SP-voorzitter Louis Tobback wil dat zijn parlementsleden in de schijnwerper komen. SP-senator Patrick Hostekint doet zijn best. Toch is de voorzitter bijzonder ontevreden.
Volgens een recente oekaze van de Keizerslaan moeten de SP-parlementsleden nu een plakboek bijhouden, zodat voorzitter Louis Tobback gemakkelijk over hun dynamisme kan oordelen. Patrick Hostekint (SP) moest daar eens goed mee lachen, en liet de voorzitter weten dat hij wel wat beters te doen had. In de Rwanda-commissie bijvoorbeeld, waar de senator zich in de belangstelling werkte. Overigens dit keer zeer tot ongenoegen van Tobback. Zodat de voorzitter misschien wel een plakboek heeft van Hostekint, maar dit wel volsteekt met belastende feiten. Het valt niet langer uit te sluiten dat Rwanda nog een extra slachtoffer zal maken. Een gesprek.
U hebt veel tijd in de Rwanda-commissie geïnvesteerd. Was het de moeite waard ?
PATRICK HOSTEKINT : Dat hangt van het politiek resultaat af. Het verslag is echter zeer diepgaand en het spaart niemand. De militairen niet, maar evenmin de politici, de Verenigde Naties, Frankrijk of de Verenigde Staten. De verantwoordelijkheden zijn vastgelegd en de aanbevelingen zijn duidelijk. Ik hoop dat men er rekening zal mee houden, want er is hard en grondig gewerkt. Door de voorzitter en de verslaggevers, maar ook door alle commissieleden.
U was geen Rwanda-specialist…
HOSTEKINT : Ik ben dat nog altijd niet. Die pretentie heb ik niet, maar ik ben wel een stuk wijzer geworden. Ik heb veel geleerd over de internationale verhoudingen, de werking van de Verenigde Naties, de echte en de parallelle diplomatie.
Wat blijft u vooral bij ?
HOSTEKINT : Er was zo’n onvoorwaardelijk geloof in de Arusha-akkoorden, dat de zaken te gemakkelijk zijn aangepakt. Men kende Rwanda immers en er waren de banden tussen de president en het koningshuis. We voelden ons op vertrouwd terrein ; daardoor waren we onvoldoende waakzaam.
Ook op regeringsvlak ?
HOSTEKINT : Inderdaad. Toen de regering besliste om troepen te sturen, hield ze met een aantal dingen geen rekening. Ik ben het niet eens met Tobback die als voormalig vice-premier een bevoorrecht getuige was en beweert dat de regering dit dossier zeer grondig aanpakte. De getuigenis van de voormalige minister van Defensie en de documenten van de ministerraad staven me in mijn overtuiging. Er was nauwelijks een geschreven nota van minister Leo Delcroix (CVP). De manier waarop het contingent werd vastgesteld, leek op een koehandel. Dat woord werd geschrapt, maar we hebben het wel een marchandage genoemd. Ik vind trouwens dat Delcroix nog zacht wordt aangepakt, terwijl Willy Claes (SP) met alle zonden wordt overladen. Ten onrechte. Hij maakte fouten en gaf dat in tegenstelling tot de eerste minister ook toe, maar hij heeft zich wel intens ingezet. Delcroix daarentegen komt in het stuk haast niet voor.
Hij onderschatte de Rwanda-kwestie ?
HOSTEKINT : Hij heeft ze niet onderschat, hij schonk er gewoon geen aandacht aan. Volgens zijn redenering waren de operationele problemen een zaak voor de generale staf of de Verenigde Naties. Hij ging ervan uit dat hij geen verantwoordelijkheid had. Ik vind dit aanstootgevend.
Dringt een sanctie zich op ?
HOSTEKINT : De grote vraag is welke sanctie er nog mogelijk is. Net zoals Claes is hij politiek al uitgeteld. De enige die nog overblijft, is premier Jean-Luc Dehaene (CVP).
