De Rode Duivels moeten vrijdag winnen tegen Rusland of ze liggen er na Frankrijk ’98 en Euro 2000 weer na de eerste ronde uit. Ondertussen doet de negatieve benadering op het thuisfront Robert Waseige bijna uit elkaar spatten.
Vergeet nog even de één-één tegen Tunesië, wij beginnen bij de twee-twee tegen een bij momenten ontketend Japan. Weer niet goed. Te voorzichtig geweest. Na Euro 2000 kreeg Robert Waseige bakken kritiek over zich heen omdat hij te roekeloos had gespeeld. Een gelijkspel tegen de Turken was toen voldoende om naar de tweede ronde door te stoten, maar wat deden de Rode Duivels? Ja maar, je zou er toch iets van krijgen: ze trokken ten aanval. Om te winnen! In de pers waren we twee jaar lang, eigenlijk tot net vóór dit WK, eensgezind: zoveel naïviteit had misschien iets ontroerends, maar voor de nationale ploeg en het Belgische voetbal in het algemeen was het een ramp geweest. Schuld van Waseige.
Maar tegen Japan was het dus veel te voorzichtig: 6-3-1 zeg, wat voor een opstelling was dat? Met twee verdedigende middenvelders en één eenzame en onbereikbare spits. En Jacky Peeters in zijn eentje voor de hele rechterflank. Waarom Mbo Mpenza niet in de ploeg en Johan Walem eruit? Het is toch om dood te vallen dat iedereen dat inziet, behalve de enige die het moet inzien, te weten de bondscoach.
Wij zijn verlekkerd op dit soort kromme redeneringen. Voor de kromste moeten we bij de Kromme zelf zijn, met name Willem Van Hanegem, legendarische middenvelder van Feyenoord en heden assistent van bondscoach Dick Advocaat. Die er in de schaduw van Willem voor spek en bonen bij loopt. In Studio Spaan van de VARA brengen cabaretiers Erik Van Muiswinkel en Diederik Van Vleuten elke week schitterende persiflages op tal van voetbalpersonaliteiten. Zo zei de nep-Van Hanegem over de strafschoppenreeks na Nederland-Brazilië van vier jaar geleden, waarin de Braziliaanse doelman twee Nederlandse penalty’s pakte: ‘Die Taffarel is een waardeloze keeper. Lag elke keer in de verkeerde hoek. Maar ja, dan moet je de bal daar niet schieten natuurlijk.’ Voor spitsvondigheden als deze is het leven uitgevonden zie.
IN CAFì CHEZ CARL
Het leven is blijkbaar niet uitgevonden voor Robert Waseige, want het werd hem ook na Japan-België van alle kanten zuur gemaakt. Robert zelf had nochtans zijn best gedaan om vriendelijk voor de camera’s in Saitama te verschijnen, en de kritiek van de Belgische journalisten ter plaatse bleef mild. Maar op het thuisfront werd hij onmiddellijk na affluiten afgemaakt door de ‘nationale strategen’, zoals Waseige het steeds aangroeiende leger analisten en andere beroepsbetweters noemt. Wat een armzalige tactiek, wat een aan alle kanten scheef hangende opstelling. Veel te defensief. Wat bevestigd werd door het feit dat René Vandereycken als enige de keuzes van Waseige onderschreef.
De meeste anderen waren scherp tot vernietigend. Zelfs Freddy Willockx (SP.A) en Patrick Dewael (VLD) waren het er op de VRT over eens: ‘Dat hadden wij beter gedaan.’ Vooral Willockx liet zich niet onbetuigd en was, in tegenstelling tot destijds met de Agusta-affaire, niet bereid om veel met de mantel der liefde te bedekken. Vijftig jaar supporter geweest van SK Sint-Niklaas, een club die heel haar geschiedenis door evenzeer op de rand van de afgrond heeft gebalanceerd als de naar haar genoemde heilige op die van het dak.
