‘Mijn kleindochter zal moeten migreren of serveuse worden’

DE GRIEKSE ELLENDE 'Vroeger maakte de onveiligheid mensen strijdbaar. Deze economische crisis brengt vooral een gevoel van gelatenheid.'

De crisis en de strenge bezuinigingen houden aan in Griekenland. En de Turken komen opzetten. ‘Denk aan de zwarte burcht in Game of Thrones: we zitten helemaal vooraan, omringd door problemen.’

Griekenland blijft in woelig vaarwater verkeren. De vorige bezuinigingen waren nog niet verteerd, of de regering van Alexis Tsipras joeg een nieuwe reeks besparingen door het parlement. Duizenden Grieken kwamen uit protest op straat, onder wie ook vertegenwoordigers van regeringspartij Syriza. ‘We moeten onze verantwoordelijkheid opnemen’, zegt Costas Douzinas, een zwaargewicht van de partij, ‘en blijven zoeken naar alternatieven zodat links geen morele nederlaag tegemoet gaat. We moeten ons principieel maar nuchter blijven verzetten tegen het neoliberalisme.’ Ondertussen verliest Syriza steun bij de bevolking en blijven de schuldeisers – met Duitsland op kop – aandringen op nieuwe soberheidsmaatregelen. Waar moet het toch naartoe met dit land, dat door velen werd gezien als een baken van stabiliteit op het rusteloze Balkanschiereiland?

Pensioen

Ver van de betogingen, in een volkswijk van Athene, ontmoet ik Alena. De 92-jarige vrouw bewoont een klein appartement met een kanarie, een kat en een klok die om de haverklap luid aanslaat. Ze vertelt me uitvoerig over haar twee werkloze zonen, die nu zijn aangewezen op haar pensioentje. ‘Vroeger was er werk voor wie wilde werken, nu is er enkel werk voor wie politieke relaties heeft. Mijn kleindochter zal ofwel moeten migreren, ofwel moeten werken als serveuse.’

Ik vraag haar de huidige problemen te vergelijken met de turbulente periodes die zij vroeger heeft meegemaakt. Ze beschrijft hoe ze de tijdens de burgeroorlog in de jaren veertig de lijken door de straten van Athene gesleept zag worden, hoe ze eind de jaren zestig ontwaakte in een militaire dictatuur, met tanks op de pleinen en marsmuziek op de radio. ‘Het was verschrikkelijk. Jonge mannen werden van hun bed gelicht, gefolterd en verdwenen voor altijd.’

De Grieken slaakten een zucht van verluchting toen ze in 1981 bij Europa mochten komen, vervolgt ze. ‘Het was alsof we een veilige haven bereikten na een lange periode van angst. Eerst waren er de Turken die ons land vertrappelden, dan de Britten, de Russen en de Amerikanen, en vervolgens onze eigen dictators. De Europese democratie bracht ons redding en hoop. Er is zo veel positiefs gebeurd in dit land dankzij Europa. Ik denk dat ze elders niet beseffen hoe belangrijk Europa voor ons is.’

‘Vroeger maakte de onveiligheid mensen strijdbaar’, zegt Alena. ‘Ik stond voor de klas toen de kolonels de macht grepen. Je voelde het verzet dag na dag groeien. Er werden krantjes gedrukt, bewegingen opgericht, zelfs levens op het spel gezet. Deze economische crisis brengt vooral een gevoel van gelatenheid.’

Alena leeft van een pensioentje van 820 euro per maand. ‘Ik ben vooral bang om nu te sterven’, zegt ze. ‘Niet omdat ik angst heb voor de dood, maar omdat ik niet zou weten hoe mijn familie zonder mijn pensioen moet overleven.’

Verloren generatie

In Brussel heet het dat de koppige Griekse regering weigert in de overheidspensioenen te snijden. In Athene leer ik hoe die pensioenen en uitkeringen een levenslijn vormen voor vele gezinnen. In Brussel klinkt ook steevast kritiek op het uitblijven van hervormingen, terwijl Alena me erop wijst dat de republiek nog jong is en dat de transitie van dictatuur naar democratie allesbehalve is voltooid.

