Langeafstandzwemmer Matthieu Bonne: ‘Alleen het onmogelijke is het waard om na te streven

‘Het vuur in mij was al groot, maar door weggestuurd te worden uit Kamp Waes is het helemaal opgelaaid.’ © Saskia Vanderstichele

Meer dan veertig uur lag Matthieu Bonne al in het zoute water van de Golf van Korinthe in Griekenland, en hij kon zichzelf wel voor het hoofd slaan. Waarom had hij niet wat meer zonnecrème op zijn lippen gesmeerd? Telkens als het water zijn mond raakte, bliksemde er een pijnscheut door zijn hele lijf. Een marteling was het. ‘Mijn lippen waren helemaal verbrand’, zegt hij. ‘Een echte ramp. Op den duur kon ik niet meer eten.’ Door het slaaptekort had Bonne in het water onder hem even tevoren slangen gezien, een kluwen van vreemde beesten. Het leek wel het kapsel van Medusa, de monsterlijke figuur uit de Griekse mythologie, haar aanblik kon iedereen verstenen.

Maar verstenen mocht Bonne niet. Als hij het wereldrecord non-stop zwemmen in zee wilde verbeteren, dan moest hij de hallucinaties en de pijn overwinnen. In beweging blijven. Blijven herhalen wat Spinvis zingt: ‘Ik wil alleen maar zwemmen.’

Onvermijdelijk dacht Bonne aan al die uren in het zwembad van Brugge, waar hij als redder werkt. Wekenlang had hij zich daar op deze recordpoging voorbereid. Op een dag had hij 40 kilometer gezwommen: 800 lengten van 50 meter. Tot hij helemaal tureluurs was.

‘Ik heb ADHD’, vertelt Bonne (°1994). ‘Ik heb veel te veel energie en ik ben soms enorm chaotisch. Sporten was mijn enige uitlaatklep.’ Atletiek, paardrijden, judo, als kind probeerde hij al die sporten. Maar alleen basketbal vond hij boeiend genoeg. Hij speelde meer dan tien jaar, in Oostende en daarna ook in Middelkerke. Zijn jongenskamer in zijn ouderlijk huis in Bredene hangt nog altijd vol posters van de Amerikaanse NBA-ster Michael Jordan, zijn grote held. ‘Basketbal was mijn grote passie’, zegt Bonne. ‘Na school oefende ik uren en uren aan een stuk. Elk vrij moment was ik ermee bezig.’

Maar toen hij twintig was, verloor hij zijn motivatie en even later stopte hij met basketbal. Met enkele vrienden vertrok hij op reis naar Indonesië en daar, op die dichtbevolkte archipel vol bossen en dieren, ging de wereld voor hem open. ‘Tot dan was ik een echte snotneus. Maar in Indonesië heb ik de smaak van het reizen helemaal te pakken gekregen.’

Gevaar

Een sleutelmoment was zijn beklimming van Mount Rinjani op het eiland Lombok. Een nog actieve vulkaan van 3726 meter hoog, die Bonne in zijn eentje beklom, zonder voorbereiding of passend materiaal. Nadat hij de top en het adembenemende uitzicht had bereikt – de kolkende lava in de krater, het woud aan zijn voeten, de wolken die hij bijna kon aanraken – voelde Bonne het klaar en duidelijk: dit is wat ik wil. De vermoeidheid na de lange inspanning, de voldoening op de top, het gevaar onderweg ook – dat wilde hij vaker beleven.

‘Er moet iets op het spel staan’, zegt hij. ‘Als je op voorhand al weet dat alles goed zal verlopen, wat is er dan nog leuk aan? Alleen het onmogelijke is het waard om na te streven.’

Terug thuis liep Bonne zijn allereerste marathon, hij beklom Mount Fuji in Japan en daarna de Mont Blanc en de Matterhorn in de Alpen. Als tweede jongste Belg ooit haalde hij de aankomst van de Marathon des Sables, een zesdaagse ultraloopwedstrijd door de Marokkaanse woestijn. ‘Iets in mij wil altijd het extreme opzoeken’, zegt Bonne.

In de hitte van de woestijn kreeg hij de bevestiging van wat hij op de vulkaan in Indonesië al had gevoeld: zowel zijn lichaam als zijn geest is uitermate geschikt voor langdurige inspanningen. ‘Hoe langer iets duurt, hoe vermoeider je wordt’, zegt hij. ‘Bij mij is het tegenovergestelde waar. De eerste dagen van de Marathon des Sables vond ik heel zwaar, maar op het einde voelde ik me oersterk. Ik groeide alleen maar. Op de voorlaatste dag stond er een dubbele marathon gepland: ik vloog door de woestijn.’

Na elk geslaagd avontuur liet Bonne ergens op zijn afgetrainde lichaam een nieuwe tattoo plaatsen. Op die manier werd zijn huid een hoogstpersoonlijke herinneringskaart. ‘In het jaar van de Marathon des Sables deed ik in Australië een Iron Man-triatlon. Daarna heb ik besloten om alleen nog maar extreme uitdagingen aan te gaan’, zegt Bonne. ‘Er zijn al zo veel mensen die een marathon lopen of een triatlon afleggen. Ik wilde records breken en prestaties neerzetten waarin niemand voor mij al geslaagd was.’