Zijn uitspraak dat hij in dezelfde situatie dezelfde beslissing zou nemen, heeft velen geschokt. U ook ?
HOSTEKINT : In feite zegt Dehaene dat de regering geen enkele fout beging en er haar niets kan worden aangewreven. Dat schokt me, want er zijn niet alleen de tien dode para’s, maar ook tien burgerslachtoffers en honderdduizenden Rwandezen die werden afgeslacht. Hij zou die uitspraak moeten herroepen en zich verontschuldigen, zowel tegenover de Belgische families als de Rwandese bevolking. Er dringt zich een geste van de regering en de eerste minister op. Het zou me niet storen, mocht de eerste minister naar Kigali trekken om er zijn medeleven te vertolken.
Riskeert u het verwijt dat u gemanipuleerd wordt ?
HOSTEKINT : Och, ik ben misschien te naïef voor de politiek. Collega’s-parlementsleden hebben me van in het begin gewaarschuwd dat de Rwanda-commissie een tijdbom was die de regering in gevaar kon brengen. Ik kreeg de goede raad om me niet in het debat te mengen en zeker niet voor een onderzoekscommissie te pleiten, want dat was te gevaarlijk. Ik deed het toch, omdat ik vond dat het mijn verantwoordelijkheid was. De uitspraak van Tobback dat de oppositie een spelletje speelde en wie dat niet ziet, onbekwaam voor de politiek is, viseert op de eerste plaats mezelf en mijn collega Guy Moens (SP). Die voelt zich ook gepakt.
Die uitspraken getuigen van een minachting voor het parlement en de senaat. Met zo’n redenering kun je het parlement evengoed afschaffen. Ik ben een socialist in hart en nieren en je zult me nooit in een andere partij terugvinden, maar ik ben geen kruiper.
En dat stoort Tobback ?
HOSTEKINT : Ik denk dat hij zich daar weinig van aantrekt. Hij heeft zich ook nooit met de Rwanda-commissie gemoeid. Ik was zo vrij als een vogel en kon zeggen wat ik wou. Ik ben ook nooit op het partijbureau uitgenodigd. Het ging zelfs zover dat ik het standpunt van de partij over Rwanda niet eens kende. Ik heb dus geprobeerd om in eer en geweten te oordelen. Sommige uitspraken waren zo schokkend dat je wel moest concluderen dat het zo niet meer verder kon. Vroeger had Tobback toch ook kritiek op het leger en vond hij dat de stal moest worden uitgemest.
Heeft Tobback, Moens en u gehoord voor hij zijn uitval deed ?
HOSTEKINT : Nee, bovendien had hij het verslag niet gelezen. Zijn uitspraak dat hij het rapport niet zal goedkeuren, indien het stelt dat de regeringsbeslissing lichtvaardig was, houdt geen steek. We hebben het niet over een lichtvaardige besluitvorming, wel over een gebrekkige. Bovendien moet het verslag niet meer worden goedgekeurd, het is al gebeurd. Tobback staat zeer wantrouwig tegenover onderzoekscommissies omdat ze de oppositie toelaat spelletjes te spelen. Wat wil je ? Als wij in de oppositie zaten, speelden we ook niet met de knikkers.
De vraag rijst of u met de oppositie mag meedoen ?
