Voor BV’s met een identiteitscrisis of een knik in hun carrière is er nog hoop. Het hogere staatsbelang wenkt. Daar komen de maagden van de politiek.
De uitval van CVP-voorzitter Marc Van Peel vorige week zaterdag – hij hekelde de jacht van politieke partijen op Bekende Vlamingen (BV’s) – liet niks aan twijfel over. Van Peel is dan ook meestal duidelijk. In zijn bijwijlen met vitriool geschreven speech stak de CVP-voorzitter misschien niet de vinger in eigen oog, wel een vuist in de oogkas van zijn voorganger Johan Van Hecke en in die van zijn partij. Niet eens zo lang geleden haalde de CVP culturele coryfeeën binnen als Jef Demedts, René Verreth, Jan Hoet of Eric Anthonis, flirtte met het jongerenicoon Herman Schueremans en probeerde dokter Luc Beaucourt – volgens collega’s de “vleesgeworden pedanterie” – of zelfs Margriet Hermans een plaats op een of andere lijst te bezorgen.
Het is dezelfde CVP die iets langer geleden afstapte van een klassiek sjabloon: de top van het politieke personeel kan er alleen komen door het beoefenen van christelijke deugden als versterving, zelfverloochening en nederigheid. Dat vertaalde zich dan praktisch in het bijwonen van de nederigste pensenkermissen en braderijen, over eindeloze scholingsweekends en debatten, tot nachtelijke vergaderingen en nooit eindigende meetings. Tot finaal eclatante electorale successen deze primi inter pares het parlement of de regering binnenloodsten. Maar mensen als een Robert Vandekerckhove lieten deze kelk aan zich voorbijgaan. Zij onderwierpen zich niet aan de nukken van de ondankbare kiezer en lieten zich beginselvast coöpteren. Ook een Mark Eyskens, taalman Marc Galle, bankier Robert Vandeputte, onwikkelingsdokter Reginald Moreels of een Jean-Luc Dehaene passen in zekere zin in dit kader. Zij zaten in een regering nog voor zij welke stembusslag dan ook gewonnen hadden.
Een stap verder ging daarna het rekruteren van would-be-politici buiten de enge kring van wat men zou kunnen omschrijven als het eigen middenveld. Terwijl organisaties als ABVV, Boerenbond of PVV-Jongeren tot dan bij elke verkiezing hun vast quotum aan kandidaten mochten ophoesten, begonnen hun moederpartijen plots aan wervende acties buiten de beweging. Professoren als Lode Van Outryve, Roger Blanpain en Paul De Grauwe lagen een tijd goed in de markt, naast ondernemers zoals een Aimé Desimpel, Mark Vanmoerkerke of Fernand Huts.
NU IS HET WELLETJES
Het aantrekken van BV’s die totaal los staan van partij of beweging, vormt de voorlopig laatste fase in deze evolutie. Elke hond met een hoed is mogelijk interessant, op voorwaarde dat hij of zij een bekendheid geniet ook buiten de kring vaste tooghangers in de dorpskroeg. VLD-voorzitter Guy Verhofstadt ziet daar geen graten in. Hij noemt het “lovenswaardig dat mensen, bekend of minder bekend, tonen dat ze met politiek begaan zijn”. Méér nog: “Zowel Joyce De Troch als Dirk Sterckx kunnen een bijdrage leveren aan onze partij.”
Lang niet iedereen lijkt het erover eens dat een blik BV’s het soortelijk gewicht van de politiek zou verhogen. Verhofstadt moet voor een repliek niet eens verder kijken dan zijn eigen partij. De VLD-jongeren meldden vorig weekend namelijk dat het welletjes was met die vedetten. De Vlaamse liberalen zitten niet te wachten op een De Troch, Sterckx, Anke Van dermeersch, Jean-Marie Dedecker of een Wim Verstraeten.
Dat is ook de stelling van het Vlaamse parlementslid Ward Beysen, wiens carrièreplanning enigszins in het gedrang komt door het opduiken van Sterckx (zie kader). Voor het Antwerps VLD-kopstuk blijft politiek een stiel apart “die je moet leren. Net zoals beenhouwer of zangeres een vak apart is. Het stoort me overigens mateloos dat iemand als Sterckx zijn politiek engagement afhankelijk stelt van de plaats die hij op de lijst krijgt. Als men hem vraagt of hij liberaal is, antwoordt hij: dat zal ik u zeggen als ik weet op welke plaats ik sta. Daar moet ik dus van kotsen want dit getuigt van een heel denigrerende houding tegenover de politiek.”