Grootvader Alfons

En daarom dook Matthieu Bonne op donderdag 31 augustus 2023 in de Golf van Korinthe. Zijn doel? Het wereldrecord non-stop zwemmen in zee breken. Aanvankelijk ging alles zoals gepland, maar na bijna twee volle etmalen in het water begon hij steeds meer te twijfelen: wat lag hij hier eigenlijk te doen?

Bonne slaagde erin de pijn in zijn lippen te verbijten en hij bleef zwemmen. De zonsopgangen en -ondergangen, de schildpadden – geen hallucinatie – die pal onder hem zwommen, de vrienden, begeleiders en familieleden in de boot naast hem: ze dreven hem allemaal voort.

Net zoals toen hij het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland overzwom. Of toen hij de hele Belgische kustlijn in een recordtijd afzwom. ‘De zee is een belangrijke factor in mijn leven’, zegt Bonne. ‘Op het strand vind ik rust, het is onmisbaar. Daar vallen alle prikkels weg.’

Wat Bonne zeker ook verder hielp, was de gedachte aan zijn grootvader Alfons, een oud-ziekenhuisdirecteur en ‘een ‘megasportieve gast’. ‘De wilskracht en het doorzettingsvermogen heb ik zeker van hem’, zegt Bonne. ‘Hij heeft elf of twaalf keer de Mount Ventoux beklommen en ondanks alle tegenslagen is hij altijd blijven voortdoen. Nek gebroken? Knie verbrijzeld? Maakte niet uit, opa bleef fietsen.’

Maar de persoon die hem zonder twijfel het meest heeft gevormd, is Fly, de ‘drilinstructeur’ uit Kamp Waes. Bonne was een van de deelnemers van dat tv-programma, waarin vijftien Vlamingen een week lang werden uitgedaagd door de Special Forces Group, een elite-eenheid van het Belgische leger. De impact van dat programma uit 2020 is nog altijd voelbaar. Zonder Kamp Waes was hij naar eigen zeggen nooit geworden wie hij vandaag is.

Op de vijfde dag van Kamp Waes moest Bonne een touw van 20 kilo in zijn rugzak dragen als straf omdat hij ergens onderweg een touwtje had verloren. ‘Ik heb dat touw zeker anderhalve dag meegezeuld, terwijl mijn rugzak ook zonder extra ballast al 20 kilo woog’, zegt Bonne. ‘En dat net toen we 50 uur wakker moesten blijven en allerlei zware legeroefeningen moesten afleggen. Het was er los over.’

Van hoofdinstructeur Fly kreeg Bonne vervolgens de opdracht om een nieuwe missie te leiden, maar die mislukte. En zo werd de Bredenaar op de voorlaatste dag uit het kamp en dus uit het programma gezet. ‘Een enorme teleurstelling’, zegt Bonne. ‘Maar sindsdien denk ik bij elk record wel terug aan dat moment, dat allesbepalend was. Alles wat ik doe is een knipoog naar Fly. Het vuur in mij was al groot, maar door weggestuurd te worden uit Kamp Waes is het helemaal opgelaaid.’

Na Kamp Waes zette Bonne nog een tandje bij. In acht dagen tijd legde hij als eerste persoon ooit acht triatlons af op acht Canarische eilanden en eerder dit jaar fietste hij in de Amerikaanse staat Arizona in een week 3619,72 kilometer bij elkaar – een wereldrecord.

Nóg extremer

En nu lag hij dus in de Golf van Korinthe, met lippen die opgezwollen waren als na een overdaad aan botox, en met een slaaptekort dat steeds meer hallucinaties opwekte. Maar slag na slag bleef Bonne voortzwemmen.

In de boot naast hem moedigden zijn broer en diens lief hem aan, twee goede vrienden ook, zijn coaches, de kapiteins van het schip, een fotografe en ten slotte een cineast die over het avontuur een documentaire maakte. Bonnes moeder en stiefvader waren aan land gebleven; zij wachtten hun zoon bij de voorziene aankomstplek op. Opa Alfons, 92 nu, volgde alles thuis op de voet. Net als Fly, met wie het contact na Kamp Waes erg innig werd. ‘Ondertussen vraagt hij mij om tips of advies’, zegt Bonne. ‘De rollen zijn omgekeerd.’

Uiteindelijk zwom hij in Griekenland 131 kilometer aan een stuk, nog een wereldrecord. Pas na 61 uur in zee zette hij opnieuw voet aan land. ‘Op een gegeven moment wilde ik stoppen omdat de pijn ondraaglijk was’, vertelde hij in een eerste reactie aan de openbare omroep. ‘En toen moest ik nog twintig uur doorgaan. Geen idee hoe, maar ik ben telkens doorgegaan.’

Meer en meer wordt Bonne gevraagd voor lezingen. Hij organiseert ook trainingskampen. ‘Ik wil mensen aan het sporten brengen’, zegt hij. ‘Als ik iemand kan helpen om in beweging te komen en de natuur in te duiken is mijn missie geslaagd.’

En zijn honger naar records? Die is nog lang niet gestild. Hij lacht: ‘Het kan altijd nog extremer.’

De documentaire 8 Islands, over Bonnes triatlons op acht Canarische Eilanden, gaat op 27 januari in première op het Filmfestival Oostende.

‘Nek gebroken? Knie verbrijzeld? Maakte niet uit, mijn opa bleef fietsen.’
‘Nek gebroken? Knie verbrijzeld? Maakte niet uit, mijn opa bleef fietsen.’ © Saskia Vanderstichele
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content