De Open VLD zoekt een nieuwe voorzitter en Kamerlid Rik Daems heeft naar eigen zeggen veel goesting. ‘Als je met je partij inzit, dan moet je je op een gegeven moment ook schrap zetten’, vindt hij. Een gesprek over het virtuele failliet van België. En van de Open VLD.

De Open VLD ligt er bij als een geslagen hond. Bij de laatste Vlaamse verkiezing speelde de partij zo’n 400.000 stemmen kwijt, en in de peilingen lijkt ze nog verder af te glijden. Zelfs een liberaal zou daarbij zijn optimisme verliezen.

Maar niet Rik Daems. De voormalige minister, die overweegt om straks een gooi naar het partijvoorzitterschap van de Open VLD te doen, gelooft dat zijn partij op het punt staat om zich te herpakken. Meer nog: hij is ervan overtuigd dat Vlaanderen vol liberalen loopt. Dat die amper nog op de Open VLD stemmen, ligt volgens Daems vooral aan het interne gebakkelei dat de partij de voorbije jaren in zijn greep hield. Nu is het tijd voor een doorstart, en daarin ziet Daems een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd. Nochtans kondigde partijvoorzitter ad interim Guy Verhofstadt, die de Vlaamse liberalen nu al decennialang over-schaduwt, vorige week tijdens de fractiedagen van zijn partij aan dat het tijd is voor een nieuwe generatie. Op 5 december kiezen de leden van de Open VLD dan ook een nieuwe voorzitter. Dezer dagen wordt er volop gespeculeerd welke debutanten zich in de strijd zullen gooien. Zo zijn alle ogen gericht op jonge liberalen als Mathias De Clercq en Alexander De Croo. Het ziet er ook naar uit dat voormalig Vlaams minister Marino Keulen, die deel uitmaakt van de zogenaamde tussengeneratie, kandidaat zal zijn. En ook vijftiger Rik Daems denkt er dus over na.

Ondertussen probeert de Open VLD haar positie in de federale regering te versterken door een zo degelijk mogelijke begroting met een minimum aan al dan niet verdoken belastingverhogingen af te leveren. Geen sinecure nu er een gat van zo’n 20 miljard euro in de federale begroting is geslagen. ‘Maar ik ben ervan overtuigd dat mijn partijgenoten in de regering zich niet zullen laten doen’ zegt Daems, die een van de begrotingsspecialisten van de Open VLD is.

Minister van Begroting Guy Vanhengel (Open VLD) verklaarde België ‘virtueel failliet’ en toch schuift de federale regering de échte begrotingsinspanningen door naar de volgende regeerperiode. Is dat niet onverantwoord?

RIK DAEMS: Het zou fout zijn om de economische krimp nog te versterken met zware begrotingsinspanningen of bijkomende belastingen. Bovendien volgt de regering dit keer naadloos het advies van de Hoge Raad van Financiën. Het risico bestaat wel dat de huidige aanpak tot laksheid leidt, maar dat zullen wij in elk geval niet dulden. En natuurlijk zouden we tijdens deze regeerperiode meer inspanningen kunnen leveren. Maar wat echt telt, is het eindresultaat in 2015.

Niet iedereen ziet de ernst van de situatie in?

DAEMS: Ik vrees ervoor. Dat er op budgettair vlak orde op zaken moet worden gesteld, daar is men het wel over eens. Maar bij sommigen is blijkbaar nog altijd niet doorgedrongen dat er ook een hele rist structurele problemen op het vlak van de arbeidsmarkt en de economische relance moet worden aangepakt. Daarnaast moeten we ook dringend de kosten van ons overheidsapparaat onder de loep nemen.

Minder ambtenaren?

DAEMS: Het gaat verder dan dat. Ik ben ervan overtuigd dat de overheid op alle niveaus, en dan zeker bij de regionale en lokale besturen, veel efficiënter en goedkoper zou kunnen werken. Alleen al een hertekening van de provincies zou meer kunnen opbrengen dan men vermoedt.

Wilt u ook in de sociale zekerheid snijden?

