‘Michel Preud’homme hunkert naar bevestiging’
‘Er waren perioden dat je dacht: Club Brugge speelt te goed om geen kampioen te worden. Twee weken later dacht je hetzelfde over Anderlecht’, zeggen voetbalanalisten Jacques Sys en Gert Verheyen over het razend spannende seizoen 2014-2015. Maar het is underdog AA Gent dat nu met de titel lijkt te gaan lopen. ‘Vanhaezebrouck zet iets heel knaps neer in Gent. Hoe de eindstrijd ook uitdraait.’
AA Gent zette het afgelopen weekend een reuzenstap richting titel. Vier punten bonus hebben de Buffalo’s nu op Anderlecht en zelfs vijf op Club Brugge. Wint de Gantoise donderdag in eigen huis tegen Standard, dan is de eerste Gentse landstitel een feit. Anders volgt er zondag nog een thriller op het veld van Anderlecht.
Hebben de compleet onvoorspelbare play-offs nu eindelijk hun laatste geheimen prijsgegeven? Het duo topanalisten, door Knack samengebracht in een zonnig Brugge, is er lang niet zeker van. ‘De enige constante is dat er geen constante is. Iedere week wordt het draaiboek herschreven. Wie voorspellingen maakt, moet die herroepen nog voor ze gedrukt staan’, zegt Jacques Sys, sinds 1994 hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine. Naast hem zit Gert Verheyen, lepe rechtsbuiten bij Lierse, Anderlecht en Club Brugge en tegenwoordig de helderste stem binnen het immer aangroeiende leger televisieanalisten. Verheyen zou Gent een mooie kampioen vinden, maar de beslissing is zeker nog niet gevallen. ‘Het worden voor AA Gent nog minstens een en mogelijk twee erg lastige matchen’, voorspelt hij. ‘De spelers zullen ervaren dat op de eerste plaats staan een ander gevoel geeft dan tweede of derde zijn. Iets te verliezen hebben, voelt anders dan iets kunnen winnen. Dat kruipt in je benen, je gaat twijfelen aan alles wat daarvoor vanzelfsprekend was.’
Brugge en Anderlecht maken ook nog kans. Wie van de drie titelkandidaten bracht het mooiste voetbal?
JACQUESSYS: AA Gent, zeker zolang ze in de rol van underdog voetbalden. Al moet ik zeggen dat alle teams uit Play-off I hun duit in het zakje hebben gedaan. Dit waren zonder twijfel de beste play-offs sinds de invoering van het systeem zes jaar geleden. De sterkste zes teams konden hun niveau nog optrekken. Ik zag verzorgd, aanvallend voetbal.
GERTVERHEYEN: Niemand greep naar negatief spel, hoewel de belangen groot zijn. Daar komt nu nog de spanning van de laatste speeldagen bovenop. Het beste hebben we nog niet gehad. Wat het natuurlijk extra boeiend maakte, waren die voortdurend wisselende kansen. De sterkste drie teams bleken elkaar waard. Maar aan het eind kan er maar één kampioen zijn.
SYS: Er waren dit seizoen perioden waarbij je dacht: Club Brugge speelt te goed om geen kampioen te worden. Twee weken later dacht je hetzelfde over Anderlecht. Nu is het Gent dat de titel lijkt te halen en denkt iedereen: ja, dat verhaal klopt ook. Gent zette een enorme stap voorwaarts, daar verdienen ze alle applaus voor. Het belang van een trainer mag je nooit overschatten, maar je kunt er niet naast kijken hoezeer Hein Vanhaezebrouck zijn stempel op die ploeg heeft gedrukt. Hij mestte de kleedkamer uit – de basis voor ieder sportsucces – en toverde een al bij al bescheiden elftal om tot een titelkandidaat. Vergeet niet dat Gent zich vorig jaar niet eens had geplaatst voor Play-off I.
