Aan het verwekken van kinderen hoeft zelfs geen seks meer te pas te komen. Als het niet gelukt op grootmoeders wijze, zijn de moge- lijkheden nu echt hallucinant. Een overzicht.
Voor de meeste mensen is het krijgen van kinderen de hoogste vorm van geluk. Als dat maar niet wil lukken, is dat vaak een bron van immens verdriet. Ongeveer tien procent van alle koppels is ongewenst kinderloos. Vroeger tot twintig jaar geleden was er niet veel aan te doen, als het niet ?vanzelf? werkte, maar toen ontwikkelden de Britten Robert Edwards en Patrick Steptoe een methode om de bevruchting buiten het lichaam van de vrouw te laten plaatsvinden. Dat kon een oplossing betekenen voor een vrouw wier eileiders verstopt waren, zodat de eicel onbereikbaar bleef voor zaadcellen. Voor een reageerbuisbevruchting in dokterslatijn in-vitrofertilisatie (IVF) wordt bij de vrouw een aantal eicellen tot rijping gebracht door hormoonstimulatie. De rijpe eitjes worden opgehaald uit de eierstokken, in het lab op een glazen schaaltje bevrucht met sperma, en later als embryo teruggeplaatst in de baarmoeder. De allereerste reageerbuisbaby, Louise Brown, werd negentien op 18 juli van dit jaar.
De IVF-techniek is nu routine. Edwards en Steptoe waren er niet happig op om hun kennis door te geven, maar elders in de wereld sloegen wetenschappers aan het onderzoeken en experimenteren. In België werd de eerste proefbuisbaby geboren in Leuven in ’83, de tweede enkele maanden later in het academisch ziekenhuis van de VU Brussel. Sindsdien is het hek van de dam. Bijna elke grote Vlaamse stad heeft een fertiliteitscentrum waar mensen met vruchtbaarheidsproblemen terecht kunnen, en waar IVF schering en inslag is. De meeste van die centra zijn verbonden aan een universitair ziekenhuis. Het grootste in Vlaanderen is het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde (CRG) van de VUB. Daar werken 120 deskundigen onder leiding van de professorentandem André Van Steirteghem en Paul Devroey. Dat team voert jaarlijks zo’n 2.000 IVF’s uit, dat zijn er zes, zeven per dag. Niet alleen bij Belgen, ook bij patiënten uit het buitenland.
Er zijn ook enkele privé-centra. Daarvan is het grootste dat van Leuven : het Medische Centrum voor Vruchtbaarheidsdiagnostiek & IVF (MCVI), met 500 behandelingen per jaar. Daar liggen ze er niet wakker van dat het Vaticaan in ’87, bijna tien jaar na de eerste reageerbuisbaby, de encycliek ?Donum Vitae? uitvaardigde, met de instructie dat IVF etisch onverantwoord is, en dus verboden. Rudi Campo, gynaecoloog en samen met professor Stefan Gordts (die de eerste Belgische proefbuisbaby op zijn actief heeft) hoofdverantwoordelijke voor dat Leuvense centrum : ?De anticonceptiepil is ook door de kerk verboden, een gelijkaardige problematiek waarbij gelovigen moeilijk de wetten van het Vaticaan kunnen volgen. Niet een van de vijf katholieke universiteiten die IVF uitvoerden, heeft beslist deze behandelingsmethode niet meer aan te bieden. Zowel Louvain-la-Neuve, Nijmegen, Rijsel, Washington als Leuven gaan ermee door.?
DE KLEINE INBRENG VAN DE MAN
Waarom doen jaarlijks steeds meer mensen een beroep op fertiliteitsklinieken ? Neemt de onvruchtbaarheid toe ? Volgens Campo is dat niet bewezen, en is dat groeiend aantal patiënten waarschijnlijk te danken enerzijds aan het feit dat de medische wetenschap steeds meer vermag, en anderzijds speelt zeker de huidige wetmatigheid dat koppels op veel latere leeftijd aan hun familieplanning beginnen.
?Bij een supergezond koppel is de maximale kans op een zwangerschap per maand tien procent,? zegt Campo. ?Maar vergeet niet dat het voor een vrouw moeilijker is om zwanger te worden naarmate ze ouder is. In de jaren zeventig kregen vrouwen hun eerste kind op de gemiddelde leeftijd van 24, nu is dat in heel Europa 27, in België zelfs meer dan dertig. Die tendens om te wachten, is te verklaren : eerst studeren, dan carrière maken, en dan pas kinderen. Maar tegen die tijd kan het al te laat zijn.?
