Verleden week debatteerde de Senaat, overigens zeer sereen, over een mogelijke wetswijziging in verband met euthanasie. Gesprek met moraalfilosoof Hugo Van den Enden : ?Het is niet genoeg.?
Hugo Van den Enden is professor moraalfilosofie aan de Universiteit Gent en vice-voorzitter van de vzw Recht op Waardig Sterven, die in 1983 werd opgericht.
Aanvankelijk was Van den Enden co-voorzitter van het Raadgevend Comité voor Bio-Ethiek, waarin professoren van diverse strekkingen zetelden, maar om gezondheidsredenen moest hij ontslag nemen en werd vervangen door zijn collega Etienne Vermeersch.
In mei van dit jaar leverde dat comité een twaalf pagina’s tellende nota af. Omdat de heren professoren het absoluut niet eens waren, formuleerden ze vier voorstellen. Kamer en Senaat moeten er dan zelf maar zien uit te komen. Voorstel één : euthanasie legaliseren. Voorstel twee : euthanasie blijft strafbaar, maar is wettelijk toegestaan mits nauwkeurige zorgvuldigheidseisen. Voorstel drie is daar een variant op, maar veel omslachtiger. Voorstel vier : niets doen, alles bij het oude laten.
?Ik vrees dat zal uitkomen wat ik heb voorspeld?, zegt Van den Enden. ?Er zal een consensus uit de bus komen tussen de voorstellen twee en drie. Het is in ieder geval een stap in de goede richting, maar niet goed genoeg. Voorstel één, het legaliseren van euthanasie, is waar Recht op Waardig Sterven achterstaat.?
Hoeveel leden heeft Recht op Waardig Sterven ?
VAN DEN ENDEN : In Vlaanderen hebben we een steuncomité van meer dan honderd vooraanstaande intellectuelen, en meer dan tweeduizend leden. Samen met onze Franstalige zusterorganisatie l’Association pour le Droit de Mourir dans la Dignité zijn in België meer dan vijfduizend mensen aangesloten. Onze leden zijn meestal ouder dan 45 jaar. Jongeren denken nog niet aan de dood, die hebben nog het eeuwige leven.
Elk lid van Recht op Waardig Sterven heeft een levenstestament. Wat staat daar in ?
VAN DEN ENDEN : Eerst de identiteitsgegevens, en dan volgt de tekst : ?Ondergetekende eist het recht om in waardigheid te kunnen sterven. Indien mijn lichamelijk of mentale toestand dermate is afgetakeld dat er geen redelijke hoop op genezing meer is, eis ik : A, dat men mij niet kunstmatig in leven zou houden. B, dat men mij in voldoende kwantiteit en kwaliteit pijnstillende middelen toedient om de pijn te stillen, zelfs indien dat mijn dood zou verhaasten. C, dat op mij actieve euthanasie wordt toegepast. Ik beslis dit volledig vrij en bewust.?
Je kan dat levenstestament te allen tijde wijzigen of verscheuren, maar je kan het ook jaarlijks opnieuw bevestigen, met een zegel en een handtekening. Op die manier ontkracht je het argument dat het document te oud is en dus waardeloos : het kan nooit ouder zijn dan 363 dagen.
Bent u er zo zeker van dat men dat document zal vinden op het juiste moment ?
VAN DEN ENDEN : Die kans is vrij groot. Het levenstestament wordt opgemaakt in vier exemplaren. Eén bewaar ik zelf in mijn portefeuille bij mijn identiteitspapieren. Een tweede exemplaar berust bij de vereniging. Het derde bij de huisarts, met wie je daarover hebt gepraat. Dat is in principe iemand die er gunstig tegenover staat, anders heeft het geen zin. Een vertrouwenspersoon, je partner bijvoorbeeld, bewaart het vierde exemplaar.
U kruiste de drie mogelijkheden aan : niet kunstmatig in leven houden, in afdoende mate pijnstillende middelen toedienen, actieve euthanasie. Dat laatste is voorlopig strijdig met de wet.
VAN DEN ENDEN : A en B zijn toegelaten, C niet. Met een levenstestament kan je natuurlijk geen euthanasie afdwingen, maar het zorgt voor een duidelijker situatie. Het is een wilsbeschikking die je wensen kenbaar maakt. Het is moeilijk te zeggen of het werkt. Dokters die op een euthanasieverzoek ingaan, schreeuwen dat niet van de daken, want zij kunnen vervolgd worden voor moord met voorbedachten rade. Wij kennen informeel een aantal gevallen waar men wel euthanasie toepaste, maar exacte cijfers hebben we niet.
Uw vereniging wil euthanasie legaliseren. Wat betekent dat ?
VAN DEN ENDEN : Dat men in de wet bij de artikelen over moord en doodslag een nieuw artikel toevoegt, waarin men stelt dat zorgvuldige euthanasie geen doodslag is. De eisen van zorgvuldigheid kunnen geïnspireerd zijn op die van Nederland. Ook daar werd euthanasie helaas nog niet uit het strafrecht geschrapt, maar als aan de zorgvuldigheidseisen wordt voldaan, is euthanasie er straffeloos. Die eisen houden in dat het om een wilsbekwaam persoon gaat, die helder van geest, volgehouden, weloverwogen en uitdrukkelijk het verzoek om euthanasie formuleert.
