Veel geloof in de goede afloop heeft N-VA-voorzitter Bart De Wever niet meer. Maar vooruit, op één symbolische tegenstem na heeft zijn partij dan toch het vertrouwen gegeven aan de regering-Leterme I. Op hoop van zegen. ‘Je weet maar nooit: de koe kan de haas nog vangen.’

Het was vorige zaterdag even slikken voor Bart De Wever toen premier Yves Leterme (CD&V) in Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg liet noteren dat CD&V zich niet laat gijzelen door de N-VA en haar verantwoordelijkheid zal nemen als de N-VA tegen 15 juli ‘om de verkeerde redenen’ een tweede pakket van de staatshervorming zou afwijzen. ‘Dat CD&V en N-VA elk een eigen afweging zullen maken, is normaal. Maar waarom Leterme vlak voor de vertrouwensstemming en nog voor het begin van de onderhandelingen over dat tweede pakket de indruk van een breuk in het kartel wou wekken, vond ik een raadsel. Het was in elk geval niet verstandig’, aldus De Wever.

Ook een andere uitspraak van Leterme – ‘CD&V blaast België nooit op’ – was volgens de N-VA-voorzitter overbodig. ‘Iedereen weet dat onze einddoelen verschillen, maar met het kartel hebben we afspraken over wat we samen willen realiseren.’

Meer dan negen maanden na de verkiezingen heeft Bart De Wever hoe dan ook ‘de grootst mogelijke reserves tegenover 15 juli’. Wel heeft hij kartelpartner CD&V de plechtige belofte afgetroggeld dat die zonder ‘stevige’ doorbraak in de tweede fase van de staatshervorming desnoods zelf de regering opblaast. In combinatie met zware druk van de CD&V-top – ‘gesprekken van het intense type’ noemt De Wever dat – heeft die belofte ervoor gezorgd dat de N-VA haar geplande collectieve onthouding bij de vertrouwensstemming over de regering-Leterme I uiteindelijk heeft teruggebracht tot één symbolische onthouding – die van de voorzitter zelf.

U hebt wel een grote bocht gemaakt. Op 25 februari zei de N-VA nog dat ze de regering-Leterme niet zou steunen, drie weken later beslist u om Leterme I toch het vertrouwen te geven.

BART DE WEVER: Op 25 februari zijn wij geconfronteerd met een tekst waarover in de nacht van zondag op maandag, zonder ons daarin te kennen, een akkoord is gesloten. Ik ben letterlijk wakker geworden met het nieuws dat er een akkoord was. En met de voorzitter van CD&V die op de radio verklaarde dat het een goed akkoord was – hij moest alleen De Wever nog even bellen. Daarmee is bij ons de toerenteller stevig in het rood gegaan.

Men mag van geluk spreken dat we die ochtend niet verder zijn gegaan. Een deel van het partijbestuur drong daarop aan. Ik heb toen gezegd: we stappen niet in die regering. Zonder communautaire garanties beginnen we er niet aan. Vervolgens kwam de vraag hoe de N-VA zich dan zou opstellen bij de vertrouwensstemming. Aangezien de interim-regering-Verhofstadt III niet geslaagd was in haar enige opdracht, namelijk het maken van communautaire en sociaaleconomische akkoorden, waren wij aanvankelijk van oordeel dat we niet op dezelfde manier konden doorgaan en de druk op die nieuwe regering moesten opvoeren.

Wat is er veranderd tussen 25 februari en 18 maart? Er zijn gesprekken geweest met CD&V, ook van het intense type geef ik toe. Wat regeringsdeelname betreft zijn we bij ons standpunt gebleven, maar we hebben uiteindelijk wel besloten om ons stemgedrag opnieuw te bekijken. Ook omdat we al snel merkten dat we door onze houding de speelbal van de Franstaligen werden.

Had u niet kunnen voorzien hoe absurd het zou overkomen als de N-VA zich bij de vertrouwensstemming over de regering-Leterme I zou onthouden, terwijl ze Verhofstadt III wél had gesteund?

DE WEVER: Ik begrijp de vraag, maar u mag het mij niet kwalijk nemen dat ik op dit moment geen volledige openheid kan geven over wat er die 25e februari allemaal is gebeurd. De beslissing om ons te onthouden is in elk geval niet in een vlaag van emotie genomen. Er is veel overleg geweest met alle betrokken actoren.

