Belgen hebben nog nooit zo weinig gespaard. Dat hoeft gezien de trieste rente op spaarboekjes niet te verbazen, maar wat kunt u dan beter wél doen met uw geld? Financieel experts Sven Sterckx en John Romain wijzen in zeven stappen de weg naar minder zorgen. ‘Begin er vroeg mee, en pak het planmatig aan.’
1. Leg een spaargeldbuffer aan
SVEN STERCKX (voorzitter van de Vlaamse Federatie van Beleggers): Soms is er geluk mee gemoeid, maar doorgaans is het geen toeval dat sommige mensen rijk worden en anderen niet. Vaak hebben ze met deze twee algemene, altijd geldende principes hun vermogen opgekrikt: begin er vroeg mee, en pak het planmatig aan.
JOHN ROMAIN (oprichter Finotheker, adviesbureau voor financiële planning): De klassieke manier om een vermogen op te bouwen, is eerst een spaargeldbuffer aanleggen, dan investeren in een eigen huis, en daarna beleggen om comfortabel met pensioen te gaan. Stap drie is in tijden van erg lage rentes steeds belangrijker geworden. Maar je moet natuurlijk wel beseffen dat er risico’s vasthangen aan beursproducten.
Hoeveel spaargeld moet je achter de hand houden? Sommige experts spreken over zes maanden loon, anderen zeggen 30 procent van al je financiële middelen, nog anderen noemen concrete bedragen tussen de 5000 en de 40.000 euro.
STERCKX: Als u morgen werkloos wordt, of ziek, of de centrale verwarming gaat stuk, dan hebt u onmiddellijk cash nodig. Met 5000 euro spring je niet ver, 40.000 euro zal voor veel mensen wél een correcte som zijn. Maar een bedrag noemen blijft moeilijk, want iedereen heeft een ander risicoprofiel.
ROMAIN: Het Nederlandse Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) biedt online een module aan die berekent hoeveel spaargeld mensen bezitten die in een situatie zitten die vergelijkbaar is met de uwe. Dat kan een leidraad zijn, maar ik zou zeggen: leg een buffer aan waar u een goed gevoel bij hebt. Dat is heel persoonlijk, ík schat die som bijvoorbeeld lager in dan mijn vrouw. De spaarbuffer dient alleen voor onverwachte gebeurtenissen. Wie voor een auto spaart, weet hoeveel hij min of meer zal kosten. Dat budget hoort niet bij je financiële buffer, maar moet evengoed risicoloos bij elkaar worden gespaard.
Heeft het nog zin om uit te pluizen waar je je spaargeld het best plaatst? Geen enkele bank biedt nog hoge rendementen. Grootbanken merken dat er meer geld op de zichtrekeningen blijft staan, omdat klanten het de moeite niet meer vinden om het over te zetten op hun spaarrekening.
STERCKX: Je kunt er een beetje extra uitpersen wanneer je de hoogste spaarrente op de markt uitzoekt, maar het verschil is inderdaad niet groot. Het kan in elk geval geen kwaad om met de interessantste bank in zee te gaan, want het risico dat banken in de problemen komen lijkt afgewend.
Stel: je hebt een veilige financiële buffer, en toch zet je alles wat daarbovenop komt op een spaarboekje. Is dat dom?
STERCKX: Financieel is alles in cash steken geen verstandige beslissing. De rendementen van spaarboekjes, termijnrekeningen, kasbons of Tak 21-producten zijn niet om over naar huis te schrijven. Maar als je ziek wordt van het idee dat je kapitaal schommelt – af en toe een tik, en daarna weer wat stijgen -, laat het dan alsjeblieft op een spaarboekje staan en trek niet naar de beurs. Voor aandelen heb je een sterke maag nodig. Wie het klappen van de zweep kent, weet dat je op termijn winst maakt, en daarom neem je de koersdalingen erbij. Als het niet in je genen zit om erop te vertrouwen dat het goed komt, dan ga je op de verkeerde momenten in- en uitstappen en kun je met aandelen heel veel geld verliezen.
