In Taking on Tyson onthult voormalig bokskampioen Iron Mike, alias ‘de slechtste mens ter wereld’ hoe hij dankzij zijn passie voor de duivensport een zachtaardige mensenvriend werd.
De docusoap Taking on Tyson, een serie over oud-bokser Mike Tyson en zijn liefde voor de duivensport, loopt sinds kort op Discovery Channel. De reeks is niet alleen schitterend in beeld gebracht, ze munt ook uit in verrassende wendingen, pakkende confidenties en flamboyante personages. In New York gaf Tyson, geassisteerd door vrienden-duivenmelkers, uitgebreid toelichting bij de reeks en zijn nieuwe levensstijl.
Zoals Marlon Brando’s onvergetelijke Terry Malloy in On The Waterfront spreekt hij over zijn vogels alleen met omfloerste stem. ‘Bij hen vergeet ik alles. Het is een soort therapie, een ontsnapping uit de realiteit. Alsof je op zee zit. Ik kan – tot ergernis van mijn vrouw – uren naar mijn duiven kijken. Het zijn zulke prachtige dieren. Vliegende juwelen.’ Duiven waren zijn eerste liefde. ‘Ze zijn een deel van mijn leven en zullen dat blijven tot aan mijn dood’, zegt hij in de eerste aflevering van de serie. ‘Als kind al was ik gefascineerd door de duiven die rond het flatgebouw vlogen waar ik woonde. Voor de meeste mensen waren het smerige vogels die alles onderpoepten en verjaagd moesten worden. Ik vond ze mooi en lief. Ik heb gestolen om ze eten te kunnen geven. En in de donkerste momenten van mijn leven heb ik bij hen altijd troost gevonden. Ik hou van hen, al houden ze misschien niet van mij.’
Het is wennen. Iron Mike, alias The Baddest Man on the Planet, die met aaiende blik naar een grijs geschelpte doffer kijkt en liefdevol zijn veren streelt, vooraleer hij hem met een zoen op de snavel de lucht ingooit. De waarnemer denkt bij dit tafereel dan ook niet zozeer aan het vers van Hélène Swarth: ‘Roerend zoet roekoe van duiven, O der duiven droef roekoe’, dan wel aan het feit dat deze tedere vriend van de columba livia ooit het oor van zijn tegenstander Evander Hollyfield vier centimeter heeft ingekort, vrouwen heeft verkracht, mannen en vrouwen in elkaar heeft geslagen en zowat alles heeft gedaan wat God en de mens verbieden. Maar dat is – zo blijkt uit de serie – voltooid verleden tijd. Taking on Tyson is behalve een documentaire over de subcultuur van de duivensport in de VS ook de biecht van een boetvaardige zondaar, even zachtaardig als zijn favoriete vogels en every inch het tegenbeeld van de angstaanjagende nietsnut uit vroegere tijden. De knock-outkoning die in zijn hoogtijdagen de schrik van de ring en ver daarbuiten was, heeft zich de voorbije vijf jaar herschoold tot een godvrezende gezinsman, die alleen nog vegetarisch eet, gedichten schrijft, droomt van sterke acteerprestaties (een rol als Othello!) en wiens grootste vreugde erin bestaat te genieten van de lach van zijn zeven kinderen, die hij bij diverse dames heeft verwekt. Iron Mike bestaat niet meer. Er is alleen nog Mike, een aanhanger van de levensfilosofie die jaren geleden treffend werd verwoord door de Vlaamse denker Bobbejaan Schoepen: ‘Ik zie zo gere mijn duivenkot, daar te zijn is mijn groot genot.’
