Als de Vlaamse regering vasthoudt aan haar plannen voor een nieuw loonbeleid zullen de meeste ambtenaren tot 30 procent minder verdienen.
De betogingsjasjes zijn al uitgedeeld. De brief voor Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) ligt klaar. Ondertekend door afgevaardigden van de drie grote vakbonden. In de brief wordt het nieuwe loonbeleid van de Vlaamse regering een ‘miskleun’ en een ‘gevaarlijke dwaling’ genoemd, omdat de rechtszekerheid en de loopbaanperspectieven van de ambtenaren worden afgebouwd. De toplui bij de vakbonden eisen dat dit plan van de politieke agenda wordt afgevoerd, anders komen er zware acties.
Jos Mermans van het liberale Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA), die samen met zijn collega Cédric Eerebout de loonplannen grondig heeft geanalyseerd, beschouwt de brief als een oorlogsverklaring aan de regering. ‘Alle leden aan wie wij het systeem uitlegden, werden zonder uitzondering kwaad’, stelt Mermans.
De simulaties die Mermans en Eerebout hebben uitgevoerd, liegen er niet om: als het nieuwe systeem zou worden ingevoerd, zullen bijna alle ambtenaren hun loon met 15 tot 32,5 procent zien verminderen. Alleen de ‘managers’ voor de 86 topfuncties in de administratie zullen van een ‘fenomenale’ loonsverhoging kunnen genieten.
‘Het lijkt erop dat de kleintjes moeten afdragen om de groten te betalen’, schampert Mermans, die benadrukt dat medewerkers van Vlaams minister van Ambtenarenzaken Paul Van Grembergen (Spirit) de cijfers niet betwisten. Van Grembergen zou zich van geen kwaad bewust zijn: zijn rol in de gesprekken is omschreven als die van ‘muurbloempje’.
Op 8 december 2000 nam de Vlaamse regering een algemene beslissing over het nieuwe loonbeleid. De huidige ‘functionele loopbaan’ zou worden vervangen door iets dat meer aanleunt bij de privésector. Voornaamste motivering voor de vernieuwing waren de vaststellingen dat een aantal jobs niet ingevuld raakt, en dat jonge mensen snel uit de ambtenarij richting privésector verdwijnen.
De consultant Hay Group werd ingehuurd om een reeks simulaties uit te werken, waarbij het loon van dertien ‘groepen’ ambtenaren getoetst werd aan dat van een vergelijkbare functie in de privésector.
Een simulatie die veel vragen opwierp, onder meer omdat alleen met het basissalaris rekening werd gehouden, en niet met een aantal voordelen (zoals een wagen en een gsm) die bepaalde werknemers in de privésector krijgen.
VASTHEID VAN BETREKKING
Daarenboven besliste de overheid op 15 juli 2002 om arbitrair het 25e van 100 geanalyseerde bedrijven als referentiepunt te nemen. Ze koos er dus voor om de bezoldiging in de ambtenarij te vergelijken met een verhoudingsgewijs slecht betalend bedrijf.
Desalniettemin bevestigde de studie dat ambtenaren 10 procent minder verdienen dan hun tegenpolen in de privésector. De topkaders verdienen verhoudingsgewijs veel minder.
Vervolgens werd een aantal kunstgrepen uitgevoerd om die 10 procent te compenseren. Zo werd de vastheid van betrekking geëvalueerd als een bonus van 16 procent op het loon, omdat 16 procent het verschil is tussen een vaste en een variabele rentevoet bij het bepalen van de hypotheekrente.
Enig aanvullend rekenwerk leerde de overheid dat de 10 procent lagere lonen dan de privésector voor 11 procent gecompenseerd werden door de voordelen van pensioen en vastheid van betrekking. Ze besloot dus dat de meesten van haar 24.000 ambtenaren ‘competitief’ worden betaald.
Ze ontdekte echter een probleem op het vlak van de ‘interne billijkheid’: de wedden van de ambtenaren zijn niet altijd goed afgestemd op wat de mensen precies doen. De consultants van Hay Group stelden daarom een matrix op, waarin de ‘gewone’ ambtenaren in twaalf klassen verdeeld worden en door middel van ‘punten’ een algemene beoordeling krijgen. Aan de beoordeling wordt een prestatieniveau gekoppeld (variërend van ‘onvoldoende’ tot ‘uitstekend’). Dat vormt de basis voor een ingewikkelde ‘salarisprogressiematrix’.
