Regisseur Peter Van Kraaij over ?Flirt?, een intimistische aanpak van de grote emoties.
Met ?Flirt? heeft Peter Van Kraaij zopas met glans de vuurproef van de grote zaal doorstaan. Na het kleinere werk waarmee de regisseur eind jaren tachtig bij het Kaaitheater debuteerde en dat door de nauwe samenwerking met Josse De Pauw in de herinnering staat gebeiteld toonde hij met zijn enscenering van het minder bekende ?Exiles? van James Joyce, drie jaar geleden, dat hij klaar was. Van Kraaij’s intimistische aanpak en ingehouden benadering van de grote emoties verrassen ook op de grote bühne. Dit blijkt ook uit de gastregie ?Flirt?, die hij nu bij Het Zuidelijk Toneel heeft gemaakt.
?Flirt? is de Nederlandse titel van ?Liebelei? (1895), één van de eerste stukken van de Weense schrijver-arts Arthur Schnitzler. In zijn tijd een bekend auteur maar nu ten onrechte miskend, vindt Van Kraaij : ?Hij heeft nochtans een erg homogeen oeuvre. In zijn jeugdwerk zijn alle kiemen voor het verdere werk al aanwezig. Dat heeft veel te maken met het voortdurend samengaan van erotiek en dood in zijn werk. Dat zijn de twee krachtpolen. Het interessante daaraan is net dat hij het ene niet tegenover het andere plaatst, maar voortdurend de invloed van het ene op het andere schetst. Dat is heel duidelijk in ?Liebelei? waar de erotiek, en ook de liefde in ruimere zin, bij de hoofdfiguur Fritz pas een waarde krijgt op het moment dat hij het perspectief van de dood heel sterk begint te voelen en naar de uitdaging van het duel toeleeft.?
EEN MODERN AUTEUR
Schnitzler heeft die twee krachten, de levensdrift en de doodsdrift, als geen ander geëxploreerd. Het is dan ook niet toevallig dat hij een tijdgenoot was van Freud, hem persoonlijk kende en met diens werk ook enigszins vertrouwd was. Freud geeft overigens in een briefwisseling toe dat er een soort van wederzijdse beïnvloeding is geweest, zonder dat ze dat beiden met zoveel woorden hebben willen toegeven.
In ieder geval komen bij Schnitzler twee belangrijke, erg menselijke dingen naar voren : de wens om bemind te worden en de angst voor de dood.
?Dat zijn voor mij twee basiselementen niet alleen in het leven, maar ook in het theater en het werk waarmee ik bezig ben die ik bij Schnitzler op een heel complexe en heel genuanceerde manier terugvind. Ik heb het gevoel dat hij nooit vervalt in karikaturen of types, maar dat hij elke mens die hij schetst een grote complexiteit, dubbelzinnigheid en openheid meegeeft. In dat opzicht is hij een modern auteur. Ook omdat hij naar het einde van zijn toneelstukken toe een grote openheid voor analyse, een grote openheid voor verschillende lezingen laat.?
Waarom net dit stuk van Schnitzler ?
PETER VAN KRAAIJ : Het stuk werd ruim een eeuw geleden geschreven en baadt echt in het fin-de-siècle van toen. Maar tegelijk zegt het eveneens wat over het fin-de-siècle waarin we nu zitten. In ?Liebelei? schetst Schnitzler een aantal jonge mensen die in ademnood zijn, die zoals Fritz op drift zijn en niet willen of kunnen kiezen. Ze hebben een kort toekomstbesef, van Gegenwärtslosigkeit zoals Schnitzler het in het stuk noemt. Dat is iets dat ik nu bij veel jonge mensen constateer : het zoeken van het kortstondige genot en de roes van het moment.
Ook op een ander vlak vallen er parallellen te trekken tussen het vorige fin-de-siècle en het onze. Het antisemitisme toen en nu, samen met de huidige hetze tegen migranten en vluchtelingen. De nieuwe wetenschappen in Schnitzlers tijd waren onder andere de pyschoanalyse van Freud, terwijl je nu een aantal nieuwe wetenschappen hebt niet alleen de biogenetica, hoor die de mens nog verder uit het centrum van het heelal en zelfs uit het centrum van het leven duwen. De positie van de mens verschuift nu meer en meer naar de marge.