DAEMS. Niet in de uitkeringen, de kinderbijslag of de terugbetalingen in de gezondheidszorg. Want daar dient de sociale zekerheid nu net voor. Al is een ontsporing van het budget niet aanvaardbaar, want dat zou het systeem zelf ondermijnen. Daarnaast moet er ook in de werkingskosten van dat sociale systeem worden ingegrepen. Als er vandaag een euro belastinggeld in de sociale zekerheid wordt gestopt, komen er op het einde van de rit maar een paar tientallen eurocentiemen uit. Kunnen we er dan niet voor zorgen dat er onderweg minder geld in dat apparaat blijft plakken? Zo bestaan er vandaag liefst zeventien verschillende kinderbijslagfondsen die allemaal net hetzelfde doen: ze wijzen de gezinnen een bepaald bedrag toe, krijgen geld binnen en transfereren dan de juiste som naar de juiste mensen. Hetzelfde geldt voor de uitbetaling van de werkloosheidsvergoedingen via de vakbonden. Dat kost de overheid vandaag zo’n 200 miljoen euro aan werkingskosten. Daar moeten we toch op kunnen besparen?

U wilt de rol van de vakbonden en de kinderbijslagfondsen inperken?

DAEMS: In tijden van crisis moet iedereen een inspanning leveren. Alle sociale partners verwachten van de overheid goed bestuur. Wel, dan mag de overheid hen toch ook iets terug vragen? Waarom zou hun rol niet herbekeken mogen worden? Daarnaast zijn er natuurlijk nog heel wat andere structurele maatregelen nodig. Zo is het onvermijdelijk – en ik weet dat het ondertussen een open deur is – dat meer mensen aan het werk moeten en ze ook langer actief moeten blijven.

Dat horen we nu al jaren, maar er gebeurt niets.

DAEMS: Er zijn nochtans al pogingen ondernomen. Het Generatiepact bijvoorbeeld.

Zelfs Luc Coene, vicegouverneur van de Nationale Bank en ex-kabinetschef van premier Guy Verhofstadt, geeft toe dat het Generatiepact niet heeft opgebracht wat ervan verwacht werd.

DAEMS: Daar ben ik het niet mee eens: de gemiddelde pensioenleeftijd is van iets meer dan 57 jaar naar meer dan 58 jaar gestegen.

En dat jaar heeft de overheid handenvol geld gekost. Meer dan het uiteindelijk heeft opgebracht.

DAEMS: Een ‘wow-ervaring’ was het niet. Dat geef ik toe. Dus moeten we vandaag opnieuw pogingen doen om mensen langer aan het werk te houden en de activiteitsgraad te verhogen. In de begroting voor 2010 en 2011 moeten er dus ook op dat vlak structurele maatregelen zitten.

U lijkt haast optimistisch over de begroting.

DAEMS: Dat nu ook weer niet. De budgettaire situatie is natuurlijk niet gemakkelijk. Zal het een ‘hoerabegroting’ zijn? Natuurlijk niet. Zullen er onprettige maatregelen in staan? Wellicht wel. Maar dat ontslaat ons niet van onze verantwoordelijkheid om een ernstige begroting op te stellen.

Het ziet ernaar uit dat de begrotingsinspanningen voor een derde uit besparingen zullen bestaan, voor een derde uit crisisbelastingen op banken en elektriciteitsproducenten en voor een derde uit nieuwe inkomsten. Belastingverhogingen zijn dus onver-mijdelijk.

DAEMS: Een financiële bijdrage van banken en elektriciteitsproducenten is zeker niet onzindelijk. De overheid, en dus de belastingbetaler, heeft het voorbije jaar in totaal meer dan 20 miljard euro in de banken gestopt. Dan lijkt het me niet onredelijk dat de banken op hun beurt de overheid uit de nood helpen. De elektriciteitsproducenten zullen dan weer een groot rendement kunnen halen als de afgeschreven kerncentrales tien jaar langer mogen openblijven. Het is begrijpelijk dat de overheid, namens de belastingbetaler, een deel van die koek terug wil. Zeker als ze die middelen gedeeltelijk in alternatieve energie zou investeren. Zelf heb ik nochtans altijd voor de uitstap uit de kernenergie gepleit. Want ik vrees dat de ontwikkeling van alternatieve energie anders zal vertragen of misschien zelfs helemaal tot stilstand zal komen.

