Dit is het seizoen dat de pionnen worden uitgezet. In Israël en Palestina gaat het snel, na maanden van politieke blokkering.
EEN BERICHT UIT JERUZALEM
Het is misschien tijd om van de symbolen af te stappen en naar de inhoud van de dingen te gaan,? had Faiçal Hoesseini gezegd. Na veel plannen, onderhandelen, verifiëren, was er een manier gevonden om de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke (SP) een bezoek aan Jeruzalem te laten brengen zonder bij het Palestijnse centrum Orient House langs te gaan. De Israëlische regering van premier Benyamin ?Bibi? Netanyahu had immers verklaard Orient House te zullen sluiten bij het eerste bezoek van een regeringsleider of minister van Buitenlandse Zaken daar. De Europese Unie had dan beslist dat regeringsleiders en buitenlandministers die Jeruzalem aandeden, verplicht naar het centrum moesten gaan. De Palestijnen in Jeruzalem hebben, vindt Israël, niet aan politiek te doen. Oost-Jeruzalem is door Israël geannexeerd en de Israëli’s proberen krampachtig elk voldongen feit te vermijden dat de stad in de volgende onderhandelingsronde waarin ze op de agenda staat met de Palestijnen meer bespreekbaar zou kunnen maken.
Intussen weet iedereen dat de Palestijnen, en zeker die van Jeruzalem, wèl aan politiek doen, en dat de stad wèl besproken zal moeten worden op één of andere manier. Dat is ook de reden waarom de Israëli’s het Arabische Oost-Jeruzalem momenteel volbouwen met joodse woningen en instellingen : in de regio van de voldongen feiten weet de goede verstaander elk voldongen feit op zijn waarde te schatten. Maar met de gelijktijdige verplichting en verbod aan de Europeanen om Faiçal Hoesseini in zijn centrum te bezoeken, was er natuurlijk een patsituatie ontstaan. Europeanen bedachten de creatiefste oplossingen om wel naar Jeruzalem en niet naar Orient House te gaan, en wie het stilaan koud romdom zich voelde worden, was Hoesseini.
De Belgische oplossing, ingewikkeld als het probleem zelf, had voor zich spreken dat ze in nauwe samenwerking met Hoesseini zelf uitgedokterd was. Minister Derycke, Buitenlandse Zaken, ging niét naar Oriënt House. Staatssecretaris Reginald Moreels (CVP), Ontwikkelingssamenwerking, ging wèl naar Orient House, dat dus door de Israëli’s niet gesloten werd. Derycke en Moreels samen gingen naar de Damascuspoort van de oude stad, werden ontvangen door zowel Faiçal Hoesseini als door een burgemeester en rondgeleid, en ’s avonds op een diner waar heel Arabisch Jeruzalem vertegenwoordigd was, werden stevige toespraken gehouden. Over het recht van de Palestijnen op een eigen staat, ?in één of andere vorm? (Derycke), en wat dies meer zij. Waarna ze in Gaza bij Yasser Arafat nog eens hetzelfde konden gaan zeggen.
In Gaza bracht Reginald Moreels buiten de diplomatie trouwens ook geld aan. Het geld van de Belgische ontwikkelingssamenwerking met de Palestijnen bedroeg voor 1995 honderd miljoen frank voor twee ziekenhuizen, dat werd toegezegd en ook besteed. Voor 1996 en ’97 samen, was er 325 miljoen frank toegezegd, en daarvan kon de staatssecretaris nu 252 miljoen ondertekenen wat wil zeggen, besteden, in fasen en schijven, aan verschillende projecten. Het grootste pakket, 240 miljoen frank, gaat naar de rurale elektrificatie in 25 dorpen rond Nabloes, voor verlichting (momenteel liggen die dorpen ’s nachts in een bijbelse duisternis, terwijl op de heuveltoppen rondom de joodse nederzettingen in het licht van hun halogeenschijnwerpers baden). Twaalf miljoen gaat naar twee transformatoren die Nabloes zelf moeten aansluiten op het Israëlische elektriciteitsnet (en de stad onafhankelijk maken van haar aftandse dieselgenerators). Het niet ondertekende verschil van 73 miljoen frank is bestemd voor huisvestingsprojecten en dergelijke, die nog nader moeten bekeken worden. Het strategische doel van wat toch een pak geld is, is dan de afhankelijkheid van de Palestijnse Gebieden van Israël te verminderen.
IN HEBRON IS DE SPANNING VOELBAAR
Het was in het morsige en driewerf symbolische Hebron dat Erik Derycke oog in oog kwam te staan met het échte probleem van het Midden-Oosten. Rondgeleid door de Arabische burgemeester Moestafa Natsche van de heuvels naar het dal, langs de nederzetting Kyriat Arba met zijn gedenksteen (in de verte te zien) voor de moordenaar van de moskee Baruch Goldstein, die 29 biddende moslims doodschoot, en uiteindelijk doorheen de zones één en twee enzovoort naar het midden van de betwiste oude stad volk op straat, auto’s, soldaten, kolonisten, tussen half of helemaal niet ontmantelde militaire barricaden : het oude Midden-Oosten van lang voor er vrede in het gezicht is , kreeg de minister een niet persoonlijk bedoelde dosis volwassen tastbare spanning en provocatie te aanschouwen. De vrede is zogenaamd getekend voor Hebron uitgetekend tot in de meest onmogelijke details, zou men misschien moeten zeggen , maar of ze levensvatbaar zal blijken, zal in hoge mate van de eerste de beste gek met een geweer afhangen.