Hoe lang moet je vruchteloos blijven proberen om op eigen houtje een kind te verwekken ? Campo : ?Als je na een jaar niet zwanger bent, heb je nog altijd een realistische kans om binnen de volgende maanden zwanger te worden : dat is het geval bij één vrouw op zeven. Maar het heeft geen zin om een jaar te wachten als de vrouw ouder is dan 35, of als een van de partners een zeer herkenbaar probleem heeft.?
Soms weten koppels wat er aan scheelt als ze worden doorverwezen door hun gynaecoloog, soms niet. De juiste diagnose is erg belangrijk om te weten wat de artsen te doen staat. Vroeger ging men ervan uit dat onvruchtbaarheid altijd aan de vrouw lag. Intussen zijn mannen dermate geëmancipeerd dat zij ook hun deel van de koek kregen. De wetenschap is er achter gekomen dat de oorzaken van infertiliteit eerlijk verdeeld zijn : in een derde van de gevallen bij de man, in een derde bij de vrouw, in het resterende derde bij beiden of is er geen duidelijke reden te vinden.
Bij een gewone, spontane bevruchting gaan miljoenen mannelijke zaadcellen op zoek naar dat ene rijpe eitje bij de vrouw. Alleen die ene allerbeste, snelste en sterkste wint de race, en dringt het eitje binnen. Daarna smelt het erfelijk materiaal van de eicel samen met dat van de zaadcel, en kan het embryo zich ontwikkelen. De eerste dag is er nog één cel, die deelt zich in twee, de dag daarop deelt elk van die cellen zich nog eens en zijn er al vier. Rond de vierde dag na de bevruchting wordt het embryo langzaam door de eileider getransporteerd naar de baarmoeder, die zich na de eisprong heeft voorbereid op de ontvangst. Het jonge embryo breekt door de eischil, hecht zich aan baarmoederslijmvlies en begint zich zes dagen na de bevruchting in te nestelen. Als de baarmoeder dit nieuwe, vreemde weefsel aanvaardt en als het embryo zich verder ontwikkelt, is de zwangerschap al een eind op weg.
Dat hele proces gaat vaak meestal vanzelf en onopgemerkt, maar het is zo complex dat er zich in elk stadium verwikkelingen kunnen voordoen. Bij de voortplanting is de inbreng van de man heel klein : als bevruchter is hij enkel de motor. Het aandeel van de vrouw is veel groter : haar lichaam moet de bevruchting tot stand brengen, de vrucht dragen en de geboorte begeleiden. Bij haar kan er dus veel meer fout lopen.
WAT IS ER MIS MET DE MAN ?
Er is een hele waaier van mogelijke redenen waarom het telkens misloopt, en er zijn tal van mogelijke remedies. Soms kan een heelkundige ingreep de oplossing zijn of een belangrijke bijdrage leveren tot de verbetering van de fertiliteit. Bij de man zijn dat vooral recanalisatie-operaties van verstopte zaadleiders en de behandeling van spataders rond de teelbal. Bij de vrouw is de heelkunde veel complexer. Heelkundige ingrepen kunnen de oplossing bieden voor een fertiliteitsprobleem, zoals verstopte eileiders, maar ook postoperatieve vergroeiingen kunnen de oorzaak zijn van dat vruchtbaarheidsprobleem. Een grote vooruitgang is de algemene verspreiding van laparoscopische ingrepen, of kijkbuisoperatie : met een telescoop via een insnede van één centimeter in de navel. Door het niet-openen van de buikholte ontstaan er veel minder vergroeiingen en verdraagt de patiënte de ingreep veel beter. Op die manier kan men verstopte eileiders openen, cysten in een eierstok verwijderen, de endometriose-haarden vernietigen die bij één op vijf onvruchtbare vrouwen een zwangerschap verhinderen omdat er zich ook baarmoederslijmvlies bevindt op buikvlies, eierstokken en/of eileiders. In andere gevallen volstaat medicatie, bijvoorbeeld bij ovulatiestoornissen, om het eisprongritme te herstellen. Of bij een man om ontstekingen aan de prostaat of een teelbal te genezen.
