Faiçal Hoesseini, de Palestijnse leider van Oost-Jeruzalem, over het vredesproces, en vooral over wat er gaande is met zijn stad.
Officiële titels heeft hij niet meer of zeer weinig. Maar in Oost-Jeruzalem, Palestijns Jeruzalem, is hij het bijna onbetwiste hoofd van de gemeenschap. Bijna, want twisten doet men in Jeruzalem altijd, bij joden, bij christenen, en zeker bij Palestijnen. Faiçal Hoesseini (57) stamt uit een oude aristocratische Palestijnse familie die verscheidene moeftis aan Jeruzalem leverde. In door Israël geannexeerd Oost-Jeruzalem heeft hij de moeilijke taak het niet erkende hoofd te zijn van de voor Jeruzalem niet erkende maar wel door de Israëli’s als vijand beschouwde Palestijnse Autoriteit. Een gesprek, over Jeruzalem. Maar eerst iets over de staat van het erg gehavende vredesproces.
FAIÇAL HOESSEINI : U weet dat de situatie in het Midden-Oosten nu erg gevaarlijk wordt, omdat de Israëlische Likoed-regering het vredesproces aan het doden is. Europa, de belangrijkste bron van financiële en andere hulp voor het vredesproces, nog afgezien van zijn historische relaties met de regio, kan daar een rol spelen die zeker zo belangrijk is als die van de VS. Want ik geloof dat de Israëli’s zich daarin misrekenen. Zelfs de VS kunnen niet onbeperkt doorgaan met hun steun aan de Israëlische regering. En als je op een normale manier naar de internationale situatie kijkt, dan is het Europa dat zich van nabij met ons zou moeten bemoeien, en niet de Verenigde Staten. Het is hier dat wij allemaal leven, niet aan de andere kant van de wereld. Maar Europa moet dan niet alleen een financiële rol spelen, maar ook politiek tussenbeide komen. Er wordt daar een nieuw soort wereld opgebouwd, en Europa is daar deel van.
Premier Benyamin Netanyahu is nu ook met president Bill Clinton gebrouilleerd. Werkt dat in uw voordeel, of juist niet ?
HOESSEINI : Om het even hoe is het een resultaat van een verkeerde politiek, waarvoor Netanyahu uiteindelijk de prijs zal moeten betalen. Wij betalen daar ook voor. De tijd is voorbij waarin wij wonnen als Israël verloor, of waarin elke winst voor ons een verlies voor Israël betekende. Nu zijn er al veel dingen die wij samen kunnen verliezen, of samen kunnen winnen. Dus, als Israël zich in een lastige situatie bevindt, winnen wij daar niet bij.
Het is ook niet zo dat wij alleen met Netanyahu problemen hebben. Die hadden we met de Arbeiderspartij ook al. Het verschil is : Yitzhak Rabin en Shimon Peres waren heel lastige onderhandelaars, waar wij het soms heel moeilijk mee hadden, maar Netanyahu is een onmogelijke onderhandelaar. Hij weigert nu de verdere uitwerking van het vredesproces. Hij weigert de idee van een onafhankelijke Palestijnse staat, en weigert dus ook maar de kleinste stap te zetten die uiteindelijk naar zo’n Palestijnse staat zou kunnen leiden. Het eerste wat hij deed, was de scheiding tussen de Westelijke Jordaanoever en de Gaza-strook totaal maken, zodat het voor mensen of goederen bijna onmogelijk wordt tussen de twee delen van ons grondgebied heen en weer te gaan. Op die manier worden er twee heel kleine markten gemaakt, wat onze economie schaadt en tot een onmogelijke situatie leidt. Want met de Westelijke Jordaanoever, de Gaza-strook en Jeruzalem bijeen kunnen we zeggen dat we een kleine, maar aanvaardbare markt hebben. Door die in drie te hakken, bekom je drie kleine stukken waarop niemand enige autonomie kan hopen te bouwen. En in de plaats van bij het vredesproces te winnen, verliezen onze mensen erbij.