Zowel de banken als de energiebedrijven zullen de crisisbelasting wellicht aan hun klanten doorberekenen.

DAEMS: Daar ben ik nog niet zo zeker van. Ze willen dat wel doen…

Maar u zult hen dat beletten?

DAEMS: Ze mogen dat niet doen, want dat zou op een afgeleide belastingverhoging voor de mensen neerkomen. Gelegaliseerde diefstal, noem ik dat. Bovendien zou dat betekenen dat de zwakste schouders de grootste last moeten dragen, en dat kan gewoon niet.

Maar hoe gaat u hen dat beletten?

DAEMS: Vergeet niet dat de overheid altijd een shotgun achter de hand heeft: ze kan altijd nog een nieuwe wet maken. Maar ik denk niet dat zoiets nodig zal zijn. Het moet mogelijk zijn om tot professionele afspraken met de banken en de energiesector te komen. Onder grote mensen moet dat kunnen.

Ondertussen dreigt de begroting pijnlijk te worden voor uw partij. Er wordt gepraat over allerlei belastingverhogingen, van een minder gunstig fiscaal regime voor bedrijfswagens tot hogere accijnzen op diesel.

DAEMS: Op zich heb ik er niets op tegen als de regering bijvoorbeeld een verschuiving wil doorvoeren van belasting op arbeid naar ecologische heffingen. Maar dan wel op voorwaarde dat je die belastingen kunt vermijden door voor minder milieuvervuilende oplossingen te kiezen. Daarnaast zijn er ook andere inkomensbronnen denkbaar die de burger niet meteen zouden raken. Wat in ieder geval niet kan, zijn nieuwe belastingen op arbeid, sparen, investeren of ondernemen. Die zouden het economische draagvlak alleen maar verder beschadigen. Als de regering bijvoorbeeld de telecomfrequenties herschikt, kan er een aantal nieuwe licenties worden verkocht. En zo zijn er tal van mogelijkheden.

Het lijkt er voorlopig ook op dat de btw-verlaging in de bouwsector niet wordt verlengd en dat zo’n verlaging ook niet in de horeca wordt ingevoerd. Meteen twee liberale eisen die worden afgevoerd.

DAEMS: Ik ga er nog altijd van uit dat onze mensen in de regering sterk genoeg zijn om de liberale bedenkingen op de agenda te zetten.

Na de sukkelgang van de afgelopen twee jaar zou de Open VLD toch eindelijk een duidelijke stempel op de regering-Van Rompuy moeten kunnen drukken?

DAEMS: Wat mijn partij vandaag het hardst nodig heeft, is geloofwaardigheid, ernst en cohesie. Die kunnen we onder meer terugwinnen door een stevige begroting met voldoende liberale accenten op te stellen. Maar er zal meer voor nodig zijn. Veel meer. Belangrijk is dat we weer voltijds met de politiek bezig zijn in plaats van met onszelf. Want daar kunnen de mensen echt niet tegen. ‘Ik ben mijn job kwijt en jullie maken ruzie over wie de mooiste postjes krijgt. Daar kan ik geen boterhammen van kopen, hè’, zeggen ze dan. En ze hebben nog gelijk ook.

Met andere woorden: uw partijgenoten moeten eindelijk ophouden met publiekelijk te kibbelen?

DAEMS: Inderdaad. De afgelopen jaren was de cohesie zoek. Van 1985 tot 2003 heeft de partij een steile opgang meegemaakt en sindsdien is het alleen maar bergaf gegaan. De ommekeer is er dus na de federale verkiezingen van 2003 gekomen, toen er geen enkele samenhang meer was. Daarbij heeft het debat over het migrantenstemrecht natuurlijk een erg grote rol gespeeld. De mensen zagen dat de cohesie weg was, verweten ons een gebrek aan ernst en vroegen zich al snel af of ze ons eigenlijk nog wel konden geloven.