Dat vinden ook Eirini en Spyros, twee studenten die me op sleeptouw nemen door de hoofdstad. Ze willen een verschil maken in hun land, vertellen ze met grote gedrevenheid, maar ze krijgen daar de kans niet toe, want er is geen werk. ‘De crisis heeft het cliëntelisme opnieuw erger gemaakt’, zegt Eirini. ‘Of het nu de socialisten zijn of de democraten, het gaat opnieuw om postjes.’ Er vormt zich een gigantische verloren generatie, bevestigen ze, van jongeren die op junkfood leven in de krappe appartementjes van hun ouders en verslaafd zijn aan computergames en het internet.

En toch. Als we voorbij de Agora struinen, de bakermat van de klassieke Griekse democratie, vraag ik hen hoe het komt dat de huidige Griekse democratie zo goed standhoudt: zelfs de linkse Syriza-regering doet veel water bij de wijn om een impasse te voorkomen, de gevreesde neonazi’s van de Gouden Dageraad komen bij de verkiezingen niet boven de acht procent uit en kiezers schipperen toch vooral tussen gematigde partijen. De twee kijken me wat verwonderd aan. ‘Ik zie gewoon geen alternatief’, zegt Eirini. ‘Mensen gaan nog liever niet stemmen dan voor een nieuwe dictatuur te kiezen. Hoe zou een dictator de economische problemen trouwens beter kunnen oplossen?’

De verknochtheid van de Grieken aan hun democratie stemt me, hier in de schaduw van de Acropolis, hoopvol. De Griekse democratie is steeds afhankelijk geweest van buitenlandse levenslijnen. Eerst het Amerikaanse Marshallplan, later de Europese kredieten. Die externe steun komt nu in het gedrang, maar de meeste Grieken blijven vastberaden: de democratie mag misschien geen oplossingen voor de uitdagingen aandragen, maar liever dat dan een terugkeer naar onderdrukking en geweld. De grote vraag is natuurlijk hoelang ze de stagnatie kan blijven weerstaan.

Economie

De Grieken hebben al erg diep gesneden om buitenlandse schuldeisers ter wille te zijn. Het minimumloon werd verlaagd van 880 euro naar 680 euro. Er verdwenen 120.000 jobs in de publieke sector. De overheidsuitgaven zijn met een derde verminderd. De wedde van leerkrachten en ambtenaren daalde met gemiddeld achttien procent. Toch valt mij op hoe de publieke infrastructuur piekfijn onderhouden wordt, dat de metro’s netter zijn dan die bij ons en dat ik in de verschillende ministeries voornamelijk plichtsgetrouwe mensen aantref.

Beloond voor de hervormingen wordt Griekenland allerminst. De toegevoegde waarde van de maakindustrie is vandaag liefst vijf keer kleiner dan in 2008. Ondanks de lagere lonen blijkt ook de Griekse export daar amper van te profiteren. Ulysses Kyriacopoulos, een van de belangrijkste bedrijfsleiders en baas van de werkgeversorganisatie, geeft daarvoor een aantal verklaringen. ‘De Griekse economie is niet echt innovatief en profiteert daardoor minder van de bezuinigingen’, oppert hij. ‘Maar even belangrijk is dat er elders in de wereld niet veel vraag is en dat bedrijven als gevolg van de automatisering meer op zoek zijn naar kennis en sterke afzetmarkten.’

Er is meer aan de hand. Bezuinigingen jagen de Grieken massaal naar nog goedkopere producten. Huishoudens geven gemiddeld tien procent minder uit aan voeding. Vooral verse voeding moet eraan geloven. Kleine winkels die zich nog lieten bevoorraden met hoogwaardige Griekse plattelandsproducten, als kaas, vlees en olijfolie, sluiten massaal de deuren. In de plaats komen buitenlandse megadiscounters zoals het Duitse Lidl, dat onlangs een gigantisch distributiecentrum opende bij Thessaloniki.