Maar gaandeweg groeide hier de overtuiging: wat maakt het uit? Wat kost dat stemgedrag ons nu eigenlijk? Vervolgens hebben wij tijdens gesprekken met CD&V afspraken gemaakt over hoe we die tweede fase denken aan te pakken. Last but not least – en dat is dan het publieke deel van die afspraken – heeft het partijbestuur van CD&V uitdrukkelijk bevestigd dat een communautair akkoord voor CD&V een cruciale voorwaarde blijft om na de zomer die regering voort te zetten.

De N-VA heeft de regering-Leterme dan toch het vertrouwen gegeven, maar is er daarmee ook inhoudelijk iets veranderd aan uw scepticisme ten aanzien van de tweede fase in de staatshervorming?

DE WEVER: Nee, wel integendeel. Maar bekijk het zo: op de keper beschouwd staat de communautaire teller op positief. Het dossier is nu weliswaar geblokkeerd, maar we hebben in de commissie Binnenlandse Zaken toch maar eenzijdig Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst. Dat is sinds 1830 nooit gebeurd, dat de Vlamingen hun demografische overwicht in de Kamer gebruiken. En het eerste staatshervormingspakket is bescheiden, maar bevat wel een aantal positieve elementen.

Maar de rest van het spelverloop ziet er inderdaad allesbehalve aantrekkelijk uit. De vraag waarom in de komende drie maanden zou lukken wat in de voorbije negen maanden niet is gelukt, is volkomen terecht. We zitten in de blessuretijd. Het publiek, dat de wedstrijd onderhand beu is, begint zich af te vragen hoe wij nog gaan scoren. De wedstrijd wordt zo afgefloten, en wij staan alleen in de spits, de tegenstanders met elf voor de goal. Maar geef me één goede reden waarom wij precies nu het speelveld zouden moeten verlaten? Ik zie er geen. Ik heb nog niets moeten slikken. Het voordeel van het akkoord van de Wijzen is dat er wat betreft de tweede fase werkelijk niets in staat. Niet in positieve maar ook niet in negatieve zin. Laten we dus maar afwachten wat hier nog uit voort kan komen.

Ter rechtvaardiging van uw politieke bocht verwees u ook uitdrukkelijk naar de persoon van Yves Leterme. ‘We zijn hem veel verschuldigd’, hebt u bij herhaling gezegd.

DE WEVER: Yves Leterme heeft sinds tien juni de kar getrokken. Anderen zouden in zijn positie veel sneller overstag zijn gegaan. Dat gezamenlijke traject van negen maanden kun je niet wegdenken. Op de cruciale momenten heeft Leterme ons niet laten vallen. Als zo’n man dan een appel doet op je loyauteit… Wij zijn geen machines, hè. Hoewel die regeringsploeg ons weinig vertrouwen inboezemt, was het voor mij belangrijk om hem persoonlijk niet af te vallen.

U steunt de regering-Leterme I nu wel, maar u blijft zelf aan de kant staan. Maakt u het zichzelf niet gemakkelijk?

DE WEVER: Buitenstaanders maken dat soort analyses, maar zelf heb ik helemaal niet het gevoel dat in een risicoloze positie te zitten. Een aantal supporters begint het stilaan moe te worden, merk ik aan de mails die hier binnenkomen.

Betekent dit dat 15 juli echt jullie uiterste vervaldatum is?

DE WEVER: Ik wil van die datum geen fetisj maken, maar laten we zeggen dat ik in september moet weten waar ik met de N-VA strategisch aan toe ben. Dan zitten we namelijk al in de invloedssfeer van de regionale verkiezingen van 2009. Een akkoord dat je dan niet hebt, zul je nooit meer binnenhalen. Deze zomer is dus het moment van de waarheid en dat mag ook wel. We zijn dan meer dan een jaar na de federale verkiezingen.

U zegt dat Leterme de N-VA niet heeft laten vallen. Maar de afspraak was toch dat het kartel zonder grote staatshervorming en de splitsing van B-H-V niet tot een regering zou toetreden?