Het werk van de man goed zaad leveren loopt lang niet altijd van een leien dakje. Er zijn mannen die nooit een zaaduitstorting hebben en dus ook geen vrouw kunnen bevruchten. Nooit klaarkomen, is veel zeldzamer bij mannen dan bij vrouwen : het komt slechts voor bij één op 10.000. Die mannelijke anorgasmie komt dikwijls pas in een fertiliteitskliniek boven water. Seksueel functioneren ze optimaal : ze krijgen een erectie en kunnen uren vrijen zonder klaar te komen. Een anorgastisch man kan zijn vrouw uitstekend bevredigen. Er is dus niets aan de hand, tot het koppel kinderen wil.
Maar ook als een man wel ejaculeert, zijn er klachten. De eerste die aan de alarmbel trok en mannen pijnlijk in het kruis tastte, was de Deen Niels Skakkebaek. Het zaad is maar dunnetjes gezaaid, verkondigde hij. Het sperma bevat veel minder zaadcellen, ze zijn slecht gevormd en alarmerend weinig beweeglijk, veel spermatozoa zijn te moe of te lusteloos om doel te treffen. Sindsdien zijn er veel studies over gemaakt in Europa en Amerika. In eigen land was het professor Frank Comhaire, hoofd van het Laboratorium voor Andrologie van de RU Gent en ook werkzaam in het Leuvense MCVI, die veel tamtam maakte in de media. ?In de jaren zestig bevatte één milliliter sperma gemiddeld honderd miljoen zaadcellen, nu nog slechts een beetje meer dan de helft,? was zijn boodschap. Begin dit jaar stelden Finse onderzoekers niet alleen hetzelfde vast, maar ook dat teelballen krimpen.
EIND VAN DE MENSHEID IN ZICHT
De zwartkijkers kennen de grote boosdoeners. Ligbaden en nauwe onderbroeken, tv-kijken en autorijden, zouden de temperatuur in de testikels doen oplopen, wat schadelijk is voor de zaadproductie. Maar het belangrijkste is onze voeding. Die bevat te veel peudo-oestrogenen : stoffen die sterk gelijken op vrouwelijke hormonen, en een nefaste invloed hebben op de aanmaak van het sperma. Die pseudo-oestrogenen zijn niet alleen stoorzenders voor het menselijk zaadfabriekje, ook de rest van het dierenrijk krijgt zijn portie. In de Theems zwemmen onvruchtbare forellen met hermafrodiete kenmerken. Sinds een industrieel ongeval waarbij een hoge dosis DDT in het water terecht kwam, huizen in een meer in Florida impotente krokodillen met verschrompelde teelballen.
Vorig jaar publiceerden twee Franse wetenschappers dat de kwaliteit van het mannelijk zaad jaarlijks met twee procent afneemt. Een van hen, PierreJouannet : ?Als we zo doorgaan, zitten we over zeventig, tachtig jaar op nul en kunnen mannen geen kinderen meer maken. Het eind van de mensheid is in zicht.?
Slecht nieuws dus uit Kopenhagen, Helsinki, Gent en Parijs. Goed nieuws uit Amerika : daar gaat de kwaliteit van het sperma niet plankgas achteruit, ze blijft minstens gelijk of verbetert zelfs.
?Als er voldoende goede zaadcellen zijn, is IUI mogelijk,? zegt Campo. IUI betekent hoge intra-uterine inseminatie, waarbij men in het lab de beste zaadcellen in het ejaculaat zoekt en rechtstreeks in de baarmoeder inspuit. Daardoor is de weg die de zaadcellen moeten afleggen een stuk ingekort. Het wordt moeilijker als er niet genoeg gezonde zaadcellen zijn. Campo : ?Als je het sperma wil verbeteren, bijvoorbeeld met een anti-oestrogeenmiddel, laat het effect lang op zich wachten. Een man heeft een constante productie van zaadcellen, wel 50.000 stuks per minuut, maar het fabricageproces van grondstof tot levering duurt drie maanden. Het resultaat van een behandeling is dus pas minstens drie maanden later merkbaar, soms na een jaar, en niet zelden verandert er niets. Als je vermoedt dat de kans op verbetering zeer klein zal zijn, is het dikwijls beter om over te gaan tot een IVF.?