Volgens de Leuvense hoogleraar Jaak Billiet, heeft het binnenhalen van mooie lijven en bekende gezichten te maken met een veelvoud aan factoren. Met beeldcultuur of méér emotie in de politiek bijvoorbeeld, maar ook met identificatie en vertrouwen. “Burgers hebben geen vertrouwen in politici vandaar dat partijen alsmaar zoeken naar vernieuwing”, zegt het diensthoofd sociologie van de KU Leuven. “Vernieuwen via thema’s of ideeën is moeilijk, daarom zoekt men het in personen die veel onzekerheid, onduidelijkheid en complexiteit wegnemen. De kiezer denkt hen te begrijpen, kan zich met hen identificeren. Dat is cruciaal omdat zich bij elke verkiezing een vlottende massa van 35 tot 40 procent aandient. Je kan zelfs zeggen: telkens opnieuw moeten de partijen 50 procent van de kiezers opnieuw overtuigen. Ze denken dat niet te kunnen met argumenten en doen daarom een beroep op BV’s. De finale bedoeling blijft natuurlijk stemmen winnen.”
Met die laatste uitspraak is bijvoorbeeld reclameman Noël Slangen het niet eens. Hij bedacht campagnes voor SP, CVP en nu voor de VLD. Slangen meent dat partijen die BV’s aantrekken, verder moeten kijken dan hun electoraal resultaat. In de eerste plaats om een wel zeer pragmatische reden. “De soap Familie wint misschien wel de slag om de kijker, maar zet die ganse crew op één lijst en je haalt géén absolute meerderheid. De populairste politicus is Bert Anciaux. Hij heeft zelfs een groter potentieel dan Marc Verwilghen, maar Anciaux legt de politiek niet plat. Populariteit kan je niet altijd omzetten in ontzettend veel stemmen.”
JANTJE EN SAMANTHA OP DE LIJST
Voor Slangen – hem maakt het naar eigen zeggen niks uit of hij nu moet werken met of zonder BV’s op een lijst – moet je het magneeteffect voor een stuk wegcijferen. Belangrijker is dat BV’s soms zout en peper van een partij kunnen vormen. “Neem een Hoet of een Anthonis, die halen nooit veel stemmen, maar zij maken de CVP interessant. Zij zeggen eigenlijk: luister eens, ik ga naar die partij want die heeft iets. Dat is een boodschap. Je kan natuurlijk de bal misslaan. Wanneer Margriet Hermans als ongetrouwde moeder naar de CVP was gegaan, had dit een betekenis gehad. Nu komt ze op bij ID21. Dat is niet nodig, het spektakelgehalte van die partij ligt al hoog genoeg. Ik denk juist dat Anciaux beter naar bekende professoren zou zoeken om het sérieux van ID21 wat te verhogen.”
Daar kan Stefaan Walgrave, docent beleids- en organisatiesociologie aan de UIA, mee leven. “Als ik mij niet aangetrokken voel door de VLD, maar ik zie een Sterckx daar opduiken, vraag ik mij af: wat doet die daar? De interesse is inderdaad gewekt.” Walgrave poneert ook de stelling dat beleidspartijen allemaal hun eigen BV’s hebben, de Dehaenes en andere Luc Van den Brandes. De oppositie kan zich daar niet op beroepen en zoekt dus naar surrogaten. De docent – hij is expert op het vlak van het fameuze middenveld – blijkt niet echt overtuigd van deze hypothese en hecht veel méér geloof aan een andere veronderstelling. Hoewel, daar staat Walgrave op, die zeker niet wetenschappelijk is onderbouwd.
Hij ziet een Anciaux op blote voeten rondstruinen in een chirokamp, hoort Wilfried Martens fezelen dat de geboorte van “zijn” tweeling het belangrijkste moment in zijn ganse leven was en leest de boodschap die Verhofstadt vanuit Toscane stuurt: kinderen zijn belangrijker dan politiek. Politici proberen dus een dimensie toe te voegen aan het eenzijdige beeld dat – zo veronderstellen zij tenminste – het publiek van hen heeft. Zij stellen zich kwetsbaar op, als zorgzame vader en liefhebbende echtgenoot. Overigens: met alle gevolgen van dien. Zij kunnen later de klok niet meer terugdraaien en bij hoogwater het heilige recht op privacy inroepen. Een Bill Clinton is daar het meest illustere voorbeeld van, maar “als een Bert Anciaux morgen een echtscheiding aanvraagt en daar komt enorm veel heibel over, is dat ook geen privé-affaire meer” (Walgrave).
