In een jaar tijd werd hij uit het niets voorzitter van de Vlaamse liberalen, liet hij de federale regering vallen en leidde hij zijn partij door historische verkiezingen. Alexander De Croo over zijn woelige debuut in de Belgische politiek.

‘De Open VLD leiden, is like herding cats. Zoals het hoeden van katten’, lacht partijvoorzitter Alexander De Croo. ‘In een bedrijf volstaat het om drie, vier grote ego’s mee te krijgen. Maar elke politieke partij zit vól ego’s – want wie geen groot ego heeft, is natuurlijk niet geneigd om affiches met zijn kop erop in de Vlaamse korenvelden neer te poten. Probeer die maar eens allemaal in dezelfde richting te doen kijken.’

Toch heeft De Croo er nog geen minuut spijt van gehad dat hij een jaar geleden van het bedrijfsleven naar de politiek is overgestapt. ‘Ik wilde niet zo iemand zijn die luidkeels aan de zijlijn staat te schreeuwen dat het allemaal nergens naar lijkt’, zegt hij. ‘Ik wou zelf de handen uit de mouwen steken, en dat heb ik ook gedaan. Maar eigenlijk besef ik nu pas echt wat voor een fenomenaal jaar ik achter de rug heb. Eerst werd ik onverwacht partijvoorzitter, en vier maanden later was ik als lijsttrekker voor de Senaat het gezicht van de Open VLD in de verkiezingscampagne. Plots zat ik in televisiedebatten tegenover mensen met wel tien jaar politieke ervaring. Maar ik blijf daar allemaal rustig bij. Soms misschien wel een beetje te rustig.’

Wat is volgens u de reden dat de Open VLD-leden u in december vorig jaar met 55 procent van de stemmen tot voorzitter verkozen?

Alexander De Croo: De silent majority van de partij heeft zich toen laten horen. Dat is trouwens een fenomeen dat we tegenwoordig in de hele maatschappij zien opduiken. Neem die Neem’s op-actie, waarbij klanten zich gezamenlijk verzetten tegen de callcenters van grote bedrijven. Of het succes van WikiLeaks, dat is gebaseerd op het feit dat mensen plots inzien dat ze jarenlang zijn voorgelogen. In alle domeinen is de zwijgende meerderheid het beu om constant op een professionele manier om de tuin te worden geleid.

Zoals uw voorgangers bij de Open VLD de rest van de partij om de tuin hebben geleid?

De Croo: Dat zeg ik niet. Ik bedoel alleen maar dat onze leden, die lang hebben gezwegen, bij de voorzittersverkiezing van vorig jaar een duidelijk signaal hebben gegeven dat ze iets anders wilden. Hadden zij niet zo uitdrukkelijk voor verandering gekozen, dan was ik nooit partijvoorzitter geworden.

Wat moest er dan zo dringend veranderen?

De Croo: Waarom hebben sommige kiezers zich de voorbije jaren van ons afgekeerd? Omdat ze vonden dat we in de regering te weinig hadden gerealiseerd, en omdat ze ons nog altijd zagen als een partij van ruziemakers. Die reputatie konden we maar niet van ons afschudden, en dus vonden onze leden het hoog tijd voor iets anders. Daarnaast wilden ze ook dat de Open VLD weer veel meer een liberale partij zou worden dan een centrumpartij.

Uw ondervoorzitters, Vincent Van Quickenborne en Patricia Ceysens, hebben het voorbije jaar veel kritiek gekregen. Hebt u er geen spijt van dat u hen destijds als running mates hebt gekozen?

De Croo: Helemaal niet. Neem een van ons drieën uit het team weg, en we hadden de voorzittersverkiezing nooit gewonnen. Meer nog: zonder hen was ik wellicht nooit kandidaat-voorzitter geweest. Wij vullen elkaar goed aan en zitten helemaal op dezelfde golflengte. Alleen zijn Vincent en Patricia minder een onbeschreven blad dan ik, maar dat komt natuurlijk omdat ze al veel meer politieke ervaring hebben. In alle objectiviteit zie ik echt niet in waarom iemand kritiek op hen zou hebben.

Omdat nogal wat van uw partijgenoten vrezen dat de ondervoorzitters een veel te grote invloed op u hebben en ook net iets te veel van hun machtspositie genieten.