Freddy weet dus waarover hij spreekt, als het over rampspoed in het voetbal gaat: ‘Maar enfin, eerst start hij zonder spits, en dan brengt hij er met Wesley Sonck en Branko Strupar twee tegelijk in. Wat voor onzin is dat? Hij had Sonck moeten laten beginnen en natuurlijk Mpenza op de rechtse flank zetten. En achteraan, jongens toch… Het is te hopen voor die Daniel Van Buyten dat er niemand van Juventus in de tribune zat. Wat moet die jongen in Italië gaan uitrichten?’
Als politici zich ermee bemoeien, berg je dan. In Het Laatste Nieuws sloeg Mark Eyskens al zijn collega-analisten plat: ‘Er waren twee manieren om tegen Japan te winnen. Een Japanse spits bij de Belgen, of een Belgische verdediger bij de Japanners.’
Onmiddellijk na de wedstrijd had het bonte gezelschap bij Carl Huybrechts in de studio al de laatste kredietlijn voor de bondscoach afgesloten. Herman Brusselmans, Japanse eetstokjes in de aanslag: ‘Als ik die Waseige tegenkom, steek ik die twee stokskes hier in zijn gat.’ Luc De Vos: ‘Wat ik nog verwacht? Een stuk zalm.’ Zelfs An Nelissen, wier woorden echoden in een decolleté dat aan Ground Zero deed denken, tekende een betere veldbezetting uit dan die van Waseige. Die zich maar moet troosten met de woorden van Billy Wilder over Marilyn Monroe: ‘Borsten van graniet maar hersens als een Gruyèrekaas.’
MEIN CAMPS
Hij had dit moeten doen en hij had dat moeten doen, zus moeten spelen en zo moeten spelen, deze er moeten af nemen en gene er moeten op zetten. Godfried Bomans heeft zo ooit een prachtig verhaal geschreven over een Nederlandse bondscoach die eerst Piemkes door Siemkes verving, er nadien Siemkes weer afhaalde en Piemkes weer in bracht, nog niet tevreden was en zowel Piemkes als Siemkes er afnam wat ook al geen soelaas bracht, en uiteindelijk dan maar zowel Piemkes als Siemkes terug het veld instuurde. Waarna Nederland met 22-0 won.
In de stroom van negativisme over de Rode Duivels was misschien een kleine inzinking geslopen na de onverwachte 1-2 overwinning bij wereldkampioen Frankrijk, maar die was snel overwonnen na het gelijkspel tegen Japan. Toen nog niemand durfde te bevroeden dat het ook tegen Tunesië niet zou lopen. Het Belgische voetbal zat plots weer in de malaise waaruit het eigenlijk nooit was weg geweest. En als de nood het hoogst is, is zelden de redding maar des te vaker Hugo Camps nabij. Om het nog wat erger te maken.
Wij herinneren ons een bijzonder naargeestig televisieprogramma, uitgezonden in de donkere dagen voor Kerstmis, waarin Jan Van Rompaey samen met Hugo Camps een weekend ging doorbrengen in de verlaten mijngebouwen van Zwartberg. Here God! De apocalyps kan niet erger zijn dan wat er in het bestek van die uitzending werd getoond. Wij onthouden onder meer dat Van Rompaey en Camps elkaar al kenden in hun studententijd. Op het moment dat het in de kroeg vrolijk en gezellig begon te worden ging Camps dan als eerste naar huis, luid roepend dat hij zelfmoord ging plegen. ‘Ik was geen sfeermaker’, zuchtte Hugo gezeten op een achtergebleven berg kolengruis. Weinigen zullen dit tegenspreken.
Hugo gaat blijkbaar in De Morgen schrijven. De arme en nu ook letterlijk roodverbrande Paul Goossens, die zoveel voor die krant heeft gedaan, draait zich om in zijn Toscaanse graf. Eerste bijdrage van Camps: Japan-België. Wie zich al een beetje pips voelt, leze niet verder want de sprong onder de trein komt dichterbij met elke letter die Camps aan het papier toevertrouwt.
‘Ze voetballen zoals ze geboren zijn: zo aller-Belgisch, zo doodsbenauwd. Het Belgisch elftal anno 2002, het strompelt en het rommelt, maar het heeft geen klasse. Middenstandsvoetbal in een regie van Interbrew. Er zit meer rek in de glimlach van prinses Mathilde dan in de schaar van Bart Goor.’ En zo verder.
