De VLD viert dit weekeinde haar tiende verjaardag met een congres en een ‘novemberverklaring’. De partij is een succesverhaal. Maar aan de rand kijkt ex-senator en gewezen penningmeester Leo Goovaerts oplettend toe. ‘Ik ben niet ontgoocheld, ik ben bedrogen.’
Woede en frustratie. Met die gevoelens in het hart besliste Guy Verhofstadt na de verkiezingen van 1991 om de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) om te bouwen tot een nieuwe, brede partij, een Partij van de Burger. Ondanks de nederlaag van hun coalitie zagen rooms en rood hem bij de formatie van een nieuwe regering namelijk opnieuw over het hoofd. Uit de oppositie breken, dacht Verhofstadt, kan alleen als mijn partij zo groot wordt dat niemand er nog naast kan kijken. Hij schreef zijn beruchte Burgermanifesten, en hield in 1992 de Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) boven de doopvont.
De VLD herdenkt dat moment dit weekend met een congres. Ze verzamelde tien jaar geleden niet alleen de PVV onder haar banier, maar ook voormalige Vlaams-nationalisten, wat christen-democraten en een enkele socialist. Ze sluit eind deze week een nieuwe fase af, op weg om een ‘grote volkspartij’ te worden – de droom van huidig voorzitter Karel De Gucht. Met een zogenaamde novemberverklaring, een actualisering van de beginselverklaring uit 1992, worden mensen uit de verkruimelde Volksunie en de christen-democratische volgelingen van Johan Van Hecke helemaal in de partij opgenomen. De VLD schuift daarmee meer dan tevoren naar het centrum van de politiek. Zo wil ze, volgens de novemberverklaring, onder meer gedaan maken met de tegenstelling tussen links en rechts – zoals elke centrumpartij dat uiteindelijk wil doen.
Gewezen senator en voormalig penningmeester Leo Goovaerts (62) leeft sinds enkele jaren in de marge van de partij. Toch stond hij in 1992 mee aan de wieg van de VLD en schreef hij nog mee aan de statuten. Een banaal interview in Gazet van Antwerpen met kritiek op de partijleiding kostte hem zijn plaats in het partijbureau en een stek op de senaatslijst voor de verkiezingen in 1999. Hij is sindsdien een luis in de pels. Onder meer in een opgemerkte bijdrage in De Standaard enkele maanden geleden vroeg Goovaerts wat er van de erfenis van de PVV in de VLD is geworden.
Hoe blauw is blauw in de VLD? Of met andere woorden, hoe is het tien jaar later met de PVV gesteld?
LEO GOOVAERTS: Zeer goed, denk ik. De PVV bestaat niet meer, maar toch krijgt ze als dusdanig opnieuw meer en meer een gezicht. Ik voel dat aan de reacties van de mensen. Dat is ook normaal. De lui die zich nu bij de VLD voegen, komen echt van een heel andere horizont. Er is een groot verschil in natuur. Het is belangrijk om weten dat de PVV’ers er tien jaar geleden van overtuigd werden dat ze de politiek in een breder perspectief moesten zien, dat ze meer moesten zijn dan alleen een anti-belastingpartij. De VLD werd de rechtsopvolgster van de PVV. Maar wat blijft er over van het bezielende project van onze toenmalige voorzitter? We zijn gewoon weer een anti-belastingpartij, precies zoals tevoren. Ik weet wel, af en toe schrijft iemand een boek, zoals Patrick Dewael onlangs nog. Daarin staat dan de goede boodschap, van hoe het zou moeten zijn. Maar nu de macht is veroverd, gebeurt dat allemaal niet. Dat is bijzonder frustrerend voor al die mensen die jarenlang in de oppositie keihard hebben geloofd in wat er allemaal in zulke boeken stond.
Is die verwatering van de VLD-gedachte een gevolg van het paars-groene experiment?