Toch was dat akkoord over Hebron belangrijk voor de toekomst van het vredesproces voor het Midden-Oosten. Daar, tenslotte, heeft Bibi Netanyahu zich door Yasser Arafat over de meet laten trekken, en heeft hij zich geëngageerd om ook nà de ?hergroepering? van zijn troepen in en uit Hebron en de overgave van het grootste deel van de stad aan de Palestijnse Autoriteit, nog voort te gaan met de uitvoering van de akkoorden van Oslo, met name door de drie tussen dit en eind volgend jaar geplande terugtrekkingen uit dorpen en rurale gebieden. Niemand maakt zich verder illusies dat dit van een leien dakje zal verlopen. Er zal nog heel wat om te doen zijn, zeker als moet uitgemaakt worden over hoevéél land dat uiteindelijk moet gaan. Maar het principe is daar, de belofte, de tijdschema’s. En Hebron was, eens het akkoord ondertekend, binnen de 48 uur ontruimd.
Voor Palestijnen als minister Nabil Shaath heeft dit het belang van een doorbraak : vanaf nu hebben zij een akkoord ?niet meer met de helft van Israël namelijk van de travaillistische partij, die ervan overtuigd was dat er vrede moest komen , maar ook met de andere helft, die daar nog van overtuigd moest worden.? Met andere woorden, Bibi en zijn uiterst rechtse entourage zijn geplooid voor de druk van de realiteit van de meerderheid in Israël, die toekomst ziet in het vredesproces. Waarom ? Is Bibi van zijn paard gebliksemd, of heeft hij op zijn bureau een pak akkoorden ontdekt die nog zo negatief niet waren ? Men weet het niet, maar het lijkt erop dat nu ook in het Likoed-blok, dat nooit van de formule ?land in ruil voor vrede? wou weten, de discussie aangevat is.
Het bewijs daarvan is de hoogst merkwaardige dialoog die vorige week bekend werd toen een ?non-paper? met conclusies en voorstellen aan de Knesset werd voorgesteld , en die al een tijd gaande was tussen mensen uit de Labour-partij, aangevoerd door de immer bezige ex-minister Yossi Beilin, en anderen van de Likoed, onder leiding van Michael Eitan, de voorzitter van de regeringscoalitie in de Knesset. Die discussiegroep had het lang en diep over de onderhandelingen van de ?derde fase? gehad, die volgens Oslo al moesten begonnen zijn, en die de ?definitieve status? van de Palestijnse Gebieden tot voorwerp moeten hebben : grenzen, staat, vluchtelingen, water, Jeruzalem… En de joodse nederzettingen in Palestijns gebied.
Het belang hiervan lijkt tweeledig. Ten eerste wordt door de twee grote partijen van Israël gepraat over teruggave van gebieden aan de Palestijnen. Ten tweede wordt in een eenzijdig Israëlische denkoefening, maar wel met vredesarchitect Yossi Beilin daarin openlijk nagedacht over wèlke gebieden Israël wil teruggeven, en welke het wil houden, vooral dan op de Westelijke Jordaanoever. Gedacht lijkt te worden aan de bijkomende annexatie van een strook land op het punt waar Israël het smalst is (slechts vijftien kilometer van de grens tot aan het strand), met onder andere het Arabische stadje Tulkarm erin. Dit in ruil voor, bijvoorbeeld, een stuk Negev-woestijn bij de Gaza-strook. De Palestijnse kant, dat kan men op zijn klompen aanvoelen, zal voor zo’n ruil niet te vinden zijn, en werd er trouwens ook nog niet bij betrokken. Maar misschien, later, wel voor een andere ruil ?
Want de vraag is hiermee aan de orde gesteld wèlke gebieden het latere Palestina zullen vormen, en daarmee impliciet, dat niet de hele Westbank Palestijns kan worden voor de Israëli’s. Dat klinkt onrechtvaardig, maar in de vergelijking die voorligt, zijn de Israëli’s de sterkste partij, en anderzijds is dit het seizoen waarin men pionnen uitzet die later, tijdens de eindonderhandelingen, kunnen teruggenomen worden, of geruild.
In een Israëlische politieke sfeer van schandalen en dreigende regeringscrisissen hebben deze ontwikkelingen een bijkomend belang, dat door waarnemers vanuit de ooghoeken gevolgd wordt. Een groeiende consensus in Israël over de noodzaak het vredesproces voort te zetten, en een zich ontwikkelende dialoog daarover tussen de twee grote blokken, zou de weg kunnen effenen naar een samenwerking tussen Labour en Likoed waar ex-premier Shimon Peres nog altijd meer dan bereid toe is , zoniet tot een ?grote? coalitieregering. Tijd voor de inhoud dus, niet meer voor de symbolen, zoals Faiçal Hoesseini zei.
Sus van Elzen
Jeruzalem blijft een steen des aanstoots.
Met de burgemeester van Hebron, Moestafa Natsche : zicht op grote ongevallen ?