuwe Oost-Europese volkeren is in Laken niet gesproken, evenmin als over de plaats van de islam in onze westerse cultuur, wat toch een belangrijk thema is. Van het vele wat Verhofstadt had voorgespiegeld, is weinig gerealiseerd. Al heeft 11 september de geplande agenda natuurlijk grondig verstoord.
Bij zijn aantreden in ’99 had Verhofstadt aangekondigd dat hij van België een modelstaat zou maken. Lukt dat een beetje?
Ruys: Daarvan zie ik weinig. Laten we eerst even stilstaan bij dat ‘België’. Want de Belgische façade brokkelt steeds verder af. Het verdwijnen van Sabena is meer dan een symbool. Gedurende decennia was de Belgische vlag hoog in de lucht aanwezig, maar door jarenlang wanbeleid is daaraan een eind gekomen. Er wordt een parlementaire onderzoekscommissie opgericht, maar ik stel daar weinig hoop in. Wat heeft de Lumumbacommissie opgeleverd? Weinig toch? Door gebrek aan Afrikakennis en angst voor het hof is die commissie niet ten gronde gegaan. Eigenlijk heeft ze enkel aangetoond wat men al wist: België draagt een morele verantwoordelijkheid. Van de Sabenacommissie verwacht ik niet meer. Het debacle is niet de schuld van deze regering of van Rik Daems (VLD), het is een erfenis van jaren. Verkeersministers als Herman De Croo (VLD) en Jos Chabert (CD&V) zagen geen graten in de luxueuze levensstijl van Sabena, en Jean-Luc Dehaene was er dan weer zozeer van overtuigd dat daar niets meer te redden viel, dat hij de boel maar liet waaien. Gaat de commissie dat in een rapport vastleggen? Ik wens ze veel geluk.
Een ander Belgisch instituut, het leger, is grondig hervormd.
Ruys: Het Belgisch leger verdwijnt. Je ziet in ons straatbeeld geen enkele militair in uniform meer. Wat horen we van het leger? Zo nu en dan vaart een fregat naar verre wateren uit, en op Melsbroek vertrekken soms een paar honderd manschappen in het kader van een internationale operatie. We krijgen in het journaal dan de treurende achterblijvers, en minister André Flahaut (PS) kruipt op een tank of in een C-130, dat is het. De traditionele machten worden samengevoegd, generaals gaan met pensioen omdat ze met te veel zijn, en het Belgisch leger, symbool van onze eenheid, schrompelt in elkaar. Het is bijna hallucinant om te zien.
Politici van de Vlaamse meerderheidspartijen knagen ook aan het opperste Belgische symbool: de macht van de koning.
Ruys: Ondanks kunstmatig opgewekte sympathie zoals bij het huwelijk van Filip of de geboorte van Elisabeth, kan je enkel vaststellen dat de eerbied voor het koningshuis totaal verdwenen is. Er wordt door Jan en alleman gespot met de koninklijke familie, dat was onder Boudewijn veel minder het geval. Het bestaan van een buitenechtelijke dochter zou vroeger doodgezwegen zijn, nu wordt ze met naam en toenaam opgevoerd, geeft interviews en komt een tentoonstelling houden waarin ze de draak steekt met België en de monarchie. De morele draagkracht van de koninklijke toespraken is erdoor vernietigd. Boudewijn kon, net als Albert de eerste jaren, de gezinswaarden propageren. Dat kan je moeilijk volhouden als je zelf een buitenechtelijk kind hebt. De geloofwaardigheid van de koning als morele gids is voorbij.
Er wordt openlijk gewezen op de bemoeienissen van het hof in politiek-financiële dossiers, er is toenemende kritiek op de gulle dotaties en de gebrekkige kennis van het Nederlands op het paleis. Daarnaast heb je de fratsen van prins Laurent, die breed worden uitgesmeerd. Het interview met privéleraar Rudy Bogaerts, of wat hij beweert nu overdreven is of niet, was tien jaar geleden ondenkbaar. Er is de heibel over het eredoctoraat van prins Filip, rond wiens optredens steevast een indruk van domheid en onbeholpenheid wordt gewekt. De Belgische dynastie ondergaat het lot van de andere Belgische symbolen.
Zijn we dichter bij een modelstaat gekomen?
Ruys: De ontwikkelingen in een paar belangrijke sectoren geven mij niet de indruk van grote bestuurlijke bekwaamheid. Neem bijvoorbeeld de peperdure politiehervorming, die in de grootste onzekerheid verloopt. Ondanks de salarisverhoging zijn de politiemensen ontevreden en waarschuwen ze dat ze hun taken niet naar behoren kunnen uitvoeren. Terwijl het onveiligheidsgevoel een reëel gegeven blijft. Ik vrees dat de regering veel minder greep heeft op de nieuwe situatie dan ze doet uitschijnen. En dan wijs ik niet naar minister Antoine Duquesne (PRL), want net als Daems is ook hij opgezadeld met een erfenis waarvoor hij niet verantwoordelijk is.
Vorige week maakte de meerderheid intern ruzie over het verkeersbeleid.