De Croo: Dat is echt niet zo. Op geen enkel moment hebben zij druk op mij uitgeoefend. Nooit heb ik het gevoel gehad dat ze me in de een of andere richting probeerden te duwen. Er zijn ook veel andere mensen binnen onze partij met wie ik evenveel overleg als met hen. Het is trouwens toenmalig interim-voorzitter Guy Verhofstadt die destijds heeft beslist dat elke kandidaat-voorzitter twee running mates moest kiezen. Wij hebben gewoon gedaan wat er van ons werd gevraagd.

Kort na uw aantreden schoof u de vorige generatie liberale boegbeelden, zoals Karel De Gucht en Patrick Dewael, radicaal aan de kant. Ze waren zelfs niet langer welkom op het fameuze woensdagoverleg van de partij.

De Croo: Eind vorig jaar maakte mijn partij nog deel uit van de federale regering. Het leek me dan ook logisch dat het de ministers en fractieleiders waren die deelnamen aan het overleg over ons regeringswerk. Kijk, als ik een vergadering bijeenroep, gebruik ik objectieve criteria om te bepalen wie wordt uitgenodigd en wie niet. Doe je dat niet, dan kom je in een oeverloze discussie terecht en wil elke clan binnen de partij wel iemand afvaardigen. En daar wou ik van af, want die clanvorming was net een van de problemen van de Open VLD. Het was dus alleen mijn bedoeling om een nieuwe stijl te introduceren. Meer niet.

Ondertussen hebt u de oud-voorzitters toch maar weer bij het overleg betrokken. U bent niet langer bang om door hen te worden overschaduwd?

De Croo: Dat heeft er niets mee te maken. De situatie is sinds de verkiezingen gewoon drastisch veranderd, want nu probeert men zonder ons een regering te vormen. Doordat we niet meedraaien in die regeringsmachine valt een aantal structuren weg, en dan is het geen slecht idee om meer mensen bij het strate-gische overleg te betrekken. Echt veel verschil maakt dat trouwens niet, want van bij het begin van mijn voorzitterschap heb ik de oud-voorzitters geregeld geconsulteerd. Veel crucialer is dat we de zaken inhoudelijk anders aanpakken, dat we bereid zijn om tegen de stroom in te zwemmen als dat nodig is. Al in januari hebben we onze prioritaire federale dossiers, zoals de pen-sioenen en de hervorming van justitie, naar voren geschoven. Maar wat bleek? De regering bleef maar aanmodderen en er bewoog totaal niets. En toen ging de discussie over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde ook nog eens alles overheersen. Dat was voor ons echt de druppel die de emmer deed overlopen. Zo wilden wij niet langer aan politiek doen.

En dus trok u de stekker uit de onderhandelingen en daarmee ook uit de federale regering. Was dat een moeilijke beslissing?

De Croo: Aartsmoeilijk. Al kwam die beslissing natuurlijk niet uit de lucht vallen: ik had de andere regeringspartijen al wekenlang gewaarschuwd dat wij het niet zouden aanvaarden als de deadline voor een akkoord eindeloos werd opgeschoven. Maar ik besefte natuurlijk ook wel dat het opblazen van de onderhandelingen grote gevolgen kon hebben, en ik wist heel goed dat nieuwe verkiezingen wel eens slecht zouden kunnen uitdraaien voor mijn eigen partij. Maar ik sta nog altijd achter mijn beslissing. Ook al blijven de anderen maar beweren dat we op een zucht van een akkoord stonden. Want dat is natuurlijk onzin. De waarheid is dat we nooit echt over B-H-V hebben onderhandeld. Altijd weer werd er een tour de table georganiseerd waarbij iedereen zijn eigen standpunten uitlegde. Conclusie: er is geen overeenstemming en dus gaan we over naar het volgende agenda-punt. Zo kun je natuurlijk bezig blijven. Jean-Luc Dehaene (CD&V), die de onderhandelingen leidde, besefte trouwens ook dat er geen akkoord in zat, want hij gooide de handdoek nog vóór mij in de ring. We hadden dan ook geen andere keuze meer dan de stekker eruit te trekken, en de mensen hebben ons achteraf gelijk gegeven.

Toch niet in het stemhokje.