VERHEYEN: Dat iedereen Gent de titel gunt, komt ook omdat de basis er gezond is. Het is niet zoals bij FC Twente in Nederland: eens zot doen, onmogelijk veel geld uitgeven, kampioen spelen en drie jaar later failliet. Maar of AA Gent zich al een nieuwe topclub mag noemen en, zoals Vanhaezebrouck zegt, voortaan jaar na jaar het niveau van Club Brugge zal halen, dat is nog wat anders. Het potentieel van een club lees je af aan zijn achterban. Als Brugge morgen een stadion van 40.000 plaatsen bouwt, dan zitten er elke week minstens 35.000 fans. Dat kan AA Gent niet.
SYS: Gent breidt zijn territorium wel uit. De club verovert Oost-Vlaanderen, terwijl de Buffalo’s vroeger zelfs in eigen stad weinig supporters telden. Ik zou ze niet onderschatten. Wat accommodatie betreft, is België in de middeleeuwen blijven steken. Club Brugge staat qua stadion drie trappen lager, Anderlecht ook twee. Dat beperkt onze topclubs in hun groei. Gent nam een enorme voorsprong op de rest. Het volgende stadion komt er niet voor 2020. Als AA Gent nu ook nog kampioen wordt, kan het via de centen van de Champions League de kloof met de top twee dichten. Ze staan er nu riant voor, toch denk ik niet dat ze erg ontgoocheld zullen zijn als ze de titel nog missen. Het is sowieso een memorabel seizoen voor Gent. Veel volk, aantrekkelijk voetbal. En de tweede van onze competitie speelt de voorrondes van de Champions League. Dat kan een mooie troostprijs zijn.
VERHEYEN: Als ze het nu nog laten liggen, zal dat bitter smaken. Zulte Waregem was twee jaar geleden bij de rust van de laatste match ook kampioen. Natuurlijk kijken die spelers daar met spijt op terug, zelfs al beleefden ze het seizoen van hun leven.
Wie is bij Gent de man die het doet draaien?
SYS: Bij momenten was het Moses Simon, en in de play-off stak Danijel Milicevic erbovenuit. Maar Gent is sterk omdat het een blok is, echte vedetten zijn er niet. Als we Gent op onze cover willen, volgt altijd de vraag: welke speler spreekt voldoende aan? De meeste voetballiefhebbers herkennen Milicevic niet wanneer ze hem op straat tegenkomen.
Zitten er spelers bij die bij Anderlecht of Club Brugge meekunnen?
VERHEYEN: Dat weet je pas als je het probeert. Bij een topclub moet je er een heel seizoen lang staan. Heb je een dip, dan pikt een ander je plaats in. Onderschat de druk van de media ook niet. Scoort Dennis Praet vijf weken niet, dan komt het in de krant, de speler leest dat en hij trekt zich dat onvermijdelijk aan. Als Milicevic vijf weken geen goal maakt, dan valt dat niemand op. Bij Gent spelen veel voetballers die van kleinere clubs uit de Belgische competitie komen. Spelers waarvan de topclubs dachten: te min voor ons. De verdienste van de trainer is dat hij al die jongens individueel beter maakte. Ik kan me voorstellen dat ze bij Club en Anderlecht nu denken: hé, kunnen die mannen dat ook?
SYS: Vanhaezebrouck zet iets heel knaps neer in Gent. Hoe de eindstrijd ook uitdraait.
VERHEYEN: Zijn ploeg legt herkenbare patronen op het veld. Er zit een idee achter bij Gent. Zelfs als de individuele klasse het laat afweten, blijft dat idee overeind. Dat heeft AA Gent er op de moeilijke momenten doorgehaald.
Is de Beker winnen genoeg om van een geslaagd seizoen te spreken bij Club Brugge?
