Met een grootschalige hervorming wil de BRTN, als VRT, aan een tweede leven be- ginnen. Eindelijk aanvaardt de omroep dat hij in een concurrentieel landschap werkt.
Het ontbrak de leiding van de BRTN-televisie niet aan strijdlust toen ze in de zomer van 1997 haar plan voor de toekomst van de openbare omroep bekend maakte. Dat gebeurde in zeer martiaal klinkende termen, waarbij vergelijkingen met de bokssport niet van de lucht waren. En wie de uppercuts diende te incasseren, was duidelijk. Dat was ?de concurrentie?, het commerciële station VTM. Vanuit die optiek ontstond op 1 september de vernieuwde TV1, met veel warme kleuren in de huisstijl, rood en geel en oranje, en een wat banaal ogend zonnetje als logo.
Dat het de overheidsomroep menens was, bleek doordat het eerste avondjournaal op TV1 sindsdien een halfuur vroeger in de ether gaat, om 19 uur, pal tegenover het (in kijkersaantallen) vrij succesvolle VTM-journaal. Het huis in Vilvoorde repliceerde door zijn journaal nog enkele tientallen seconden eerder te laten beginnen, kwestie van die massa langs de kanalen surfende zappers dan toch nog iets eerder te kunnen vangen. Want om de kijkcijfers is het te doen.
Op 1 december startte deel twee van de vernieuwing. Het tweede net, altijd een wat ondergeschoven kindje bij de BRTN, werd radicaal omgetimmerd tot Canvas, bedoeld voor de zogeheten meerwaardezoeker, de veeleisende kijker die geen genoegen zou nemen met het doorsnee commerciële kijkvoer. Maar deze kijker werd ook het recht ontzegd om nog langer te klagen over het TV1-aanbod, want voor hem was dat toch niet bedoeld. Zodoende voltrok zich een definitieve waterscheiding in televisieland, een mediapolitieke variant van de duale samenleving, hoewel nog niet geheel duidelijk is hoe hier winst en verlies te verdelen vallen en hoe de toekomstkansen precies moeten worden ingeschat.
SAAI IS NOOIT LEUK
Is Canvas daarmee net als het hoogculturele Frans-Duitse Arte de ultieme ghettozender geworden ? In alle geval, zo heet het, worden op Canvas programma’s met een intrinsieke betekenis gebracht, en zijn kijkcijfers daarbij van geen tel. Hoe dan ook behoort dat nieuwe net, volgens een andere curieuze tweedeling, tot de zogeheten kleine zenders. Het maximale potentieel ervan bedraagt, voetbalwedstrijden uitgezonderd, zeker niet meer dan een half miljoen kijkers de eerste score van wat de altijd populaire Mark Uytterhoeven aan hoogwaardig amusement te bieden heeft. Scores van 100.000 zijn bepaald geen uitzondering.
En alles moest ook anders. Het zou ook op Canvas maar eens uit zijn met talking heads, want saai is natuurlijk nooit leuk. De lakmoesproef daarvoor zijn de culturele programma’s, het traditionele object van achterdocht voor al wie de opvatting aankleeft dat een openbare omroep toch ten minste enige educatieve relevantie te bieden moet hebben. Canvas lijkt in zijn drie cultuurprogramma’s wat dat betreft te kiezen voor de bemiddeling, de omweg van de verleiding : portretten van min of meer populaire kunstenaars via een gimmick (doen alsof ze dood zijn), een talkshow waarin ook al publieke bekendheid of relpotentieel als criteria voor aandacht gelden, en een magazine dat zozeer geobsedeerd is door zijn vorm meer bepaald de overgangen tussen de verschillende items dat er geen tijd meer over is om ook nog iets inhoudelijks over de behandelde onderwerpen te zeggen.
De BRTN-hervorming waarbij, ook op het tweede net, met Ketnet een kinder- en jeugdzender werd gecreëerd is het uitvloeisel van een politieke wens. De openbare omroep moest ?slagkrachtiger? worden en werd zo, via TV1, door de Vlaamse regering resoluut de weg van de concurrentie opgestuurd, maar dan met kwalitatievere programma’s. De nieuwe gedelegeerd bestuurder, Bert De Graeve, deed keurig wat van hem werd gevraagd. Het instrument van zijn programmatie werd het Censydiam-onderzoek, dat kijkend Vlaanderen in vier kwadranten opdeelde, waarin de BRTN voor haar twee netten een segment als haar doelpubliek uitkoos.
Met De Graeve kwam een no-nonsensemanagementstijl aan de Reyerslaan in voege. Het zogeheten maxidecreet dat het instituut ook omdoopte tot Vlaamse Radio en Televisie gaf hem ruim armslag om de omroep te hervormen, niet alleen in de programmatie en de manier van werken, maar ook in de bestuurlijke en sociale organisatie. Dat leidde tot een moeilijke verhouding met de vakbonden, wat een min of meer wilde staking tot gevolg had ; ook de klassieke vervangprogramma’s kwamen niet op antenne en er werden zelfs geen journaals uitgezonden. Maar een vertrouwd trauma bleef : BRTN-vedetten die het huis verlieten omdat ze bij andere stations meer konden verdienen en/of daar minder op onverschilligheid stuitten voor hun plannen en verzuchtingen. Zelfs de zeer populaire komiek Jacques Vermeire stapte voor veel geld over naar VTM.
HET ONTERECHTE MONOPOLIE
De commerciële omroep slaagde erin om zijn bestendige interne reorganisatie bescheiden en buiten de publieke aandacht te houden. De Persgroep stond aan het station een topman af in de persoon van Eric Claeys, die in Vilvoorde de zoveelste directeur-generaal in de rij werd, met opdracht om de zaak weer winstgevend te maken. Belangrijker voor VTM was dat de Europese Commissie een eind stelde aan het reclamemonopolie dat het station bij zijn oprichting werd toegekend.
Van de weeromstuit diende VTM een miljardenclaim in tegen de Vlaamse regering, die haar het monopolie, kennelijk ten onrechte, had toegekend. Met die schade-eis wou VTM de overheid onder druk zetten om een paar van haar eisen meer gewicht te geven, zoals meer mogelijkheden om reclame uit te zenden of de oprichting van een eigen radiostation, waarbij zelfs werd gedacht aan de overname van het BRTN-net Radio Donna.
Het optreden van de Europese Commissie kadert in een uniformisering van de Europese mediawetgeving. Daarmee zou ook VT4, die tot nu toe met een Britse licentie werkt, de kans krijgen een ?Vlaamse? zender te worden. Omdat het Vlaams parlement niet tijdig klaar raakte met de aanpassing van de wetgeving terzake, zag VT4 zich eind van het jaar verplicht om een deel van zijn diensten officieel naar Londen te verhuizen.
Marc Reynebeau
MARK UYTTERHOEVEN OP CANVAS : Een mediapolitieke variant van de duale samenleving.