De verdere analyse van de X-onderzoeken is zo ontstellend dat ze maar moeilijk zonder gevolgen kan blijven. Een voorlopige balans.
Woensdag 13 november 1996. Het is bijna drie uur ’s ochtends en het zevende nachtelijke verhoor van X1 is al vier uur bezig. De kroongetuige van rijkswachtadjudant Patriek De Baets heeft al verteld over de manier waarop Marc Dutroux, Jean-Michel Nihoul, Ann Bouty, Bernard Weinstein, Tony (haar latere “pooier”), haar moeder, en anderen haar – toen ze elf jaar was – op een dag in Brussel massaal en gruwelijk misbruikten. Ze heeft al beschreven hoe de honden van Dutroux, Brutus en Sultan, haar diezelfde dag verkrachtten. Hoe Dutroux een kattenjong in een pot kokend water gooide. Nihoul haar coke deed snuiven. Nihoul en Tony, terug thuis in Gent, met haar in bed doken. Haar nog eens verkrachtten. Enzovoort. Er is ook al sprake geweest van “die satanische spullen zo, ja, pff, (…) want het ging gewoon om het plezier van beesten te doden.” En dat moest ze beter zien te doen dan een ander meisje. Als aan X1 gevraagd wordt wie dat andere meisje was, antwoordt ze: “Kristien”. Kort daarop zegt X1 ook nog: “Ze is echt geofferd.”
Voor De Baets en zijn speurders ligt ineens de weg open naar de oplossing van de moord op Christine Van Hees, op 13 februari 1984, in een champignonkwekerij in Oudergem. Dat dachten ze tenminste. Want sindsdien hebben de betrokken onderzoeksmagistraten en de ouders van het meisje publiek uiteengezet waarom de versie van X1 nergens op slaat.
De speurders hadden die versie anders wel goed opgemaakt. Het is bijna zeven uur ’s ochtends. Het nachtelijk verhoor loopt naar zijn einde maar de ondervragers van X1 willen haar nog enkele foto’s tonen. Om te zien of de “Kristien”, van wie X1 ook nog vertelt hoe zij dat meisje folterde, wel degelijk Christine Van Hees is. Het meisje was zestien jaar op het ogenblik van de feiten en haar foto springt uit de reeks. De kroongetuige krijgt dus die foto’s te zien. En dan gaat het letterlijk zo.
Dus als ge dan eerlijk zijt, ge hebt ze herkend?
X1: Ik twijfel, ja, maar ik twijfel aan mijn eigen.
Aan uw eigen?
X1: Ja.
Ge twijfelt aan uw eigen waarom?
X1: Omdat ik ze zie in andere omstandigheden.
Ja dan moogt ge ook twijfelen.
X1: En… dat zag ge, dat zag ge niet dat klein meisje op de foto, als ge begrijpt wat ik bedoel.
Ja, daar ben ik volledig van overtuigd want er zijn dus geen foto’s van getrokken in de omstandigheden waarin gij ze gekend hebt. Is het dat?
X1: Ondervraagde knikt bevestigend (ndvr).
In uw twijfelzaak, kunt ge de nummer aflezen dat op de foto staat waardat ge twijfelt? Dat moet ge toch ons kunnen doen. Ge weet waar dat hij ligt, waar dat ge twijfelt?
X1: Ja.
Zonder kijken kunt ge met uw vinger hem aanduiden?
X1: Ja.
Doe een laatste inspanning en doe het dan.
X1: P10. Wat?
Ik weet niet, wat hebt ge gezegd?
X1: Hebt ge het niet gehoord toch. P10! Mag ik nu naar huis?
Ja gij moogt altijd naar huis.
X1: Jaja.
Wij gaan het verhoor afsluiten op 14 november 1996 om 06.55 Hr.
Tot zover een letterlijke passage uit de ondervraging van X1. De foto P10 die zij aanduidt als zijnde die van Christine Van Hees, is echter de foto van Anik, die niets met de zaak van doen heeft. Christine Van Hees is P12. Maar geen nood. Tijdens het volgende verhoor van X1 op 18 november 1996 wordt dezelfde reeks foto’s opnieuw voorgelegd. Dan gaat het zo verder.
X1: Ik weet dat ik ze gezien heb maar…
Vorige week zat ze nog in de foto’s dat ge gezien hebt, zat Kristien bij de foto’s?
X1: Ik herinner het mij toch, ik heb ze toch al gezien als ik Clo gezocht heb. Zat zij daar niet tussen? Ik weet het niet meer. Ik wil ze niet meer zien, doe het mij niet weer aan.