De Croo: Jawel! De kiezers hebben de regeringspartijen afgestraft en een duidelijk signaal gegeven dat ze een ander soort politiek willen. Net als wij waren ze het beu dat de regering maar bleef aanmodderen en te weinig resultaat boekte. Alleen hebben ze op 13 juni massaal op een andere partij gestemd om die overtuiging kracht bij te zetten. Toch zijn wij met 14 procent van de stemmen min of meer overeind gebleven: we hebben wel veel stemmen verloren aan de N-VA, maar we hebben er ook weggehaald bij Lijst Dedecker en CD&V. Dat is hoopgevend, want het betekent dat we er tegen 13 juni al in waren geslaagd om ons profiel weer een beetje aan te scherpen. Alleen heeft een deel van ons liberale kernpubliek, dat zich zorgen maakte over de situatie en hervormingen wou, geoordeeld dat we in het verleden niet genoeg hadden gedaan. Ik was toen pas een half jaar voorzitter, en dat was natuurlijk nog te kort om het tij echt te kunnen keren.

Zelf scoorde u als lijsttrekker voor de Senaat veel beter dan de rest van de Open VLD.

De Croo: Daarom moeten we er nu voor zorgen dat mijn electorale succes ook overslaat op de rest van de partij. Want je kunt wel verkiezingen winnen, maar om zo’n overwinning in beleid en realisaties te kunnen omzetten, heb je een sterke ploeg nodig. Met één zwaargewicht red je het niet. Daarom moeten we er de komende maanden en jaren alles aan doen om een goede ploeg samen te stellen.

Is uw persoonlijke score de reden dat u niet door uw partij bent afgestraft voor het tegenvallende verkiezingsresultaat?

De Croo:(denkt na) Mijn partijgenoten beseften gewoon dat het resultaat uiteindelijk nog meeviel. In de periode na de verkiezingen heb ik een rondgang gemaakt door de provinciale afdelingen. Ik had eigenlijk verwacht dat ik daar gejammer en geklaag te horen zou krijgen, maar niets was minder waar. De leden bleken nog altijd even enthousiast te zijn als tijdens de campagne, en dat is nu nog zo. Ze zijn blij dat de Open VLD weer een echte liberale partij is, en dat ze weer trots kunnen zijn op de beslissingen die worden genomen. Maar dat neemt niet weg dat die eerste maanden na 13 juni allesbehalve aangenaam waren. En niet alleen omdat ik van mijn paard was gevallen. (lacht) Een partij die stemmen verliest, moet nu eenmaal veel mensen teleurstellen. Vaak waren dat jonge mensen die ik zelf naar voren had geschoven, maar ook sommige ervaren parlementsleden waren niet verkozen geraakt. En dan waren er nog al die medewerkers die ik moest vertellen dat we hen niet aan boord konden houden. Dat was echt wel zwaar.

De verkiezingen die u had uitgelokt, hadden niet alleen grote gevolgen voor uw eigen partij. Voelt u zich verantwoordelijk voor de politieke impasse waarin het land zich sindsdien bevindt?

De Croo: Natuurlijk niet. Vandaag worden er zeer moeilijke gesprekken gevoerd over de organisatie van ons land. Maar die discussie was hoe dan ook opgedoken na de eerstvolgende federale verkiezingen. Dat was onafwendbaar. Het had dus niets opgelost om de federale regering nog een jaar langer te laten voortkabbelen. Wie beweert dat wij verantwoordelijk zijn voor wat er vandaag gebeurt, maakt een kleuteranalyse. Als een voetbalploeg verliest, is dat toch ook niet de schuld van de bankzitters?

‘De laatste maanden is de fundering gelegd en nu komt het eropaan daarop voort te bouwen’, zei u op verkiezingsavond. Maar uit de peilingen blijkt vooralsnog niet dat het goed gaat met de bouwwerken.

De Croo: Gun ons nog wat tijd. Het is nooit mijn bedoeling geweest om al na een paar maanden te kunnen roepen: ‘Kijk! De nieuwe Open VLD is hier!’ Zo werkt dat niet. Vergeet ook niet dat we ondertussen nog altijd in de regering van lopende zaken zitten. Onze ministers Guy Vanhengel, Annemie Turtelboom en Vincent Van Quickenborne leveren goed werk, en we willen onze verantwoordelijkheid daar ook blijven opnemen, maar daardoor kunnen we natuurlijk nog niet aan het echte oppositiewerk beginnen.

