De Olympische Spelen waren een leerschool. Voor het Belgische sportbeleid, voor de organisatoren van de volgende Spelen in Athene en ook wel een beetje voor het Internationaal Olympisch Comité.
‘De beste Olympische Spelen ooit.’ Het olympisch stadion explodeert haast als Juan Antonio Samaranch de organisatoren van Sydney het compliment geeft waarop ze in Atlanta nog altijd wachten. Het Sydney Organising Committee for the Olympic Games (SOCOG) heeft het Internationaal Olympisch Comité (IOC) dan ook een hart onder de riem gestoken.
Alle kritiek lijkt weggestorven. Dat was bij het begin van de Spelen wel anders. In de persconferentiezaal van het Main Press Centre van Sydney flitsten toen honderden fototoestellen en floepten tientallen camera’s aan. Daar waren de hoge heren van het IOC. Voorzitter Juan Antonio Samaranch en zijn secondanten, de Belg Jacques Rogge en de Brit Dick Pound, schreden binnen. Onderzoeksjournalist Andrew Jennings, een fervent criticaster van het Internationaal Olympisch Comité, kreeg één vraag. Samaranch maakte er zich met een kort, nietszeggend antwoord vanaf. Ook een Scandinavische journaliste stelde een netelige vraag, maar Samaranch deed alsof hij haar niet begreep, negeerde het boegeroep en luisterde naar de volgende vraag.
Zeventien dagen later is met Andrew Jennings schijnbaar ook alle kritiek uit Sydney verdwenen. Opgelost als sneeuw voor de zon. Tegen de media zingt een trotse Jacques Rogge in het Regent Hotel urenlang de lof van de Australiërs. Eerst in het Nederlands – want de Vlaamse vrienden zijn op bezoek – dan in het Engels, het Frans, het Duits en ten slotte nog eens in het Nederlands omdat een cameraploeg van de NOS hem heeft opgemerkt. En niemand die hem nog durft te vragen naar de schoonmaakoperatie bij het IOC of naar de minder koosjere achterhoedegevechten die tot de verkiezing van een olympische stad leiden.
Het enige wanbericht over de olympische beweging komt helemaal uit Athene, dat de Spelen van 2004 moet organiseren. ‘Het IOC heeft Sydney gevraagd om zich stand-by te houden voor het geval dat Athene niet klaar raakt’, fluistert een trotse Australische journalist. Ook Zuid-Korea zou volgens een van zijn collega’s een optie zijn, want ook daar was de organisatie van de Spelen perfect. In Sydney was het enige minpunt de vervalsing van de turncompetitie. Omdat de bok vijf centimeter te laag afgesteld was, misten de frêle favorietes in de Sydney SuperDome één na één hun sprong.
Voor Szypros Kapralos van het stuurcomité voor de Spelen in Athene is er echter geen vuiltje aan de lucht. Het rapport van het US State Department dat Athene als de meest geterroriseerde stad ter wereld bestempelt, wordt tegengesproken door Interpol dat de Griekse hoofdstad juist als heel veilig catalogeert. Ook Rogge geeft Athene nog krediet. ‘De Spelen van 2004 worden er zeker georganiseerd’, zegt hij. Nochtans tikte hij als supervisor van de organisatie de Atheners al herhaaldelijk op de vingers. Het IOC haalde er zelfs de Griekse premier Konstantinou Simitis bij met de vriendelijke, maar dringende vraag om zich met het organisatiecomité te bemoeien. De voorbereiding was immers nog niet begonnen en dat was toch zorgwekkend. Vreemd. Vier jaar geleden bekommerde er zich in Atlanta niemand om Sydney. In de Verenigde Staten, waar alles in het honderd liep, waren er al genoeg zorgen. ‘Gelukkig maar’, zegt Loftus Harris, topambtenaar in de deelregering van New South Wales, de moederstaat van Sydney. ‘Toen waren we hier amper begonnen.’ Volgens een woordvoerder van de Olympic Coordination Authority (OCA) wilde het SOCOG wachten tot na Atlanta omdat het van de fouten van de Amerikanen wilde leren. Jacques Rogge: ‘Athene heeft al 85 procent van de sportinfrastructuur. Vier jaar geleden omstreeks deze tijd was er in Sydney alleen het zwemstadion.’