HOSTEKINT : Ik heb dat niet gedaan en meer dan eens ging ik met Guy Verhofstadt (VLD) in de clinch. Telkens de oppositie overdreef wat zeer uitzonderlijk was , kreeg ze lik op stuk. Nu het verslag er eenmaal is, gaat ze natuurlijk aan politiek doen. Je kunt ze geen ongelijk geven. Tijdens de werkzaamheden hield ze zich echter aan de regels en het heeft me verwonderd dat Verhofstadt, toen hij opnieuw VLD-voorzitter werd, de commissiewerkzaamheden verderzette. Bovendien heeft hij met Philippe Mahoux (PS) het verslag bijna zelf geschreven. Ik heb daar groot respect voor. Ook voor Frank Swaelen (CVP) heb ik waardering. Hij zat er niet om alles af te remmen. Hij was zeer objectief, heeft Verhofstadt dikwijls afgeremd en imponeerde door zijn dossierkennis. Ik geef toe dat het een hard verslag is en tot voor een paar maand achtte niemand het mogelijk dat we namen zouden noemen. Maar ze staan erin, allemaal met naam en toenaam. Ook die van Boutros Boutros-Ghali en Kofi Annan. Dat is niet niets en binnen de commissie is daar hard over gebakkeleid. Voor een klein land vind ik het een hele prestatie.
Als het over Rwanda gaat, moeten de partijgrenzen en de Wetstraat-rituelen wijken ?
HOSTEKINT : Daarom heb ik op een echte onderzoekscommissie aangedrongen en in eer en geweten geoordeeld. Dit dossier is zo zwaarwichtig dat de partijbelangen ondergeschikt moesten zijn. Daar zijn we uiteindelijk in geslaagd. Slechts één keer ging het bijna fout, toen we elkaar rond het adjectief over de besluitvorming in de haren zaten. De verslaggever stelde ?onzorgvuldig? voor en wij bepleitten ?onachtzaam?.
Toevallig heb ik daar Tobback in de senaat over aangesproken en ik kreeg onmiddellijk de wind van voren. ?We zijn niet onachtzaam geweest?, zei hij. ?We hebben er van augustus 1993 tot juli 1994 iedere week in de ministerraad grondig over gesproken.?
Dat kan zijn, maar in de documenten vind ik daar niets van terug.
Vreest u niet op uw beurt slachtoffer van het Rwandese drama te worden ?
HOSTEKINT : Daar hou ik geen rekening mee en ik lig er echt niet van wakker. Ik zou graag in de politiek blijven, maar niet te allen prijze. Ik ben geen kruiper en om een plaats op een lijst te krijgen, zal ik mijn overtuiging niet inslikken. Ik heb twee handen om te werken, ik ben geen hoogvlieger, maar ik zal het wel redden. Overigens denk ik dat de mensen vrijmoedigheid meer appreciëren dan brave volgzaamheid. Ik zal de laatste zijn om de verdienste van Tobback te ontkennen. Hij heeft in 1995 de partij gered en mikt nu op 25 procent. Daarom wil hij de plakboeken van de parlementsleden zien.
Is het niet de roeping van de linkerzijde om over zo’n drama als eerste klaarheid te eisen ?
HOSTEKINT : Zo is het. Het gaat hier tenslotte om heel veel mensenlevens, moraliteit en duistere machten.
Welke ?
HOSTEKINT : Ik ben ervan overtuigd dat het paleis in deze een rol speelde. Spijtig genoeg mochten we dat niet onderzoeken.
Geeft links haar identiteit op als ze te lang aan de macht is ?
HOSTEKINT : Inzake de sociale zekerheid hebben we nog altijd een duidelijk profiel. Dat is natuurlijk een kwestie van machtsbehoud. Tobback wil absoluut in de regering blijven om een aantal fundamentele socialistische waarden in stand te houden. In feite gaat het om een machtsspel. Niet zo lang geleden vroeg ik nog of het geen tijd was om ons in de oppositie te herbronnen. In de SP zijn er te weinig mensen die tegengas geven en zelfs de jongeren durven zich niet meer roeren. Waar is de tijd van de ?jonge Turken? ? Karel Van Miert, Norbert De Batselier, Luc Van den Bossche en Tobback zelf waren toch dissidenten en ze hebben de SP groot gemaakt. Ik begrijp niet dat onze prille dertigers in het Vlaams parlement zoveel over zich heen laten gaan. Echt waar, ik versta dat niet.
Paul Goossens
Patrick Hostekint : Ik ben een socialist en geen kruiper.