Pussycat
Als voorspel tot het grote interview met de tot watje gerecycleerde geweldenaar is er gelegenheid om enige couleur locale op te snuiven in een van zijn vier duivenhokken: de Tyson’s Corner, op de troosteloze Tonnelle Avenue in Jersey City. Hier zitten 900 van zijn pakweg 2500 gevederde vrienden: ordinaire straatduiven, maar ook grizzle splash prijsvliegers, waarmee hij het opneemt tegen de beste pigeonflyers uit de buurt. De crème de la crème, zoals hij zelf zegt. De til, een postmodernistische constructie, ronkend omschreven als ‘een Hilton voor duiven’, wordt beheerd door boksmanager-restauranthouder Mario Costa en duiventrainer Vinnie Torre, twee schilderachtige heren die zo uit The Sopranos lijken weggelopen. ‘Hier komt Mike tot rust’, zegt Vinnie. ‘Hij heeft dat nodig, want overal klampen de mensen hem aan. Vroeger, als hij in de put zat, kwam hij hier ook onderduiken. Ik herinner me de periode dat hij volledig blut was. Hij zat hele dagen op het dak bij zijn duiven. Het enige wat hij had, waren zijn vogels, maar hij zei tegen mij: “Ik ben rijk”.’ Voor Vinnie is Tyson altijd ‘een echt schatje, een pussycat‘ geweest. Niet elke vrouw zal die kwalificering onderschrijven. Ook vroegere tegenstanders zoals Evander Hollyfield zullen geneigd zijn enige nuances aan te brengen. ‘Mike was helemaal geen moordenaar in de ring’, vindt Vinnie. ‘Hij speelde gewoon een rol. Zeer overtuigend, dat wel. Hij is een goed acteur.’
Het duo Costa & Torre is verguld met de serie. ‘Ze laat de ware Tyson zien, de nieuwe Mike, die op middelbare leeftijd tot andere inzichten is gekomen. Hij wil de man die hij was, vergeten. Toen hij in de schijnwerpers stond, heeft hij nooit de juiste vrienden gehad. Daardoor is hij ontspoord. Kiki, zijn huidige vrouw, is het beste wat hem overkomen is. Zij weet precies hoe ze hem moet aanpakken. Zij is de mentor van zijn leven.’
Costa is ervan overtuigd dat Tyson op zijn 44e nog aan de top van de bokssport zou kunnen meedraaien. ‘Ik weet alleen niet of hij die discipline nog zou kunnen opbrengen. Na zijn zesendertigste heeft hij een comeback overwogen, maar we hebben het hem afgeraden. Als je op je twintigste een klap krijgt, is dat niet gezond, maar de veertig voorbij kan het de laatste, de fatale zijn. Afgezien daarvan denk ik dat de Klitschko’s aan hem een tegenstander zouden hebben, zoals ze er nog nooit een hebben gehad, al zijn ze ruim een kop groter dan hij. Mikes motto is altijd geweest: ‘The bigger they come, the harder they fall.’
Duiven en chocolade
Anderhalf uur later geeft wijlen ‘de slechtste mens op de planeet’ in de Carlton Ritz een wervelend exposé over zijn nieuwe leven en zijn oude passie. Hij staat scherp, is ruim 30 kilo afgevallen en traint weer elke dag, al doet hij dat naar eigen zeggen met een andere ingesteldheid dan vroeger. ‘Ik hou mijn lichaam alleen in vorm omdat het mijn brein draagt en ik mijn grijze cellen zo goed mogelijk wil laten functioneren.’ Van Mohammed Ali heeft hij qua boksstijl niet veel overgenomen, maar net als The Greatest is hij goedgebekt en weet hij zijn publiek met verbale uppercuts te amuseren en te charmeren. ‘België? Grote duivenmelkers en voortreffelijke chocolademakers. Ik hoor dat Japanners en Chinezen grof geld geven voor Belgische prijsvliegers? Tot een half miljoen dollar? Niet meer voor lang, waarde heer. Straks komen ze alleen nog bij ons. Onze zelfgekweekte kampioenen doen het – zoals in de reeks te zien is – uitstekend in de races. De duivensport is van een ander niveau dan mijn bokscarrière, maar in de harde straatcultuur van Brooklyn minstens zo competitief.’