Een aantal jonge Griekse producenten probeert toch een verschil te maken met kwaliteit. Love Greece is een nieuw merk dat het hoogwaardige Griekse katoen verwerkt tot modieuze kleding. ‘Made in Greece with love, wear it with pride’, zegt het label. ‘We proberen wat in te zetten op de vaderlandsliefde, maar de prijzenslag is gewoon te hevig.’

Exodus

Dankzij de veerkracht van de democratische gedachte en de Europese droom werd een akelige politieke revolutie afgehouden, maar de economische crisis zet zich genadeloos verder en verzwakt het land. Dat leidt tot een ongeziene exodus. Volgens de cijfers van het Europese bureau voor statistiek Eurostat zijn liefst 700.000 Grieken sinds 2009 uitgeweken, vooral naar West-Europa en de Verenigde Staten. Het gaat voornamelijk om jongeren en hoogopgeleiden.

‘Een ramp is het’, verklaart Kyriacopoulos. ‘Ondernemende Grieken hebben hier gewoon geen markt meer om nieuwe bedrijven op te starten. We zien ze baanbrekende dingen doen van Berlijn tot San Francisco, maar niet hier.’ Griekenland riskeert in een vicieuze cirkel terecht te komen, gaat hij verder: ‘Het economische weefsel van onze steden verschraalt, talent verdwijnt en wij blijven zitten met een samenleving van winkelbedienden, ambtenaren en bejaarden. De Griekse bevolking veroudert erg snel.’

Een verouderende samenleving is meestal een angstige samenleving. Grieken zijn erg verknocht aan contact met vrienden en familie, maar door de crisis komt dat er steeds minder van. Vooral de ouderen voelen zich daardoor eenzaam en geïsoleerd. Honderdduizenden grootouders hebben sinds de crisis alleen contact met hun kinderen via de telefoon. Dat gaat ook gepaard met een groter onveiligheidsgevoel.

Daarbij komt nog de vluchtelingencrisis. Griekenland is een transitland, de meeste vluchtelingen willen snel verder naar Duitsland. Er bevinden zich nu nog zo’n 40.000 vluchtelingen in Griekenland. Tijdens mijn bezoek komt de exodus via de Egeïsche Zee net tot stilstand. De militaire politie bewaakt de ferryterminal van Piraeus nog, maar behalve enkele Oost-Afrikanen met een vislijntje zijn er uitsluitend Griekse passagiers die staan aan te schuiven. Hetzelfde op het eiland Lesbos. Tientallen aan flarden gereten rubberboten op rotsige kust herinneren aan de hachelijke oversteek, en in de stad Mytilini zit een handvol Syriërs op een terras koffie te slurpen.

Toch zijn mijn gesprekspartners er niet gerust op. ‘Het kan onmiddellijk opnieuw gebeuren’, zegt de uitbater van een haventaverne in Mytilini. ‘We hangen af van een dictator aan de andere kant van de zee en die kan met een vingerknip opnieuw tienduizenden mensen op ons af sturen.’ Hetzelfde verhaal bij een bakkersvrouw: ‘Het was verschrikkelijk, vooral de jonge gezinnen met kinderen en baby’s. Iedereen hier heeft het beste van zichzelf gegeven. Maar we kunnen niet de ellende van het hele Midden-Oosten op onze schouders nemen.’

Egeïsche zee

Het beeld van een belegerde natie wordt me opnieuw bevestigd als ik inscheep voor een patrouille op de Egeische Zee met de Griekse marine. ‘Je moet het hier vergelijken met de zwarte burcht in Game of Thrones‘, vat de commandant van de HS Krataios samen. ‘We zitten helemaal vooraan en zijn omringd door problemen.’