Volgens Waseige zijn we in België masochist. Maar dat begrip is ruimschoots ontoereikend om de zwartgalligheid van Hugo Camps te vatten. Die afsloot met de mare dat bondscoach en bondsvoorzitter twee storend domme kinkels zijn en dat België derde zal eindigen in zijn groep. Wellicht is Hugo hier te optimistisch geweest, wat hem zelden overkomt.
LOF VAN DE KENNERS
In Kumamoto had Waseige er genoeg van. Net als zijn alter ego Marc Wilmots, die boos uitriep dat ze in België dan maar voor de Brazilianen moesten supporteren. De bondscoach putte moed uit het feit dat Guy Roux, de Gou Roux van Auxerre, en de BBC-commentatoren en ex-topspelers Alan Hansen en Gary Lineker het Belgische spel hoog hadden geprezen. Het werd in geen tijd een cliché dat nog lang zal meegaan, maar waaraan wij eerlijk gezegd een beetje twijfelen.
Waseige vergat te vertellen dat hij die lof had vernomen via dezelfde kranten die volgens hem zijn woorden altijd verkeerd weergeven. Waarom zouden ze die van Lineker en Hansen dan correct citeren? Wij hebben het zelf niet gezien, maar elke voetballiefhebber weet hoe Lineker en Hansen over voetbal denken. Misschien moet de VRT dat fragment eens opvragen bij de BBC, om alle twijfel weg te nemen. Dat Hansen en Lineker genoten hebben van de tweede helft van Japan-België, daar kunnen wij inkomen. Maar dat ze de Belgische ploeg de hemel ingeprezen zouden hebben, zou ons toch sterk verwonderen.
‘Ik zeg niets meer’, kruiste Waseige op de dagelijkse persconferentie boos de armen. ‘Alles wat ik zeg, wordt toch verkeerd weergegeven of belachelijk gemaakt. In België houden ze van de geur van stront. En sommige smeerlappen van journalisten doen er alles aan om ons systematisch af te maken.’ Over ons mooie beroep schreef Bernard Darwin, achterneef van de beroemde Charles Darwin van de evolutietheorie: ‘Sportjournalistiek is een vak waarin je per ongeluk terechtkomt. Want geen enkele verantwoordelijke ouder zou zijn kind toestaan om bewust die richting te kiezen.’
Het probleem is dat als Waseige zich boos maakt, de volgende dag alle kranten focussen op het feit dat hij zich boos heeft gemaakt, waarna hij nog bozer wordt. Straatje zonder eind.
NIETS NIEUWS ONDER DE RIJZENDE ZON
Wat Waseige deed in de eerste eindrondematch tegen Japan, had Georges Leekens vier jaar geleden ook gedaan in de eerste eindrondematch tegen Nederland: nog snel een verdediger extra erbij plakken. Nederland was uiteraard van een ander kaliber dan Japan, maar daartegenover staat dan weer dat hier in België de speelomstandigheden in Saitama fors zijn onderschat. Het heeft vijf dagen geduurd, tot de Japanners de Russen erop legden, voor men dat in rekening wilde brengen.
Hoe dan ook, telkens weer gelooft de pers dat de Belgische coach het deze keer offensiever zal aanpakken. Meer geloof in eigen kunnen. Plus est en nous. In de aanloop naar de match tegen Japan werd zelfs droog en wel gesuggereerd dat Waseige met drie verdedigers zou spelen. Drie. Zoals Louis Van Gaal als hij het met Barcelona een keer voorzichtig wou aanpakken.
Liefst speelde Louis zonder verdedigers. Wij hebben hem zo eens in een kwartier tijd een 3-0 voorsprong tegen Valencia uit handen zien geven. Werd nog 3-4 omdat Louis werkelijk iedereen naar voren had gestuurd, alleen keeper Ruud Hesp mocht halfweg de eigen helft blijven staan. Is opnieuw coach van Barcelona, Louis. Nadat hij Nederland, dat volgens hem wereldkampioen ging worden, niet eens kon plaatsen voor deze eindronde.