De meerwaarde van Taking on Tyson zit volgens hem in de confronterende zoektocht naar zijn verleden en de link met zijn liefde voor duiven. ‘Ik ben in Brooklyn opgegroeid in de grootste armoede. Ik mis de buurt niet, maar ik ben trots dat ik uit de goot heb kunnen opklimmen. Ik heb gewoond op plekken waar een normaal mens zelfs niet wil kakken. Het is een geluk dat ik dat allemaal overleefd heb.’ Tyson was twee jaar toen zijn vader zijn alcoholverslaafde vrouw en hun drie kinderen in de steek liet. ‘Ik heb nooit gezien dat mijn moeder gelukkig was of trots op mij. Ze heeft me alleen gekend als een onhandelbaar straatjoch dat naar huis kwam met kleren waarvan ze wist dat ik ze niet had gekocht. Mijn oudere broer Rodney – nu verpleger in Los Angeles – was iemand, ik was niemand. Op school werd ik uitgelachen en gepest door grotere jongens. Ik was een dik negerjongetje met een bril en met een hoge piepstem. Als ik al een lunch meekreeg van thuis, namen ze hem mij af en aten hem op terwijl ik er huilend bij stond. Ik haat mijn jeugdjaren. Op den duur ging ik niet meer naar school. Alleen bij mijn vogels vond ik troost. Zij waren mijn enige vrienden. Toen ik mijn eerste duif, Julius, dood op het dak vond, heb ik wekenlang getreurd.’ Grimmig vertelt Tyson hoe hij de pesterijen van andere straatboefjes onderging, tot een lid van de beruchte jeugdbende The Jolly Stompers een van zijn duiven de nek omwrong en hem besmeurde met het bloed. ‘Ik had nooit eerder iemand pijn gedaan. Toen heb ik voor de eerste keer in mijn leven gevochten. Ik ging tekeer als een razende. En tot mijn verbazing merkte ik dat ik met mijn agressiviteit respect afdwong.’ Kort nadien werd hij zelf lid van de Jolly Stompers. Hij was nog geen twaalf toen zijn moeder overleed aan een hartaanval. Op dat moment was hij al 38 keer gearresteerd voor inbraken, gewapende overvallen en diefstallen. Hij kwam terecht in de Tryon School in Johnson, een beruchte jeugdinstelling. Onder voogdij van de 70-jarige Cus d’ Amato, die hem leerde boksen en als een vader voor hem zorgde. Cus stierf net voor zijn pupil de wereldtitel veroverde. Tyson had niemand meer om hem in het gareel te doen lopen. ‘Zijn dood was een aardschok voor mijn ziel’, zegt hij, niet vies van een pathetische metafoor.
Grote grap
De meeste prijsvechters die op hun carrière terugblikken, herinneren zich alleen de gewonnen partijen en schrijven de andere toe aan tegenslag of partijdige arbitrage. Tyson doet dat niet. ‘Het is altijd wat met verslagen boksers: verkeerde begeleiding, slecht geslapen, niet genoeg getraind, door een dame mondgewijs van alle energie beroofd. De zes keren dat ik verloren heb, was de andere gewoon de betere.’ Een comeback is niet aan de orde. ‘Er zit te veel sleet op mijn lijf. Ik heb jarenlang roofbouw gepleegd. Ik ben al blij als ik zonder kreunen van het toilet kom.’ Over de regerende wereldkampioenen van vandaag, de Oekraïense broers Vitali en Wladimir Klitschko, laat Tyson weinig kritische geluiden horen. ‘Goede boksers. Niet spectaculair, maar technisch sterk. Ze doen alleen het hoogstnodige. Die stijl spreekt het publiek niet aan. De mensen willen entertainment, zware knock-outs. Opwinding. 24 uren per dag. Dat kan natuurlijk niet. Je kunt ook niet 24 uren per dag klaarkomen.’
Over zijn eigen plek in de rangorde van de ‘noble art’ maakt hij zich niet druk. ‘Ik lig er niet wakker van. Was Mohammed Ali de beste zwaargewicht aller tijden? Wat is de beste zijn? Hitler was ook ergens de beste in. Belangrijker is dat je leeft als een goed mens.’ Spijt over zijn roerige bestaan heeft hij niet. ‘Wat gebeurd is, is gebeurd. Ik kan niemand anders de schuld geven dan mezelf. Het heeft geen zin mij af te vragen: had ik dit wel mogen doen? Daar kan ik niets meer aan veranderen. Ik was vroeger te macho, ik nam mezelf te veel au sérieux. Ik luisterde naar niemand. Nu weet ik: ik ben één grote grap. En daar moet je om lachen. Ik besef nu pas hoe waar de raad is die iemand mij lang geleden gegeven heeft: ‘ You’re old too soon, you’re smart too late.’ Vandaag doe ik wat God wil dat ik doe.’