X1 DUIDDE DE FOTO BEWUST NIET AAN
Eerste wachtmeester Philippe Hupez, die met De Baets de ondervragingen van X1 volgt en in het Frans samenvat voor het gerecht in Neufchâteau, rapporteert in zijn pro justitia van 6 december 1996 aan onderzoeksrechter Jacques Langlois dat Christine Van Hees een eerste keer door X1 niet herkend werd. Maar dat X1 een week later wel liet verstaan dat Christine’s foto bij de reeks zat, maar dat zij die foto bewust niet heeft aangeduid. “Mais que la photo de cette victime se trouve bien parmi celles présentées à X1 qui, volontairement, ne l’a pas désignée.”
Erger nog. Toen op 25 oktober 1996 aan X1 enkele foto’s getoond werden ter identificatie van Clo als Carine Dellaert (het Gentse meisje van wie X1 zogezegd bij de bevalling en de moord assisteerde), behoorde de foto van Christine Van Hees nog niet tot de reeks; wèl die van Anik. In feite bevestigt X1 op 18 november dus dat Anik “Kristien” is.
Maar toch wordt met X1 verder gewerkt aan een verklaring voor de moord op Christine Van Hees, van wie X1 – in antwoord op een suggestieve vraag – op 13 november bekende dat het meisje in haar bijzijn verbrand was; nadat X1 haar keel en andere lichaamsdelen met een mes bewerkt had. Dat ook deze gedetailleerde episode helemaal tegengesproken wordt door het autopsieverslag, was toen niemand een zorg.
De naam van Christine Van Hees, de datum en de plaats van de moord, zullen pas voor het eerst op 1 februari 1997 uitgesproken worden. En nog wel door De Baets zelf, ter inleiding van een nieuw verhoor. Dat gaat als volgt in zijn werk.
Ge hebt ons uitgelegd dat op 13 februari, dat gij vertrokken zijt van thuis (…). En vervolgens zijt ge dus overgebracht geweest met Kristien, Marie-Thérèse en het ganse gezelschap aanwezig, dat ge beschreven hebt tijdens vorige verhoren, naar een kampernoeliekwekerij, een afgedankte kampernoeliekwekerij.
X1: Knikt voortdurend bevestigend (nvdr).
X1 was voordien zelf nooit zo nauwkeurig geweest.
X1 NAM AAN DE MOORDEN DEEL
Dit is slechts een van de vele voorbeelden, die bewijzen hoe X1 en het onderzoek in een welbepaalde richting gestuurd werden, zonder rekening te houden met de incoherenties, de tegenstrijdigheden en de onmogelijkheden: in tijd en ruimte. De weinige gegevens die dan toch kloppen, waren al lang bekend of heeft X1 van haar ondervragers al dan niet ingelepeld gekregen.
Dit geldt voor de verschillende en soms tegenstrijdige versies waartoe X1 samen met haar ondervragers komt omtrent de moord op Christine Van Hees.
Maar hetzelfde doet zich voor in verband met de verdwijningen van de dertienjarige Carine Dellaert, eind augustus 1983 in Gent, en van de vijftienjarige Katrien De Cuyper, midden december 1991, in Antwerpen. En waarom ook niet van andere kinderen?
Op 18 februari 1997 schrijft De Baets aan de betrokken onderzoeksmagistraten in Neufchâteau en Antwerpen, alsook aan de nationale magistraten, een nota die alle dossiers van de X’en resumeert. Daarin staat (in het Frans) dat hij – samen met Chantal Van Elsuwege (de psychologe die sinds kort de ondervragingen van X1 begeleidt; zie kaderstuk) – aan X1 heeft uiteengezet wat haar probleem was. Dat ze namelijk actief had deelgenomen aan de moord op Katrien De Cuyper: “que pour nous, X1 avait participé activement au meurtre de Katrien De Cuyper. La psychologue a approuvé notre avis et ce devant X1, laquelle a alors confirmé nos dires.”
Waarop De Baets laconiek meldt dat hij X1 ook gevraagd heeft of er nog andere slachtoffers in hetzelfde kasteel vermoord werden. En, jawel hoor: “X1 a effectivement avoué qu’il y eu d’autre victimes.”