Bovendien gaat het confisqueren van land voort, en het bouwen van nederzettingen, de aanleg van nieuwe wegen die aan ons gebied knagen. Hij heeft een politiek en hij vindt dat de Palestijnen maar moeten slikken wat hij voor hen bedacht heeft. Dit is natuurlijk de beste manier om een atmosfeer van geweld tegen Israëli’s te creëren.
Momenteel controleren wij maar drie procent van het grondgebied. Je weet dat dat gebied in drie areas is opgedeeld : A, B en C. A is het deel waar de Palestijnen volledige controle over hebben. B is waar wij administratieve controle hebben, maar waar de Israëli’s nog instaan voor de veiligheid : 27 à 28 procent is dus niet helemaal onder onze controle, en ook niet onder de volledige controle van Israël. Wie daar iets wil doen dat tegen de wet is, kan zijn gang gaan. De maffia, de Palestijnse en de Israëlische, is daar actief, net zo goed als organisaties die tegen het vredeproces ageren.
Waar heeft men het dan over als men praat over samenwerking tussen Palestijnse en Israëlische politie ?
HOESSEINI : De Israëli’s willen dat wij helpen de veiligheid te garanderen, en dat wij met hen coördineren en samenwerken. Maar tegelijk weigeren ze ons enig recht op soevereiniteit of zelfs bewegingsvrijheid te geven. Dat is het dilemma. Wij zouden wel willen samenwerken met hen, want veiligheid is belangrijk. Wij proberen ons land te organiseren, en dat gaat niet zonder stabiliteit. Zonder stabiliteit zal geen enkele investeerder komen, geen geld, geen knowhow en geen toeristen. Zonder veiligheid geen stabiliteit. En zonder veiligheid voor de Israëli’s ook geen veiligheid voor ons. Dus, het is duidelijk waar ons belang ligt. Maar als ze willen dat wij het werk doen, en veiligheid garanderen, dan moeten wij ook de volledige controle hebben. Dat wil zeggen : volledige autoriteit. Minder autoriteit is minder controle, is minder veiligheid.
Wat is er bezig in Jeruzalem ?
HOESSEINI : Jeruzalem is altijd de hoofdstad van dit gebied geweest, ook al heette ze misschien anders, van Palestina, wat Palestina dan verder ook was. Sinds het begin van deze eeuw werd ze ook de administratieve hoofdstad, en na het Brits mandaat de administratieve, politieke, sociale en religieuze hoofdstad voor Palestijnen, christenen, moslims en joden. Met de oorlog van 1948 kwamen er dan, vanuit ons gezichtspunt gezien, drie rampen over de stad. Ten eerste dat het grootste deel van de stad door de Israëli’s bezet werd en dat meer dan dertigduizend Palestijnen eruit geschopt werden. Ten tweede dat we ook veel dorpen rond de stad verloren. Ten derde dat Jordanië Oost-Jeruzalem annexeerde, waarna Amman de hoofdstad was, en niet meer Jeruzalem. Dit creëerde een nieuwe situatie in Jeruzalem, dat tot de rang van een stadje of een groot dorp herleid was. De stad bood geen werk genoeg meer, en de lieden die in de hoofdstad zaken deden, weken uit naar Amman en andere hoofdsteden in het Midden-Oosten. Toch slaagden wij erin het tij te keren. In 1967 werd Jeruzalem opnieuw hoofdstad, zoals voorheen. Zij werd de tweede hoofdstad van Jordanië, op religieus, sociaal en toeristisch vlak. En toen kwam de oorlog van 1967.