En dat is geen lachertje : ook als de man de probleemfactor draagt, moet de vrouw de zwaarste behandeling ondergaan. Om zeker te zijn dat er rijpe eitjes zijn, moet de vrouw hormonaal worden gestimuleerd. Een eenvoudige neusspray, drie keer per dag, legt haar eigen hormoonhuishouding volledig stil. Na een week of twee onderzoekt men via een bloedonderzoek en een echografie of die spray werkte, en beslist men of de hormoonstimulatie kan starten. Die duurt een tiental dagen : elke dag inspuitingen, tijdens die periode ook vier tot vijf bloedtests om te controleren of de hormonale situatie goed evolueert, en een of twee echografische onderzoeken om de groei van de eiblaasjes te volgen en om vast te stellen welk het juiste moment is om de eitjes op te pikken. Een andere inspuiting bepaalt precies op welke dag en welk uur dat moet gebeuren : 36 uur na de inspuiting vindt de eisprong plaats, de eicelpunctie of pick-up moet dus 34 of 35 uur na die injectie.
SUZI, ICSI OF KID
De pick-uptechniek is intussen al zo verfijnd dat de kijkbuisoperatie onder volledige narcose vervangen is door een ingreep onder plaatselijke verdoving : langs de schede, onder echografisch toezicht, prikt de arts de rijpe eiblaasjes aan. De afstand tussen eiblaasjes en schedewand bedraagt slechts een halve centimeter en dit weefsel wordt lokaal verdoofd.
De ?oogst? bedraagt gemiddeld 6,3 rijpe eitjes : veel bij de ene vrouw, weinig bij de andere. Onder de microscoop op een warm schaaltje kiest een bioloog elke eicel individueel. Vier, vijf uur later worden aan elke eicel een paar duizend zaadcellen toegevoegd, in de hoop dat één zaadcel het eitje bevrucht. Soms was dat ijdele hoop.
De schil rond het eitje is bij sommige vrouwen zo hard, dat een zaadcel er met de beste wil van de wereld niet doorheen kan. Daarom begon men in ’90 in het CRG de mogelijkheden van Suzi te onderzoeken : subzonaleinseminatie. Met een zeer fijne glazen pipet bracht men drie tot vijf zaadcellen tot tussen eischil en membraan, zodat de zaadjes nog dichter waren bij de plek waar ze moeten wezen.
?Die methode lieten we snel varen omdat ze niet de verhoopte resultaten opleverde,? zegt professor André Van Steirteghem. ?Soms drongen meerdere zaadcellen de eicel binnen, en dat leidde tot embryo’s met te veel chromosomen.? Van Steirteghem is klinisch embryoloog en wetenschappelijk coördinator van het CRG. Hij ziet nog zelden patiënten, wel ei- en zaadcellen, en embryo’s. In ’91 ontdekten hij en zijn team per ongeluk, en na grondige observatie, dat bevruchten ook mogelijk was door één enkele zaadcel in een eicel te spuiten. ICSI, introcytoplasmatic sperm injection, is een technisch hoogstandje. Onder een operatiemicroscoop wordt één zaadcel met een ultra fijne glazen injectienaald opgevist en midden in de eicel geïnjecteerd, dwars door eischil en membraan. In januari ’92 werd de allereerste ICSI-baby geboren in Jette, maar intussen is die methode ook routine : alleen al in dat AZ komen er op vijfduizend IVF’s 1.500 tot stand met ICSI.
Van Steirteghem : ?ICSI was een doorbraak om mannelijke onvruchtbaarheid te verhelpen. Voorheen kon de wetenschap daar niets aan doen, tenzij een KID, een kunstmatige inseminatie met donorsperma. IVF bood geen oplossing, omdat bij sommige patiënten zelfs de beste zaadcellen daarvoor niet goed genoeg zijn. De jongste jaren daalde de vraag naar donorsperma spectaculair : het is nog maar een tiende van wat het was, voor we ICSI kenden.?
Het uitgangspunt van de wetenschap was altijd om als het enigszins mogelijk is gebruik te maken van de eigen voortplantingscellen van het koppel om psychologische problemen te voorkomen. En dat schijnt steeds vaker te lukken. De wetenschap blijft de grenzen verleggen, God alleen weet waarheen het leidt.
GELUK VAN EIGEN, GEZONDE KINDEREN
Als het ejaculaat van de man géén zaadcellen bevat één op tien mannen in fertiliteitsklinieken , kan men toch voldoende zaadjes opzuigen uit de bijbal of de testes, en als naaldaspiratie niet voldoende oplevert, kan men via een kleine insnede in de teelbal een stukje weefsel afzonderen, waaruit een embryoloog zaadcellen opspoort voor eenICSI.