Ruys: Het is slechts een van de domeinen waarin de regering faalt. De malaise groeit in sectoren waar de werkloosheid toeneemt of de arbeidsvoorwaarden verslechteren. Ik wijs onder meer naar de ontevredenheid bij verpleegkundigen of bij de overbevraagde huisartsen. Ondernemers roepen dat onze concurrentiepositie minder goed is dan die van de buurlanden. Op de aanvoer en aanwezigheid van illegalen ontbreekt elke controle. Over de praktische gevolgen van de uitbreiding van de EU mag niet gesproken worden. Over het stemrecht voor migranten worden verwarrende signalen uitgestuurd. In het algemeen vraagt de burger zich stilaan af waaruit de grote politieke verandering eigenlijk blijkt.
De politieke herverkaveling maakt de zaken niet eenvoudiger.
Ruys: Er is geen herverkaveling, enkel overloperij. Partijen gaan niet samen, maar splitsen. Alleen figuren die in de marge van hun eigen partij hun invloed zien tanen, zoeken elders hun toevlucht, wat een slechte indruk maakt. De implosie van de Volksunie is een verhaal apart, dat te maken heeft met de rechts-linkstegenstelling in de Vlaamse beweging. Verder blijven de grote drie overeind, maar elk met zijn eigen moeilijkheden. De SP.A van Patrick Janssens maakt pas op de plaats, en de vraag is of de voorzitter het socialisme nog kan verkopen, zeker aan jongere kiezers. Idem voor Geert Bourgeois met het Vlaams-nationalisme.
De VLD hoopt de grootste te worden en probeert mensen van andere partijen aan te zuigen. Maar dat is niet zonder gevaar. De VLD bestaat voor een groot deel nog uit mensen die de oude liberale gedachten en stijl van Frans Grootjans, Herman Vanderpoorten en Willy De Clercq genegen zijn. Karel De Gucht en Patrick Dewael hebben dat ook wel, maar mikken op een publiek dat veel minder liberaal denkt. Dat zou tot grote spanningen kunnen leiden.
De christen-democraten blijven verward en weten nog altijd niet welke richting ze uit moeten. Het is illustratief voor de katholieke zuil. Niet alleen de kerk stort in, het katholiek onderwijs verliest zijn identiteit, de christelijke vakbonden hebben niet meer de inspiratie van Gust Cool of Jef Houthuys, het NCMV heeft zich als Unizo van de CVP losgerukt. Het grote katholieke blok rafelt uit elkaar, en de CD&V-politici zien met lede ogen aan hoe Karel De Gucht probeert een wig te drijven in de burcht van het katholiek onderwijs. Ze kiezen voor een Vlaams profiel, maar merken niet op hoe de taalwetgeving van meerdere kanten wordt ondermijnd, onder andere in het leger en in Vlaams-Brabant.
Voor het buitenlands beleid was naast het EU-voorzitterschap Congo een van de speerpunten.
Ruys: De regering is het contact met de Congolese realiteit kwijt. Fons Verplaetse gaat in Kinshasa proberen om de nationale bank van Congo weer te doen functioneren, maar er is geen staat meer in Congo. De toestand is daar irreëel. Het land is in meerdere stukken gevallen, is deels bezet door buurlanden, deels door warlords en rebellengroepen die diamant en coltan uit de grond halen ten bate van hun eigen rijkdom en hun eigen oorlog. Joseph Kabila is even corrupt als de anderen, de toestand is slechter dan ten tijde van Mobutu, en België ziet geen kans om daar iets aan te veranderen. De Engelsen en de Fransen zetten ons land buitenspel. De Afrikapolitiek van deze regering is mislukt.
U vindt de verdiensten van paars-groen dus niet zo hoog?
Ruys: De modelstaat blijft een schim, en het vertrouwen van de bevolking in deze coalitie vermindert. Desondanks zie ik de regering niet in de problemen komen. Daarvoor is de oppositie te zwak en de pers te meegaand. De toonaangevende media zijn opvallend vriendelijk voor paars-groen. Vroeger stond de opiniepers kritischer tegenover regeringen. Nu krijg je onder de noemer infotainment een amalgaam van populisme en oppervlakkigheid, en tegelijkertijd groeit er een combine tussen toonaangevende journalisten en politieke tenoren. Vroeger waren er ook nauwe contacten, het is mensen als mezelf vaak verweten. Maar bij ons bleef er een grotere afstand en een grotere onafhankelijkheid dan bij de camaraderie die nu regeert.
Als de commentatoren van twee belangrijke kranten meerdere dagen in Toscane op vakantie zijn met Verhofstadt, De Gucht en Van Hecke, daar elke avond gezellig tafelen met de vrouwen erbij, daaruit een boekje distilleren dat onder naam van de politici verschijnt, dan is er sprake van een combine en van geheime agenda’s. Zo verliest het publiek na zijn vertrouwen in de politici ook zijn vertrouwen in de pers. En dat is gevaarlijk voor de democratie.
Koen Meulenaere
Manu Ruys is journalist en publicist.