Opnieuw kwamen drie rampen over de stad. De eerste was dat ook Oost-Jeruzalem nu bezet werd door de Israëli’s. De tweede dat Israël de stad annexeerde, en dus als deel van Israël ging beschouwen. De derde ramp was dat deze bezetting in de maand juni gebeurde, en niet in augustus. In juni was iedereen die in Jeruzalem woonde maar erbuiten werkte, de stad uit en aan het werk, zodat de bezetting er maar een vijftigduizend Palestijnen aantrof. Was dit in augustus gebeurd, de vakantiemaand als iedereen thuis is bij de familie, waren het er gemakkelijk rond de honderdduizend geweest. De Israëli’s besloten dan de grenzen van Jeruzalem te verleggen en het stadsgebied van zes vierkante kilometer tot 72 vierkante kilometer uit te breiden, en dit met zoveel mogelijk land waarop zo weinig mogelijk mensen leefden. Oost-Jeruzalem werd geannexeerd bij Israël, en daarvan confisqueerden ze 34 procent, verklaarden 52 procent ervan groene zone, en lieten voor ons slechts veertien procent over om op te bouwen en te leven.
En aangezien ze dit gebied voortaan als een deel van Israël beschouwden, beschouwden ze ons, Palestijnen, meteen ook als vreemdelingen met permanente residentie in Israël. Alsof wij in juni 1967, al de mensen van Oost-Jeruzalem, collectief besloten hadden om samen naar Israël te gaan, en het niet Israël was geweest dat bij ons binnenkwam. Dus vanaf 1967 werden wij vreemdelingen in onze eigen stad.
In de praktijk bracht dat niet onmiddellijk veel problemen voor ons mee. Ze lieten ons op reis gaan en buiten werken, maar we konden geen nieuwe huizen bouwen voor Palestijnen in Jeruzalem, of nieuwe banen scheppen. Door die twee problemen gedwongen, bleven de Palestijnen dan werk en een woning zoeken buiten hun stad. De Israëli’s moedigden ze daarbij aan.
Intussen probeerden wij Jeruzalem haar oude activiteiten van hoofdstad terug te geven. Daar zijn we grotendeels in geslaagd. De beste ziekenhuizen staan in Jeruzalem, de beste winkels, de beste diensten vind je in Jeruzalem.
Maar in 1993 kwamen de Israëli’s met een nieuwe politiek. Ineens, na dertig jaar, beslisten ze dat wij, residerende vreemdelingen en geen burgers in Israël en Jeruzalem, het recht konden verliezen om in Jeruzalem te verblijven, als we buiten de stad werkten of woonden. En ze begonnen de identiteitskaarten van die mensen af te nemen. Waarom ? In 1993 moeten ze gezien hebben dat de Palestijnen in Jeruzalem nog steeds een sterke gemeenschap vormden met hun eigen instellingen en hun bedrijven, terwijl de internationale gemeenschap niet aanvaardde dat Oost-Jeruzalem een stuk van de Israëlische hoofdstad zonder meer was. Met al de nederzettingen die ze rond Jeruzalem en soms ook er middenin gebouwd hadden, bleken ze de aard van Jeruzalem niet te kunnen veranderen, dat bleef een Arabische stad. Dus gingen ze proberen de realiteit op het terrein zo te wijzigen dat wij, vooraleer de onderhandelingen over Jeruzalem, die in de Oslo-akkoorden voorzien zijn, zouden beginnen, een zwakke minderheid in Jeruzalem zouden geworden zijn.
Dat werd de politiek van de omsingeling.
HOESSEINI : Zij begonnen een politiek van drie cirkels, ja. De eerste cirkel was om te isoleren ; de tweede om te deporteren, de derde om te vervangen. De isolering kwam ook in drie stappen. Ten eerste het afsnijden van de stad Jeruzalem van de rest van de Palestijnse gebieden, door controleposten op te richten rond de stad die iedereen de toegang tot de stad ontzegden, die geen permanent verblijf in de stad had. Het eerste gevolg daarvan was dat wij, die diensten verzorgden voor bijna anderhalf miljoen Palestijnen rondom, onze dienstverlening beperkt zagen tot het publiek van misschien 180.000 Palestijnen die in Jeruzalem woonden. Je kan je voorstellen wat er gebeurt met de bedrijven, ziekenhuizen enzovoort, die zo van hun klanten afgesneden worden.