SYS: Volgens mij niet. Na tien jaar zonder kampioenstitel leeft het bestuur van Club Brugge met een verpletterende stress. De jacht op die titel werd een obsessie. Met de Beker, een Europese kwartfinale én de titel had Bart Verhaeghe alle kritiek van tafel geveegd. Brugge speelde al 61 wedstrijden, 18 meer dan AA Gent. Michel Preud’homme noemt zijn team vermoeid en dat valt ook te begrijpen, maar in een play-off kun je je natuurlijk niet de minste verslapping permitteren. Ze mogen bij Club ook gerust eens de hand in eigen boezem steken: Club heeft zich in Play-off I veel te gemakkelijk aan de tegenstander aanpast, ook afgelopen weekend tegen AA Gent. Dat kan evengoed een reden zijn waarom ze acht keer op achterstand kwamen.
VERHEYEN: In een normale competitie zonder play-offs was Club Brugge natuurlijk al lang kampioen geweest.
Blijft dan de bijsmaak: die play-offs zijn niet eerlijk?
VERHEYEN: Ik ben niet tegen een nacompetitie met de zes beste clubs, maar ik ben wel tegen de halvering van de punten. Het belang van de eerste dertig matchen wordt te klein en dat is niet correct. Dat doet niets af aan de mogelijke titel van AA Gent. Ook zonder de halvering stonden zij aan kop.
SYS: Het systeem valt te verdedigen, zolang je de punten niet deelt. Dat Standard vorig seizoen met 10 punten voorsprong toch nog de titel naar Anderlecht zag gaan, is een verkrachting van de sportieve eerlijkheid. Men doet het voor de spanning, hoor ik. Ja, deel de punten dan door vier, dan is het nóg spannender. Play-off I is aantrekkelijk, Play-off II blijft een wanvertoning. Geen volk, geen beleving, een seizoen dat eindeloos gerekt wordt terwijl iedereen naar vakantie snakt. Ik begrijp niet dat clubs die in dat moeras verzinken, dat blijven slikken.
Ivan De Witte zei vorige week in Knack: ‘Voor mijn part schaffen we Play-off II af.’
VERHEYEN: Dan is het seizoen voor die ploegen begin maart al gedaan: dat kan toch niet? Wat gaan die clubs doen: hun spelers drie maanden bezighouden met oefenmatchen? Hen betaald op vakantie sturen?
Club Brugge heeft niemand in het klassement van de doelpuntenmakers en toch scoorde geen enkel team vaker.
SYS: Het gevaar komt bij Club uit alle linies. Dat is knap en maakt het mogelijk om te variëren. Toch denk ik nog steeds: met een echt goede spits stond Brugge veel verder. Tom De Sutter heeft goeie momenten gehad, Obbi Oulare ook, voor hij ging zweven.
VERHEYEN: De beste De Sutter is een uitstekende spits. Alleen duren zijn goeie periodes nooit lang.
SYS: In maart had hij een paar goeie weken. De Sutter moest naar de nationale ploeg, vond de pers toen. Dat soort conclusies trekt men tegenwoordig snel. Het mediaklimaat kent alleen nog wit en zwart. Voetballers worden veel te snel opgehemeld en al even vlot weer afgebroken. Tel daar nog de makelaars bij, die na iedere goede prestatie geld ruiken. Het maakt de taak van een trainer aartsmoeilijk. Wat mij bij Club vooral trof, is dat Michel Preud’homme klaagde over een slappe instelling van sommige spelers. Niks past minder bij Club Brugge dan dat. Preud’homme was zelf als speler op en top prof. Die moet zich dood ergeren.
VERHEYEN: Spelers als Timmy Simons kunnen elke drie dagen opnieuw messcherp aan de aftrap staan, maar bij Club bezit duidelijk niet iedereen die kwaliteit. Ondanks dat vind ik dat Preud’homme alles uit zijn groep heeft gehaald. Lior Rafaelov en Victor Vazquez waren bijna afgeschreven. Preud’homme heeft die mannen tot de limiet gepusht en naar hun beste niveau gebracht.
SYS: Michel Preud’homme is absolute top, maar hij blijft bijzonder gevoelig voor kritiek. Hij hunkert naar bevestiging. Vreemd voor iemand met zo’n indrukwekkende carrière. Hij kan wakker liggen van één scherp bijzinnetje en ziet niet in dat zelfs de meest kritische journalisten hem op handen dragen. ‘Ze zijn blind voor hoe hard wij aan onze zwakke punten werken’, zei hij, toen ik vroeg waarom negatieve beoordelingen hem zo raken. Tja. Niemand beweert toch dat er bij Club niet hard gewerkt wordt? Het tegendeel zou ook maar erg zijn.