GOOVAERTS: Het heeft daarmee te maken, maar niet alleen. Een keer aan de macht komt het moment van de waarheid. Guy Verhofstadt zei me altijd: ‘Leo, een politicus die van zijn ideeën afstapt, gaat naar de hel.’ Ik hou me gelukkig weinig met hel, vagevuur en hemel bezig, ik zou er anders een paar de weg kunnen wijzen.
Gezond verstand en de politieke wetenschap samen zeggen dat een partij haar identiteit nooit mag opgeven. Is de VLD zo bekeken, volgens u, nog een liberale partij?
GOOVAERTS: Het is een machtspartij. De vraag is: heeft die machtspartij nog de mogelijkheid om haar liberale beginselverklaring uit te voeren? Het antwoord daarop is: nee. Tenzij ze zich herbront en naar haar basisprincipes terugkeert. Er is nu voor het congres een ‘novemberverklaring’ opgesteld. Ik vraag me af: wat is het verband tussen deze tekst en de beginselverklaring? Is het louter een literaire ontboezeming of is het de bedoeling om de statuten van de partij te wijzigen of aan te vullen? In dat geval: kan dat zomaar, volgens de statuten?
Gelooft u in het verhaal dat de VLD een volkspartij moet worden?
GOOVAERTS: Een volkspartij ís toch gewoon een machtspartij. Een machtspartij is een partij die geleid wordt door een oligarchie. Ze wil zoveel mogelijk macht vergaren voor zo weinig mogelijk mensen – dat is trouwens over het algemeen zo in de politiek, en in alle partijen. Politiek is geen groepsspel, het is een schaakspel.
Dat klinkt als opvatting al behoorlijk cynisch.
GOOVAERTS: Politiek heeft te maken met machiavellisme, en dat is cynisch. Cynisme leidt tot hoogmoed en hoogmoed tot cynisme. Dat moet eruit. We zijn ook in ons land aan het einde van het hegeliaanse model van thesis, antithesis, synthese gekomen. Het is tijd voor een nieuwe thesis. Er moet met de mensen over een nieuw contract worden gesproken. We moeten het weer eens worden over wat we met vrijheid willen, met vooruitgang, hoe we met elkaar willen omgaan. In Nederland is daartoe een eerste aanzet gegeven. De klassieke partijen hebben er een ferme klap gekregen en zoeken een nieuwe relatie met de kiezer. Maar, bijvoorbeeld, het voorstel dat bij ons is gelanceerd om jonge mensen vanaf zestien jaar te laten stemmen, is nog altijd je reinste machiavellisme. Die jongeren vragen informatie, ze willen eerst begrijpen. Ze laten stemmen zonder ze goed te informeren, komt neer op manipulatie. Ik heb daar de grootste moeite mee.
Het wordt in het centrum van de politiek in ieder geval nog meer dringen.
GOOVAERTS: Omdat niemand nog weet waar naartoe. De vragen die ik bij de koers van de VLD stel, zijn fenomenen van een breder probleem. Partijen zijn aan het eind van hun Latijn. Op basis van de overeenkomst die wij in 1992 sloten, de beginselverklaring van de VLD, wil ik mee aan een nieuw model bouwen. Als dat niet bij de VLD kan, dan op een andere manier.
Dat zou dan een andere partij betekenen?
GOOVAERTS: Met de VLD als het kan, zonder de VLD als het moet.
U sprak over de Nederlandse politiek. De Partij van de Arbeid is daar ook zo’n centrumpartij geworden. Wie socialistisch wil stemmen, kiest voor de kleine SP van Jan Marijnissen. Kunt u zich zo’n evolutie aan liberale kant in Vlaanderen voorstellen? Dat er zich rechts van de VLD een nieuwe liberale partij nestelt?
GOOVAERTS: Ik kan niet méér zeggen dan wat ik zeg.
Ward Beysen vertelt in Antwerpen zo ongeveer hetzelfde verhaal.