Verder wordt X1 gevraagd of daar soms geen broer en zus bij waren (zoals Kim en Ken). Wat X1 alweer bevestigt. “Nous lui avons alors demandé si une petite marocaine ne serait pas passée par ce même canal. X1 a confirmé (…)”
Zo ging dat. X1 vroeg daarna wel enige bedenktijd, maar, zo concludeert De Baets: “Connaissant X1 depuis plusieurs mois, nous savons que celle-ci est coopérante, mais qu’il faudra du temps pour l’amener à faire des aveux complets sur tout ce qui s’est passé jusqu’en juin 95 dans cette conciergerie et probablement dans d’autres endroits en Belgique.”
Op die manier doen officieren van gerechtelijke politie een getraumatiseerde vrouw een massa moorden bekennen. En laten onderzoeksmagistraten dat gebeuren.
X4 NOEMT EEN PREMIER EN EEN PRINS
Bovendien is er niet alleen het X1-onderzoek. Via De Baets en een Gents hulpcircuit komt in november 1996 ook X4 (geboren in 1965 in Brugge) aankloppen. Evenals X1, beschuldigt X4 haar ouders van grove verwaarlozing, vernederingen, mishandeling, verkrachting en incest. Ook zij heeft, gelijk X1, een uitgeschreven levensverhaal klaar, dat bol staat van de griezel. Terwijl X1 de 27 jaar oudere Tony V.D.B. aanwijst als haar “pooier”, duidt X4 de 38 jaar oudere Jacques V. aan. Die schiet, helemaal als Tony, uitermate goed op met de moeder van het slachtoffer. Precies zoals Tony wordt ook Jacques ervan beschuldigd pedofilie-, zeg maar, pornofilms te regisseren, die zowaar twee eeuwen na datum, de meest delirante werken van de marquis de Sade in beeld brengen. Al noemt X4 die auteur niet. Zij noemt wel Noël V., die 25 jaar ouder is dan zij. In het bijzijn van haar ouders – die in Brugge ooit een fotowinkel hadden – maakte hij naaktfoto’s van haar, terwijl zij hem tussen de opnamen door oraal moest bevredigen. X4 was toen dertien of veertien jaar.
Evenals X1 heeft X4 het over herhaalde zwangerschappen, abortussen, foetusfestijnen en satanische rituelen. Hoe meer verhoren, hoe meer gruwel. Zo vertelt ze in haar voorlaatste verhoor, hoe ze de dijen van kleine kinderen moest ontwrichten om het de verkrachters makkelijker te maken. Dit soort rituelen werd dan vanop een preekstoel geleid.
Niets of niemand kan de sadistische verhalen van X4 bevestigen. Maar ook in haar geval bestaan er heel wat aanwijzingen van traumatische jeugdervaringen waarin, onder andere, Noël V. de hand had. De man werd al in 1983 en 1990 veroordeeld wegens het nemen van foto’s en het aanranden (zonder verkrachting) van verschillende meisjes jonger dan zestien, onder wie de zus van X4.
Voor het overige blijken X4, X1 en Nathalie (zie vorige week) een waarheid te construeren, mede met elementen die in het therapeutische circuit en nu door hun ondervragers worden geëvoceerd – zowel tijdens de verhoren als tijdens de uitvoerige gesprekken voor en nadien (zie kaderstuk).
IK WERD VERKRACHT DOOR DE PAUS
De Baets en zijn medestanders hebben bovendien verschillende getuigen beïnvloed. In die mate zelfs dat sommigen onder hen openlijk verklaren dat ze met De Baets of met wachtmeester Michel Clippe niets meer willen te maken hebben.
Zo verwijst, bijvoorbeeld, X4 op 18 januari 1997 plotseling naar een hotel in het Zoute. Ze doet dit nadat X1 over hetzelfde hotel had gesproken, waarvan de plaatsbeschrijving op het ogenblik van de feiten niet klopte.
Op 19 januari 1998 noemt X4 ineens ook de gewezen eerste minister en de kustburgemeester, die Nathalie en X1 voordien al als kinderbeulen met de vinger hadden gewezen. En ze voegt er ook nog de prins aan toe, die Nathalie als haar beul beschreef.
Op 15 september 1997 herkent X4 ineens ook Nathalie als een van de slachtoffers van een netwerk. Maar wat blijkt? Opperwachtmeester Theo Van Dyck, een andere medestander van De Baets, had X4 enkele maanden tevoren – buiten de verantwoordelijke voor het X4-onderzoek om – een video-opname getoond van Nathalie. Een ingeleide voorstelling, dus. En dan heet het dat “er zoveel overlappingen waren dat de speurders de getuigen wel moeten ernstig nemen”.
Maar dit is slechts een van de vele blunders in een boek over de zaak-Dutroux.