ROMAIN: Sinds de piek van maart 2015 namen de markten een diepe duik. Dat geeft je een idee van de risico’s. Maar wanneer je een tijdshorizon van vijftien jaar of meer hebt, dan betekent zo’n koersval echt niet het einde. De lange termijn vlakt de risico’s uit. Maar de beurs is om nog een andere reden niet ‘voor iedereen’. Je moet het je kunnen permitteren, én je moet tijd hebben. De helft van de 75-plussers bezit een financieel vermogen van 30.000 of minder. Die mensen moeten niet naar de beurs. Tegen iemand van 35 jaar die over zo’n som beschikt, zeg ik: hou 10.000 euro buffer en spreid de rest verstandig in beursproducten. Maakt niet uit dat je morgen min 10 procent gaat, over twintig jaar zul je een knappe winst hebben.
2. Profiteer van Hotel Mama
ROMAIN: De spaarbuffer bouw je doorgaans op terwijl je thuis woont. Kinderen die dat doen, vermenigvuldigen hun vermogen. Als zo’n ‘nestklever’ niet bijdraagt in de kosten, is hij of zij elke maand 1035 euro goedkoper af. Wie wel meebetaalt, maakt nog altijd 751 euro winst per maand. Dat is natuurlijk een flinke steun in de rug. Ik zou zeggen: een onmisbare steun, als ik zie hoe de vastgoedprijzen zijn gestegen.
STERCKX: Die jongeren kunnen de huurmarkt overslaan.
ROMAIN: Huren of kopen is zelfs nog niet de kwestie hier. Op eigen benen staan kost enorm veel geld, sparen wordt moeilijk, tenzij je in een relatie zit en je allebei uit gaat werken. Dat lijken tegenwoordig de twee opties die een jongere heeft: ofwel thuisblijven, ofwel samenwonen.
Is het voor jongeren vandaag lastiger om een appeltje voor de dorst bijeen te sparen dan vroeger?
ROMAIN: Laten we zeggen dat mijn generatie anders is opgevoed. Dure verlokkingen waren er niet, terwijl iedereen nu de nieuwste smartphone wil. Wie in een zekere luxe opgroeit, levert niet graag in wanneer hij of zij het ouderlijk huis verlaat.
Mijn generatie trouwde en was dus wettelijk solidair met de andere partner. Bij samenwonen heb je die formele solidariteit niet, en wanneer een koppel uiteengaat, kan dat een grote bedreiging voor hun financiële toekomst betekenen. Want liefde maakt rijk, nu nog meer dan vroeger. Twee dertigers die elk 1600 euro verdienen, hebben samen slechts 2300 euro nodig om van te leven, de rest kunnen ze opzijzetten. Blijven die dertigers single wanneer ze het ouderlijk huis verlaten, dan kan er meestal niet worden gespaard. 38 procent van de alleenstaanden zit tegen de armoedegrens aan, en die groep wordt alleen maar groter. Blijf dus in Hotel Mama tot je zeker bent van je relatie, want één koppel op de drie gaat uiteen, waarna de financiële miserie begint. En ja, dan komt de onvermijdelijke vraag die geen enkele vermogensplanner kan beantwoorden: wanneer ben je zeker over een relatie?
3. Zet uzelf niet te vast
ROMAIN: Heel wat mensen sparen verkeerd. Al hun geld zit in hun huis of in gesloten financiële producten zoals pensioensparen. De overheid stimuleert ons met fiscale gunsten om dat geld onaangeroerd te laten, maar ik vind het soms beter om te kijken of je buiten dat stelsel niet meer kunt halen. Sparen voor je pensioen is uiteraard belangrijk, maar besef dat al dat geld opgesloten zit, tenzij je je huis verkoopt of oud genoeg bent om je pensioenspaargeld te laten uitkeren.
STERCKX: Dat is waar, maar het belastingcadeau van het pensioensparen is natuurlijk niet te versmaden. Je moet al een flink rendement halen om dat te overtreffen.
Volgens banken is er tegenwoordig meer appetijt voor risicovollere financiële producten.
STERCKX: De reden dat men nu risico neemt, zou weleens de verkeerde kunnen zijn. Ik zou niet gaan beleggen ‘omdat het rendement van een spaarboekje nul is’. Je moet beleggen omdat je een plan hebt en kapitaal wilt opbouwen via nauwkeurig geformuleerde doelstellingen.
