Onder leiding van zakenman-politicus Roland Duchâtelet staat Sint-Truiden VV, vorig seizoen gezakt uit eerste, nu bovenaan in tweede klasse. De voorzitter munt uit in elektronica en halfgeleiders, en bouwt tussendoor een nieuw stadion.
Een mens zet soms iets in beweging. Maar ook soms, heel zelden eigenlijk, duwt een lichte wind de deur vanzelf op een kier. In de eerste plaats wou Roland Duchâtelet (61) ‘zelf gelukkig worden en de anderen rondom mij gelukkig maken’. Met het oog daarop werd hij ondernemer, maar hij bleef ook altijd een sociaal liberaal. De link: ‘Om mensen gelukkig te maken is een maximale vrijheid nodig. Tegelijk moet je op een sterke sociale zekerheid kunnen rekenen. Dat werkt stabiliserend. Daarom zal een recessie hier ook altijd minder zwaar vallen dan in Amerika.’
Tot zover de rechtlijnigheid.
Nu steekt het briesje op. Roland Duchâtelet schreef een boek over de nv België. Hij had gedacht dat anderen die ideeën politiek zouden omzetten. ‘Maar zo werkt dat hier niet, dat moet je zelf doen.’ Niet expres politicus geworden dus. Het tweede briesje komt eraan. Guy Verhofstadt vroeg hem de stadspolitiek in te gaan en de Open VLD-lijst in Sint-Truiden te trekken. Intussen was Duchâtelet ook sponsor van STVV geworden. Toen de zaken daar slecht gingen, werd hem aangeboden om redder en voorzitter van de club te worden. Kortom, het hele leven van Duchâtelet is een komen en gaan van briesjes.
Wat vreemd is: ‘Ik probeer vooral rationeel te handelen. Ik geef toe dat veel toeval is geweest, en ik weet niet of dat goed of slecht is.’ Goed of slecht? Het valt nauwelijks uit te leggen. En het dwingt hem om veel te verklaren.
Ook al bent u de voorzitter van een kleine voetbalclub, u laat toch geregeld uw stem horen.
ROLAND DUCHÂTELET: ( corrigerend) Wij spelen nu wel in de tweede klasse, maar als je het aantal supporters telt, zijn wij nog altijd de tiende club in België. Maar het klopt, ik zeg vaak mijn mening. Ik probeer mee te denken. En ik heb uitgesproken idee-en.
Over de competitiehervorming, de tv-rechten, fair play. Meestal strijkt u met uw uitspraken de grote clubs tegen de haren in. Hoe onverstandig is dat?
DUCHÂTELET: Heel onverstandig. ( lacht) Maar moet je per definitie alleen naar het belang van je eigen club kijken, of kun je toch maar beter proberen de zaken open te trekken om een vergelijk tussen álle clubs te bereiken? Ik heb er geen moeite mee dat een club als Anderlecht meer zeggenschap heeft, alleen niet ten koste van een meerderheid van andere clubs.
U hebt nauwelijks iets gezegd over de opsplitsing van de Belgische voetbalbond in een Vlaamse en een Waalse Liga. Nu misschien?
DUCHÂTELET: Ik heb er mij nog niet écht in verdiept. Er zijn voor- en nadelen aan verbonden. Een voetbalcompetitie moet zo groot mogelijk zijn. Ik sta een competitie in de Benelux voor. De regionalisering van het voetbal is geen goed idee, ook al worden er financiële voordelen aan verbonden. En is het verantwoord om in tijden waarin mensen over hun koopkracht klagen, geld uit te geven aan voetbalclubs? Daar loop ik niet warm voor. Maar er zit misschien ook iets positiefs in dat plan. Als je twee afzonderlijke liga’s nastreeft, splits je beter ook de voetbalbond. Dan verdwijnt er tenminste één disfunctioneel orgaan in dit land.
Is de voetbalbond nog erger dan de stadspolitiek in Sint-Truiden?
DUCHÂTELET: De voetbalbond is te complex en niet werkbaar. En ik moet toegeven dat de manier waarop men aan gemeentepolitiek doet ook niet is wat ik in mijn bedrijf gewoon ben. Ik voel me er niet als een vis in het water.
Eigenlijk hebt u er spijt van dat u in een coalitie bent gegaan met de Lijst Burgemeester van Ludwig Vandenhove (SP.A). Waarom niet met Jef Cleeren (CD&V)?