DE WEVER: Er is intussen wel een en ander gebeurd. En je moet in dit land nu eenmaal een compromis bereiken met de Franstaligen, daar is geen ontkomen aan. Degenen die in die context het status-quo verdedigen, hebben een gigantisch voordeel. Als de Franstaligen nee blijven zeggen, slagen zij er op den duur in de Vlamingen uit te roken. En zij weten zich daarin gesteund door een deel van de Vlaamse publieke opinie, zeker ter linkerzijde.

Voor CD&V, een grote staatsdragende partij, is het natuurlijk belangrijk dat er op een gegeven moment een regering komt. Als Leterme nu zegt we zullen stap voor stap woord houden, dan komt dat ook omdat het land opnieuw in een crisis storten voor CD&V een heel grote gok inhoudt tegenover de publieke opinie. De krant De Morgen is er al in juli vorig jaar mee begonnen, andere media zijn gevolgd. Die crisis zou ongelooflijk veel geld kosten, er zou niet meer worden geïnvesteerd. Allemaal nonsens, maar die paniekzaaierij dringt wel tot de bevolking door.

De Standaard vergeleek het akkoord van de Raad van Wijzen met afgewezen communautaire teksten uit de oranje-blauwe formatie en besloot daaruit dat het kartel toen eigenlijk meer had kunnen binnenhalen dan het nu in handen heeft.

DE WEVER: Dat klopt niet. De communautaire spooknota van Joëlle Milquet (CDH), de zogenaamde Explorateur 11, is een van de meest mysterieuze documenten sinds het Zimmermanntelegram. Niemand heeft ooit echt kunnen achterhalen wat daarvan het statuut was. Hele passages uit die nota zijn zelfs nooit door de onderhandelaars besproken. Bovendien wordt er heel selectief uit die teksten geciteerd. Als je van Milquet inhoudelijk iets kreeg, of dacht dat je iets kreeg, dan haakte ze daar vervolgens een tweede tekst aan vast, een soort methodiek, die veel van wat op papier stond opnieuw tussen aanhalingstekens plaatste. De bewering dat er ooit een akkoord heeft voorgelegen dat we beter hadden aanvaard, is dus klinkklare onzin.

Volgens mensen als Karel De Gucht (Open VLD) maakt het separatistische discours van de N-VA het gewoonweg onmogelijk om de Franstaligen tot een compromis te bewegen.

DE WEVER: Wij zijn de enige partij die steevast op haar volledige programma wordt afgerekend. Ik zou ook kunnen zeggen dat al die neoliberale accenten van Open VLD het onmogelijk maken om tot een sociaaleconomisch akkoord te komen. Maar dat is dan in de veronderstelling dat ze die allemaal tegelijk op tafel zouden leggen. Als die logica op mij wordt toegepast, dan zou ik de Kamer binnen wandelen met de boodschap: ik ben hier om over het einde van België te praten. Maar ik heb me vanaf dag één teruggeplooid op de Vlaamse resoluties, die door alle Vlaamse partijen zijn goedgekeurd. Als we daarvan voldoende binnenhalen – niet alles maar voldoende – is het voor mij goed. Maar ondertussen verlangt men van mij dat ik ook nog eens mijn geloof afzweer. Als journalisten mij vragen of België op termijn een goed bestuursniveau is, moet ik dan antwoorden misschien? Uiteraard niet, dan zal ik naar mijn programma verwijzen.

Zegt u eens wat over de nieuwe afspraken tussen CD&V en N-VA voor de onderhandelingen over de tweede fase?

DE WEVER: Discrete afspraken met onze kartelpartner zijn uiteraard niet voor publicatie in Knack bestemd. Maar de verkiezingscampagne van het kartel stond in het teken van de overheveling van sociaaleconomische hefbomen naar de deelstaten. De zesde staatshervorming zal dus daarover moeten gaan. Concreet spreken we dan over fiscaliteit, gezondheidsbeleid, arbeidsmarktbeleid… We beseffen dat we niet in al die domeinen het volle pond kunnen krijgen, maar met een structurele werkloosheid van 15 à 20 procent zullen de Franstaligen toch sterk uit de hoek moeten komen om de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid af te wijzen.

