Het heeft weinig gescheeld of Jean-Pierre Bemba stond vorige maand voor de tweede keer in twee jaar op de cover van Knack. De drukproeven waren al terug op de redactie toen bij onze chef-Wetstraat per ijlbode een hoogst geheim document van de Verenigde Naties werd afgeleverd. Vijf minuten later stormde Van Cauwelaert zijn bureau uit en riep dat ene mythische bevel waarvoor wij, van de pers, het allemaal doen : ‘Change the cover !’
U hebt het inmiddels vernomen : een VN-rapport over Congo laat geen spaander heel van de heren Yoweri Museveni, vriend en leermeester van Johan Van Hecke, en Paul Kagame, vriend van Guy Verhofstadt die hem zelfs excuses ging aanbieden voor het wangedrag van de Belgische bevolking. Verder was het rapport vernietigend voor het luchtvaartbedrijfje en de wijn van Rik Daems, en voor rebellenleider Jean-Pierre Bemba, de strijdmakker van onze chef-wetenschappen.
Begin april kon u in dit blad de zoveelste reportage lezen over de heldendaden van het Front pour la Libération du Congo. Meer : onze chef-wetenschappen, die vanuit zijn functie gedoemd is tot een zekere vorm van participating journalism, trok persoonlijk de brousse in om daar strijders te ronselen voor het leger van zijn vriend Jean-Pierre. In plaats van, zoals wij, die artikels vanachter zijn bureau op het BMC te schrijven, goed beschermd door de elitetroepen van de NAVO aan de overkant van de straat.
Draulans begaf zich naar de evenaar en schrok er niet voor terug om de gevreesde Mayi-Mayi in hun hoofdkwartier te gaan opzoeken. En bovendien de les te spellen.
‘Alleen kunt ge niks, gij dwazen met uw speren en uw geloof in tovenaars en medicijnmannen’, bulderde onze chef-wetenschappen vanop een verhoogje tot de plaatselijke krijgers. ‘Ik kom uit België. Ge hebt er misschien van gelezen, mogelijk hebt ge erover geleerd in de school, maar wij zijn hier vroeger nog de baas geweest. Welnu, in mijn land, waar het altijd regent en de actieve welvaartsstaat heerst, is onlangs een burgeroorlog uitgebroken. Ik heb daarover een boek geschreven : De charme van chaos. Een mooi boek, al zeg ik het zelf, waarvan zowel de Swahili-, de Tshiluba- als de Lingalavertaling nummer één heeft gestaan in de Congolese boekentoptien. Helaas in de rubriek fictie, wat het uiteraard niet is. Wat is gebeurd ? Waalse troepen hebben heel Vlaanderen veroverd. Héél Vlaanderen ? Nee, een kleine nederzetting is moedig weerstand blijven bieden aan de overweldigers, en heeft het leven van de Walen in de omringende legerplaatsen niet bepaald gemakkelijk gemaakt. Dat kleine dorpje, dat velen ondertussen zo goed kennen, is Dessel ! Aanvoerder van het verzet is niemand minder dan Patrick Goots van den Antwerp. Enfin, de rest ga ik u niet verklappen, ge moet het boek maar gaan kopen in de Fnac in Kinshasa. Maar één ding zeg ik u : vechten met speren en stenen heeft geen zin als de tegenstander met een kanon komt aanzetten. Of wilt ge u laten afslachten ? Verenigd, kameraden, dat moeten we zijn. Geschaard achter onze leider Jean-Pierre Bemba moeten wij samen strijden tegen de buitenlandse agressors. Onze weg is wat ik met een geleerd woord de Draulans-doctrine noem : Congo voor de Congolezen. Eigen volk eerst !’
De redevoering sloeg bij de brave mensen van de Equateur in als een brisantbom in een winkel van Blokker. Eén na één kwamen ze zich opgeven als nieuwe leden. Draulans nam hun speren en machetes in beslag, legde hen de gebruiksaanwijzing van een Parabellum-pistool uit, en gaf elk van hen een bus spierverlammende Censium-gasspray mee naar huis. Daarnaast legaliseerde hij het cannabisgebruik, mits het geen maatschappelijke overlast zou veroorzaken.
Dankzij onze chef-wetenschappen deed zich in korte tijd een spectaculaire stijging voor in het ledenbestand van het Front pour la Libération du Congo (FLC), de moderne versie van de vroegere Mouvement pour la Libération du Congo (MLC).
Die naamsverandering kwam er na een tussenkomst van Johan Van Hecke, die in de streek was opgedaagd tijdens zijn missie om de christen-democratie aan de Grote Meren het nieuwe elan te geven dat ze onder zijn kundige leiding ook in België had gekregen. Van Hecke was naar het voorbeeld van zijn grote inspirator Museveni onder een boom gaan zitten en had de rebellen van Bemba voorgesteld de ‘C’ in hun partijnaam te laten vallen. Dat was geen gelukkig initiatief, want prompt werd hij beschouwd als een neo-Mobutist die de pas afgeschafte Zaïrisering wou herinvoeren. Van Hecke had net de tijd om via de brandladder op de vlucht te slaan, en stortte zich op de tarmac van Ndjili van armoe maar weer in de armen van Els De Temmerman. Wat een Nederlandse revisionist tot de conclusie noopte dat Els ook in Congo het luchthavengebouw niet uit was geweest.
Jean-Pierre Bemba liet de ‘C’ staan, verving de ‘M’ door de ‘F’, en veroverde op die eenvoudige wijze een gebied dat twee keer zo groot is als Frankrijk. Bemba en Draulans verzoenden Hema-herders met Lendu-boeren, verjoegen Belgische houthandelaars, organiseerden lokale verkiezingen, versterkten het sociale middenveld, deden de rijken de crisis betalen, en werden met de dag populairder. En elke avond bogen zij zich tezamen over grote stafkaarten waarop het uiteindelijke doel van hun samenwerking rood omrand was : Kinshasa.
Het VN-rapport zegt over Jean-Pierre Bemba het volgende : ‘Is bereid om het even welke deal te sluiten als dat zijn macht en persoonlijke verrijking ten goede komt, spitsbroeder van de Ugandese generaal en peetvader James Kazini, schuldig aan bankroof en valsmunterij, alsmede aan confiscatie van koffie en verruiming van de christen-democratie.’
Vooral dit laatste was er voor onze chef-Wetstraat te veel aan. Hij tikte boos het nummer van Draulans in en beet de chef-opmaak toe : ‘Gooi die Bemba eraf en zet de kleine Mobutu erop.’ Volgens onze chef-wetenschappen is dat VN-rapport totaal verkeerd. Hij zal zelf een nieuwe versie schrijven.
Koen Meulenaere