Bovendien bestond toen en nu het gevoel dat het maatschappijmodel onder druk komt te staan en herdacht moet worden. Denk maar even aan het politiek-juridische debat dat België nu in de ban houdt. Toen was er een gelijkaardig debat aan de gang : de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie danste op een vulkaan en was een maatschappij die zichzelf aan het overleven was.
Dat zit allemaal in ?Liebelei?. Maar de reden waarom ik dat stuk wou doen, heeft voor mij alles te maken met de keuze van één leven dat een mens maakt ten koste van andere levens die hij had kunnen leiden. Dat vind je bij alle personages. Fritz met name is niet meer in staat om te kiezen, wil alles simultaan beleven, tot de uitputting er op volgt. Dan is er Theo, zijn vriend, die nog volop van het einde van hun studententijd wil genieten, de meisjes nemen voor het genot en niet wil denken aan wat er komt. Want voor hem is wat er nadien komt gewoon een burgerlijk leven. Binnen vier-vijf jaar zal hij zich voegen in de burgerlijke maatschappij, ware het niet dat het hele noodlot met Fritz toeslaat.
Daarnaast heb je twee meisjes uit de lagere klasse. Mizi, het ene meisje, is heel erg getekend door vroegere kwetsuren van de liefde en kiest daardoor een positie die nog niet cynisch is maar wel veel reserve heeft. Anderzijds is Mizzi en zeker door de invulling die ik en Tamar van den Dop, de actrice die haar vertolkt, gevonden hebben nog een heel romantisch meisje dat niet meer wil gekwetst worden, maar het niet kan laten om helemaal voor de liefde te gaan. Pas aan het einde van het stuk, als duidelijk wordt wat er met Fritz gebeurd is, doet ze de deur helemaal dicht en wellicht zal ze nooit meer verliefd kunnen worden.
Dan heb je ten slotte die sterke pool in het stuk die Christine is. Ze ervaart voor het eerst de liefde in zo’n extreme vorm, zo’n extreme passie voelt ze voor die Fritz. Al beseft ze best dat hij een donkere kant heeft en een ander leven leidt naast het leven dat hij met haar heeft. Ze is zo doordrongen van dat geloof in die liefde en van het engagement dat ze daar in wil steken, dat ze zichzelf geen spatje cynisme en reserve toestaat. Je krijgt dus twee onverenigbare mensen tegenover elkaar.
Fritz verkeert in een soort van ademnood, wil niet kiezen en wil alles tegelijk, en hij speelt bovendien een spel met de dood. Eigenlijk en dat is toch een nieuwe lezing van het stuk, vind ik is het in mijn regie niet de bedrogen echtgenoot die hem uitdaagt, maar is het Fritz die De Heer (zoals het personage van de hoorndrager in ‘Flirt’ heet, red.) uitdaagt. De Heer is bij ons iemand die de zaken komt regelen : geef de sluier van mijn vrouw, zegt hij, ik geef je de brieven en we zwijgen erover. Maar op het moment dat de man opstapt, treft Fritz hem met woorden in de rug en stuurt aan op een duel. Dat begint als één van de kansspelen die Fritz speelt met het leven, in dit geval een kansspel met de dood. Op dat ogenblik is hij nog in de overtuiging dat hij er wel ongehavend onderuit zal komen. Maar heel langzaam wordt dat spel met de dood, ook omdat hij ondertussen getroffen wordt door zijn liefde voor Christine, bijna een doodsverlangen, een verlangen naar rust. Hij realiseert zich stilaan dat hij niet in staat zal zijn om volledig te kiezen voor die liefde en dat verscheurt hem.
In dat verband wil ik ook even wijzen op de twee oudere personages in het stuk : Hans Weiring, Christines vader, en Katharina Binder die bij eerste lezing een wat moraliserende burgervrouw lijkt. Ook zij hebben ooit een keuze gemaakt in hun leven waarmee ze niet in het reine gekomen zijn. Ze hebben wellicht ooit samen een grote liefde gekend, stel ik mij voor, en Hans Weiring slaagt er maar niet in om dat verleden te laten rusten. Telkens als die vrouw er is, wil hij dat opnieuw oproepen en legt hij zichzelf niet neer bij de keuze die hij toen zelf gemaakt heeft.
