In de laatste rechte lijn van de formatiegesprekken moest flink worden gestookt voor er witte rook uit de paarse schouw kwam. Het communautaire getouwtrek en de budgettaire problemen zijn daarmee niet van de baan.
Zes weken heeft Guy Verhofstadt (VLD) nodig gehad om zijn tweede paarse regering in de steigers te zetten. Eind mei begonnen met een ‘offensieve’ formateursnota over Een creatief en solidair België, moesten de onderhandelaars van VLD, MR, PS, SP.A en Spirit uiteindelijk nog door twee nachtelijke rondes in de Lambermont ploeteren om de rekeningen voor de volgende vier jaar min of meer te doen kloppen en om – voorlopig althans – de lont uit een aantal communautair beladen dossiers te halen. Daarbij joeg de mogelijke spreiding van de nachtvluchten boven Brussel de temperatuur andermaal de hoogte in. En dit keer zonder bemoeienissen van een dwarse Ecolo-minister.
Veel enthousiasme wist Verhofstadt al die tijd in elk geval niet los te weken. De veranderde machtsverhoudingen tussen liberalen en socialisten wogen wel degelijk door aan de onderhandelingstafel. In combinatie met de weinig goeds voorspellende economische barometer en een totaal gebrek aan budgettaire ruimte, was het nogal voorspelbaar dat paars II niet zonder zuchten tot stand zou komen.
De inventieve communicatiestrategieën van de onderhandelingspartners maakten het wederzijdse wantrouwen er ook niet kleiner op. Eerst kregen de liberalen het zwaar op de heupen omdat de socialisten de buitenwereld ervan wisten te overtuigen dat zij – en niemand anders – de agenda bepaalden. Toen vooral de VLD-tandem Patrick Dewael en Karel De Gucht die indruk probeerde te corrigeren, vond een geërgerde PS-voorzitter Elio Di Rupo snel een aanleiding in zijn privéleven om enkele dagen in Bergen te gaan zitten mokken. En dan hebben we het nog niet eens over de vele opgeblonken beloftes die Verhofstadt tijdens de dagelijkse persconferentie het land in stuurde om de economische realiteit te maskeren.
FINANCIEEL KADER
Veel belangrijker is echter dat het ruim een maand heeft geduurd voor er een zekere eensgezindheid werd bereikt over het financiële kader voor de komende vier jaar: in 2007 willen de onderhandelaars een begrotingsoverschot van 0,4 procent bereiken en de schuldenlast tot ongeveer 90 procent van het bnp terugdringen. Tot op de valreep bleef ook onduidelijk hoe een aantal geldverslindende afspraken (zoals de 800 miljoen euro lastenverlaging voor de bedrijven en een groei van 4,5 procent van de uitgaven in de gezondheidszorg) zouden worden gefinancierd. Toch maakte uittredend minister van Begroting Johan Vande Lanotte (SP.A) zich tijdens het laatste onderhandelingsweekend niet al te veel zorgen. ‘Als we de uitgaven strikt bewaken en de inkomsten optimaliseren, zijn er in 2003-2004 geen grote budgettaire schokken nodig’, zei hij. ‘Een economische groei van ongeveer 1 procent is echter een acuut probleem. Daarom voeren we in 2004 de best mogelijke politiek met een lastenverlaging van 800 miljoen euro en een beperkt begrotingstekort. De aanpak van kanselier Gerhard Schröder in Duitsland met een belastingverlaging van 10 procent en een begrotingstekort van meer dan 3 procent, dát is pas riskant.’
Tijdens de laatste onderhandelingsuren kwam ook de onvermijdelijke communautaire aap uit de mouw en tekende Verhofstadt voor een scenario in drie stappen. Maandagnacht trok hij de eindspurt in het formatieberaad aan met punctuele dossiers zoals de nachtvluchten en een regionalisering van de verkeersreglementering. Medio september moet er niet alleen klaarheid zijn over de bijdragen van de gewesten en gemeenschappen aan de vermindering van de schuldenlast (in totaal 370 miljoen euro in 2004 en 380 miljoen euro in 2005), maar ook over hun inspanningen voor het halen van de Kyoto-normen, de investeringen van de NMBS en een compensatie voor de steden en gemeenten voor de liberalisering van de elektriciteitsmarkt. Echte communautaire onderhandelingen komen er pas na de regionale verkiezingen van juni 2004.
Voorlopig gaan de paarse coalitiepartners dus met de handrem op aan de slag. Want veel zin hebben ze niet om daarvoor al onpopulaire maatregelen te nemen in het geval de zo verdedigde terugverdieneffecten en opbrengsten uit ‘de strijd tegen fiscale én sociale fraude’ dan toch zouden tegenvallen. Maar hoe rustig Verhofstadt II zich ook houdt, een hete herfst valt niet te vermijden. Het volstaat niet om een handvol ‘overtallige’ ambtenaren en militairen richting politie te duwen, als de nieuwe regering geen euro uittrekt voor de federale overheidsdiensten en de hele Copernicus-hervorming zonder verpinken op de helling zet. Terwijl overheidsbedrijven zoals de NMBS en De Post een verlies van duizenden jobs voorspiegelen, maken al die ‘ambtenaren op overschot’ zich achter vakbondsvlaggen op voor een harde confrontatie.
Patrick Martens