VERHEYEN: Daar kan ik mij aan ergeren: trainers die benadrukken hoe hard ze toch wel niet werken. Alsof men dat bij andere clubs niet doet, of in andere jobs. Het is een statement dat eigenlijk best arrogant is, als je er even over nadenkt.
Anderlecht kan nog steeds voor de vierde keer op rij kampioen worden, wat niet meer is gebeurd sinds de jaren zestig.
VERHEYEN: Zoiets is heel uitzonderlijk. Het jaar nadat je kampioen bent geworden, is altijd moeilijk. Onbewust sluipt er genoegzaamheid in. Maar dankzij de play-offs kun je je dat ook permitteren.
SYS: Qua zuivere klasse staat Anderlecht het sterkst van de drie. Als hun middenveld draait, kan niemand tegen hen op. Net daarom valt het op hoezeer dat team het soms laat afweten. In de kleedkamer zullen mannen als Olivier Deschacht en Silvio Proto daar ongetwijfeld tegenin gaan. Toch zie je sommige spelers op het veld haast denken: naar welke disco trekken we vanavond? Misschien ben ik een oude zaag, maar dat was vijftien jaar geleden nog anders. Een spelersgroep corrigeerde zichzelf. Wie uit de pas liep, werd aangepakt.
VERHEYEN: Wij gingen nog trainen met de fiets, hè Jacques. Geen kat die er wat van zei als wij eens aan de toog bleven plakken. Een voetballer die nu buitenkomt, wordt behandeld als een popster. Schrik dan niet dat die jongens zich zo gaan gedragen.
Terwijl jullie generatie misschien wel meer pinten dronk dan de voetballers van nu.
VERHEYEN: Misschien? Zéker. (lacht) Veralgemenen is altijd fout. Ik coach zelf de nationale min negentien en kan getuigen dat de jeugd van tegenwoordig niet lui is. Er zitten evengoed mannen tussen met dezelfde mentaliteit als wij vroeger. En er zijn anderen die je af en toe tegen hun kop moet slaan.
SYS: Ik blijf het abnormaal vinden dat een trainer voetballers moet motiveren. Terwijl die mannen toch uitstekend betaald worden en een mooi leven leiden. Anderlecht kent die problematiek zeer goed, met hun piepjonge ploeg. De Brusselaars verdienen alle lof voor hun ambitieuze jeugdbeleid. De klasse van een Youri Tielemans, dat is toch uitzonderlijk voor onze competitie. Oké, van iemand die zo jong is, kan ik aanvaarden dat hij prikkels nodig heeft en de regelmaat van een ervaren voetballer mist.
VERHEYEN: Anderlecht doet het met eigen jongeren waar ze nog groot geld aan zullen verdienen. En ze rijven al enkele jaren de jackpot van de Champions League binnen. Als Anderlecht nu weer kampioen speelt, weer 18 miljoen op de rekening, dan zijn ze bijna niet meer in te halen. Dan kun je je afvragen of de kloof met de andere Belgische clubs niet onoverbrugbaar is geworden.
Aleksandar Mitrovic is amper twintig en scoorde in twee seizoenen al meer dan 40 goals voor Anderlecht. Is hij een topspits, die te weinig naar waarde wordt geschat?
VERHEYEN: Het is de beste spits die er in België rondloopt, met voorsprong zelfs. Maar een topspits: met wie vergelijk je dan?
SYS: Mitrovic scoort bijna al zijn goals binnen het strafschopgebied. Hij is een pure afwerker, een type dat zeldzaam is geworden. Hij kan ook veel beter voetballen dan je op het eerste gezicht zou zeggen. De Serviër oogt sloom en heeft momenten waarin hij afwezig is, maar als je hem goed aanspeelt, is hij brandgevaarlijk.