DUCHÂTELET: Ik ben in Sint-Truiden geparachuteerd. Ik kende niemand. De politici met wie ik in contact kwam, leken mij allemaal aanvaardbaar. Toen ik mij kandidaat stelde, verwachtte ik niet dat ik ook in het bestuur van de stad betrokken zou worden.
U hebt deelgenomen om deel te nemen, niet om te winnen? Er werd gezegd dat u zelfs de ambitie had om meteen burgemeester te worden.
DUCHÂTELET: In Sint-Truiden zijn er vier partijen. Er was al een paarse coalitie. Wie het eerst een akkoord afsluit, vormt de regerende coalitie. Als wij niet op het aanbod van de Lijst Burgemeester waren ingegaan, waren zij met de CD&V samengegaan en lagen wij eruit. Zo gaat dat nu eenmaal. Maar vergeet niet dat ik er achteraf zelf voor gezorgd heb dat de CD&V mee aan boord is gekomen. De meerderheid die we hadden, was te krap.
In de praktijk vormt u nu geregeld een wisselmeerderheid met de CD&V. Waarom nu wel en toen niet?
DUCHÂTELET: ( zakelijk) We komen heel goed met de CD&V overeen, dat klopt.
Maar met wat u nu weet, zou u het anders aangepakt hebben bij de coalitievorming.
DUCHÂTELET: Ik wil mijn job zo professioneel mogelijk doen in naam van de kiezers die mij een mandaat gegeven hebben. Ik probeer elke emotie buiten te sluiten. Ik wil me niet door persoonlijke sympathieën laten leiden.
Maar soms wordt het juist heel persoonlijk gespeeld. Enkele maanden geleden stond een ruimtelijk herstructureringsplan op de agenda. De vraag was onder meer of een hoeve die u gekocht had, al of niet binnen de kleine stadsgrenzen lag. Op aanstichten van de Lijst Burgemeester werd u toen verzocht om de gemeenteraad te verlaten vanwege mogelijke belangenvermenging. Dat is toch persoonlijk en emotioneel?
DUCHÂTELET: Ik heb mij daartegen verzet. En de zaak is nog niet afgelopen. Maar ik ga er nuchter mee om. Ook in die zaak heb je mij geen lelijk woord horen zeggen over een ander politicus. Je moet een zekere afstandelijkheid bewaren. Ik beschouw niemand als mijn vijand. Ik zie alleen mensen met problemen. Als iemand moeite met mij heeft, heeft hij een probleem, niet ik.
Maar persoonlijke dingen storen u dus niet? De burgemeester is onlangs veroordeeld voor vluchtmisdrijf. Ook daar hebt u geen reactie op gegeven. Waarom niet?
DUCHÂTELET: Ik ken het dossier van die veroordeling niet. Het rechtssysteem in dit land kent een straf toe aan iemand die een vergrijp heeft gepleegd. Voor zover ik weet, is die straf uitgevoerd. Daar kan ik mee leven. Niemand moet zijn hele leven een fout met zich dragen. Betekent een veroordeling dat je nooit meer een openbare functie mag vervullen? Dat zou opeens heel veel macht verlenen aan de rechter, wat ik bijzonder ongezond zou vinden.
U komt in voetbalzaken goed met Jef Cleeren overeen. Schept dat een band die ook in de politiek een verlengstuk kan krijgen?
DUCHÂTELET: Het is nogal duidelijk dat Jef Cleeren vaak aan mijn kant staat. En uiteraard heeft het voetbal daarmee te maken. Maar bij mij gaat het in de eerste plaats over het te behandelen onderwerp. Jef Cleeren zit mee in het bestuur van de club. Tussendoor bellen we elkaar. Dat vergemakkelijkt ook de politieke gesprekken. Als hij iets op zijn lever heeft, zal hij mij daarover aanspreken. Maar er zijn nog meer onderwerpen waar we het wel eens over zijn. Zoals er ook weinig onderwerpen zijn waarin ik het grondig oneens ben met de burgemeester.
Dat komt dan anders naar buiten. In be-langrijke dossiers zoals het windturbi-nepark of het nieuwe bejaardentehuis was er een duidelijk meningsverschil met de burgemeester.