De oorlogsboot is nieuw, maar hij ziet er al roestig uit. ‘Onderschat het niet: de laatste maanden zijn we bijna permanent op zee geweest.’ Op het achterdek liggen rubberboten en zwemvesten klaar. ‘Vluchtelingen steken vaak hun boot lek, uit vrees terug naar Turkije te worden gestuurd. Vorige week konden we bij zo’n incident 56 mensen uit het water halen, maar voor een drietal waren we te laat.’ Met de verrekijker speuren we de horizon af, tot er plotseling een rechthoekje op het radarscherm verschijnt. De sfeer op de brug wordt zenuwachtig. Het rechthoekje wordt aangevinkt als ‘vijandig’.

Dan pas zie ik in de verte een ander oorlogsschip, een Turks. Wat volgt, is een kleine zenuwenoorlog. Op het scherm heeft het net de zee-grens overschreden. De officieren kijken het na op een papieren kaart en besluiten dat het waarschijnlijk net op de zee-grens ligt. Een uur lang worden we zo geschaduwd. ‘Griekenland en Turkije zijn al lange tijd verwikkeld in een conflict over de Egeïsche Zee, maar de laatste jaren nemen de spanningen toe.’

Op de generale staf in Athene wordt me later uitgelegd waarom de Grieken zo nerveus zijn. ‘De grenzen werden vastgelegd door twee verdragen van na Wereldoorlog I, maar Turkije wil de situatie herzien’, verklaart een admiraal. Ik krijg kaarten te zien met de zones die door Ankara betwist worden. ‘Het gebied is van onschatbare strategische waarde’, gaat een kolonel verder. ‘Het verbindt de Middellandse en de Zwarte Zee. De Russen, de Amerikanen, de Chinezen: allemaal gebruiken ze de route. Op termijn zal het belang nog toenemen, als de Zuidelijke Aardgaspijpleiding er komt. Hoogstwaarschijnlijk bevinden er zich aanzienlijke energievoorraden in de regio.’

Frontlijnstaat

Het is duidelijk dat de Turken de druk op het verzwakte Griekenland opdrijven. Sinds het uitbreken van de economische crisis is het aantal incidenten, waarvan sommige echt gevaarlijk zijn, fors gestegen. Griekenland is een frontlijnstaat, de eerste verdedigingslinie van Europa, wordt me hier op het hart gedrukt. Op strategisch vlak ervaart Griekenland als geen ander de assertieve machtspolitiek van landen als Turkije én de impact van de chaos in het Midden-Oosten. Het wijst er de rest van Europa op hoe het handhaven van de veiligheid en de soevereiniteit flinke investeringen in defensie vereist.

Op economisch vlak toont het andere Europese landen welke prijs een samenleving moet betalen als zij er niet in slaagt een competitieve maakindustrie te behouden en zich in onevenwichtige economische partnerschappen laat forceren. Het toont ook dat economische achteruitgang niet altijd beperkt blijft tot een relatieve verschuiving van de welvaart, maar een hele samenleving kan verarmen.

De nieuwe Griekse tragedie is echter vooral een strijd om het behoud van de Europese droom. De democratie heeft hier de voorbije jaren als een formidabele brandvertrager gewerkt ten aanzien van oplopende emoties en een middenweg mogelijk gemaakt tussen extreme standpunten. De huidige onzekerheid wordt evenwel onhoudbaar als die democratie niet gevoed wordt met concrete voorstellen die hoop op een betere toekomst bieden. Als de Grieken daar, met het vuur na aan de schenen, niet in slagen, waarom zouden we er dan van uitgaan dat de rest van Europa de strijd om het behoud van onze democratie, welvaart en waardigheid zal winnen? Zullen we ooit op deze Griekse tragedie terugkijken als het eerste bedrijf van een veel grotere Europese tragedie?

DOOR JONATHAN HOLSLAG

‘Ik ben vooral bang om nu te sterven. Ik zou niet weten hoe mijn familie zonder mijn pensioen moet overleven.’

Huishoudens geven gemiddeld tien procent minder uit aan voeding. Vooral verse voeding moet eraan geloven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content