GOOVAERTS: Ja, maar ik vertrek vanuit een ander gezichtspunt. Beysen denkt in de eerste plaats praktisch, dat is zijn manier van doen. Ik denk ook theoretisch. Ik zeg: we moeten werken aan een nieuw maatschappelijk contract met de burger. Wij zullen het misschien niet meer meemaken, maar we moeten het voorbereiden. Met nieuwe mensen. In de plaats van de jongeren te manipuleren, moeten we ze respecteren.
Wat moet er dan in dat contract staan? Hoe moet zo’n model eruitzien?
GOOVAERTS: Denk aan het verlies van ethische waarden. Bijvoorbeeld. Als Verhofstadt en Dewael te snel rijden met hun auto, zeggen ze: oké, we hebben te snel gereden, maar we zullen betalen. Dus, denkt de burger, als je te snel rijdt en je betaalt, is er geen probleem. Bovendien: aangezien de pakkans zo klein is, kunnen we het best wagen om te snel te rijden. Dat is een totaal verkeerde boodschap. De regel is dan niet meer voor iedereen dezelfde, alleen nog voor wie niet kan ontsnappen. Denk ook maar aan politici die hun macht gebruiken om hun schulden niet te betalen. En dan heb ik het niet alleen over zaken die in de media bekend zijn.
Wat stond er, indertijd, in onze beginselverklaring? We zouden de burger met veel ethisch gevoel terug naar de schaapsstal leiden, we zouden het voorbeeld geven. Ik gruw bij de gedachte aan de druk die tegenwoordig vanuit de meerderheid – die door onze partij wordt geleid – op journalisten wordt uitgeoefend. Derk Jan Eppink moest stoppen met zijn kritische bijdragen aan De Standaard. Er ligt van hem een boek bij de uitgever, dat hij in de gegeven omstandigheden liever niet laat verschijnen. Jürgen Verstrepen kreeg problemen met de manier waarop hij de regering op zijn webstek aanpakte. PS-voorzitter Elio Di Rupo schold een journalist van de RTBF de huid vol omdat die hem voor de microfoon vragen stelde, die hem niet bevielen. We mogen stilaan vrezen voor een berlusconisering van de media in België. Ik wil als liberaal uitkomen voor mijn mening. Ik wil mijn gedacht kunnen zeggen.
Er is trouwens ook geen enkele regering die zoveel wetten heeft gemaakt als uitgerekend deze. Hoe meer wetten, hoe minder democratisch een samenleving is. Want die wetten dienen om vat te krijgen op wat er in de maatschappij leeft.
Staat er niet in de regeringsverklaring dat er wetten zouden worden afgeschaft?
GOOVAERTS: Dat is het nu net. Als je dat aan de burger zegt en je doet het niet, moet je niet verwonderd zijn als die zijn kont tegen de krib gooit. Het is subtiel. De regering kondigt een reeks grote plannen aan, maar niemand weet op een bepaald ogenblik of die nu gerealiseerd zijn of niet. Zo mag een regering niet werken.
Ik citeer Herman De Croo: ‘Het zijn allemaal slaven in het parlement.’ De VLD zou de mensen aan het woord laten, iedereen mocht mee over de lijstvorming beslissen. Het is een andere richting uitgegaan. Partijen hebben meer dan ooit macht over wie in het parlement komt en wie niet. Maurice Lippens zei onlangs in Knack dat de overheersing van het parlement door de regering hem zeer verontrust. Het is voor elke waarnemer zo klaar als pompwater dat het altijd erger wordt.
Het is toch niet de eerste keer dat het parlement het verwijt krijgt dat het zich als een applausmachine laat gebruiken.
GOOVAERTS: Maar het wordt altijd erger. In mijn partij worden straks niet alleen de lijsten voor de verkiezingen in 2003 samengesteld, maar tegelijk ook die voor de verkiezingen in 2004.