ROMAIN: Trouwens, beseffen die nieuwe beleggers wel de risico’s? Van 2000 tot 2015 hebben de meesten niets verdiend met aandelen. Wie al die jaren zijn geld spaarde, had achteraf bekeken gelijk. Op écht lange termijn blijft de beurs interessanter dan het spaarboekje, maar met die wetenschap kocht u de afgelopen vijftien jaar niets. De grootst mogelijke dwaasheid die nu wordt verkondigd, is dat je niet moet sparen maar uitgeven ‘want dat is beter voor de economie’. Een individuele burger moet doen wat voor hem het best is, en zich geen schuldgevoel laten aanpraten voor de macro-economische toestand.
4. Bereken uw pensioenkloof
Belgen sparen met het oog op hun oude dag. Het perspectief is: genoeg hebben voor het moment dat het maandelijkse loon vervangen wordt door het pensioen.
ROMAIN: Het Belgische gemiddelde voor het wettelijke pensioen is 1119 euro. Bijna niemand kan daar zijn levensstandaard mee aanhouden, maar paniek is evenmin nodig want de kloof tussen pensioen en gewenst inkomen valt wel degelijk dicht te fietsen. Pensioensparen is één manier. Het systeem wordt door de overheid fiscaal beloond, maar wees kritisch genoeg voor je fondsbeheerder. Als die ondermaats presteert, moet je een andere zoeken. In een haast renteloze economie, waarin defensieve producten amper opbrengen, moet je de durf hebben om toch te beleggen. Neem het in handen. Je kunt opvragen hoeveel pensioen je zult krijgen, en reken realistisch uit hoeveel je daarbovenop nodig hebt om een comfortabel leven te leiden. Beleg vroeg genoeg, zodat de risico’s worden uitgevlakt, en kies voor veiliger producten wanneer je de pensioenleeftijd nadert.
Hoe begin je aan het opbouwen van een portefeuille?
STERCKX: Beginners weten nog niet veel, dus hen raad ik aan om met een fonds te beginnen. Op het onafhankelijke www.morningstar.be vind je voor elk fonds een score, afhankelijk van de rendementen uit het verleden. Die geven geen garantie voor de toekomst, maar het is een indicatie. Neem zeker niet te veel risico’s. Beleggen is voor mij zo saai als het gras zien groeien. Een goeie spreiding en veel wachten, dat is de boodschap.
Een goed alternatief voor fondsen zijn trackers of ETF’s. Dat zijn fondsen die de beweging van de hele beurs nabootsen en passief worden beheerd, waardoor ze een stuk goedkoper zijn. Je zult er niet beter mee doen dan de markt, maar ook niet slechter. Het is een saaie maar stabiele manier van beleggen.
Wat is een goed moment om in te stappen?
STERCKX: De Amerikaanse zakenman John Raskob zei net voor de grote beurscrash van 1929: ‘Iedereen kan rijk worden, als je maar elke maand een beetje geld opzijzet en dat op de beurs investeert.’ De man werd enkele maanden later weggehoond, maar hij had wel gelijk. Je kunt de beurs niet timen, dus eigenlijk is elk moment goed. Je moet investeren wanneer het jou, als individuele belegger, uitkomt. Laat het niet afhangen van het beursklimaat.
ROMAIN: De Chinese economie en de lage olieprijs doen de beurzen bibberen. Is de bodem daarvan bereikt? Is dit een opportuniteit om te kopen, of net niet? Niemand weet het, en hoed u voor mensen die beweren het wél te weten.
5. Spaar niet voor uw (klein)kinderen
ROMAIN: Een Belg wordt geboren met een spaarboekje, waar de familie dan trouw elke maand 25 euro op zet. Dat zijn lovenswaardige bedoelingen, maar financieel is dat een ondoordacht manoeuvre. Wanneer zal dat kind daar zinnig mee omgaan? Als het een huis koopt, zo rond zijn dertigste. De bank zal dertig jaar lang blij zijn, maar als je zó’n lange beleggingshorizon hebt, kun je beter voor aandelen of fondsen kiezen. Het historische beursrendement van de laatste tweehonderd jaar is 7 procent, terwijl uw spaarboekje zo goed als niets zal opbrengen. Wanneer het kind 20 à 25 jaar wordt, en het moment van uitbetalen nadert, kun je de risico’s afbouwen.
STERCKX: Ouders zouden hun kinderen aandelen cadeau moeten doen. Omdat het op zich al verstandiger is dan sparen, maar ook opdat ze feeling voor de beurs zouden krijgen. Opdat ze niet zouden panikeren bij een koersdaling.
Zitten er veel jongeren bij uw beleggersvereniging?