Lopen dergelijke vergezochte zaadcellen niet veel risico op verborgen gebreken ? ?Wij waren ons altijd bewust van dat gevaar,? zegt Van Steirteghem. ?Er is een pre-implantatiediagnose mogelijk, om eventuele chromosoomafwijkingen en erfelijke kwalen vast te stellen vooraleer de embryo’s worden ingeplant. Bij elke ICSI dringen wij aan om een prenataal onderzoek te ondergaan, om zeker te zijn dat alles in orde is met de foetus. Een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie geven dezelfde resultaten, het enige verschil is het tijdstip waarop ze plaatsvinden. Voor een vlokkentest neemt men een beetje foetaal materiaal weg, rond de tiende zwangerschapsweek. Rond de zestiende week is er voldoende vruchtwater aanwezig met daarin de cellen om een prenatale diagnose te stellen. Na duizend vruchtwaterpuncties en vlokkentests bleek er een heel lichte verhoging van afwijkingen in de geslachtschromosomen : normaal zijn er op duizend embryo’s twee, drie van dergelijke afwijkingen, bij ICSI tien. Een embryojongetje met een X-chromosoom te veel zal later volledig steriel zijn, of een embryomeisje bij wie zo’n chromosoom ontbreekt, zal geen eicellen hebben. Sommige mensen besluiten op dat ogenblik om de zwangerschap af te breken, omdat zij weten hoe zwaar om dragen infertiliteit is.?
Is dat niet gevaarlijk ? Begint dat niet te lijken op nazi-praktijken ?
?In nazi-Duitsland paste men afschuwelijk sadistische praktijken toe om niet eens wetenschappelijke vragen te beantwoorden : een mens onderkoelen en zien hoe lang hij overleeft,? zegt Van Steirteghem. ?Daar is dit toch niet mee te vergelijken ? De bedoeling is en blijft om mensen die het ongeluk hebben niet spontaan zwanger te worden, toch het geluk van eigen, gezonde kinderen te geven. Prenatale diagnostiek is er voor mensen met een risico, bijvoorbeeld, een wat oudere vrouw, die meer kans heeft op een baby met mongolisme. Als je ouders kunt meedelen dat hun kind normale chromosomen heeft, is dat toch positief ? Met prenatale onderzoeken kun je mensen veel miserie besparen door erfelijke kwalen op te zoeken, of zware handicaps, maar een hartafwijking of een gespleten lip kun je op die manier niet vaststellen. Ter geruststelling : bij IVF en ICSI komen er niet meer miskramen of afwijkingen voor dan normaal.?
Is ICSI een garantie voor bevruchting ? Van Steirteghem : ?Nee. Zeven op tien geïnjecteerde eitjes worden bevrucht, een aantal dat vergelijkbaar is met een conventionele IVF, maar daarna moeten ze zich nog goed ontwikkelen, teruggeplaatst worden in de baarmoeder, zich innestelen en blijven groeien tot het einde van de zwangerschap. De kans dat een vrouw een baby krijgt na één poging met ICSI is één op vijf.?
EEN DRIELING, EEN NACHTMERRIE
Na de dag van de pick-up en de IVF of ICSI kan men onder de microscoop zien hoeveel eitjes ook werkelijk bevrucht werden, nog een dag later hoe het is gesteld met de embryo’s. Als alles goed gaat, zijn ze de volgende dag klaar voor implantatie. Volgens de kwaliteit en de geschatte kans op implantatie plaatst de arts twee, maximaal drie embryo’s in de baarmoeder.
?De tijd van vijf- en achtlingen is voorbij,? zegt Campo in Leuven. ?Enkele jaren geleden kwam het vaker voor dat vrouwen zwanger waren van zo’n meerling. Dankzij nauwgezette schema’s, betere controle en betere medicijnen voor hormoonstimulatie, kunnen we dat vermijden. Een tweeling is zeker niet het doel, maar wel een aanvaardbare complicatie. Drielingen zijn een nachtmerrie die we te allen prijze moeten vermijden omdat ze meer risico inhouden, zowel voor de moeder als voor de kinderen : er is veel kans op miskraam, vroeggeboorte, keizersnede, laag geboortegewicht, langdurig verblijf in neonatale afdeling…?