Staat Gouden Schoen Dennis Praet er weer, na zijn blessure?
VERHEYEN: Ik vind Praet een mooie voetballer, een harde werker ook, maar hij moet meer goals maken. Op die positie, bij een dominante club, mag het iets meer zijn. Het is wel een verbetering dat hij tegenwoordig weer op de flank staat en niet meer als spelmaker wordt uitgespeeld. De druk van de nummer 10-positie haalt niet altijd het beste in hem naar boven.
SYS: Deze zomer moet hij vertrekken. Al onze Rode Duivels hebben zichzelf heruitgevonden in het buitenland. Wil Praet evolueren, dan moet hij hun voorbeeld volgen. Arie Haan zei al: ‘Belgische trainingen zijn bezigheidstherapie.’ In het buitenland wordt er wél gewerkt en dan zie je spelers bijna maand na maand beteren, vooral fysiek. Kijk naar Kevin De Bruyne, bijna onherkenbaar na één seizoen Bundesliga. De Belgen moeten daarin een cultuuromslag maken, want waarom zouden wij niet hard kunnen trainen? Dat verklaart volgens mij trouwens deels het succes van AA Gent. Vanhaezebrouck heeft er de trainingsintensiteit opgevoerd.
VERHEYEN: Ik relativeer dat verhaal, Jacques. Het zijn dikwijls juist de mannen die hier altijd aan de binnenkant van de kegeltjes liepen die na een buitenlandse transfer zeggen: amai, hier trainen ze tenminste! (lacht) Ik hoorde dat de spelers van Club twee vrije dagen hadden in drie maanden tijd. Je kunt toch niet meer doen dan dat?
Wat maakt seizoensrevelaties Kortrijk en Charleroi zo sterk?
SYS: Het zijn twee goed uitgebalanceerde ploegen met een goeie verdediging en veel speldiscipline. Twee coaches die hun kleedkamer uitstekend onder controle hebben. Niemand voetbalde dit seizoen graag tegen Kortrijk of Charleroi.
VERHEYEN: Bij Charleroi was dat al toen ik nog voetbalde, maar om heel andere redenen. Op de bus zag je iedereen denken: bah, naar Charleroi vandaag! (lacht). Ook een voordeel.
SYS: Felice Mazzu is een geslepen tacticus, Yves Vanderhaeghe eerder een type motivator, die zijn spelers meetrekt met zijn warme, menselijke aanpak. Vanderhaeghe blaast zichzelf nooit op. Dat vind ik wel charmant: ontroerend bescheiden blijven in een wereld waarin ieder zichzelf graag wat groter ziet. Ik vind wel dat hij een risico neemt door naar Oostende te gaan. Juridisch doet Oostende niks verkeerd. Ze betalen de afkoopsom.
VERHEYEN: Ze gooien in eerste elk jaar tien trainers buiten, dan heeft een coach evengoed het recht om zelf weg te gaan. De timing, drie weken nadat hij had bijgetekend, is wel ongelukkig. Het bewijst ook nog maar eens dat je alle praat over ‘projecten’ vooral moet negeren. De lange termijn bestaat niet in het voetbal. Het enige project is de volgende match. Die moet je winnen, al de rest is gezever.
DOOR JEF VAN BAELEN
Jacques Sys ‘Dit waren zonder twijfel de beste play-offs sinds de invoering van het systeem. De sterkste zes teams konden hun niveau nog optrekken.’
Jacques Sys ‘Michel Preud’homme is absolute top, maar hij blijft bijzonder gevoelig voor kritiek. Vreemd voor iemand met zo’n indrukwekkende carrière.’
Gert Verheyen ‘Je kunt je afvragen of de kloof tussen Anderlecht en de andere clubs niet onoverbrugbaar is geworden.’
Gert Verheyen ‘Bij Gent spelen veel voetballers die van kleinere clubs komen. Spelers waarvan de topclubs dachten: te min voor ons. De verdienste van de trainer is dat hij al die jongens individueel beter maakte.’