‘Liever een vinger in zijn oog dan te worden verkracht’

'Vrouwen moeten beseffen dat ze het recht hebben om vuil te vechten.' © SISKA VANDECASTEELE

Na de massa-aanrandingen in Keulen schrijven ook in België meer vrouwen zich in voor een cursus zelfverdediging. Maar helpen die verweertechnieken echt of geven ze alleen maar een vals veiligheidsgevoel? ‘Vrouwen durven niet te slaan. Maar het kan van levensbelang zijn.’

Een gevolg van de recente berichtenstroom over seksuele delicten is dat behalve de verkoop van pepperspray ook de zelfbeschermingscursussen in de lift zitten. Verschillende sport- en gevechtsscholen bieden lessen aan waarin vrouwen leren van zich af te bijten. Door middel van karate, technieken met stokjes die op ‘gevoelige drukpunten’ geduwd moeten worden, rake trappen in de edele delen van de man, of door een belager keihard in zijn gezicht te meppen. En er wordt gretig op ingegaan als we de aanbieders van de lessen mogen geloven.

‘Ik heb in januari dubbel zoveel aanvragen van vrouwen gehad als anders’, zegt Chris Snoek uit Bocholt. Zij houdt zich al jaren bezig met zelfverdediging en gevechtssporten. ‘De afgelopen twee weken hebben bijna 90 vrouwen zich aangemeld, een opvallende stijging. Ze willen zich weerbaarder opstellen, niet alleen maar bang zijn, zeggen ze.’

Ook bij de Krav Maga Academy in Antwerpen en Lier zien ze een toename, volgens Luc Van Laere. ‘Ik denk dat we in Antwerpen zeker 40 procent meer aanvragen van vrouwen hebben. Vroeger kreeg ik één mail per week, nu tientallen. In de acht jaar dat ik les geef, heb ik dat nog niet gezien. De eerstvolgende twee initiatiecursussen zitten allebei al vol.’

In de sportzaal van Krav Maga is een groepje vrouwen bezig aan een training. Krav Maga betekent ‘contactgevecht’ en is gebaseerd op technieken die vroeger in het Israëlische leger werden toegepast en daarna door sportscholen werden overgenomen. ‘Dat klinkt allemaal nogal macho maar dat is het niet, anders had ik meteen afgehaakt’, zegt Saskia Satter (46) uit Deurne. ‘Je leert gewoon wat je kunt doen als je door iemand bedreigd of aangevallen wordt. Ik heb me begin januari opgegeven, na de aanrandingen in Keulen. Die waren voor mij de spreekwoordelijke druppel. Voor mijn werk reis ik elke dag naar Brussel, met de metro en de trein. Als ik laat moet werken, zit ik dus op een late trein. Meestal is het vrij stil op dat uur en dat voelt niet altijd even veilig, net als in de Brusselse metro of de bus in Antwerpen. Er is nooit iets gebeurd, maar door Keulen werd ik me er scherper van bewust dat het wel kán. Ik ben geen bang type en ik wil me ook niet laten leiden door angst. Maar ik ben wel ongerust. We leven momenteel in een wereld waarin ik liever alert ben, waarin ik mezelf kan beschermen als het nodig is. Een paar weken geleden las ik over een vrouw die in de trein werd lastiggevallen door vluchtelingen. Stel dat mij dat overkomt, dacht ik. Dan zít ik daar, in mijn eentje. Dat is een vals onveiligheidsgevoel volgens sommigen. Want ik ben toch nog nooit lastiggevallen? Nu, ik hoop dat het een vals gevoel is. Maar mocht ik het ooit nodig hebben, dan zal ik blij zijn dat ik de technieken ken om mezelf te verdedigen. Ik kan wel pepperspray kopen, maar dat is verboden in België en dan zul je zien dat ik straks de schuld krijg als ik het gebruik. Dan kies ik er liever voor om mijn handen, voeten en stem te gebruiken.’

Geen ‘help’ maar ‘brand!’

‘Of het daadwerkelijk zo is, weet ik niet, maar het voelt alsof de wereld onveiliger wordt’, vindt ook Hanny Blokland (48) uit Bree. Sinds januari leert ze bij Chris Snoek van zich af te slaan. ‘Ik kan de mediaberichten over aanrandingen en verkrachtingen niet zomaar langs me heen laten gaan, ik wil er op zijn minst bij stilstaan. Natuurlijk gebeurde het vroeger ook, maar toen verscheen er niet zo veel over in de pers. Het zal dus voor een deel aan de overvloedige berichtgeving liggen, maar toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat er wel degelijk meer mannen zijn die vrouwen lastigvallen op straat. Bang ben ik niet, maar toen ik hoorde wat er in Keulen was gebeurd, besloot ik iets te ondernemen. Ik wil weerbaar zijn, meer zelfvertrouwen krijgen. Ik heb nog niet veel lessen gevolgd bij Chris, maar ik heb het idee dat het wel helpt. In plaats van in paniek wild om je heen te slaan, leren we heel gericht hoe je een belager moet raken. Of ik dat in het echt ook zal doen, blijft een vraag, maar het is een heel veilig idee dat ik nu weet hoe je iemand met een paar rake bewegingen tijdelijk uit kunt schakelen.’

