Formateur Yves Leterme probeert, samen met de voorzitters van Kamer en Senaat, de communautaire kramp uit de oranje-blauwe regeringsonderhandelingen te krijgen. Met een menu en een methode.
Voor de buitenwereld liggen de onderhandelingen over een nieuwe federale regering stil sinds 7 november, toen in de Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken een Vlaamse meerderheid de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde goedkeurde. Maar achter de schermen blijft formateur Yves Leterme (CD&V) praten met de voorzitters van de oranje-blauwe partijen over een communautair compromis. Volgens de ene bron legt hij deze week een nota met zijn ideeën op tafel. Andere onderhandelaars denken dat Leterme meer tijd nodig zal hebben.
Voor dat huiswerk moet Leterme ook afstemming zoeken met Kamervoorzitter Herman Van Rompuy (CD&V) en Senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR). Die knutselen op verzoek van de koning aan een formule en een tijdpad om na de regeringsvorming ook socialisten en groenen mee aan boord te krijgen voor overleg tussen de gemeenschappen over een nieuwe staatshervorming. De ‘methode’ stimuleert alvast de politieke inspiratie. Die komt de ene keer uit bij een ‘raad van wijzen’, de andere keer bij een ‘comité van koninklijke commissarissen’.
‘Veteranen van de staatshervorming’ zoals Wilfried Martens (CD&V) en Vic Anciaux (Spirit) zien dan weer het liefst van al een ‘overleggroep van gekozenen van de deelstaten’ aan het werk gaan om artikel 35 van de grondwet uit te voeren (dat artikel stelt dat in de grondwet de bevoegdheden van de federale overheid worden opgesomd en dat alle andere ‘aangelegenheden’ een zaak van de gewesten en gemeenschappen zijn, maar het werd nooit geconcretiseerd).
HOGE HORDE
‘Vernederd’ als ze zijn door de stemming over B-H-V en de beslissing vorige week van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Marino Keulen (Open VLD) om Damien Thiéry (FDF), François van Hoobroeck d’ Aspre (MR) en Arnold d’Oreye de Lantremange (FDF) niet te benoemen als burgemeesters van de Vlaamse randgemeenten Linkebeek, Wezembeek-Oppem en Kraainem, blijven Didier Reynders (MR) en Joëlle Milquet (CDH) intussen wel on speaking terms met Leterme en de voorzitters van Kamer en Senaat. Hun dreigementen om een streep door oranje-blauw te trekken, zijn opmerkelijk snel in rook opgegaan. Reynders houdt zodoende op het federale niveau de PS van Elio Di Rupo op een afstand, Milquet beseft dat ze al te ver is meegegaan in de oranje-blauwe onderhandelingsdynamiek om zomaar af te haken.
Maar de permanente animositeit en zichtbare wrevel tussen beiden kleurt ook af op het ‘front’ van de Franstalige partijen. Niet zonder moeite spraken MR, CDH, PS en Ecolo vorige week vrijdag een gezamenlijke opstelling af. Van de Vlaamse partijen willen ze horen dat die hun numerieke meerderheid niet meer zullen gebruiken. Voor B-H-V willen ze een ‘onderhandelde’ uitkomst en voor de drie ‘gebuisde’ Franstalige burgemeesters in de Vlaamse rand vragen ze ‘een oplossing’. Dat hoeft zelfs niet hun benoeming te zijn, als daartegenover bijvoorbeeld een uitbreiding van Brussel zou staan.
Dat laatste blijft voor de Vlaamse partijen een veel te hoge horde, maar toch heet de oranje-blauwe formatiesfeer ondertussen ‘gematigd positief’ te zijn na nieuwe ‘verzoenende’ uitspraken van Reynders en zijn partijgenoot Charles Michel. Het MR-duo dweilde in het voorbije weekend de televisiestudio’s af om hun bereidheid tot onderhandelen over een staatshervorming andermaal in de verf te zetten. Reynders deed dat al eens eind september en een maand geleden legde hij een ‘vredespact’ voor met voorstellen over een federale kieskring, het opnieuw federaliseren van sommige regionale bevoegdheden, een ‘evenwichtige’ oplossing voor B-H-V, meer federale middelen voor Brussel en meer mogelijkheden voor de Franse Gemeenschap om te investeren in cultuur en onderwijs in de Vlaamse Rand. Nieuw dit keer was de suggestie van Michel om tegen de zomer van 2008 een staatshervorming uit te werken en daarbij aan de twee kanten een aantal taboes te laten vallen. Als voorbeelden noemde hij voor de Vlamingen de uitbreiding van Brussel en voor de Franstaligen een grotere fiscale autonomie voor de deelstaten, maar dan wel beperkt tot de personenbelasting.