Offensieve Rode Duivels dus, we hebben het al zo vaak gelezen. Elke keer pakt dat in extremis toch anders uit omdat een Belgische bondscoach beter dan wie ook beseft hoe beperkt de Belgische voetballers zijn. Heb je Enzo Scifo of Marc Degryse, dan kan je aan een offensieve tactiek denken. Heb je die niet, en we hebben ze niet, vergeet het dan. Het was de les van Euro 2000, maar op Waseige na is iedereen die alweer vergeten. Let trouwens op de Brazilianen, de grootmeesters van het offensieve voetbal: vijf verdedigers, twee middenvelders en drie spitsen. Benieuwd hoe ver zij geraken. De wedstrijd tegen China tellen we niet mee, en tegen Turkije was de Seleçao allesbehalve indrukwekkend. Maar efficiënt was ze wel, en aan het einde van de rit is het de meest efficiënte die wereldkampioen wordt.
WINNEN TEGEN RUSSEN
De 1-0-overwinning van Japan tegen de Russen kon voor Robert Waseige op geen beter moment vallen. De avond vóór de tweede match, tegen Tunesië, kon hij zo zijn gelijk halen tegen de veel te kritische buitenwacht, en tegen elke speler die misschien toch aan hem was gaan twijfelen. Voor één keer zal Waseige het jammer hebben gevonden dat zijn persconferentie al achter de rug lag. Niets is prettiger dan een ander met zijn neus op zijn ongelijk te duwen. En in voetbal is dat niet moeilijk: wacht een dag, en alles wat is beweerd, wordt door de feiten tegengesproken. Ook dit.
Dat de Duivels tegen Tunesië in 4-4-2 zouden aantreden, had Waseige toen al meegedeeld. Met dubbele bezetting op beide flanken. ‘Ah natuurlijk’, pareerde hij de desbetreffende vraag van een reporter, alsof dat nogal evident was. In Sint-Niklaas veerde Freddy Willockx verontwaardigd op van zijn biljarttafel: ‘Val nu dood.’ Wat Freddy een dag later ei zo na deed, toen bleek dat de Belgen wel in 4-4-2 speelden, maar nog altijd zonder Mbo Mpenza en zonder Wesley Sonck. En met de eeuwige Eric Deflandre in de plaats van Jacky Peeters, nochtans uitblinker tegen Japan.
Eén kwartier kon Waseige tijdens de match tegen Tunesië nog geloven dat het lot hem toch gunstig gezind was. Toen zakte de Belgische ploeg in elkaar en speelde haar slechtste match sinds jaren. Sonck, de topschutter, Gouden Schoen, Profvoetballer van het Jaar en drijvende kracht van kampioen Racing Genk, kwam er onmiddellijk na de rust in, op Mpenza was het wachten tot het te laat was, een kwartier voor tijd. Toen kon ook Sven Vermant van de flank naar het midden, waar hij eigenlijk voor de offensieve impulsen had moeten zorgen. Die analyse hadden Freddy Willockx en Marc Degryse al vóór de match gemaakt, maar zij zijn geen bondscoach. Al is Willockx wel vrij en beschikbaar.
Niets nieuws onder de zon, we moeten weer winnen tegen de Russen en het gevaar bestaat dat we weer het WK gaan afsluiten met drie gelijke spelen, en een uitschakeling na de eerste ronde. Het laat zich aanzien dat Robert Waseige nog enkele denigrerende opmerkingen over zijn team ter ore zullen komen.
Stel dat het vrijdag verkeerd afloopt, dan doen wij hier nu al een oproep tot eenieder om kalm te blijven. Reageer met uw verstand, niet met uw hart. Voetbal is maar een spel, en het komt erop aan het simpel te houden. Zoals Rik Coppens vorige maandag nog zei: ‘Pol Anoul had twee goede voeten. Een linkse en een rechtse.’
Koen Meulenaere
In Kumamoto had Robert Waseige er genoeg van.
Als de nood het hoogst is, is Hugo Camps nabij.