STERCKX: Dat is een kleine minderheid. Wanneer beginnen mensen te beleggen? Niet omdat ze een planning maken. Nee, ze beginnen wanneer er een overschot is, wanneer de kinderen het huis uit zijn en ze wat hebben geërfd. Vijftig blijkt een cruciale leeftijd. En toch is de beurs gemaakt voor de jeugd, want die heeft de langste termijn voor zich.
Dan gaat het toch om kleine sommen? ING maakte reclame met de slogan ‘Beleggen kan al voor de prijs van een pizza’.
STERCKX: Dat kan, natuurlijk. Maar met bescheiden bedragen hebben aandelen niet zoveel zin, dan kun je onvoldoende spreiden. Stop je geld liever in een fonds, of kies voor Sofina of Brederode, schitterende Belgische holdings met een defensieve, gespreide aandelenportefeuille.
ROMAIN: Je zult dat geld zien groeien, dat is de beste motivator en het zal je een andere instelling geven. We sparen namelijk in het begin van de maand, nooit op het eind. Met een attitude van ‘we zien wel wat we over hebben’ voorspel ik dat u waarschijnlijk niets overhoudt. Maar wie zich de discipline oplegt om elke maand maar 90 procent van zijn loon op te doen, en de rest verstandig te beleggen, die gaat bewust met zijn centen om zonder dat hij levenskwaliteit inboet.
6. Wantrouw uw bankdirecteur
ROMAIN: Als ik voor een publiek ga spreken, vraag ik hoeveel aanwezigen de kennis, de kunde, de tijd én de zin hebben om hun financiële portefeuille op te volgen. Zelden gaan er handen omhoog. Veel beleggers leggen hun lot volledig in handen van hun bank. Maar bankiers hebben verkooptargets. Zijn de producten die ze aan de man brengen wel interessant?
Is een bankier meer verkoper dan adviseur?
STERCKX: Dat is te scherp uitgedrukt. Er bestaan drie soorten beleggers: zij die alles zelf regelen, zij die advies vragen maar zelf de knoop doorhakken, en zij die het beheer helemaal overlaten aan hun adviseur. Die laatste groep loopt een risico, want banken willen ook winst maken en niet alle producten zijn even goed.
ROMAIN: Niemand heeft er iets op tegen dat een bank of een fondsbeheerder goed zijn boterham verdient. Zolang de klant ook maar goed verdient. Zolang de klant centraal staat.
STERCKX: Stel dat je een nieuwe auto zoekt. Niemand stapt een garage binnen met de boodschap: ‘Verkoop mij nu de beste auto die je hebt, en daarmee is de kous af.’ Nee, je leest je een beetje in, je denkt na over de opties. Wat moet erin zitten, hoe duur mag het zijn? Wel, dat is bij beleggingen niet anders. Je kunt zeker advies vragen aan professionals, en je hoeft er niet van uit te gaan dat alles wat zij vertellen onzin is. Maar er is nog een verschil tussen luisteren naar advies en alles wat je bankier zegt slikken voor zoete koek.
Is dat moeilijk, zelf beleggen?
STERCKX: Het is niet moeilijk, maar het is ook niet eenvoudig – het is een citaat van Warren Buffett. (lacht) Het is relatief simpel om een heldere, verstandige strategie uit te stippelen, maar je eraan houden valt niet altijd mee. Stel dat je alleen investeert in rustige, degelijke bedrijven die winst maken maar niet spectaculair groeien. Dat is een zinnige tactiek. Maar dan daalt de beurs, en je wordt zenuwachtig: is dat bedrijf wel zo goed als we denken? Of de beurs stijgt, maar klimmen mijn aandelen wel snel genoeg, terwijl de rest zo veel winst raapt? Als belegger moet je je kunnen losmaken van al die emoties. De aandelenmarkt is namelijk manisch depressief. Als het goed gaat, loopt het veel te hard en moet je afstand nemen. Als het slecht gaat, ziet men de zaken veel te donker. Dat is het moment om te kopen, tegen de richting in.
ROMAIN: Mensen kunnen niet met verlies omgaan, dat is onze grote zwakte. We geven onze miskleunen niet graag toe.
Documentairemaakster Annemie Struyf draaide laatst een reportage in een casino. Een gokker zei: ‘Ik kan wel stoppen als ik win, maar niet als ik verlies.’