De tweede stap van isolering wilde de Palestijnse instellingen in Jeruzalem van de bevolking van Jeruzalem afsnijden. Want ze zagen in dat deze stad niet integraal Israëlisch kon worden zolang daarin Palestijnen zichzelf konden bedruipen. Dus kwamen er problemen voor die instellingen. Soms werden mensen belet ernaartoe of er binnen te gaan, soms werden ze gesloten in de hoop dat vroeg of laat de Palestijnen die dingen zouden opgeven en zich naar de Israëlische instellingen zouden keren.
Kunt u een voorbeeld geven ?
HOESSEINI : Ja, ik kan de ziekenhuizen aanhalen, de universiteit van Jeruzalem, het Palestijnse theater in Oost-Jeruzalem.
Het Makasser-hospitaal in Oost-Jeruzalem draaide voor tachtig procent voor de Westelijke Jordaanoever en de Gaza-strook, en twintig procent voor de plaatselijke bevolking in Jeruzalem. Door het beleg rond Jeruzalem verloren wij tachtig procent van onze klanten. Dan kwamen de Israëli’s met een nieuwe wet, die zei dat alle Palestijnen in Oost-Jeruzalem verplicht lid moesten worden van een Israëlische ziekteverzekering. Zodat ze, als ze ziek werden, naar een Israëlisch ziekenhuis moesten gaan, en niet naar Makasser, aangezien ze daar al voor betaald hadden. Zo verliezen onze ziekenhuizen ook de resterende twintig procent van hun cliënteel.
Of neem Oriënt House. U herinnert zich nog wel de belegering van het Oriënt House als daar buitenlandse gasten verwacht werden. Of de sluiting van het Palestijnse theater, waar een uur of een half uur voor een vertoning de politie komt en de zaak tot ?closed area? verklaart.
En de derde stap in de isolering is door Jeruzalem zelf te isoleren van de internationale gemeenschap ; door alle soorten politieke of diplomatieke bijeenkomsten in de stad te verbieden, en de wereld te dwingen het probleem van het Midden-Oosten te behandelen zonder met Jeruzalem rekening te houden.
De tweede cirkel is de deportatie. Die komt ook in drie soorten : fysieke, economische en deportatie uit hun identiteit.
De fysieke deportatie is dat mensen die, zoals boven beschreven, hun identiteitskaart en het recht afgenomen is om in Jeruzalem te wonen, er ook hun andere rechten verliezen : om Jeruzalem binnen te komen, om er te werken, om er een bankrekening te openen… Zodat ze de stad wel uit moeten. Economische deportatie gaat door het sluiten van de stad, en het opleggen van hogere belastingen. De diensten, die voor hun klanten onbereikbaar geworden zijn, zullen naar hun klanten op zoek gaan, er achteraan gaan, en uiteindelijk verhuizen. Naar de Westelijke Jordaanoever, hun klanten achterna.
De derde stap gaat zo. Ze zeggen tegen de Palestijnen in Oost-Jeruzalem, kijk, jullie zijn hier permanent residerende vreemdelingen. Zodat jullie uiteindelijk wellicht gedwongen zullen zijn de stad te verlaten, want elke dag is er wel een nieuwe wet die jullie recht om in de stad te blijven vermindert. Waarom daarmee voortdoen ? Waarom geen Israëlisch paspoort gevraagd, waardoor jullie staatsburgers worden en niemand jullie nog uit de stad kan zetten ook al ben je er in dertig jaar niet in geweest ? Een Palestijn die dat doet, kan in de stad blijven, maar die is al gedeporteerd uit zijn Palestijnse identiteit, naar Israël.
En het doel is de onderhandeling ?
