Margherita di Savoia-Aosta 1930 – 2022
In Bazel overleed op haar 91e Margherita – voluit Margherita Isabella Maria Vittoria Emanuela Elena Gennara – di Savoia-Aosta. Met haar ging een Italiaanse prinses heen, een aartshertogin van Oostenrijk, een dochter van de vroegere onderkoning van Ethiopië, de schoondochter van de laatste keizer van Oostenrijk en de moeder van onze eigen prins Lorenz (schoonzoon van Albert II). Dat is veel voor één mens.
Deze Margherita zag het levenslicht op 7 april 1930 in het paleis van Capodimonte, aan de bovenkant van Napels, als eerste van twee dochters. Het is niet de stamboom – het machtige huis van Savoie – maar wel de vader die haar lot grotendeels bepaalt. Prins Amedeo di Savoia-Aosta is namelijk een avonturier en wildebras. Met een grote liefde voor Afrika. Hij vecht als jonge tiener in de Eerste Wereldoorlog maar moet, goed 20, even de benen nemen naar Belgisch Congo. Op een feestje had hij zich iets te vrolijk gemaakt over de kleine gestalte van de Italiaanse koning Victor Emanuel III en de afkomst van diens vrouw.
In 1935 verhuist Amedeo, in ere hersteld, als militair weer naar Afrika. Italië is zijn desastreuze oorlog in Ethiopië begonnen. De prins schopt het tot opperbevelhebber, en dictator Benito Mussolini benoemt hem tot onderkoning van het land. ‘Hij was ook een gentleman’, meent Jan Van den Berghe, publicist en kenner van de koningshuizen. ‘Hij sprak Oxford English – hij studeerde er – en nam alle Engelse tics over, inclusief polo en vossenjacht.’
Flauwekul
Ook de dochters en de mama – zijn nicht – wonen een paar jaar in Addis Abeba. Ze beleven er hoogdagen. Prins Amedeo komt even in aanmerking om koning van Spanje en van Hongarije te worden, maar grijpt naast de prijzen. Dan keert de oorlog. De Britten hakken de overgebleven troepen van Amedeo in 1941 in de pan en voeren hem als krijgsgevangene af naar Nairobi, waar hij een jaar later roemloos sterft aan malaria en tuberculose.
Ma en haar dochters belanden terug in Italië. Maar niet voor lang. Ondanks hun collaboratie pakken de Duitsers het gezin op en zetten het in het Oostenrijkse Kleinwalsertal in een kamp. In 1945 mogen ze terug naar huis, maar Italië heeft het gehad met duces en andere narren, schaft het koningshuis af, verbant de halve adel, en het gestigmatiseerde gezinnetje verkast naar Frankrijk.
Margherita gaat kunstgeschiedenis studeren in Parijs en komt even in beeld in ons land. Media koppelen haar in 1952 openlijk aan vrijgezel koning Boudewijn. Was eerder onze prinses José ook niet getrouwd met kroonprins Umberto, de laatste koning van Italië? Jan Van den Berghe is stellig: ‘Dat van Boudewijn was flauwekul. Hij werd aan iedereen gekoppeld die losliep in Europa, inclusief Beatrix. En prinses José: de ironie wil dat zij niet mocht trouwen met haar grote liefde. Dat was uitgerekend prins Amedeo. Kwatongen beweren dat twee van haar kinderen van hem zijn en niet van Umberto, van wie ze meteen in 1946 scheidde na de verbanning en amper een maand koningschap.’
Een kandidate voor Boudewijn? Hij werd aan iedereen gekoppeld die losliep.
In 1953 trouwt Margherita met de vijftien jaar oudere Robert van Oostenrijk-Este, de tweede zoon van de laatste Oostenrijkse keizer. De Habsburger draagt zestien voornamen en ook een rugzakje. In 1919 was hij met zijn familie in een pijnlijke ballingschap gegaan. De zwerftocht ging naar Zwitserland, dan Madeira, vervolgens Spanje. Robert studeerde in de jaren dertig trouwens in Leuven.
Het huwelijk verenigt twee grote koningshuizen en voltrekt zich in Bourg-en-Bresse, het hart van het vroegere hertogdom Savoie. De fine fleur van de Europese adel meldt er zich. ‘Een plejade van gekroonde en ongekroonde hoofden,’ schreef de Italiaanse krant Il Giornale terugblikkend, ‘met de pers die zich vergaapte aan de schoonheid van Margherita, met haar meer dan 1,80 meter.’ Het is de eerste en de laatste keer dat Margherita echt voor het voetlicht staat.
Bank van de adel
Het koppel trekt naar Parijs, waar Robert in het bankwezen zijn brood verdient. Dan naar Bazel, waar hij voor vermogensbeheerder Gutzwiller aan de slag gaat, de bank van en voor de adel waar onze prins Lorenz – ‘Dat is heus geen kwartjesvinder’, beweert Van den Berghe – en zijn zoon Amedeo (vernoemd naar de Ethiopische onderkoning) nog altijd voor werken.
In 1996 overlijdt Robert in Bazel. Margherita blijft er wonen tot haar dood, in alle discretie. Ze patroneert een paar filantropische clubs, maar verder: amper of geen societyleven, geen schandalen of andere ophef. ‘Maar let op’, zegt Jan Van den Berghe. ‘Ze leefde na haar huwelijk in alle luwte, maar ze zat niet helemaal stil. Ze zorgde ervoor dat haar vijf kinderen allemaal fatsoenlijk getrouwd raakten met zeg maar “gelijkgestemden”. En zo hoort dat in die kringen.’