DUCHÂTELET: Maar hij is ook intelligent. In veel dossiers heeft hij weinig tijd nodig om het met mij eens te worden. Toen het windturbinepark ter sprake kwam, heeft hij in de media verklaard dat hij ervoor was. Bij de stemming bleek hij ertegen te zijn. Dat reken ik tot de politieke spelletjes waarvan ik zeg: zo werk ik normaal gesproken niet.
Stel dat uw onbehagen stijgt, hoe groot is dan de kans dat u er de volgende keer de brui aan geeft?
DUCHÂTELET: Ik vind dat we nu een rustige manier van overleggen gevonden hebben. Ik heb nooit woorden met de burgemeester gehad, ik heb hem nooit beledigd. Het is een soort spel, zoals je Monopoly speelt. Je gooit de dobbelstenen, je gaat enkele plaatsen vooruit of je krijgt een kanskaart waarmee je dan bepaalde dingen kunt doen keren. Ik voel me niet zo slecht. Minstens 90 procent van de dingen gebeuren zoals ik denk dat ze moeten gebeuren. Of laat ik zeggen, toch 80 procent. (lacht)
Ook de supporters van STVV zijn bang dat u er vroeg of laat mee kapt. Of blijft u maandelijks een full option BMW in de club steken, zoals u dat zelf eens uitgedrukt hebt?
DUCHÂTELET: De ploeg doet het intussen goed. Het enthousiasme is weer flink gestegen. Er lopen nu zoveel meer mensen gelukkig rond. De voorbije jaren was dat anders. Daar ben ik heel tevreden over. Dus zet ik door.
De persoonlijke binding tussen u en de club is nog groter geworden. U gaat nu ook de grond kopen waar het stadion op rust – tenminste, dat doet de nv STVV, waarvan uw vriendin nu hoofdaandeelhouder is. Als één van u beiden er geen zin meer in heeft, is het einde van STVV nabij. Welke garantie kunt u de club bieden dat hij dan nog voortbestaat?
DUCHÂTELET: Ik kan niemand een garantie geven. Er zal altijd een risico blijven. Ik kan met mijn vriendin tegen een boom rijden. Maar ik denk dat de club sterk genoeg is om dan een oplossing te vinden. STVV heeft een ontzettend sterke traditie. Bovendien zijn de supporters hondstrouw, zoals die van KV Mechelen. Wie vorig seizoen de televisiesamenvatting van de wedstrijden in de eerste klasse zag, heeft samen met mij moeten vaststellen dat de sfeerbeelden altijd van dezelfde drie clubs waren. STVV was daarbij. Toen het in Mechelen fout ging, hebben de supporters zich ver-enigd en het voortbestaan verzekerd. Een soortgelijk scenario is in Sint-Truiden denkbaar. Mij lijkt die interne kracht zo groot dat de club ook in benarde omstandigheden uit de moeilijkheden kan raken.
En het is ook altijd mijn bedoeling geweest om de club te laten voortleven zonder mijn inbreng. We zitten nu in een overgangsjaar. We voetballen in de tweede klasse, maar met spelers uit eerste. Als we straks in tweede blijven, zullen we onze kern daaraan moeten aanpassen. Als we eruit kunnen klimmen, zullen we weer over de televisiegelden beschikken. En ook het uitbaten van het vernieuwde stadion zal financiële vruchten afwerpen.
U bent inderdaad weer aan het bouwen. De ondernemer in u? Of toch de voorzitter?
DUCHÂTELET: Veeleer de voorzitter. Ik denk dat het voor de toekomst van STVV cruciaal is. Kijk naar de succesvolle clubs in het buitenland. Wie in een nieuw stadion investeert, verhoogt het comfort en zorgt ervoor dat ook vrouwen en kinderen makkelijker naar de wedstrijd komen.
Straks zegt u nog dat tweede klasse een zegen is.
DUCHÂTELET: Mochten we dit jaar in de eerste klasse gebleven zijn, dan zou het alweer een bijzonder moeilijk seizoen geweest zijn. Met de competitiehervorming in het verschiet verwacht ik dat er drie, misschien zelfs vier eersteklasseclubs zullen degraderen. Want zelfs in de eindronde zie ik een ploeg uit eerste eruit gespeeld worden door een agressieve club uit tweede.
