‘Limburg maakt zichzelf verdacht’
‘De oude tijden, toen alles nog achter de schermen kon worden geregeld, zijn voorbij’, zegt de Limburgse gouverneur Herman Reynders. Hij roept de bestuurders van de nv Nutsbedrijven Houdstermaatschappij, die voor de Limburgse steden en gemeenten investeert in duurzame energie en afvalverwerking, op om openheid van zaken te bieden.
Als belangrijk instrument voor de steden en gemeenten in Limburg werkt de Nutsbedrijven Houdstermaatschappij (NUHMA) goed. Er gebeuren daar volgens mij ook geen foute dingen. Maar omdat de raad van bestuur zo gesloten is, werkt men een sfeer van verdachtmakingen in de hand. Dat moet stoppen’, zegt Herman Reynders. Vorig jaar nam hij op het Limburgse provinciehuis de plaats in van Steve Stevaert, en daarvoor was hij ook in diens voetsporen als SP.A-burgemeester van Hasselt getreden.
De directe aanleiding voor de ongerustheid van de gouverneur is de polarisatie rond de plannen van het bedrijf Bionerga om in Houthalen-Helchteren een nieuwe afvalverbrandingsoven van 300.000 ton te bouwen. Die nieuwe installatie, gekoppeld aan een biostoomcentrale, moet de huidige oven met een capaciteit van 100.000 ton vervangen. Vanuit Houthalen, waar Group Machiels gelijktijdig in de weer is met plannen om een immens afvalstort te saneren en daarbij niet minder dan vijf (plasma)ovens van elk 100.000 tonin gebruik te nemen, voert burgemeester Alain Yzermans (SP.A) het verzet aan (zie Knack van 2 juni 2010). Hij countert het Bionergadossier met economische, milieutechnische en technologische argumenten.
Gouverneur Reynders wil de bestendige deputatie van Limburg, die na de zomer moet beslissen over een milieuvergunning voor Bionerga, niet voor de voeten lopen. ‘Ik reken op de wijsheid van de politici en de deskundigen om de beste oplossing te zoeken. Twee zaken zijn wél duidelijk. Om te vermijden dat we ons afval moeten uitvoeren, heeft Limburg een nieuwe en betere oven nodig. Tegelijk mag niet alles in privéhanden vallen. Daarom is het goed dat Bionerga en Group Machiels overleggen over samenwerking. Maar om tot één dossier te komen, is allicht meer politieke druk nodig’, aldus Reynders.
Het Bionergadossier wordt in grote mate aangestuurd door dezelfde mensen die bij NUHMA de dienst uitmaken (zie hierboven). Door de liberalisering van de elektriciteitsmarkt en het wegvallen van belangrijke inkomsten voor de lokale besturen uit intercommunaleactiviteiten in die sector, werd NUHMA in 2000 opgericht als een holding van de 44 Limburgse steden en gemeenten. Ze brachten het kapitaal samen (inmiddels bijna 140 miljoen euro) en ontvangen sinds 2004 een jaarlijks dividend (eerst een som van 300.000 euro en daarna 800.000 euro; voor 2009 en 2010 wordt gemikt op 1 miljoen euro). NUHMA heeft participaties in bedrijven op het vlak van afvalverwerking met energierecuperatie (90 procent in Bionerga), groene energie (6 procent in SPE-Luminus; 45 procent in Aspiravi; 21 procent in C-Power; 13 procent in de Vlaamse Energie Holding), regionale media (26 procent in TV Limburg) en in nieuwe initiatieven inzake energie (Limburg Win(d)t), innovatie (Wetenschapspark Limburg, Energyville Waterschei) en sociale economie (Startcentrale).
Met die aanpak heeft Reynders geen moeite, wel met het gebrek aan transparantie op het niveau van de raad van bestuur. Vier van de zeven NUHMA-bestuurders – Paul Butenaerts, Jo Geebelen, Ludo Kelchtermans en André Vautmans – zijn in Limburg zwaargewichten, maar ze hebben geen enkel politiek verkozen mandaat. In een kritisch boekje over de ambities van Bionerga sprak burgemeester Yvzermans recent over een vermenging van ‘gemeentelijke belangen en persoonlijke en zakelijke voordelen’.
Reynders: ‘Limburg maakt zichzelf weer verdacht. Daarom roep ik de bestuurders van NUHMA op om snel openheid van zaken te bieden. Wie of wat is NUHMA? Welke participaties heeft NUHMA? Krijgen we meer publieke discussies over belangrijke beslissingen zoals een uitstap uit SPE-Luminus? Met welke studiebureaus wordt er samengewerkt, en welke mededingingsregels worden daarbij gevolgd? Hebben de bestuurders zelf aandelen in NUHMA? Welke bestuursmandaten hebben ze en welke vergoedingen ontvangen ze daarvoor? Aangezien ze werken met het geld van de gemeenten – en dus van alle Limburgers – moeten ze open en helder verantwoording afleggen aan heel Limburg. Door zelf naar buiten te komen, kunnen alle twijfels worden weggenomen. Anders krijgt de Vlaamse regering straks misschien vragen, en zal die een onderzoek voeren. Ik zou het niet begrijpen als men het zover laat komen.’
De Limburgse gouverneur zegt het niet hardop, maar zijn provincie heeft sinds de sluiting van de mijnen geen al te beste reputatie op dat vlak. In 1993 was er een Vlaams parlementair onderzoek naar de besteding van de miljarden van de Kempense Steenkoolmijnen. In 2006 lag het financiële en investeringsbeleid van de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) en meer nog van haar toenmalige dochter de Limburgse Strategische Ontwikkelingsmaatschappij (LISOM) zwaar onder vuur. Sindsdien is er op politiek vlak in Limburg ook een wisseling aan de top geweest bij de traditionele partijen. De nieuwe leidende figuren – Jo Vandeurzen (CD&V), Ingrid Lieten (SP.A) en Marino Keulen (Open VLD) – hebben in de Vlaamse regering en in het Vlaams Parlement niet meteen behoefte aan vervelende vragen over een ondoorzichtig Limburg.
DOOR PATRICK MARTENS