‘Ik heb in Antwerpen de initiatiecursus van twee dagen gevolgd en ik voelde me in elk geval al wat zelfverzekerder’, zegt Saskia Satter. ‘Nu weet ik alvast hoe ik mijn belager met mijn handpalmen in zijn gezicht kan slaan en hoe ik overeind kom als ik op de grond geduwd ben. Je moet die technieken een aantal keren trainen zodat je ze effectief kunt gebruiken in plaats van te verstijven van angst.’

Volgens Krav Maga-trainer Freya Segers leren de vrouwen eerst om vooral níét te vechten. ‘We gaan ervan uit dat het altijd beter is om te maken dat je wegkomt in plaats van te beginnen slaan, schoppen of schelden. Als ontsnappen niet lukt, dan komen we bij de confrontatietechnieken. Daarom trainen we met mannen die zich als dader opstellen, dat is realistischer. We leren vrouwen hoe ze op zo’n man moeten slaan en dóór durven gaan. Want dat is de grootste drempel. Vrouwen durven niet te slaan. Maar het kan van levensbelang zijn. Het is misschien supereng om je vinger in iemands oog te steken, maar die ander zal je daardoor wel loslaten. Ik leg het vaak als volgt uit: ofwel word je verkracht, ofwel kies je ervoor een vinger in zijn oog te duwen. Het is belangrijk dat vrouwen beseffen dat ze op zo’n moment het recht hebben om vuil te vechten.’

Toch bestaat er geen ultieme formule waarbij je iedere mannelijke belager het nakijken geeft, weet Segers. Maar er zijn wel degelijk een aantal dingen die je kunt doen, ook als een man een mes of pistool bij zich heeft of het een boom van een kerel is. ‘Je kunt hem met je handen in zijn gezicht raken, of je geeft een trap met je knie of scheenbeen in zijn kruis. Veel kabaal maken werkt ook. Je stem is heel belangrijk. We leren hoe je effectief om hulp kunt roepen. Raar genoeg moet je juist niet ‘help’ roepen, maar ‘brand’. Het is gebleken dat daar meer mensen op reageren. Als er iemand in de buurt is, roep dan specifiek naar die persoon. ‘Mevrouw met de grijze sjaal, help me.’

Vrouwen moeten ook leren ‘nee’ zeggen. Dat klinkt evident maar het is echt nodig, vrouwen willen doorgaans niet afwijzen of teleurstellen.’

Cursiste Lieve Cools (70) uit Sint-Niklaas heeft met ‘nee’ zeggen anders weinig moeite. Al is ze de oudste deelnemer, ze weet van wanten. ‘Ik heb mijn hele leven al gevochten. Ik kan jiujitsu, ik heb karate gevolgd en tot een paar weken geleden deed ik hapkido, het Koreaanse broertje van aikido. Maar nu is mijn schouder zwaar ontwricht. Ik voel me daardoor heel kwetsbaar en dat wil ik niet. Dus zocht ik naar een manier om mezelf kort en krachtig te verdedigen zonder mijn schouder te bezeren. Ik ben hier terechtgekomen en dat bevalt goed. Waarom ik me hiermee bezighoud? Ik heb altijd gevonden dat een vrouw zichzelf moet kunnen verdedigen. Vroeger al, toen ik op school werd gepest. Ik wilde me niet in een hoekje laten duwen, dus sloeg ik erop. Dat werkte, het hield meteen op. (lacht) En het wordt hoog tijd dat meer vrouwen zo denken. Ik vind dat meisjes al op de lagere school moeten leren zichzelf te verdedigen. Dat zou in het pakket van lichamelijke opvoeding moeten zitten. In plaats van giechelend of krijsend weg te lopen als jongens haantjesgedrag vertonen, leren ze beter hoe ze die jongens op hun plaats zetten. Het is de wereld op zijn kop dat sommige mannen het normaal vinden dat vrouwen naar hen moeten luisteren en geen toenadering mogen afwijzen. Daar moet een einde aan komen. En wie het dan nog niet begrijpt, die zal het voelen. Via een goeie tjoek op zijn bakkes.’