Volgens de socioloog heeft het allemaal te maken met het vertrouwen in de politiek “dat door een absolute bodem is gezakt. De kiezer verdenkt de politicus altijd van een hidden agenda, van platvoers opportunisme. Politici zoeken een stukje nieuwe legitimiteit; ze gaan aan outing doen wat hun eigen privé-leven betreft, maar halen tegelijk BV’s binnen als maagden van de politiek. Die moeten het geschonden vertrouwen herstellen. Hoe groter het wantrouwen, hoe sterker blijkbaar de aandrang om BV’s aan te trekken.”
Die” aandrang” zou volgens Guy Verhofstadt gewoon een internationaal verschijnsel vormen. De VLD-voorzitter stelt onomwonden dat het “in een heleboel van de ons omringende landen ook gebeurt” en noemt met name Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië. Kan zijn, maar in Nederland heeft Jantje Smit nooit op een verkiesbare plaats gestaan en page three bimboSamantha Fox koestert in Groot-Brittannië misschien veel ambities, uitgezonderd politieke, zelfs niet in het Labour van Tony Blair. Walgrave ziet zelfs een totaal andere tendens dan Verhofstadt. “Het zou wel eens kunnen dat vooral landen met een heel laag vertrouwen in de politiek, veel méér bekende gezichten aantrekken. Je ziet dat gebeuren in Latijns-Amerikaanse staten, in Italië, maar bijvoorbeeld veel minder in Nederland en Duitsland.”
EEN LUIS IN DE PELS
Het potentieel politiek vermogen van de Bekende Vlamingen die dezer dagen door de media gaan, verschilt onderling wezenlijk. “Een BV is niet per definitie een onbenul”, stelt Noël Slangen. “De beteren in hun soort worden snel echte politici, zoals een Tuur Van Wallendael, Hugo Van Dienderen of een Kathy Lindekens. Je hebt echter ook bekende gezichten die helemaal geen politiek verhaal hebben. Niks aan de hand als die BV’s hun mond houden, achter de partij gaan staan en vooral niet over alles en nog wat hun mening willen verkondigen.”
Ook Billiet en zijn collega Walgrave maken duidelijk hetzelfde onderscheid: de BV’s met boodschap en de lege verpakkingen. Maar beide heren wijzen meteen op de gevaren die een zondvloed aan dit soort volk in de politiek kan meebrengen. “Ik verwacht dat BV’s als ze verkozen zijn niet alleen de mensen entertainen, maar echt iets gaan doen”, zegt Jaak Billiet. “Dat ligt niet altijd voor de hand. Vandaar dat het beeld dat mensen nu hebben van het politieke bedrijf – zij beschouwen dit veelal als een spektakel – door deze evolutie niet noodzakelijkerwijze zal verbeteren.” Ward Beysen, zelden vies van het betere spektakelwerk, moet dit als muziek in de oren klinken.
De Leuvense docent wil niet gebrandmerkt worden als moraalridder, maar waarschuwt ook voor een negatief effect als het verzamelde BV-schap straks méér aspiraties koestert dan die van decoratief bloemstuk. “Sommige partijen investeren enorm veel in vorming en opleiding van hun mensen. Die gaan de politiek in omwille van een engagement of omwille van een carrièreplanning. Het is verschrikkelijk moeilijk deze mensen altijd opnieuw te motiveren en hen bij elkaar te houden. Ik kan me voorstellen dat zij vreemd aankijken tegen een BV die dan plots uit het lege opduikt.” Volgens Slangen is er niks aan de hand, zolang de partijen hun voorraadje vedetten draineren naar een symbool- en signaalfunctie. “Partijkaders doen BV’s dikwijls onrecht aan. Ze beschouwen hen als een luis in de pels, maar dat zijn ze niet wanneer ze de partij interessanter maken.”
Stefaan Walgrave houdt tenslotte een waarschuwing achter de hand voor al de missen, lolbroeken en andere potverteerders die een gooi doen naar politieke roem. Als ze zelf geen politieke boodschap koesteren, vallen ze volgens hem héél snel door de mand. “Het gevaar niks meer dan een eendagsvlieg te zijn, lijkt mij reëel. Zo’n Margriet Hermans zal als ze verkozen is, plots als politica bekeken worden, niet meer als die sympathieke madam. Dat overkwam bijvoorbeeld een Paul Marchal. De media waren een fellow traveller van hem, maar toen hij zijn rol als super-BV wisselde voor die van politicus, verloor hij het aura van sukkelaar, van vader, van slachtoffer. Men ging hem plots veel kritischer en afstandelijker benaderen. Wat dit betreft, spelen de Russo’s het voorlopig veel slimmer. Ze associëren zich wel met Ecolo, maar werpen zich niet op als politicus in wording.”
Jos Grobben Bart Vandormael