HOESSEINI : Natuurlijk, al deze dingen doen ze met het oog op het moment dat de onderhandelingen over Jeruzalem beginnen, om te kunnen zeggen : wat willen jullie met Jeruzalem ? Jullie hebben er geen land, want dat is geconfisqueerd. Jullie hebben er geen structuren, want al die instellingen zijn in elkaar gestuikt. En zelf vormen jullie een heel kleine minderheid, want veel van uw mensen zijn al Israëli of hebben andere nationaliteiten. Jullie kunnen zelfs geen aanspraak maken op de rechten van een minderheid, want jullie zijn zelfs geen minderheid.
En de derde cirkel was die van vervanging. Na de stad geïsoleerd te hebben en de inwoners eruit verwijderd, zijn ze nieuwe nederzettingen rond de stad gaan bouwen om de Palestijnen door Israëli’s te vervangen. Ze bouwen een muur van nederzettingen rond Jeruzalem, die op sommige plaatsen uitstulpt en de verbinding maakt met de westkant van de stad, zodat er Palestijnse eilandjes ontstaan tussen de settlements. Neem Aboe Ghneim of de Har Homa-nederzetting. Wij probeerden te beletten dat de Israëli’s daar de cirkel rond Jeruzalem zouden sluiten.
Zo ziet de situatie in Jeruzalem eruit voor een Palestijn die daar woont. Die kan niet zeker zijn van zijn huis, want elke dag kan hij ontdekken dat dat niet meer van hem is. Kan er niet zeker van zijn dat hij kan blijven wonen in zijn stad. Of van zijn verzekering en de toekomst van zijn kinderen, of van zijn kapitaal, zijn geld, of wat dan ook. Het is een situatie die op de rand van de catastrofe balanceert.
Men hoort wel zeggen dat de Palestijnse Autoriteit meer interesse heeft voor Gaza dan voor Jeruzalem, omdat ze Jeruzalem als verloren zou beschouwen.
HOESSEINI : Nee. Het is de Palestijnse Autoriteit verboden geld te spenderen in Oost-Jeruzalem. Als de Israëli’s kunnen aantonen dat een instelling geld heeft gekregen van de PNA, zeggen ze : dit is een Palestijnse instelling, dus die moet verhuizen naar Palestina. Naar Ramallah, Bethlehem of waar dan ook. Tegelijk zitten zij met een extreem probleem in Gaza, waar de mensen werkloos zijn en op elkaar zitten in een extreme overbevolking, in een stad die de afgelopen dertig jaar geen enkele vernieuwing van infrastructuur heeft gezien. De infrastructuur in Jeruzalem mag niet zo goed zijn als die in West-Jeruzalem, maar hij is daar wel. De nood in Gaza is groter.
Ondertussen roept officieel Israël dat het geen meter van Jeruzalem zal afstaan. Maar uit andere hoeken zijn er mensen als Yossi Beilin, die mogelijkheden proberen te formuleren. Wat denkt u daarvan ?
HOESSEINI : Jeruzalem is lange tijd taboe geweest voor ons allebei. Voor de Palestijnen ook : als je mij enkele jaren geleden gevraagd had wat ik wou, zou ik gezegd hebben, ?heel Jeruzalem !? Zeventig procent van Jeruzalem was Palestijns, de Israëli’s wonen daar in onze huizen. Het taboe is aan onze kant afgebroken toen wij alleen over Oost-Jeruzalem zijn gaan praten. En aan de Israëlische kant begint het ook af te brokkelen. Het belangrijke aan die voorstellen waar u over sprak, is dat de Israëli’s zelf met nieuwe suggesties komen om het probleem op te lossen. Ik vind geen van hun voorstellen tot nog toe naar mijn smaak, maar ik ben dolblij over het feit dat ze ze gedaan hebben, dat het taboe doorbroken is. En dat we op weg kunnen gaan naar onderhandelingen om tot een akkoord te komen.
Sus van Elzen
JERUZALEM : Hoofdstad en twistappel voor de drie gemeenschappen.
DE PALESTIJNSE VLAG IN DE OUDE STAD : Machteloos verzet.
VERHITTE GEMOEDEREN : De impasse is de natuurlijkste voedingsbodem voor razernij.