Al die nieuwelingen moeten ook een plaatsje krijgen. Dat maakt de puzzel voor Karel De Gucht bijzonder ingewikkeld.
GOOVAERTS: De Gucht? Die heeft niets te zeggen. In de VLD tellen maar twee mensen: Verhofstadt en Dewael.
U zegt: met de VLD als het kan, zonder de VLD als het moet. Is een van de criteria waaraan u dat zal afmeten het aantal echte PVV’ers dat straks nog op verkiesbare plaatsen zal staan?
GOOVAERTS: Het gaat in de eerste plaats toch om ideeën. Er bestaat niet zoiets als PVV-ideeën en VLD-ideeën. Er bestaan alleen VLD-ideeën, die tien jaar geleden door iedereen in de PVV-familie werden onderschreven. Het punt is: die VLD-ideeën stemmen niet overeen met wat er nu in de praktijk gebeurt.
Desalniettemin. Alle nieuwkomers hebben ondertussen braaf een partijkaart gekocht. Uw vrees dat ze tendensrecht zouden vragen, is niet bewaarheid. U opperde de idee van een Burgerbeweging voor Vrijheid en Vooruitgang. Was dat meer dan een boutade?
GOOVAERTS: Wat denkt u? Het ging mij om een terugkeer naar de principes van de VLD, zoals ze door de PVV werden aanvaard. Ik sprak over een beweging, omdat ik denk dat partijen geen toekomst meer hebben. Partijen zijn rigide structuren geworden, het zijn geen bewegingen van mensen meer. Het zijn de kiezers die bewegen, de partijen bougeren niet meer. Zo krijgen ze almaar minder vat op de kiezer, maar des te meer op de verkozenen. Dat is fundamenteel antidemocratisch.
Maar: die beweging.
GOOVAERTS: Die moest mee aan dat nieuwe model bouwen. Dat komt erop neer dat we ten minste weer een beetje respect voor elkaar hebben. Voor jonge mensen, maar ook voor diegenen tussen 25 en 49 jaar die zich te pletter werken. En dan de mensen van boven de 60, die weer aan de slag zouden moeten. Als dat zo is, moeten ze ook iets te zeggen krijgen. Dat is, alweer, een kwestie van res- pect. Het is ook mijn idee van vrijheid.
En wie vrijheid zegt, zegt ook vooruitgang.
GOOVAERTS: Het is toch waar? Afgezien van Griekenland hebben wij hier de laagste ondernemingsgraad van heel Europa. Geen enkele jongere durft nog een zaak starten, dat is zo vreselijk moeilijk. Om alle voorwaarden te vervullen, moeten ze vijf specialisten raadplegen. Jonge mensen hebben daar geen geld en geen tijd voor, die willen vooruit. Die wettenbrij, dat is toch geen liberale maatschappij meer.
De conclusie dat u teleurgesteld bent in de VLD blijkt achteraf een zwaar understatement?
GOOVAERTS: Ik ben een jurist. Ik houd me aan de overeenkomst die werd afgesloten. Als PVV’ers zegden we indertijd: ‘Ja, we moeten verruimen, Guy Verhofstadt en Frans Verleyen hebben gelijk.’ Als u mij nu vraagt of ik ontgoocheld ben, dan zeg ik: nee, ik ben niet ontgoocheld. Ik ben zonder meer bedrogen. Het contract is gewoon niet nageleefd.
Een partner die bedrogen wordt, mag de echtscheiding aanvragen.
GOOVAERTS: Ik wil niet in een bedverhaal stappen. Maar het toeval wil dat ik als jonge advocaat veel echtscheidingen heb gepleit. Ik was daar een specialist in, ik heb er zelfs een dik boek over geschreven. Ik heb toen geleerd dat iemand zich in zo’n situatie nooit door zijn emoties mag laten leiden. De emocultuur is ook een manipulatietechniek. Het VLD-congres dit weekend zal zeer emotioneel zijn. Ik blijf zakelijk. We hebben in 1992 een contract gemaakt. Wordt dat nog nageleefd of niet? Als dat niet het geval is, zal een aantal mensen zich vragen stellen.