Het nieuwe federale regeerakkoord bevat wel heel wat voorstellen met betrekking tot de activering van werklozen, een andere uitkeringsregeling, vereenvoudigde banenplannen.

DE WEVER: Wait and see. Dat is altijd een lastige paradox voor Vlaams-nationalisten. Bevoegdheden worden voor ons het liefst naar de deelstaten of naar Europa overgeheveld. Maar in afwachting daarvan kan het federale beleid ook niet worden stilgelegd. Anders verval je in een verrottingsstrategie en daar doet de N-VA niet aan mee.

In het tweede pakket van de staatshervorming zouden eveneens ‘aspecten van het gezondheidsbeleid en gezinsbeleid’ besproken worden. Maar ook hier is er een voorafname door Leterme I, met bijvoorbeeld 380 miljoen euro voor het nationale kankerplan van minister Laurette Onkelinx (PS) of een dertiende maand kinderbijslag.

DE WEVER: Er is zelfs meer. Het akkoord van de Raad van Wijzen spreekt over de homogenisering van de bevoegdheden voor het gezins- en gezondheidsbeleid. Maar wat betekent dat? Meer bevoegdheden voor de gemeenschappen of voor de federale regering?

De Franstaligen halen op die manier systematisch de lucht uit het tweede staatshervormingspakket. Maar uiteindelijk draait bij hen altijd alles om geld. De federale overheid stopt nu inderdaad opnieuw financiële middelen in initiatieven die eigenlijk niet meer tot haar bevoegdheden behoren, zoals het grootstedenbeleid en kankerpreventie. De Franstaligen hebben dat goed geregeld. Indien de deelstaten die initiatieven uiteindelijk toch zouden overnemen, kunnen de Franstaligen in elk geval nog langs de federale kassa passeren voor hun deel van het budget, en liefst nog iets meer. Ze zijn boos als ik dat zeg, maar het is je reinste centenpatriottisme.

U noemt de eenzijdige stemming over B-H-V in de Kamercommissie nettowinst voor de N-VA. Maar ondertussen is het dossier op de lange baan geschoven en zonder een oplossing zijn er grondwettelijk zelfs geen nieuwe federale verkiezingen mogelijk.

DE WEVER: Wat mij betreft zitten de Vlamingen sinds de stemming die de N-VA vorig jaar heeft afgedwongen in een royale uitgangspositie. Als er geen onderhandelde oplossing uit de bus komt, hoeven we alleen maar te wachten tot in 2009 alle Franstalige vertragingsmanoeuvres zijn opgebruikt om in de plenaire vergadering van de Kamer tot een stemming over te gaan. Als de Franstaligen daarop de federale regering willen laten vallen – ze doen maar. Ik lig er niet van wakker dat er dan in dit land geen federale verkiezingen meer kunnen worden georganiseerd. Hoe sneller, hoe liever zelfs.

Vicepremier Patrick Dewael (Open VLD) wil de onderhandelingen over de tweede stap in de staatshervorming buiten de regering voeren. Wat denkt u van zo’n Octopuswerkgroep bis?

DE WEVER: De Octopuswerkgroep was een poppenkast zonder inhoud. De echte onderhandelingen vonden elders plaats. Maar ik wil me nu niet uitspreken over een concrete formule. Onderhandelingsfora worden vaak samengesteld met het oog op het bereiken van een akkoord. Nu Joëlle Milquet vicepremier geworden is, zou men de onderhandelingen misschien beter buiten de regering houden. Was ze partijvoorzitter gebleven, dan had men het tweede pakket wel in de schoot van de regering kunnen bespreken.

Is het lastig dat CD&V alweer een nieuwe voorzitter krijgt? In vier jaar zult u met vier verschillende voorzitters hebben moeten samenwerken: Yves Leterme, Jo Vandeurzen, Etienne Schouppe en straks misschien Marianne Thyssen.

DE WEVER: Om te beginnen: Jo Vandeurzen is de meest fidele kerel die ik ooit in de Wetstraat heb ontmoet. Voor het overige zijn partijen natuurlijk geen personele unies en zullen de gemaakte afspraken in principe normaal worden uitgevoerd, ook al zijn ze niet in bloed neergeschreven. Maar dat hoort nu eenmaal bij de politiek, het dagelijks beredderen van de chaos. Wie in België politiek wil bedrijven, moet weten dat hij afdaalt in een modderput.

