De Morgen spaart geen moeite om zijn gelijk en dat van de betrokken rijkswach- ters aan te tonen. Terwijl duidelijk is dat zowel speurders als journalisten faalden.
In andere onderzoeken was al eerder gebleken dat rijkswachtadjudant Patriek De Baets en zijn volgelingen zich binnen het 3de SRC in Brussel vooringenomen, koppig en machtswellustig gedroegen. In de fraudeonderzoeken waarin ze zich tijdens de voorbije jaren bekwaamden, waren ze doorgaans goed voor spectaculaire verrassingen en veel mediavertoon zij het niet altijd op basis van gerechtelijk afdoende resultaten. Toch bleven ze hun gang gaan.
Ook bij de politiële behandeling van de gruwelverhalen van de vrouwelijke getuigen in de zogeheten connexe dossiers van Neufchâteau kregen ze van september 1996 tot midden 1997 vrij spel : zowel van de onderzoeksmagistraten in Neufchâteau als van de nationale magistraat in Brussel. Zoals Knack vorig jaar en vorige week uiteenzette, duurde het veel te lang vooraleer iemand inzag dat het onderzoek inzake de zogeheten X-en onprofessioneel, kritiekloos en zelfs suggestief gevoerd werd.
Dit blijkt nog maar eens uit de voorbeelden die De Morgen vorige zaterdag aanhaalt om zijn verhalen en die van de ploeg-De Baets goed te praten.
Want zelfs als het verhaal van de ouders van X-1, dat Het Volk vorige maandag uitbracht, uiteraard als een subjectieve getuigenis kan worden beschouwd, bewijst het andermaal hoe eenzijdig De Baets en de zijnen dat onderzoek voerden, en hoe eenzijdig enkele bladen dat sinds 7 januari opvoeren.
Enig contact met de ouders, die een heel ander beeld van hun dochter ophangen, en de anders bij de rijkswacht toch zo vertrouwde buurtonderzoeken waren in deze delicate aangelegenheid blijkbaar niet nodig.
Een betere profilering van T. evenmin. De man wordt nochtans door X-1 als haar pooier gebrandmerkt en door een aantal insinuaties in De Morgen verder als een van de hoofdverdachten behandeld. En zelfs indien dat waar zou zijn, dan heeft die publicatie verder onderzoek terzake zeker gehypothekeerd.
CLO EN CARINE
Ook andere voorbeelden waarbij de verklaringen van X-1 zogezegd gecontroleerd werden, staan bol van overhaaste conclusies en fouten. Zo is het niet X-1 die geblinddoekt de speurders op 11 december 1996 naar een manege in Oppem-Meise loodste. Het zijn daarentegen de speurders die haar helemaal niet geblinddoekt en zonder enige keuzemogelijkheid naar die manege brachten omdat zij wisten dat Michel ?Jean-Michel? Nihoul daar ooit een paard had staan. De speurders zochten blijkbaar een bijkomend bewijs om hun vooringenomenheid te staven. En De Morgen zegt er vooral niet bij dat de beschrijving van de manege die X-1 gaf, tot in de details klopt met een manege in het Gentse, waar X-1 ooit zelf een paard had.
Bij de lokalisatie van nochtans cruciale adressen maakte het onderzoeksteam overigens telkens weer dezelfde beroepsfout. Of het nu een huis in Waarschoot is waar G.D.’s firma nota bene niet begin van de jaren tachtig maar enkele jaren later gevestigd was. Of het betreft een fabriek in Zaventem, die prompt door de speurders als de plaats des onheils werd aangewezen omdat de baas ervan bevriend is met een gewezen eerste minister, die voordien al door X-1 als een van haar beulen werd aangeduid. Of nog andere adressen, waaronder liefst die van Nihoul en konsoorten.
Ook de getuigenissen van de zogenaamde vriendinnen van X-1, die De Morgen ter bevestiging van zijn verhalen opvoert, zijn niet altijd even overtuigend als de krant en haar informanten laten uitschijnen.
In verband met de moord op Carine Dellaert en Christine Van Hees, vermeldt de krant vooral niet dat Clo om tal van materiële redenen onmogelijk Carine kon zijn en dat tal van gruwelijke aanwijzingen die X-1 geeft over de foltering van Christine geenszins overeenstemmen met de bevindingen in het gerechtsdossier.
Kortom, het wordt met de dag duidelijker dat X-1 heel wat ogenschijnlijk cruciale informatie van haar ondervragers en hun begeleiders zelf te horen kreeg. Dat die geïnduceerde getuigenissen in processen-verbaal en op video werden vastgelegd. En dat bepaalde bladen die op hun beurt voor waar publiceren.
F.D.M.