GROTE PROBLEMEN
Buschauffeur Ian heeft het tijdens de eerste dagen toch moeilijk gehad. Hij is speciaal uit Perth naar Sydney gekomen om mediamensen in een bus door de stad te voeren. Van Olympic Park tot het Sydney Football Stadium, van Darling Harbour tot de Dunc Gray Velodrome. ‘Ik wist niet waar ik het had. Ik kende geen enkele straat, maar moest wel voortdurend buitenlandse bezoekers rondrijden. En ze waren altijd gehaast.’ Een groep Koreanen ging klagen bij het SOCOG. Een vrouwelijke buschauffeur wou hen naar het zwembad brengen, bleef een uur lang doelloos rondtoeren en kraakte uiteindelijk onder het geschreeuw van de gasten. Haar tranen leidden haast tot een staking van de buschauffeurs. Op de valreep kregen ze toch nog een opleiding – een exhaustieve uitleg over het stratenplan – en loonsverhoging. Zo werd het grootste probleem van Atlanta, het transport – eigenlijk het acute gebrek eraan – opgelost. De combinatie van openbaar vervoer en gehuurde bussen werkte perfect in Sydney.
Op de tweede plaats van het Amerikaanse problemenlijstje stond het computersysteem. Die had het IOC in Atlanta een hoofdsponsor gekost. Vier jaar later vervulden 7349 IBM-pc’s, 1956 printers en 540 servers in Sydney perfect het laatste luikje van het Big Blue-contract. Zondag werden de banden tussen de computergigant en de olympische beweging definitief doorgeknipt. Overigens zullen de Spelen in Sydney misschien wel meer sponsors tot nadenken aanzetten voor ze met het IOC in zee gaan. Nike wordt bijvoorbeeld vaak met Adidas verward als er naar hoofdsponsors van de Spelen wordt gevraagd, en in Australië heeft niet Ansett, maar Qantas de wereld ervan kunnen overtuigen dat ze de hoofdsponsor van de Spelen is. En dat zonder dat Qantas ongeveer anderhalf miljard moest ophoesten.
Het zal de argeloze bezoeker van de Spelen een zorg wezen. Op weg naar het metrostation van Olympic Park danst een bandje ons tegemoet. Duizenden vrijwilligers doen er alles aan om de bezoekers gunstig te stemmen. Chris gilt moppen door een luidspreker, zingt liedjes, entertaint. Ze moet de strenge controles laten vergeten: tasje open, zakken leeg, metaaldetector door, een full body check bij het minste biepje. ‘Vervelend, maar beter zo dan zoals in München’, zegt Derek. Een niet mis te verstane referentie aan de moord op elf Israëlische atleten tijdens de Spelen van 1972. Veiligheid was ook in Atlanta een probleem. Net buiten het olympisch dorp ontplofte er een bom. ‘Terrorisme is probleem nummer één van de Olympische Spelen. Doping is pas het tweede’, zegt Jacques Rogge.
Het derde probleem is het gigantisme van de Spelen. ‘De Spelen zijn het privilege van rijke, goed gestructureerde steden als Sydney geworden. Voor alle andere kandidaten zijn ze gewoon te groot. Met het IOC willen we graag naar Afrika trekken, maar dat is met de huidige eisen compleet onmogelijk’, aldus Rogge. De Spelen in Sydney leverden 195.000 accreditaties af, waarvan 21.000 voor de media en 10.500 voor atleten. De rest was voor begeleiders in het olympisch dorp en voor de vrijwilligers die op de olympische sites werken. David Wallechinsky, auteur van de olympisch bijbel The Complete Book of the Olympics, vindt de berichten over het exorbitante gigantisme larie. ‘De Spelen groeien minder uit hun voegen dan iedereen wil laten geloven. Trouwens: hoe wil het IOC in de Spelen knippen? Als we hun uitgangspunt nemen om van een sport een olympische discipline te maken als er wereldwijde interesse is, dan blijven alleen zwemmen, boksen en atletiek over. Heel wat sporten halen het olympische programma omdat ze goed ogen op televisie – vooral op de Amerikaanse televisie.’
