De voormalige legerofficier Ollanta Humala won afgelopen zondag de Peruaanse presidentsverkiezingen en wordt zo de eerste linkse president in 36 jaar.
Met de linkse Humala en de rechtse, populistische Keiko Fujimori bevochten twee extremen elkaar tot de laatste snik in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. Fujimori, dochter van de wegens corruptie en mensenrechtenschendingen tot 25 jaar cel veroordeelde ex-president Alberto Fujimori, ging nipt ten onder aan haar vaders autoritaire politieke erfenis. Wanneer aan de vooravond van de verkiezingen vijf militairen door narcoterroristen werden omgebracht in een hinderlaag, leek dat een geschenk uit de hemel voor Fujimori, die zich verhaalt op haar vaders strijd tegen de maoïstische rebellen van het Lichtend Pad. Toch haalde Ollanta met 51,2 procent de presidentssjerp binnen, in een verkiezingsstrijd waarin heel wat stemplichtige Peruanen eerder tégen dan vóór een van beide kandidaten stemden. Een nipte meerderheid volgde de oproep van auteur en Nobelprijswinnaar Mario Vargas Llosa om ‘niet te kiezen voor een terugkeer van de dictatuur’. Toch is ook Humala niet onbesproken. Onder het regime van Fujimori zou hij als legerofficier maoïstische rebellen gemarteld en vermoord hebben, aantijgingen die hij zelf ontkent.
Humala liet voor het eerst van zich horen toen hij in 2000 Alberto Fujimori met een militaire revolte tot aftreden wilde dwingen. In 2006 probeerde hij langs electorale weg aan de macht te komen, maar hij verloor de presidentsverkiezingen nipt van Alan Garcia met een radicaal links en nationalistisch programma. Zijn idolatrie voor de autoritaire Venezolaanse president Hugo Chavez deed hem de das om.
Derde keer, goede keer voor de 48-jarige Humala, al moest hij zich in heel wat ideologische bochten wringen. Humala herontdekte zichzelf als gematigd links, liet zijn antikapitalistisch discours varen en ruilde Hugo Chavez in voor de populaire Braziliaanse oud-president Luis Inacio Lula da Silva als lichtend voorbeeld. In zijn regeringsplan ‘De Grote Transformatie’ jaagde Humala investeerders wel nog de stuipen op het lijf door vrijhandelsverdragen te willen herzien en een interventionistische politiek en verregaande grondwetswijzigingen in het vooruitzicht te stellen. Humala, gedemoniseerd door een groot deel van de Peruaanse pers, had ook kritiek op de machtsconcentraties in de media.
Naarmate de beslissende stembusslag naderde, beloofde Humala bestaande vrijhandelsakkoorden, privébezit en democratische principes zoals persvrijheid te zullen respecteren. Wel wil de voormalige legerleider de belastingen voor mijnbouwbedrijven optrekken, wat 1 tot 2,5 miljard dollar per jaar zou opleveren. Hiermee wil Ollanta het minimumloon verhogen en sociale programma’s realiseren. Ondanks de aanhoudende economische boom leeft een derde van de Peruanen in armoede.
Jan De Deken