Banque Privée Edmond de Rothschild Belgische aandelen
Beste fondsbeheerder van 1999. Die Cash-prijs prijkt op de schoorsteenmantel van Marc Bambust. Hij behaalde toen een return van liefst 347 procent en 80 procent op respectievelijk drie en één jaar tijd. Het zijn cijfers waar fondsbeheerders in deze barre beurstijden enkel nog van kunnen dromen. Ook Marc Bambust. Vanuit Luxemburg beheert de Brusselaar voor Banque Privée Edmond de Rothschild onder meer twee fondsen die uitsluitend in Belgische aandelen beleggen. De Cash Award zit er dit jaar wellicht niet in, want Belgische aandelen staan in de uitverkoop.
Institutionele investeerders ruilen massaal Belgische effecten voor Europese blue-chips in. Marc Bambust ziet echter licht aan het einde van de tunnel: ‘De institutionelen hebben hun portefeuilles bijna herschikt. Omdat iedereen blue-chips kocht, zijn die relatief duur geworden. De investeerders zullen stilaan de achtergebleven en daarom ondergewaardeerde midcaps of aandelen van middelgrote bedrijven herontdekken. Als er de financiële markten nog enige logica rest, kunnen investeerders niet blijven naast bedrijven kijken die aan een koerswinstverhouding van minder dan tien noteren en een winstgroei van twintig procent behalen. Vorig jaar betaalden beleggers om het even welke prijs voor aandelen van bedrijven die niet eens winst maakten. Die gekte is voorbij. Investeerders vallen terug op de basisregels: hoeveel winst wordt er gemaakt en hoeveel moet er voor die winst betaald worden? De overdrijving naar boven en beneden verdwijnt op die manier uit de beurs.’
Bambust herinnert er ook aan dat de Bel 20 over een periode van vijf jaar goed gepresteerd heeft. ‘In vergelijking met buitenlandse beursindexen was de Bel 20 een goede defensieve belegging’, zegt hij. Voor de kleinste bedrijven die op de beurs genoteerd zijn, de zogenaamde smallcaps, is het toekomstplaatje minder rooskleurig. Die aandelen kampen met een structureel probleem: een gebrek aan liquiditeit of verhandelbaarheid. Institutionelen willen een levendige handel in een aandeel, zodat ze indien nodig grote pakketten kunnen verkopen zonder de koers van een aandeel te ontwrichten. Marc Bambust: ‘Buiten de Bel 20 is pakweg de helft van de Belgische aandelen in dit bedje ziek.’
OP BEDRIJVENBEZOEK
Marc Bambust beheert zijn portefeuille actief. ‘Voor een stuk volg ik slaafs de index, en voor een stuk speur ik opportuniteiten op.’ Aan sectorrotatie doet Bambust niet: ‘Ik kijk naar de fundamentele waarde van individuele bedrijven. De Belgische aandelenmarkt is trouwens onvoldoende gediversifieerd om aan sectorrotatie te kunnen doen.’
Voor hij zijn selectie maakt, praat hij eerst met het management. Een bezoek aan het bedrijf is ook een must omdat ‘er soms een verschil bestaat tussen wat het management vertelt en wat er daadwerkelijk tussen de bedrijfsmuren gebeurt’. Ook analistenrapporten zijn verplicht leesvoer voor Bambust, ondanks zijn kritiek op die schrijfsels. ‘De analistenrapporten blijven belangrijk, al moet je ze steeds relativeren. Het is soms onmogelijk om prognoses te maken die vijf jaar vooruitkijken.’
Financiële oogkleppen heeft Bambust niet. ‘Ik ben een generalist, geen specialist’, zegt de handelsingenieur. Hij is ook licentiaat en master Fiscaliteit, heeft een postgraduaat Management, is gediplomeerd financieel analist en schaaft – als hij de tijd vindt – aan z’n talenkennis. Hij begon zijn carrière op de kredietafdeling van een Londense bank. Na de werkuren ontdekte hij er de derivatenmarkt. ‘Fantastisch’, omschrijft Bambust de wereld van calls, puts, futures of warrants.
Hij stak het Kanaal weer over om bij beursmakelaar Dewaay de derivatendesk uit de grond te stampen. ‘Ik ben er gestart zoals ik dat het liefste doe: met een leeg bureau, een telefoon, een balpen en een klantenlijst.’ Hij herhaalde die oefening bij de Brussels beurs, waar hij mee aan de wieg stond van de derivatenmarkt Belfox. Bambust dreigde echter een specialist te worden. ‘Ik voelde meer voor het totaalbeheer van een portefeuille’, zegt hij. En dus trok hij naar de verzekeringsmaatschappij Gan Belgium – later omgedoopt tot Zelia na de overname door Swiss Life. Daar beheerde hij obligaties, vastgoed en aandelen, en haalde hij de Cash Award binnen voor hij naar Rothschild overstapte.
Tijdens de week woont en werkt Bambust in Luxemburg, in het weekend keert hij terug naar z’n vrouw en twee zoontjes in Brussel. Tussendoor durft de fondsbeheerder een ritje met de motor te maken, ‘op een goeie oude, niet op een nieuwe gevaarlijke’. Bambust houdt ook van een glaasje wijn, maar hij ziet de druivendrank niet als een belegging: ‘Een goede fles wijn biedt een te grote opportuniteit om op te drinken.’
Daan Killemaes