Blame game

Volgens de cijfers van de politie komen er in België elk jaar iets meer dan 3200 aanklachten over verkrachting binnen. Een studie van de Fundamental Rights Agency (FRA) van 2014 wijst uit dat meer dan een op de tien vrouwen boven de vijftien jaar in België ooit slachtoffer is van seksueel geweld. De helft van de daders is een bekende.

‘De cijfers blijven onrustwekkend’, zegt Liesbet Stevens van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. ‘Vraag is wat je als vrouw tegen dat seksueel geweld kunt doen. Als de oplossing niet zit in een armlengte afstand houden, zoals de burgemeester van Keulen beweerde, in wat dan wel? Ik denk dat het breder gaat dan alleen zelfverdedigingscursussen. Vrouwen hebben er nog altijd moeite mee om assertief te zijn en voor hun mening uit te komen. Gevolg is dat ze in een bedreigende situatie niet zo gauw beginnen te roepen en te schreeuwen. Bij zelfverdedigingslessen wordt vrouwen geleerd om hun stem te gebruiken, maar ook in een cursus relationele vorming kun je aan je assertiviteit werken. Verder kun je je afvragen of die zelfverdedigingstechnieken nut hebben in een thuissituatie waarbij een verkrachting plaatsvindt door een bekende. Dan ben je er niet alert op om jezelf te verdedigen. Maar ik denk ook dat we niet in een situatie willen belanden waarin niemand meer mag vertrouwen op zijn medemens. Dat gaat veel te ver. Toch geloof ik wel dat bepaalde zelfverdedigingstechnieken kunnen helpen, ik zal dan ook niet gauw afraden om zo’n cursus te volgen.’

De manier waarop je je kleedt, heeft er niets mee te maken, benadrukt Stevens. ‘Als iemand erop uit is om je aan te randen, maakt het totaal niet uit wat je draagt, al denken veel mensen van wel. Er is tot nu toe geen enkel wetenschappelijk bewijs voor die stelling. Ik geloof wel dat je lichaamstaal invloed kan hebben. Als je zelfverzekerd over straat loopt, zal een belager misschien wat minder gauw op je af stappen dan wanneer je eruitziet als een bang muisje. Vaak proberen daders juist wat minder assertieve mensen eruit te pikken. Wat uiteraard niet wil zeggen dat je zelf ook maar in enige mate verantwoordelijk bent als je wordt aangerand of verkracht. De fout ligt altijd bij de dader.’

Feit is evenwel dat de samenleving de schuld nog dikwijls deels in de schoenen van het slachtoffer schuift.

‘Dat komt omdat we altijd controle willen hebben over onze eigen situatie. Als het allemaal niet uitmaakt dat een slachtoffer te veel had gedronken of bepaalde kleding droeg of met wie ze had afgesproken, dan kan het ons allemaal overkomen. Dus oordelen we van: mij zou het niet overkomen want ik zou voorzichtiger zijn geweest. Met de daders doen we hetzelfde. Die demoniseren we, we maken er onmensen van want die staan ver van ons af. Kortom, het is een diepmenselijke reactie die we niet zomaar kwijtraken. Je kunt wel aan een mentaliteitswijziging werken. Zodat we sneller beseffen hoe we reageren op een slachtoffer of dader. Zo wordt ouders bijvoorbeeld aangeraden om niet te geschokt te reageren en meteen een hoop vragen te stellen als hun kind mogelijk met seksueel geweld te maken heeft gehad. Want de reactie van degene die luistert, heeft veel invloed op wat de ander verder zal vertellen. Reageer je met vragen als: ‘Wat deed je daar dan op dat moment of waarom droeg je dat rokje?’ dan leg je onbewust de schuld al bij het slachtoffer. Het is niet verwonderlijk dat een slachtoffer dan maar besluit verder haar mond te houden. Als ze het gevoel heeft dat haar eigen vader of moeder of beste vriendin haar niet eens gelooft, wie dan wel? We moeten leren mensen te laten praten, zonder er tussen te komen. En ik benadruk het nogmaals omdat het zo belangrijk is; het maakt niet uit wat een slachtoffer van seksueel geweld draagt. Stop met de blame game.’

DOOR JOANIE DE RIJKE,

‘Voor mijn werk neem ik elke dag de Brusselse metro. Er is nog nooit iets gebeurd, maar door Keulen werd ik me er scherper van bewust dat het wel kán.’

‘Als iemand erop uit is om je aan te randen, maakt het totaal niet uit wat je draagt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content