U wilt dus zo snel mogelijk uit de regering van lopende zaken ontsnappen?

De Croo: Het zou goed zijn dat er heel snel een nieuwe federale regering wordt gevormd. Niet zozeer voor de Open VLD maar voor het hele land. De aanslepende formatie heeft België tot nu toe relatief weinig gekost maar dat is aan het veranderen, want de financiële markten nemen ons nu in het vizier. Niet dat die het moeilijk hebben met onze budgettaire situatie. Nee, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en ratingagentschappen als Standard & Poor’s vragen zich af of we wel in staat zijn om onder meer op het vlak van de arbeidsmarkt en ons pensioenstelsel de noodzakelijke hervormingen door te voeren.

We weten toch al langer dat de werkzaamheidsgraad moet worden opgetrokken, de schuld omlaag moet en ons pensioensysteem niet meer houdbaar is? Waarom is daar dan jarenlang niets aan gedaan?

De Croo: Dat is precies de reden waarom de Open VLD in april de stekker uit de federale regering heeft getrokken.

Uw partij heeft wel acht jaar lang de federale regering geleid. Waarom heeft ze die problemen toen niet aangepakt?

De Croo: Gaan we weer een rondje Paars bashen? Dat is tegenwoordig wel erg in de mode. Kijk, ik ontken niet dat er in de tijd van de paarse regeringen fouten zijn gemaakt, maar dat geldt ook voor de jaren die daarop volgden. Ik wil de erelijst van de regeringen-Verhofstadt altijd eens naast die van de voorbije drie jaar leggen, toen de grootste criticasters van Paars het voor het zeggen hadden. Sinds 2007 heeft men alle grote hervormingen voor zich uit geschoven en daardoor staan we nu op politiek, economisch en maatschappelijk vlak met onze rug tegen de muur. Het is dus de hoogste tijd om een andere richting in te slaan.

En net nu er zoveel cruciale beslissingen moeten worden genomen, blijven de liberalen aan de zijlijn staan.

De Croo: Mijn partij is nu eenmaal zwakker uit de verkiezingen gekomen. Het is dus niet aan ons om de leiding te nemen. Wel hebben we van bij het begin gezegd dat we bereid zijn om mee te werken, maar zeven andere partijen hebben besloten dat ze er samen voor willen gaan. Zonder ons.

Volgens uw vader, minister van staat Herman De Croo, duikt straks het spook van de klassieke tripartite weer op en zal de Open VLD het nog duivels moeilijk krijgen om uit de federale regering te blijven. Deelt u die bezorgdheid?

De Croo: Nee. Er zijn twee partijen die de verkiezingen met voorsprong hebben gewonnen: de N-VA en de PS. Die hebben van de bevolking een mandaat gekregen om verandering te brengen en dus is het ook logisch dat zij nu de leiding nemen. De onderhandelingen verlopen moeizaam, maar ik geloof niet dat hun mogelijkheden al zijn uitgeput. Al is er ondertussen natuurlijk wel veel tijd verloren. Dat komt volgens mij vooral doordat de onderhandelende partijen zich maar blijven profileren alsof de verkiezingscampagne nog altijd bezig is. Een ander essentieel probleem is het gebrek aan leiderschap. Op een bepaald moment zal er toch echt iemand moeten opstaan en zeggen: ik wil premier worden en daartoe zal ik iedereen op sleeptouw nemen. Ook al betekent dat dan dat hij zijn eigen programma voor een stuk moet loslaten en onderweg wellicht blauwe plekken zal oplopen.

De Open VLD stapt in geen enkel geval in de volgende federale regering?

De Croo: Nogmaals: wij zijn altijd bereid geweest om aan mogelijke oplossingen mee te werken. Maar op dit moment houden we afstand. Mislukt deze formatiepoging ooit, dan kan ik me voorstellen dat er met alle partijen zal worden gepraat. En als men ons uitnodigt om onze mening te geven, zullen we daarop ingaan. Want vergis u niet, liberalen zijn heel beleefde mensen. (lacht)

DOOR ANN PEUTEMAN EN EWALD PIRONET

‘Wie beweert dat wij verantwoordelijk zijn voor wat er vandaag gebeurt, maakt een kleuteranalyse.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content