Wordt de onvrede die u uitspreekt door anderen gedeeld? Hebt u ook een achterban?
GOOVAERTS: Ja, die wordt gedeeld. Ik krijg signalen uit alle hoeken van Vlaanderen. Ik streef geen verdeeldheid na. Ik ben voor een VLD die de beginselverklaring van 1992 respecteert. Maar er zijn overal kernen die denken zoals ik. Ik heb met veel belangstelling kennis genomen van de studie die Jaak Billiet na de verkiezingen van 1999 heeft gemaakt over kiezers en stemgedrag. Ik heb daarin gelezen dat van de 15, 16 procent Vlamingen die voor het Vlaams Blok stemmen er 6 procent zijn die dat eigenlijk tegen hun zin doen, maar die voor zichzelf geen andere keuze zien. Kiezers die schreeuwen om aandacht, die ze nergens anders krijgen. Die mensen wil ik ook aanspreken.
Teleurgestelde VLD’ers?
GOOVAERTS: Onder anderen. Als ik naar de cijfers van Billiet kijk, gaat het alles bij elkaar om zeer veel volk. Ik ben trouwens zeer ongelukkig met de manier waarop de Vlaamse partijen met het Vlaams Blok omgaan. Ik heb de indruk dat het ze eigenlijk niet veel uitmaakt. Want mét het Blok is de kans zoveel groter dat ze mee aan de pap mogen zitten. De oppositie speelt dat spel mee. Het Vlaams Blok als een grote schaamlap, maar het bewijst Vlaanderen slechte diensten. Al is het maar omdat het de Franstaligen de kans biedt om de prijs te blijven opdrijven.
Hoe groot is de kans, denkt u, dat de VLD straks naar haar beginselverklaring terugkeert en dat de breuk wordt gelijmd?
GOOVAERTS: Laat mij niet denken. Laat mij hopen.
Maar eigenlijk, meneer Goovaerts, bent u toch niet uit op revanche voor de manier waarop u in de VLD aan de kant werd geschoven?
GOOVAERTS: Nee, ik heb geen wraakgevoelens. Ik kijk naar de toekomst. Ik denk dat iemand van zestig nog genoeg levenskracht heeft, onafhankelijk kan denken en functioneren. Dat hij nog een rol te spelen heeft.
Geen wraak, maar dan toch wel persoonlijke ambitie?
GOOVAERTS: Ook niet. Ik ambieer geen enkel mandaat. Ik probeer een beetje het geweten te zijn van het liberalisme, dat we in 1992 tot stand hebben willen brengen. Volgen wat er gebeurt en hoe alles zich ontwikkelt. Wat zijn de waarden die we aan onze kinderen willen overdragen? Hoe moeten burger en overheid zich tegenover elkaar gedragen? Daar wil ik me graag mee bezighouden. Maar ik zeg u: als er zou worden geprobeerd om mij, vanwege mijn ideeën, te destabiliseren, dan zal ik op een gepaste manier reageren.
Gaat u overmorgen naar het congres?
GOOVAERTS: Ik weet het nog niet. Ik ben niet specifiek uitgenodigd. Mijn standpunt is bekend. We kunnen niet in dezelfde partij blijven om voortdurend van mening te veranderen. Ik wil mijn ideeën houden. Want dat waren we zo overeengekomen.
Wat u ze verwijt, is toch een beetje de arrogantie van de macht?
GOOVAERTS: Ah! L’arrogance du pouvoir! Wat is dat? Dat is geld, macht en korte rokjes.
Piet Piryns
‘Jongeren vanaf zestien jaar laten stemmen, dat is Machiavelli pur sang.’
‘De emocultuur is ook een manipulatietechniek.’