AMERIKAANSE GRIEVEN
En laat daar nu net het schoentje wringen. De National Broadcasting Corporation (NBC), eigenaar van de olympische uitzendrechten tot 2008, blijft met haar olympische kijkcijfers onder de vijftien procent. De producenten, atleten én sponsors morren. Die laatsten hebben immers veel betaald voor een spotje tijdens de olympische uitzending. NBC geeft nu zelfs gratis spotjes weg om de klanten te sussen. De olympische beweging moet voorzichtig zijn met de Amerikanen, want zeventig procent van de totale inkomsten komt via het United States Olympic Committee en via Amerikaanse sponsors naar de IOC-bankrekeningen in Lausanne. ‘Het probleem’, zegt Stacy Dragila, olympisch kampioene polsstokspringen, ‘ligt bij het tijdsverschil van soms vijftien uur. Amerikanen willen de nieuwste ontwikkelingen kennen. Als ze het nieuws op de radio gehoord hebben, kijkt er geen kat meer naar het uitgesteld relais.’ Nochtans waren het erg Amerikaanse Spelen, wedstrijden die de Amerikaanse sponsors naar de keel grijpen. De Spelen van Sydney waren niet alleen die van de gouden schoenen van Michael Johnson, maar ook die van de zilveren van Marion Jones, van de modellenbenen van de Australisch-Russische polsstokspringster Tatiana Grigorieva, van de gelakte nagels van zwemster Leisel Jones, van het kettinkje om de billen van Gail Devers en van Maurice Greene die zijn spikes in het publiek gooide. Meer drama, meer visibiliteit kan een multinational uit het marketing-Mekka niet wensen.
Maar omdat megasponsors nu eenmaal vooral in de VS huizen, dreigt het tijdzoneprobleem de kansen van steden in de tijdzone van Sydney te ondermijnen. Al loopt het volgens Rogge allemaal niet zo’n vaart. Rogge: ‘Ik zat gisteren nog aan tafel met Jack Welch, de topman van General Electric, de eigenaar van NBC. Welch was best tevreden. Ze hadden zestien procent vooropgesteld en zouden die kijkcijfers ook halen.’
De Amerikanen hadden de dagen daarvoor dan ook pakkende beelden gezien. C.J. Hunter, de kolossale kogelstoter en partner van Marion Jones, liet zijn tranen de vrije loop. Aan dezelfde tafel had Marion een paar dagen eerder nog lachend, dollend en gekscherend met journalisten haar overwinning op de 100 meter gevierd. Maar Hunters tranen waren geen tranen van vreugde, maar van verdriet. Tijdens de Europese zomermeetings leverde hij tot vier keer toe een plasje af met 2000 nanogram nandrolon, een steroïde en dus een verboden middel. ‘Voedingssupplementen’, zei hij. ‘Het ligt aan bedorven voedingssupplementen.’
Hunter was niet de eerste gebruiker die tijdens de voorbije olympiade aan de schandpaal werd genageld. Het IOC had doping de oorlog verklaard, en de positieve tests moesten dat bewijzen. Vorige week stapte in Sydney een volledig Bulgaars gewichtheffersteam op de bus. Het hermetisch afgesloten dopinglab van Sydney had steroïden gevonden in de urine van Isabella Dragnera, Sevdalin Minchev Angelov en Ivan Ivanov. Een Oekraïnse coach raakte een paar dagen eerder zelfs niet voorbij de speciale grenscontroles voor de leden van de ‘olympische familie’. Er werd immers een groeihormoon in zijn bagage gedetecteerd. En de Roemeense hamerslingeraar Melissa Melinte en haar Witrussische collega Vladimir Demyatovski werden gediskwalificeerd, ook al voor steroïden.
Maar het waren de tranen van een 16-jarige Roemeense turnster die de gemoederen van de wereld beroerden. Andreea Raducan, een kindvrouwtje van 47 kilo en net geen anderhalve meter, was na twee uur ondervraging van haar gouden medaille beroofd. Het dopinglab had pseudo-efedrine in haar urine gedetecteerd, vermoedelijk afkomstig van een middel tegen verkoudheid dat zonder voorschrift verkrijgbaar is en haar door een onzorgvuldige dokter was gegeven. Zo pleitte toch Nadia Comaneci, de laatste gouden Roemeense turnster voor Raducan. Ook verschillende concurrenten van het meisje namen het voor haar op. Maar tranen hielpen niet. Protesteren bij het IOC evenmin. Het IOC, een strenge huisvader, eiste haar gouden medaille op en klasseerde Raducan als laatste. ‘Dit was het moeilijkste moment uit mijn loopbaan bij het IOC’, zei Rogge. ‘Dat meisje was onschuldig, maar we moesten haar diskwalificeren. Regels zijn regels.’
Frank Demets