De sterfte bij de geboorte bij drielingen is tweemaal hoger dan bij tweelingen, negenmaal meer dan bij een eenling. Drielingen hebben ook meer kans om hersen- of darmletsels, blindheid of mentale achterstand op te lopen : allemaal elementen die de kwaliteit van het leven bepalen. En een enkele keer ontstaan er uit drie ingeplante embryo’s toch vier, omdat er eentje zich nog opsplitst, waardoor de risico’s nog groter worden. Multifoetale reductie, een mooi woord voor het wegprikken van het teveel aan foetussen, daar doet Leuven niet aan mee. ?Om ethische redenen,? zegt Campo. Het centrum verwijst patiënten desgewenst door naar een kliniek die de ingreep wel uitvoert, tussen de tiende en de twaalfde zwangerschapsweek. Het CRG is er een van.
Van Steirteghem : ?Bij een drielingzwangerschap stellen wij voor om een van de embryo’s weg te halen. Sommige mensen overwegen dat, anderen weigeren resoluut. Maar meerlingen bedreigen de goede afloop van een zwangerschap. Reductie is een poging om ouders meer kans te geven op gezonde kinderen, maar het is een zeer emotionele ingreep. Het is ook paradoxaal : ze hebben zo lang geprobeerd om zwanger te geraken, en nu moeten ze hun eigen kinderen opofferen. In de ogen van de arts die de ingreep uitvoert, gaat het om het voortbestaan van de anderen. Hoe jammer het ook is om tot reductie te moeten overgaan, maar een vrouw is toch niet zwanger om zwanger te zijn maar om een gezond kind te baren ??
EMBRYO’S TE VEEL EN TE WEINIG
Hoe kiest men welke embryo’s moeten verdwijnen ? Van Steirteghem : ?Men neemt het embryo dat het makkelijkst te bereiken is. Maar als prenataal onderzoek uitwees dat een van de foetussen een erfelijke aandoening heeft, een ernstige ontwikkelings- of chromosomenafwijking, zal men veeleer die nemen dan een gezonde.?
Even terug naar het prille begin. Een pick-up levert gemiddeld 6,3 eitjes op die allemaal een bevruchtingspoging ondergaan. Er worden hooguit drie embryo’s teruggeplaatst. Wat met de overige ? Van Steirteghem : ?In het CRG kunnen patiënten kiezen : de boventallige embryo’s invriezen op -196 graden om eventueel later, bij een volgende poging, te worden teruggeplaatst. Die mogelijkheid bespaart de vrouw die sterke hormonale stimulatie en een pick-up. De embryo’s kunnen ook worden ingevroren voor donatie, aan andere patiënten of aan wetenschappelijk onderzoek. Een derde optie is : niet invriezen, dan sterven ze vanzelf af. Van alle patiënten kiest meer dan 99 procent voor de eerste mogelijkheid. Als mensen hun eigen kinderwens vervuld zien, vragen we hen opnieuw welke bestemming ze wensen voor de ingevroren embryo’s. Dan kiest men in de eerste plaats voor donatie aan wetenschappelijk onderzoek, op de tweede plaats voor donatie aan anderen en een minieme minderheid wil niet dat de embryo’s nog langer bewaard worden.?
Ook in het MCVI vriest men goede embryo’s in. De ?slechte? worden niet bewaard, die blijven in de broedstoof (op 37 graden, dezelfde temperatuur als in een vrouwenbuik) tot er geen biologische activiteit meer is. ?Dat procédé staat ethisch gelijk aan een intra-uterien spiraaltje,? zegt Campo. ?Het laat bevruchting toe, maar verhindert dat de bevruchte cel zich innestelt.?
In het Leuvens centrum worden ingevroren embryo’s twee jaar bewaard voor het koppel. Al is de kans op implantatie met verse embryo’s beduidend groter dan met ontdooide, volgens Campo, ?met verse dertig procent, met ontdooide nog slechts tien tot vijftien procent.?
Na twee jaar kiest men voor niet langer bewaren, of embryodonatie aan anderen. Donatie aan de wetenschap gebeurt nooit in Leuven. Het koppel kan ook kiezen om de bewaartijd nog een jaar te verlengen, als het bijvoorbeeld nog wel een kind wenst maar dat nog even wil uitstellen.
Of er veel vraag is naar embryodonatie ? Campo : ?Ontzettend. Embryodonatie is soms een surrogaatoplossing voor een eiceldonatie, omdat het zeer moeilijk is om aan eicellen te komen. In dit centrum alleen is er een wachtlijst van driehonderd koppels.?
Griet Schrauwen
De vrucht van liefde en/of wetenschap.
ICSI : onder de microscoop spuit een ultra fijne naald (rechts in beeld) één enkele zaadcel in een eicel.