Hoewel het dus gaat om een derde ‘signaal’ op rij met dezelfde teneur van de Franstalige liberalen, zien CD&V, Open VLD en ook N-VA er nu wel een opening in om een dialoog aan te gaan over ‘het Belgische samenlevingsmodel’, met inbegrip van ‘een resultaatsverbintenis’ in 2008.
MET DE GLIMLACH
Tegelijk verhoogt de MR de druk op de CDH. Maar Reynders en Michel hebben er wel ook op gelet dat ze netjes binnen de contouren blijven van de ‘spooknota’ die Milquet maakte toen Herman Van Rompuy op 29 september een punt zette achter zijn opdracht van koninklijk verkenner. Volgens die nota zou een nieuwe regering binnen de drie maanden met een oplossing voor B-H-V op de proppen komen. Ook zou een groep van commissarissen aan het werk worden gezet om halverwege volgend jaar voorstellen te doen voor een betere bevoegdheidsverdeling op het vlak van bijvoorbeeld werkgelegenheid, mobiliteit en gezondheidszorg. Die voorstellen zouden dan uiterlijk begin 2009 aan het parlement worden voorgelegd.
Milquet en haar partijgenoten zijn evenwel niet zo eenvoudig te vermurwen. Ze blijven letterlijk uit de genoemde nota citeren over het behoud van ‘de economische eenheid van het land’ en ‘de interpersoonlijke solidariteit in de sociale zekerheid’, en over het vermijden van fiscale concurrentie tussen de regio’s (dat is gelijk aan een ‘non’ tegen de Vlaamse vraag om ook over de vennootschapsbelasting meer zelf te kunnen beslissen). Tactisch verschuilt Milquet zich bovendien voortdurend achter het initiatief van de koning en de voorzitters van Kamer en Senaat om de staatshervorming buiten de regering en zodoende ook zoveel mogelijk buiten de formatie te houden. Op veel medewerking en inschikkelijkheid van haar kant hoeft Leterme met andere woorden (nog altijd) niet te rekenen.
Als de formateur in de komende dagen al een eigen communautair werkstuk aan de oranje-blauwe onderhandelaars kan bezorgen, zal hij trouwens de handen vol hebben om zijn Vlaamse kartel over de streep te halen. Door op 7 september de parlementaire weg in te slaan, hebben CD&V en N-VA immers de facto aanvaard dat het dossier B-H-V niet is opgelost op het moment dat oranje-blauw uit de startblokken zou gaan. En omdat deze coalitie niet beschikt over een tweederdemeerderheid, kan Leterme allicht wel mee een parcours richting staatshervorming uitstippelen, maar dan onmogelijk met spijkerharde garanties over meer bevoegdheden en fiscale autonomie voor de deelstaten.
Die inlevering op de verkiezingsbeloften van CD&V/N-VA kan in dat geval slechts verzacht worden door in een regeerakkoord alsnog kleinere ‘doorbraakpunten’ op te nemen, zoals een vertegenwoordiging van de gewesten in het beheer van de spoorwegen en eigen Vlaamse spoorinvesteringen. Maar voorts zal het kartel zich tevreden moeten stellen met een dubieus perspectief van bijvoorbeeld meer fiscale armslag voor de personenbelasting en meer middelen om werkzoekenden te activeren. Enkel de langetermijnmethode die Van Rompuy uit de hoge hoed moet toveren, kan de politieke onzekerheid van dat uitzicht dan nog enigszins verminderen.
Als de gepercipieerde klimaatverandering in de formatiegesprekken erop moet wijzen dat de oranje-blauwe onderhandelaars na meer dan 160 dagen eindelijk begonnen zijn aan de landing, dan zal die duidelijk nog een hele tijd in beslag nemen. Charles Michel sprak vorige zondag met de glimlach over een ‘regering tegen het einde van het jaar’.
DOOR PATRICK MARTENS