ROMAIN: De pijn van verlies weegt psychologisch twee keer zo zwaar als het geluk bij het winnen: dat maakt het zo moeilijk om rationeel om te gaan met aandelen.
STERCKX: Wie er niet elke dag mee bezig kan zijn, raad ik hoe dan ook aan om voorzichtig te zijn en een fonds te nemen. Daar kan het ook fout mee gaan, maar de grove pieken en dalen van een aandeel blijven achterwege.
7. Geloof niet in veilige aandelen
Bestaat dat wel: een goedehuisvaderaandeel?
STERCKX: Wees voorzichtig met die term, sinds het Fortisdebacle is hij erg beladen. Alle aandelen dragen een risico in zich, maar er bestaan nog sectoren die je als veilig mag beschouwen. Ik denk aan bedrijven die een product maken dat je te allen tijde blijft kopen. Voeding heb je nodig, of het nu crisis is of niet. Technologiebedrijven stijgen sterker, maar ze zullen vlugger concurrentie ondervinden waardoor hun product niet meer gewild is. Als je bang bent voor risico’s, moet je die dus vermijden. Maar wees daar niet te dogmatisch in. Google, dat op de beurs genoteerd staat als Alphabet, lijkt mij een bedrijf dat zich aan die wetmatigheden onttrekt.
Kan er dan geen concurrentie komen voor Google?
STERCKX: Natuurlijk wel, maar niet van vandaag op morgen. Google heeft zo’n marktaandeel dat je de ontwikkelingen van ver ziet aankomen.
ROMAIN: Welke sector is nog immuun voor zware deining? Airbnb had met drie werknemers meer kamers in portefeuille dan een wereldspeler zoals de Hilton-hotels. Soms passeert er iets wat alles opblaast. Het begrip ‘brave huisvader’ slaat voor mij niet op het risicoprofiel. Het zijn aandelen die iedereen koopt, de massa steekt de massa aan. Net dan moet je extra alert zijn.
STERCKX: Een van de belangrijkste regels in beleggen is spreiding, ook wanneer de toestand veilig lijkt. Wie in individuele aandelen belegt, moet in minstens vijftien bedrijven zitten, het liefst ook geografisch gespreid.
ROMAIN: Veel mensen beschouwen vastgoedfondsen als goedehuisvaderbeleggingen: ze bieden nog mooie rendementen en ze lijken safe. Maar een kleine rentestijging kan grote gevolgen hebben voor een fonds dat in vastgoed investeert.
Na de laatste crisis gingen mensen zélf investeren in vastgoed, om het te verhuren.
ROMAIN: Dat is altijd zinvol, zolang je twee zaken voor ogen houdt: het is investeren op de heel lange termijn, en het is keihard werken. Voordat je de instapkosten terugverdient, ben je vijf à zeven jaar verder. Wie koopt om snel te verkopen, scheurt er zijn broek aan. En verhuren is wérken, onderschat dat niet. Je moet dat patrimonium onderhouden, en je moet goed je huurder kiezen. Het risico spreiden is lastig, tenzij je zwaar kunt investeren. Wie één appartement heeft en met een slechte huurder opgescheept zit, is te beklagen. Wie er dertig bezit, die neemt dat erbij.
De Nationale Bank zegt dat Belgisch vastgoed 10 procent te duur is.
ROMAIN: Banken houden daar rekening mee wanneer ze kredieten toekennen. Hun regels zijn verstrengd. De rente staat op zijn laagste punt ooit en kan alleen maar stijgen. Eén procent rentestijging doet de prijzen 5 à 7 procent dalen, vertellen academici. De woonbonus werd voor nieuwe dossiers al ingeperkt, en niemand zou schrikken als hij nog verder wordt afgebouwd. In Brussel wordt hij vanaf 2017 zelfs afgeschaft. Allemaal goeie redenen om te denken dat je op korte termijn geen spectaculaire winsten moet verwachten uit vastgoed.
DOOR JEF VAN BAELEN
‘Sparen terwijl je nog thuis woont is bijna onmisbaar geworden, als je de vastgoedprijzen bekijkt.’
‘De grootste dwaasheid die nu wordt verkondigd, is dat je niet moet sparen maar uitgeven “want dat is beter voor de economie”.’
‘De aandelenmarkt is manisch depressief. Als het goed gaat, loopt het veel te hard. En omgekeerd.’