Mermans en Eerebout hadden heel wat tijd nodig om de finesses van die laatste matrix in de vingers te krijgen. Eenmaal ze hem doorhadden, voerden ze zelf een aantal simulaties uit, waarin ze voor een reeks ambtenaren de loonprogressie van nu vergeleken met die van het nieuwe systeem. De resultaten waren zo onthutsend dat ze er zelf van schrokken.
‘Voor de grootste klasse ambtenaren – dat zijn de mensen die normaal presteren – besliste de politiek om de salarisdoorgroeimogelijkheden te begrenzen’, zegt Mermans. ‘De mensen beginnen aan dezelfde wedde, maar hun salaris zal minder gemakkelijk aangroeien. Dat betekent dat ze op het einde van hun loopbaan 32,5 procent – dat is bijna een derde – minder zullen verdienen dan nu. Dat hun pensioen berekend wordt op basis van deze eindwedde maakt het allemaal nog erger.’
NEGATIEVE EVALUATIES
Mermans en Eerebout zien nog valkuilen: ‘De automatische driejaarlijkse loonsverhoging valt weg. Iemand kan alleen nog méér verdienen als hij méér presteert dan van hem gevraagd wordt. We weten allemaal hoe moeilijk die individuele evaluaties zijn. Sommige personeelsleden mogen zichzelf beoordelen, andere, zoals mensen die gepest worden, krijgen systematisch negatieve evaluaties. Je ziet zo hoe misbruiken in de evaluatie het loon van individuele ambtenaren zullen beïnvloeden.’
Met de weinige gegevens die beschikbaar zijn, is het moeilijk om te berekenen wat de totale budgettaire gevolgen van het nieuwe loonbeleid zullen zijn. Maar hoewel de Vlaamse regering volhoudt dat het helemaal niet gaat om een vermindering van de loonmassa, wezen ruwe berekeningen uit dat het nieuwe systeem jaarlijks 50 miljoen euro zou besparen.
De overheid neemt zich ook voor om inzake het nieuwe loonbeleid de ‘marktevolutie’ te volgen. Maar dat alleen als het budget het toelaat. Ze laat dus een achterpoortje open om aan onvoorziene gevolgen van haar ‘privatisering’ te kunnen ontsnappen. En ze verdedigt haar systeem met de stelling dat mensen die goed presteren snel naar een hogere klasse zullen overgaan, waar ze meer kunnen verdienen.
‘Ook voor die puike presteerders is er aan het einde van de rit een vermindering tot 23 procent van het loon’, benadrukt Mermans. ‘En hoe ga je de kwaliteit van iemands werk beoordelen? Een ambtenaar die per dag de waterschade in slechts tien huizen beschrijft, levert waarschijnlijk beter werk af dan iemand die vijftig huizen op een drafje doet. Maar de laatste dreigt wel als beter presterend beschouwd te worden.’
De Vlaamse overheid zal wel goed voor haar topmanagers zorgen. Hoeveel die zullen verdienen, is nog niet beslist, maar er staan ‘gigantische’ verhogingen op de plank. Ook de privésector zal meer dan een graantje meepikken. Om het nieuwe evaluatiesysteem te implementeren, heeft de overheid de oprichting van een ‘Kenniscel’ gepland, die tegen eind 2004 al bijna 4,6 miljoen euro (bijna 200 miljoen frank) gekost zal hebben, waarvan het grootste deel voor de Hay Group zal zijn.
‘Volgens de planning zal het nieuwe systeem voor de gewone ambtenaar vanaf augustus 2004 worden ingevoerd’, besluit Mermans. ‘Dat is ná de Vlaamse verkiezingen. De politici moeten dus blijkbaar aan hun water voelen dat het voor hun verkiezingsresultaat niet gunstig zou zijn deze beleidsmaatregel eerder in te voeren. Want als de mensen méér zouden verdienen, zouden de politici zich wel haasten om dat nog voor de verkiezingen zichtbaar te maken.’
Dirk Draulans
‘Het lijkt erop dat de kleintjes moeten afdragen om de groten te betalen.’