Zeker is dat X4 op haar vijftiende het Meetjesland en haar ouders ontvluchtte. In maart 1980 werd ze ondergebracht in het kindertehuis Bereli in Wingene. Uit observatiegegevens van toen blijkt onder meer “een overdreven nood aan individuele aandacht. Ze zet zich bewust sociaal buitenspel en tracht zich door haar eenzaamheid in de belangstelling te werken.” Er wordt ook vermeld dat zij “misschien een psychiatrisch geval” is. Maar tevens dat zij en de hulpverleners “spreken van slagen, echte pesterijen naar het sadistische toe vanwege de ouders”.
Zoals hier op 14 januari 1998 al uitvoeriger uiteengezet, kunnen haar onthutsende verklaringen aan het gerecht moeilijk losgekoppeld worden van andere jeugdervaringen. Op haar zestiende trad ze toe tot een Christengemeenschap, twee jaar later werd ze ingelijfd in het Leger des Heils en nog twee jaar later opgenomen in een Pinkstergemeenschap. Daar stelt de strenge hiërarchie de allesomvattende rol van Satan en de bestrijding ervan centraal. Zoals ze echter begin 1997 als “voormalig sektelid” in een weekbladinterview zei, ontmoette ze in die sekten “niet alleen mensen van de CVP, maar ook SP’ers en liberalen”.
Toch wou ze, precies omwille van de macht van Opus Dei, op 28 juli 1997, tijdens haar verhoor op band, niet herhalen dat ze tijdens het pausbezoek in België, in het bijzijn van een Belgisch monseigneur, door Zijne Heiligheid zelf verkracht was.
JAGEN MET KRUISBOGEN OP MEISJES
Van X2 is al even onduidelijk wat haar ooit overkwam. Behalve dat zij op haar twintigste, als bediende bij het gerecht in Brussel, begin van de jaren tachtig, via een bevriend magistraat in contact kwam met een aantal notabelen: onder andere in Knokke. En dat haar nieuwe vriend, wachtmeester Michel Clippe, een gedreven maar vaak verblinde speurneus, (en volgeling van De Baets) haar in oktober 1996 liet uitpakken met even ontstellende verhalen als de andere X’en. Vaak met dezelfde daders: alweer de burgemeester van een kustgemeente, zijn broer, een advocaat (die De Baets ook al door X1 had laten herkennen), een baron, een premier, een justitieminister van een andere partij en naderhand ook enkele intussen druk besproken leden van de Brusselse gerechtelijke politie. Voor rijkswachters was dit een mooi gezelschap om te strikken.
Ook X2 vertelt over het gruwelijk misbruik van minderjarigen. Ze wil echter niet dat haar verklaringen op video of geluidsband worden opgenomen. Adjudant Christian Pirard en eerste wachtmeester Luc Delmartino maken dus processen-verbaal. Om haar anonimiteit te garanderen, wordt ze op een bepaald ogenblik zelfs omschreven als een vriendin van de betrokken vrouw. Procureur des konings Michel Bourlet had de X’en nu eenmaal anonimiteit en zelfs straffeloosheid beloofd voor de misdrijven die ze desgevallend zelf zouden begaan hebben in het gezelschap dat ze aan de galg zouden praten.
Als dan, begin maart 1997, X2 geconfronteerd wordt met een nieuwe speurdersploeg, en eerste opperwachtmeester Jean-Luc Decker en de eerste wachtmeesters Gilbert Race en Michel Hastier het X2-onderzoek wat kritischer aanpakken, blijken ook haar verklaringen verzonnen, contradictorisch of niet te controleren. Dat laatste mede omdat opnieuw notabelen genoemd worden, die gezien hun ambt zogezegd van het voorrecht van rechtsmacht genieten. Dit betekent dat een gerechtelijk onderzoek dan moet overgenomen worden door de betrokken parketten-generaal in wier ambtsgebied de mogelijke misdrijven gepleegd zijn. Onderzoeksrechter Jacques Langlois brengt dit probleem op 7 maart 1997 meteen ter sprake op de tweede coördinatievergadering van alle betrokken onderzoeksmagistraten uit de verschillende arrondissementen. Dit is evenwel niet het enige probleem dat op die vijf coördinatievergaderingen, tussen 22 februari en 22 mei 1997, nooit opgelost zal geraken.
Intussen hadden de bevoegde onderzoeksmagistraten in Brussel, Antwerpen en Gent het onderzoek naar de feiten, die zich zogezegd in hun arrondissementen situeerden, wel in handen genomen. En ook binnen de Brusselse rijkswachtantenne van Neufchâteau wordt er sinds de jaarwisseling, voortaan onder de effectieve leiding van commandant Jean-Luc Duterme en zijn adjunct Jean-Luc Decker, met meer ernst en professionalisme gewerkt. Zo worden de eerste deksels gelicht van de bedrieglijke potjes die De Baets en zijn makkers aan het koken waren.