Uw regiewerk belicht vaak op een heel intieme manier de kronkels die menselijke verhoudingen maken.
VAN KRAAIJ : Klopt. Ik ben in het theater heel erg op zoek naar een soort van subjectivering. Alsof het stuk zich vanuit één hoofd laat lezen. Mijn regie van ?Exiles? bijvoorbeeld vertrok vanuit het alter ego van Joyce, gespeeld door Josse De Pauw, dat de voorstelling als zijn eigen fantasme oproept. In ?Flirt? is dat, in het begin althans, de figuur van Fritz. Het scenografische ontwerp van Jan Versweyveld voor de eerste scènes is een mentaal beeld van Fritz’ hoofd, en zo speelt Bart Slegers de rol ook.
Daardoor mag misschien de indruk ontstaan dat het gebeuren heel erg teruggetrokken en besloten is. Sommigen noemen het zelfs hermetisch. Lucas Vandervorst ( artistiek leider en regisseur van het gezelschap De Tijd, n.v.d.r.) zei me ooit iets heel moois in dat verband. Hermetisme werkt aan twee kanten, merkte hij op : hermetisme betekent ofwel dat het publiek niet in het stuk kan, ofwel dat het publiek er wel in raakt maar er nadien niet meer uit raakt. En die laatste vorm van hermetisme vond hij van toepassing op mijn werk.
Wat er ook van zij, ik ben gewoon gebiologeerd door relaties tussen mensen. Ik tracht altijd vanuit één figuur te kijken en te zien hoe dat standpunt het gebeuren genereert. Wat mij daarbij bijzonder interesseert, is de vraag in hoeverre de dingen dan reëel zijn. In hoeverre zijn ze een projectie, een deel van de verbeelding van een personage of een wensdroom ? En in hoeverre trachten en dat is mijn regie-obsessie bepaalde mensen anderen in hun fantasme te betrekken. In het theater ben ik op zoek naar een soort mentaal realisme dat aan het zuivere realisme voorbijgaat.
In hoeverre speelt uw ervaring als dramaturg een rol in uw werk als regisseur ?
VAN KRAAIJ : Ik ga in de eerste plaats toch als een regisseur en niet als een dramaturg tewerk als ik aan een nieuwe enscenering begin. Ik maak altijd een heel grondige en lange voorbereiding, daarom doe ik ook weinig regies per jaar. Het stuk moet altijd heel diep insijpelen en ik werk altijd intens samen met de dramaturgen. Dat is een heel lang proces met veel gesprekken, elke bouwsteen wordt omgedraaid voordat er een acteur bij betrokken wordt. Maar vanaf het moment dat de acteurs hun adem in het stuk blazen en daarom denk ik veeleer dat ik een regisseur ben is dat voor mij het belangrijkste. De analyse van de personages van ?Flirt? was voor mij tijdens de voorbereidende fase wel duidelijk, maar dat de figuren nu zo’n uitstraling krijgen is te danken aan de schitterende cast, die hun eigen ding, hun inbreng in de open gaten stoppen. De analyse is er en het terrein is dus afgebakend. Maar binnen die grenzen is er ook ontzettend veel vrijheid voor de acteurs. Tamar van den Dop die in ?Flirt? Mizi speelt maar zij niet alleen, hoor heeft bijvoorbeeld meer uit haar rol gespit dan de eenlijnige schriftuur die in Schnitzlers stuk voorligt. Complexer, meer genuanceerd en met veel ontroering.
Paul Verduyckt
Voorstellingen van 30/1 t/m 1/2 in Gent (Vooruit), 6/2 in Hasselt (Cultureel Centrum), 11-12/2 in Leuven (Stadsschouwburg), 24/2 in Brugge (Stadsschouwburg) en 26-27/2 in Brussel (Lunatheater).De Nederlandse vertaling van Willem Jan Otten werd uitgegeven door International Theatre & Film Books/Het Zuidelijk Toneel (Amsterdam/Eindhoven, 1997).
Flirt : de keuze van één leven ten koste van een ander.