Al vijf jaar lang schuiven uw partijgenoten die analyse naar voren. Maar ondertussen bleef het onderlinge gekissebis gewoon voortgaan.

DAEMS: Meestal moet je meer dan één tik krijgen voor de ernst van de situatie doordringt. Dat was bij ons ook zo. Na de eerste electorale opdoffer, dachten we dat het wel weer over zou waaien. Maar zoals Guy Vanhengel de andere regeringspartijen wakker heeft geschud met de bewering dat België virtueel failliet is, zo zijn alle liberalen zich er sinds de verkiezingen van 7 juni van bewust dat het echt mis zit in onze partij.

Dat Open VLD virtueel failliet is?

DAEMS: Dat zeg ik niet. Laten we stellen dat ons bedrijf bijna overkop gaat en we het nu moeten gaan uitleggen bij de handelsrechter. Ach, eigenlijk hebben wij net dezelfde problemen als de andere partijen: we moeten een manier vinden om ons te positioneren in de veranderde maatschappij. Met systemen en waarden van gisteren kun je niets beginnen op de electorale markt van vandaag. Vandaar dat het gewicht van alle partijen, ook van CD&V, vandaag zo klein is geworden.

Uw partij is wel erg geslonken. Volgens de meest recente peiling van La Libre Belgique is de Open VLD met 14,4 procent de vijfde partij van Vlaanderen.

DAEMS: Ja, en dat is onaanvaardbaar. Daar moeten we iets aan doen.

Hoe?

DAEMS: Met een collectieve sense of urgency. Want die is er vandaag wel in de partij. Iedereen beseft dat we zo langzamerhand voor existentiële discussies staan: in welke mate kunnen we op den duur nog op de besluitvorming wegen? We moeten voor een ommekeer zorgen door goed oppositie te voeren in het Vlaams Parlement, degelijk werk te leveren in de federale meerderheid en aan onze partij zelf te werken.

Met een sterke voorzitter?

DAEMS: Uiteraard. De komende voorzittersverkiezing is heel belangrijk. Guy Verhofstadt heeft nu een systeem voorgesteld waarbij elke kandidaat-voorzitter zich met twee running mates moet aandienen, en dat heeft volgens mij alleen maar voordelen. Want wat gebeurt er nu? Doordat verschillende mensen op zoek zijn naar een geschikt team om mee naar de voorzittersverkiezingen te trekken, komt er een groepsdynamiek op gang. Alle liberalen zijn met elkaar aan het praten, van de hoogste tot de laagste echelons. En dat was lang geleden, hoor. Goed gezien van Guy.

Zal dat systeem ook degelijke kandidaten opleveren?

DAEMS: Dat denk ik wel. Ik hoop dat er zich straks een paar teams melden die met een sterke visie de leden proberen te overtuigen. De essentie is dat er uiteindelijk een voorzitter wordt verkozen die de steun krijgt van iedereen in de partij. Wie de voorzittersverkiezing op 5 december ook wint, we moeten collectief achter hem of haar kunnen gaan staan om dan samen onze partij weer op te bouwen. Dan moet dat lukken.

En als het niet lukt?

DAEMS: Dan kunnen we onszelf ten minste niet verwijten dat we het niet hebben geprobeerd. Maar ik ben hoopvol, want ik blijf ervan overtuigd dat de mainstream in Vlaanderen liberaal is. Alleen hadden de mensen de laatste jaren niet langer het gevoel dat we met hen bezig waren, en daarom hebben ze niet op ons gestemd.

Vorige week gaf Guy Verhofstadt publiekelijk toe dat zijn generatie kapitale fouten heeft gemaakt. Een terechte mea culpa?

DAEMS: Dat was een heel eerlijke en ernstige uitspraak van Guy.

Bent u het ermee eens dat de generatie vijftigers verantwoordelijk is voor de huidige malaise in de partij?