In de nacht van zaterdag op zondag 23 maart 1997 had wachtmeester Clippe, een ongeval in de buurt van Charleroi. Hij had een stuk in zijn kraag, X2 in zijn auto, en veel boel met de lokale politie. Clippe wordt de eerste van de zes speurders (adjudant De Baets, de opperwachtmeesters Rudy Hoskens en Theo Van Dyck, en de wachtmeesters Aimé Bille, Stefaan Liesenborgs en ), die uit de zogeheten antenne-Neufchâteau zullen worden verwijderd.
Pas later zal op de koop toe duidelijk worden dat Clippe niet alleen X2 naar zijn hand zette, maar ook de getuigenissen van andere X’en beïnvloedde.
Als X2 in februari 1997, bijvoorbeeld, voor het eerst aandraaft met een verhaal over jachtpartijen in de streek van Chimay en Dinant, waar met kruisbogen op meisjes werd gejaagd, dan komt deze melding als bij toeval nadat X1 daarover – buiten verhoor – bij de ploeg-De Baets begonnen was. Ook X3 werd er, in januari al, door Clippe toe aangezet over dergelijke jachtpartijen te praten, hoewel hij met haar dossier niets te maken had.
Clippe zal zelfs aan de onderzoekscommissie-Dutroux een hele operatie voorstellen om rijkswachtcommandant Duterme en andere kritische gendarmes te strikken. Clippe is er namelijk, met zijn kompanen, van overtuigd dat de kritiek op zijn werk en dat van de ploeg-De Baets, voortvloeit uit de blijvende afscherming van de Bende van Nijvel. Net als De Baets en team plaatst Clippe de Bende nog altijd in de sfeer van seksorgieën en chantage.
ZE WAREN AL UIT HET ONDERZOEK GEZET
Het verhaal van X3 gelijkt opnieuw zo fel op dat van de andere X’en dat het stilaan eentonig wordt. Alleen situeert zij alles in de jaren zestig, en dus met andere notabelen, met uitzondering van een politicus in zijn jonge jaren, die later de premier zal worden uit de andere X-verhalen.
Tijdens een twintigtal verhoren weidt X3 uit over incest, verkrachting, zoöfilie, gedwongen prostitutie op haar twaalfde, folteringen, kindermoorden en zelfs kannibalisme. Kortom, een levensverhaal met dezelfde ingrediënten als dat van Nathalie en de X’en. Een psychiatrische patiënte met blijkbaar dezelfde traumatische ervaringen en hetzelfde ziektebeeld.
In tegenstelling tot andere X’en laat X3 haar verhaal niet aandikken door haar ondervragers en ook niet door buitenstaanders, zoals Clippe. Ook X3 weet echter niet of het gruwelbeeld dat zij zich van haar kinderjaren heeft gevormd, met de werkelijkheid overeenstemt.
Toen ze in oktober 1996 naar de rijkswacht stapte, hoopte ze duidelijk dat haar speurders haar waarheid zouden bevestigen. Ze belandde echter bij eerste wachtmeesters Danny Lesciauskas en Serge Winkel, en die gingen niet uit de bol. Wat X3, paradoxaal genoeg, niet uit haar nachtmerrie verloste: immers haar waarheid bleek de waarheid niet.
Dit onderscheid werd trouwens in alle X-files duidelijk naarmate de Brusselse, Antwerpse en Gentse onderzoeksmagistraten begin 1997 hun eigen speurders aan het werk zetten. De kloof tussen fictie en realiteit verbreedde nog, naarmate in juli de eerste en in oktober 1997 de volgende verhoren van X1 kritisch werden doorgelicht in het kader van de zogeheten “herlezing”. Veel meer dan een relecture groeide dit uit tot een grondige analyse.
Dit betekent echter ook dat de ontsporingen, manipulaties en blunders in de X-onderzoeken, die Knack sinds oktober 1997 aanklaagt, al bekend waren toen bepaalde media en zelfs de commissie-Dutroux onder leiding van Marc Verwilghen (VLD), deze verhalen eind 1997, begin 1998 voor waar verkochten. Zij lieten zich toch nog voor de kar spannen van De Baets en de zijnen, terwijl die toen al uit het onderzoek verwijderd waren.
Frank De Moor