Tweede eis : de arts consulteert een tweede arts om na te gaan of de eerste inderdaad de juiste diagnose stelde, en om het uitzichtloze van de situatie van de patiënt te beoordelen. Uitzichtloos heeft twee betekenissen, een medische en een menselijke. Medisch wil dat zeggen dat de patiënt is uitbehandeld. Menselijk uitzichtloos is de appreciatie van de betrokkene, of wat er nog rest aan leven zin heeft of niet. Die tweede arts is er om de medische uitzichtloosheid vast te stellen.
De derde eis is dat de arts alle gezette stappen noteert in een dossier, ook het moment en de wijze waarop de euthanasie is uitgevoerd. Dat dossier wordt overgemaakt aan de gemeentelijke lijkschouwer, een gerechtelijke autoriteit, waardoor er een controle mogelijk blijft. Zo willen wij het ook, met dat verschil dat euthanasie uit het strafrecht moet.
Geen enkele politieke partij deelt die opinie. Stuk voor stuk zeggen ze : euthanasie blijft in het strafrecht.
VAN DEN ENDEN : Jammer genoeg heeft men in dit land niets geleerd uit de ervaring van Nederland. Daar melden de artsen ruim de helft van de gevallen niet, en is er bijgevolg geen controle mogelijk. Het feit dat de arts in principe schuldig blijft aan moord en zelf de onschuld moet bewijzen, schrikt af. De patiënt durft er niet om vragen, omdat hij vreest de arts in een lastig parket te brengen. Ook de arts is bang voor het gerecht. Nu evolueert België naar een compromis dat hetzelfde probleem zal scheppen.
Waar zit precies het verschil tussen de voorstellen twee en drie van het Comité voor Bio-Ethiek ?
VAN DEN ENDEN : Voorstel twee is het systeem van Nederland : euthanasie in het strafrecht, maar straffeloos onder dezelfde zorgvuldigheidseisen. Achterafcontrole heet dat : wat de arts ondernam, kan pas na de feiten worden vastgesteld.
Voorstel drie is een ingewikkelde variant daarop, met een toetsing vooraf. Dat voorstel is geformuleerd door de Antwerpse Ufsia-professor en jezuïet Fernand Van Neste, en is het richtsnoer geworden van de CVP. Als de patiënt uitdrukkelijk om euthanasie vraagt, moet de arts overleggen met het hele behandelende team, met een vertegenwoordiger van het lokale ethische comité, en met de familie van de patiënt. Die procedure vergt veel tijd en bevat het risico dat niet iedereen het eens is. Wie moet dan de uiteindelijke beslissing nemen ? Intussen gaat de tijd voorbij en is de patiënt afhankelijk van die hele rompslomp. Het valt ook te verwachten dat veel artsen niet happig zijn op die omslachtige procedure en zullen trachten ze te omzeilen.
Voorstel vier niets veranderen aan de wet, euthanasie blijft te allen tijde verboden , is het standpunt van het Vlaams Blok en de PRL.
VAN DEN ENDEN : Van iedereen die zegt : ?Er is toch geen probleem ? Er zijn geen processen, er worden geen artsen vervolgd, laat alles maar zoals het is.? Vooral de PRL suggereert dat noodgevallen ook binnen de huidige wet zijn op te lossen, in stilte. Maar dat is toch het toppunt van hypocrisie ? Als men de wetten behoudt, moet men ze ook toepassen. Als men de wetten niet toepast, moet men ze wijzigen. Voor abortus wettelijk was toegelaten, werden abortussen uitgevoerd met zeepsop en een priem. Euthanasie zit nog altijd in die fase.
Nu past men euthanasie toe, vaak zelfs zonder de betrokkene of de familie te raadplegen.
VAN DEN ENDEN : Euthanasie is per definitie de levensbeëindiging van een ongeneeslijke patiënt die daar zelf een arts om verzoekt. Alle andere dingen die men euthanasie noemt, zijn dat niet. Je kunt geen euthanasie plegen op je comateuze of demente moeder. Zulke gevallen zijn levensbeëindiging zonder verzoek. Als men euthanasie als vorm van stervenshulp legaliseert en controleerbaar maakt, zet men een rem op die andere praktijken. Goede voorschriften maken het onderwerp ook bespreekbaarder voor artsen en patiënten.
Heeft u er enig idee van hoeveel mensen om euthanasie vragen ?
VAN DEN ENDEN : In Nederland is de wet op euthanasie ingevoerd in 1994. Voor die tijd waren er jaarlijks ongeveer 2300 patiënten die vroegen om hun leven te beëindigen. Na ’94 zijn dat er per jaar 3200, dat is drie tot vier procent van de overlijdens. Als je weet dat er maar de helft wordt aangegeven, zijn dat er veel meer. Nederland en België zijn dermate vergelijkbaar dat het percentage hier ongeveer hetzelfde zou zijn.