Dit seizoen is dus heel beslissend. Blijven we in tweede steken, dan zal de concurrentie met al die ex-eersteklassers volgend jaar bijzonder moeilijk worden. Intussen blijf ik erbij dat we vorig seizoen ten onrechte gedegradeerd zijn. We hebben bijvoorbeeld heel sterk gepresteerd tegen de twee bekerfinalisten. Tegen Gent hebben we thuis en uit gewonnen. Ook Ander-lecht hebben we thuis geklopt, en bij hen hadden we moeten winnen, waren er niet de scheidsrechterlijke vergissingen op het eind van de match geweest.
Herleidt u het nu niet tot enkele ongelukjes? Jaar na jaar daalde de ploeg in het klassement. Eens komt dan het moment waarop je door het ijs zakt.
DUCHÂTELET: Ook vorig jaar was er geen klassenverschil met de andere clubs. Dit jaar zijn we niet slechter. Misschien zal tweede klasse straks inderdaad een zegen blijken. Er wordt minder defensief gespeeld. Dat is mathematisch aantoonbaar: er vallen meer doelpunten dan in eerste.
Het kan inderdaad geen kwaad tijdelijk in een lagere klasse te spelen, als de club intussen zichzelf in zijn structuren en zijn werking herbront.
DUCHÂTELET: Ook daar zijn we mee bezig. Betere scouting. Betere jeugdwerking. Waaruit blijkt dat? Onze aantrekkingskracht is toegenomen. Er komen nu meer jongeren naar ons. Het blijkt ook uit de resultaten van onze jeugdploegen, en uit de tevreden gezichten van de ouders.
En ook de vrouwen doen het schitterend. Waarom hebt u Rapide Wezemaal vorig seizoen zo snel geadopteerd en in Sint-Truiden ondergebracht?
DUCHÂTELET: Op zeker ogenblik is ook het vrouwentennis hier populair geworden. Dat zou met het vrouwenvoetbal net zo kunnen gaan. Voor de wedstrijd tegen Tienen, dat vorig jaar kampioen werd, hadden we 800 toeschouwers. Meisjes zijn nu meer ontvoogd en vrijer om hun sport te kiezen. En het klimaat is hier gunstig, niet te koud, niet te warm. In Islamabad is dat een stuk moeilijker.
U gaat geregeld kijken. Bent u ook persoonlijk geïnteresseerd?
DUCHÂTELET: Tactisch is het vrouwenvoetbal vergelijkbaar met het mannenvoetbal. Tactiek is er zelfs belangrijker, omdat de zuivere kracht en de snelheid minder zijn.
U zegt dat u vele dingen toevallig, zelfs tegen wil en dank doet. Maar misschien komt er straks nog iets anders bovenop?
DUCHÂTELET: Ik probeer minder te doen. Maar het klopt. In de politiek komt bijvoorbeeld de internationalisering van de economie almaar meer ter sprake. De belangrijkste beslissingen zullen meer en meer op Europees niveau genomen worden. Dat interesseert mij.
Bij de volgende verkiezingen bent u dus ook kandidaat voor Europa?
DUCHÂTELET: Dat is heel waarschijnlijk. Als ik verkozen word, verlaat ik dan maar de Senaat. De lokale politiek kan ik zeker niet laten vallen.
Uw gezichtsuitdrukking laat vermoeden dat u dat tegen uw zin zegt.
DUCHÂTELET: Het is niet altijd leuk. ( lacht) Maar het is nodig voor Sint-Truiden. Ik ben bezig met enkele projecten die belangrijk zijn voor de stad. De vernieu-wing van de stationswijk, de mobiliteit binnen de stad en andere plannen, die er pas op de lange termijn kunnen komen. Ik wil de dingen niet onafgewerkt achterlaten.
Vijf jaar geleden wist u bij wijze van spreken niet eens dat Sint-Truiden bestond. Wat drijft u eigenlijk?
DUCHÂTELET: Ik ben een ingenieur. Dat is iemand die uitvindt en bouwt. Bij mij loopt de draad daarvan ook door de politiek. Ruimtelijke ordening is mijn bevoegdheid in de stad. Als ik wegga, is het risico te groot dat mijn projecten niet tot uitvoering komen. Dat wil ik niet. Dus blijf ik nog even.
DOOR PIET COSEMANS/foto’s françois walschaerts/reporters