DAEMS: Waarom zou ik me geroepen voelen om Guy tegen te spreken? Als hij vindt dat hij daar schuld aan heeft…

Hij vindt dat zijn hele politieke generatie verantwoordelijkheid draagt. U dus ook.

DAEMS: Waarom heeft Guy dat eigenlijk gezegd? Om ons erop te wijzen dat er een ommekeer moet komen natuurlijk.

U voelt zich niet aangesproken?

DAEMS:(haalt de schouders op) Is elke liberaal die in de eerste of de tweede regering-Verhofstadt heeft gezeten dan verantwoordelijk voor onze achteruitgang? Iedereen in de partij, ook de jonge generatie, draagt een stuk verantwoordelijkheid omdat hij niet geprobeerd heeft om de neerwaartse spiraal te stoppen, of daar toch niet in is geslaagd. Iedereen. Van de dikste tot de dunste, van de oudste tot de jongste. Degenen die destijds de leiding in handen hadden, hebben de kar omhoog gehesen en niemand heeft kunnen verhinderen dat die de berg weer afrolde. Ik draag daar niet meer of minder verantwoordelijkheid voor dan mijn partijgenoten.

Waarom torpedeerde Guy Verhofstadt uw kansen op het voorzitterschap door u tot twee keer toe te noemen bij de generatie die plaats moet ruimen?

DAEMS: Ik heb dat als een knipoog ervaren.

Niet veeleer als een mokerslag?

DAEMS: Een harde knipoog dan. (lacht)

U overweegt nog altijd om aan de voorzittersverkiezing deel te nemen?

DAEMS: Als je met je partij inzit en je wilt dat er iets verandert, dan moet je je op een gegeven moment ook schrap zetten . Dus wil ik zeker een rol spelen in de heropstanding van onze partij, maar ik weet vandaag nog niet welke. Dat zal wel duidelijk worden in de komende dagen en weken. Ik sluit niets uit.

Waarom zou u uw kans niet wagen?

DAEMS: Dat mag het net niet zijn: een kans wagen. Dat zou betekenen dat het puur om persoonlijke ambitie draait. En daar is het in het verleden net verkeerd gelopen.

Aan welk profiel moet de nieuwe voorzitter beantwoorden?

DAEMS: Het allerbelangrijkste is dat het iemand is die de krachten in de partij kan bundelen. Want dat hebben we de voorbije jaren moeten missen.

De aanstormende generatie liberalen, met onder anderen Alexander De Croo en Mathias De Clercq, wordt een uitzonderlijk politiek talent toegeschreven. Terecht?

DAEMS: In onze partij zitten heel wat twintigers en jonge dertigers met veel capaciteiten en goesting. Echt tof. De kunst is nu om hun onstuimigheid aan onze ervaring te koppelen en hun zin voor avontuur aan onze ernst. Als dat lukt, zullen ze van ver moeten komen om ons nog te kloppen. Maar ik zie hen niet als een aparte groep binnen onze partij, want ik heb iets tegen een indeling in generaties. Waarom weet de Open VLD zoveel jonge, getalenteerde mensen aan te trekken? Omdat ook zij impact kunnen hebben in onze partij. Leeftijd speelt bij ons geen rol.

U meent het?

DAEMS: Natuurlijk. We staan allemáál voor een kantelmoment. Mensen met al vele jaren op hun teller en nieuwe beloften moeten samen het tij kunnen keren. Dat zal tijd kosten, veel tijd misschien wel. Maar als het lukt, dan kan het zeer boeiend worden. Dan zullen jullie de komende jaren elke dag wel iets hebben om over de Open VLD te schrijven. Ik heb in elk geval goesting. Véél goesting.

DOOR ANN PEUTEMAN EN EWALD PIRONET/Foto’s Franky verdickt

‘Alle sociale partners verwachten van de overheid goed bestuur. Wel, dan mag de overheid hen toch ook iets terug vragen?’

‘In onze partij zitten heel wat twintigers en jonge dertigers met veel capaciteiten. De kunst is nu om hun onstuimigheid aan onze ervaring te koppelen en hun zin voor avontuur aan onze ernst.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content