U maakt zich blijkbaar geen illusies over de politiek, maar had u verwacht dat het zo erg zou zijn?

DE WEVER: Als historicus ben ik sterk geïnteresseerd in de eerste eeuw voor Christus en de overgang van de Romeinse republiek naar het Romeinse Rijk. Alles wat iemand over de politiek moet weten, kan hij uit die periode leren: de betekenis van de res publica, de intriges, de machtsverhoudingen en het eindigen op een koude vloer met twaalf messen in de rug. Desondanks heeft het politieke moeras van de voorbije negen maanden diepe indruk gemaakt. Het spartelen, de angst om helemaal weg te zinken, je moet het hebben meegemaakt om te beseffen wat dat is.

Premier Leterme zei in zijn regeerakkoord het principe van de ‘voorzichtigheid’ te huldigen, de krantencommentatoren bespeurden vooral vaagheid.

DE WEVER: De N-VA heeft afgehaakt na het akkoord van de Raad van Wijzen en in de rest van het regeerakkoord geen enkele inbreng gehad. Vraag me dan ook niet om dat te verdedigen.

En toch hebben uw partijgenoten Leterme I in Kamer en Senaat het vertrouwen gegeven.

DE WEVER: Tot 15 juli willen we ons ook niet nodeloos desolidariseren van die catalogus van vrome intenties. Maar ik wil niemand op het verkeerde spoor zetten. In het regeerakkoord staan punten waarmee we het helemaal niet eens zijn en die we ook nooit zullen goedkeuren. Neem nu de regularisatie van afgestudeerde artsen die nu geen erkenning van de ziekteverzekering hebben gekregen. Vlaanderen organiseert strenge selectieproeven om te voorkomen dat te veel artsen afstuderen. De Franstaligen hebben niets ondernomen en zitten nu met heel wat niet-erkende jonge artsen. Hun regularisatie zou een slag in het gezicht zijn van Vlaamse jongeren die niet aan een artsenopleiding mochten beginnen.

Het regeerakkoord bevat één concreet cijfer: in 2011 zou er een begrotingsoverschot van minstens een procent van het bruto binnenlands product moeten zijn. Dat is minder dan wat de Hoge Raad voor Financiën vraagt om de kosten van de vergrijzing te financieren.

DE WEVER: De nieuwe regering moet op de eerste plaats de budgettaire erfenis van Paars opruimen en die is niet min. Alleen al met achterstallige rekeningen is daar nog eens een impliciete schuld van twee miljard euro bij gekomen. Om dat overschot van één procent te halen in 2011 zullen er dus vele miljarden nodig zijn. Leg dat naast de beloofde koopkrachtmaatregelen, lastenverlagingen en hogere uitkeringen, en je vraagt je inderdaad af hoe die vijf regeringspartijen dat ooit denken rond te krijgen.

Voeg daarbij het klimaat van wantrouwen tussen de regeringspartners. Dat helpt de zaken ook niet vooruit.

DE WEVER: Geef mij één periode waarin politici wél met elkaar konden opschieten. Op Hertoginnendal hebben we therapeutische sessies meegemaakt met de mensen van Open VLD over hun jaren met de PS. En nu zitten ze toch weer samen in de regering.

Persoonlijke verhoudingen doen er dus niet zoveel toe. Maar als straks becijferd wordt hoeveel geld er echt in kas zit, zal al snel blijken dat die aangekondigde lastenverlaging een mager beestje wordt en dat van de sociale agenda alleen het hoogstnoodzakelijke kan worden uitgevoerd. Zowel voor een nieuwe staatshervorming als voor de rest van het regeerprogramma heeft Leterme I dus op krediet gekocht. Geen interessante hypotheeklening welteverstaan, maar een duur consumentenkrediet van Citibank.

Maar tot 15 juli kan de N-VA hiermee leven?

DE WEVER: Er zijn nog altijd betere redenen om het wel te doen dan om het niet te doen. Je weet maar nooit: de koe kan de haas nog vangen. Maar dan moet die koe natuurlijk wel in de wei blijven staan.

DOOR PATRICK MARTENS EN HAN RENARD/foto’s filip naudts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content