Wat eerst te doen om het verkeers- probleem van Antwerpen te verhelpen?
In Antwerpen circuleert een interessante, maar interne nota over de prioriteiten der prioriteiten inzake mobiliteit. Het zogeheten Masterplan voor de mobiliteitsproblemen brengt een inventaris van knooppunten en oplossingen. Het is van de hand van Patrick Debaere, diensthoofd Wegen bij de Vlaamse administratie in Antwerpen.
De dertig bladzijden dikke nota bestudeert behalve alle vervoersvormen ook alternatieve financieringsbronnen. De auteur beseft dat er onvoldoende middelen zijn om alle voorstellen te realiseren. “De kredieten waarover de afdeling Wegen van de provincie Antwerpen (Vlaams Gewest) beschikt, voldoen amper voor de instandhouding van het zeer omvangrijke patrimonium en voor de aanpassing ervan aan de huidige noden: fietspaden, doortochten…”
De nota bepleit forse investeringen in het openbaar vervoer met onder meer sneltrams naar de eerste gordel van randgemeenten (Ekeren, Merksem, Wijnegem, Wommelgem, Mortsel, Kontich, Hemiksem, Zwijndrecht). Ook aan de doorstroming moet hard worden gewerkt. Daarmee zou het aandeel van het openbaar vervoer tegen 2010 kunnen verdubbelen. Maar zelfs dat zal de groei van het autogebruik niet afremmen. “Om met het wegvervoer op het peil van 1991 te blijven, zou men de brandstofprijzen moeten laten stijgen tot 225 procent”, schrijft Debaere.
Volgens de nota zou er ter hoogte van deSingel tol kunnen worden geheven op auto’s die het centrum van de stad binnenrijden. De opbrengst wordt op drie miljard frank per jaar geraamd. Er zijn andere mogelijkheden, maar “op korte termijn biedt enkel een gedifferentieerd tolheffingensysteem ter hoogte van de Antwerpse deSingel wezenlijke perspectieven”.
De nota-Debaere wil snel verder studiewerk laten verrichten omdat deze nieuwe inkomsten, gekoppeld aan de huidige middelen, derealisatie van de prioriteiten mogelijk maken.
PIJPLEIDINGEN
Een noord-zuidverbinding en een daarmee verbonden gewestelijk expressnet behoren tot de dringendste spoorinvesteringen. Die noord-zuidverbinding kan er komen door de ondertunneling van het Centraal Station voor de hogesnelheidstrein. Voor de goederenbehandeling is er nood aan een tweede havenontsluiting, de IJzeren Rijn en een verbinding naar Bergen-op-Zoom (en zo naar Rotterdam).
Voor de weginfrastructuur staat de sluiting van de R1, de Antwerpse ringweg, bovenaan (kostprijs 12,5 miljard frank). DeSingel kan op korte termijn worden aangepast om de parallel gelegen ring te ontlasten (1,5 miljard frank). Op de bedding van de goederenlijn (tracé A102 tussen Merksem en Wommelgem) is een autoweg geen prioriteit. Dat is pas zo als andere maatregelen om het autogebruik te ontmoedigen of op te vangen (met een gesloten ring) onvoldoende resultaat zouden opleveren (5 miljard frank).
Inzake waterwegen is de verbreding van het laatste stukje Albertkanaal prioritair. Dat is ook een oude vraag van Luik, dat door het kanaal met Antwerpen wordt verbonden. Aan de verbreding van het Albertkanaal is vele jaren gewerkt, maar ten noorden van de sluis van Wijnegem maken enkele flessenhalzen die investeringen ongedaan. Voor twee miljard frank kan het kanaal ook daar bevaarbaar worden voor schepen van 4500 ton. Voorts moeten er meer pijpleidingen worden getrokken. Die zijn milieuvriendelijk en nemen geen ruimte in beslag.
“Na de uitvoering van deze maatregelen vallen de belangrijkste congestieproblemen voor lange tijd weg”, besluit de nota. Dan blijven er alleen nog kleine maatregelen over of sturing van het verkeer (met variabele signalisatie).