Sommigen zeggen dat bij goede palliatieve zorgen de vraag om euthanasie verdwijnt.
VAN DEN ENDEN : Natuurlijk zijn goede palliatieve zorgen heel belangrijk, maar ze nemen lang niet elke vraag om euthanasie weg. Palliatieve zorgen houden ook een effectieve pijnbestrijding in, en men gaat ervan uit dat elke pijn met medicijnen beheersbaar is. In werkelijkheid is dat niet zo : niet iedere pijn kan gestild worden. Bovendien is pijn een ondergeschikt motief om euthanasie te vragen. De wens om te sterven, heeft meestal te maken met de totale hopeloze en afhankelijke situatie waarin patiënten zich bevinden.
Het foute is dat men palliatieve zorgen en euthanasie beschouwt als alternatieven : het ene of het andere. Maar euthanasie kan in het verlengde liggen van palliatieve zorgen. Op een bepaald moment willen veel patiënten verlost worden van de aftakeling en ontluistering.
Kunt u zich voorstellen dat artsen problemen hebben met euthanasie ? Ze zijn opgeleid om levens te redden, niet om te doden.
VAN DEN ENDEN : Jazeker. Maar in de moderne visie hebben arts en patiënt een vertrouwelijke relatie, die erop neerkomt dat de arts een uitbehandelde patiënt niet aan zijn lot overlaat, maar hem helpt waardig te sterven. Als dat actieve euthanasie inhoudt, moet dat kunnen. Natuurlijk heeft elke arts zijn eigen geweten, zijn waarden, normen en gevoelens, men mag en kan geen enkele arts dwingen om euthanasie toe te passen, maar dan moet hij wel doorverwijzen naar een collega die die bezwaren niet heeft.
De CVP had in het regeerakkoord gesteld dat er niet mocht worden gepraat over euthanasie. Vindt u het niet vreemd dat de CVP zo’n ommezwaai maakte ?
VAN DEN ENDEN : Nee. De CVP had zich zodanig ingemetseld dat ze zelfs het debat afwezen, laat staan dat ze een regeling wilden treffen. Er waren al euthanasievoorstellen van Agalev, van de SP en de VLD. De CVP riskeerde geheel buitenspel te worden gezet. De CVP is ook bang voor een tweede abortuskater. Destijds had die partij zich zo sterk tegen abortus gekant, dat ze zich uiteindelijk moest neerleggen bij een regeling die ze absoluut niet aanvaardt. Door het debat over euthanasie toch aan te gaan, vermijdt de CVP gezichtsverlies en krijgt ze inspraak. Voorstel drie is in hun ogen de weg van het minste kwaad, maar dat is tegelijk ook de meest repressieve en restrictieve oplossing. Ik weet dat SP en VLD wetsvoorstellen klaar hadden voor een werkelijke legalisering van euthanasie, maar die zijn zelfs niet besproken in de Senaat.
Waarom eigenlijk niet ?
VAN DEN ENDEN : Ik weet het niet. Het heeft me verbaasd en ik begrijp het niet, maar ik ben geen politicus. Volgens mij gokt de CVP erop dat SP en VLD zo dankbaar zijn omdat ze toch tot een compromis wil komen, dat SP en VLD liever tegemoetkomen aan het CVP-voorstel dan een conflict uit te lokken. Maar als men streeft naar een compromis, waarom kiest men dan van bij het begin het standpunt van het compromis ? Als toegeving zijn VLD en SP wel bereid om euthanasie in het strafrecht te houden, maar ze vinden zelfbeschikkingsrecht en de ontvoogding van de patiënt belangrijker dan de CVP. Zij verdedigen dus veeleer voorstel twee. De houding van de CVP is paternalistischer. Voor hen is de mens niet in de eerste plaats een individu, maar een medemens, en beslissingen voor het individu neemt men collectief. In de religieuze overtuiging van de CVP is de mens geen eigenaar van het eigen leven, God bepaalt of we leven of sterven. Niemand verhindert gelovigen om volgens hun geloof te leven, maar een pluralistische maatschappij kan toch niet tolereren dat één levensovertuiging waarden en normen oplegt aan de hele samenleving ? Het is toch ook niet omdat abortus wettelijk toegelaten is, dat iedereen abortus moet plegen ? Niemand is verplicht tot abortus, en verplichte euthanasie is een contradictio in terminis. Maar mensen die van mening zijn dat ze zelf over hun eigen levenseinde mogen beschikken, moeten dat recht krijgen.
Griet Schrauwen
VZW Recht op Waardig StervenConstitutiestraat 33, 2060 Antwerpentel.(03) 272.51.63. Illustratie : Steve Michiels
Het euthanasiedebat in de Senaat : Als men streeft naar het compromis, waarom kiest men dan van bij het begin het standpunt van het compromis ?
Professor Hugo Van den Enden : Mensen die van mening zijn dat ze zelf over hun eigen levenseinde mogen beschikken, moeten dat recht krijgen.