Om te overleven na zijn bokscarrière aanvaardde hij de meest uiteenlopende opdrachten. Hij was onder meer te zien in de tv-shows Entourage en Brothers, hij speelde zichzelf in The Hangover, doet ook mee in The Hangover II en zal in Men in Black III een buitenaards wezen vertolken. ‘Een rol die me op het lijf geschreven is’, vindt hij zelf. Recent was hij te zien als speech coach van George W. Bush in een hilarische parodie op de veelgelauwerde film The King’s Speech. Hij wil ook gaan acteren op het toneel – komedie, drama, alles. ‘Ik zou best Othello kunnen spelen’, zegt hij. ‘Ik ken hem heel goed. Ik ben hem jaren geweest. Een zielig, jaloers mannetje met moorddadige neigingen. Maar acteren is voor mij ook een vorm van vrijheid, om iemand te kunnen zijn die ik niet ben.’
Groot ego, klein zelfbeeld
De dood van zijn dochter, Exodus, twee jaar geleden, zette definitief een proces van loutering in. Het vierjarige meisje kwam om het leven, toen ze bij het spelen door een kabel van een loopband werd gewurgd. In volle rouwproces trouwde Tyson met zijn jarenlange vriendin en toeverlaat, Kiki Spicer. Zijn twee vorige huwelijken eindigden in dramatische vechtscheidingen. ‘Dankzij Kiki ben ik een ander mens geworden’, geeft Tyson toe. ‘Zij heeft de demonen uit mijn hoofd verjaagd, mij mijn zelfrespect teruggegeven en mij positief leren denken. Ik verdien zo veel geluk niet. Ik verdien de vrouw niet die ik heb, en ook de kinderen niet die ik heb. Ik ben God erg dankbaar. Vroeger heb ik nooit bewust geleefd. Dat is nu anders. Ik wil mijn kinderen zien opgroeien tot gelukkige mensen, hen de jeugd en de toekomst geven die ik zelf nooit heb gehad.’
Dat vrienden en fans hem in de steek hebben gelaten toen hij aan lagerwal zat, neemt hij hen niet kwalijk. ‘Wie wil er met jou meegaan als je op weg bent naar de hel? Boksen heeft me een platform gegeven zodat iedereen mijn naam kent. Maar het heeft me niet gewapend voor het leven. Als je aan de top staat, hou je met niemand rekening. Je bent helemaal ingesteld op agressie, en die beheerst jouw leven. Ook buiten de ring. Je mag geen emotie tonen. Ik haat de oude Tyson. Ik heb die man vermoord. Dat was mijn laatste daad van agressie. Als ik vandaag in de spiegel kijk, zie ik een beschadigde man met een groot ego en een klein zelfbeeld. Een dwaas die probeert er toch nog het beste van te maken. Ik heb gezworen niets meer te doen waarmee ik mijn zelfrespect kan verliezen. Vroeger was er cocaïne, seks en verder niets, nu is er liefde en een toekomst. Ik probeer nederig te zijn, maar ik weet niet of ik daar al in geslaagd ben. Het blijft een moeilijk proces. Ik leef voor mijn gezin, om mijn vrouw gelukkig te maken en mijn kinderen een goede opvoeding, een toekomst en veel liefde te geven. Allemaal dingen die ik zelf nooit gehad heb. Het mooiste moment voor mij is als ik hen zie lachen. Ja, ik ben echt veranderd, maar toch (grijnst), als ik te veel gepest word, ga ik weer bijten.’
DOOR JAN VAN DEN BERGHE
‘Vandaag doe ik wat God wil dat ik doe.’
‘Bij mijn duiven vergeet ik alles. Ze zijn een deel van mijn leven en zullen dat blijven tot aan mijn dood. Ik ken geen betere therapie dan uren naar hen te kijken.’